Het meisje op foto hierboven heet Alungo. Alungo woont in de buurt van de stad Erdenet ten westen van de hoofdstad van Mongolië. Mongolië is een land in Azië en ligt op zo’n 9 uur vliegen van Nederland. Mongolië ligt tussen de landen China en Rusland. Mongolië is een heel dunbevolkt land want het is bijna 38 keer groter dan Nederland en er wonen maar 3.087.000 mensen.
Hieronder zie je de vlag van Mongolië. De rode kleur van de vlag heeft te maken met het boeddhistische geloof van de mensen in Mongolië. Rood is in het boeddhisme een heilige kleur en de symbolen die aan de linkerkant van de vlag staan betekenen vuur, zon, maan aarde en je herkent misschien het yin en yang-symbool wel.
Alungo is 14 jaar woont met haar vader, moeder en twee broertjes in een ger. Een ger is een ronde tent, gemaakt van een vilten doek en palen. Midden in de tent staat de kachel en op de rechter foto zie je dat Alungo die kachel aanmaakt met een kaars. Op de bovenste foto foto zie je dat de pijp van de kachel een eind boven de tent uit steekt.
De vader en moeder van Alungo zijn boer, ze hebben een aantal yaks. Yaks zijn grote harige koeien die goed tegen koude omstandigheden kunnen. De yaks worden gemolken en van de melk wordt boter en kaas gemaakt. Deze zuivelproducten worden op de markt van Erdonet door de moeder van Alungo verkocht. Omdat er in het gebied rond Erdonet niet altijd genoeg gras is voor de koeien, trekken de boeren in deze regio rond. Deze manier van leven noem je nomadisme. Alungo heeft dus nooit een vast woonplek gehad en ze vindt het heel gewoon dat de ger soms in een dal staat bij een rivier of soms in een vlak gebied.
Omdat de boeren in dit gebied rondtrekken gaan jonge kinderen niet naar school. Alungo en haar oudste broer zijn al wat ouder en gaan in Erdonet naar school. Alungo en haar broer wonen daarom in de school periodes bij een oom en tante in Erdonet. Alungo vindt dat niet altijd even leuk, soms mist ze haar ouders en kleine broertje verschrikkelijk. Maar gelukkig is de tante bij wie ze woont erg aardig en vindt ze naar school gaan leuk. Op de school in Erdonet is veel meer te doen dan op het platteland bij haar ouders en soms verveelt ze zich in de vakantie. Omdat er niet genoeg te eten was voor de yaks van haar oom en tante besloten haar oom en tante om in Erdonet te gaan wonen De ouders van Alungo hebben de ger van die oom en tante gekocht. Deze ger verhuren ze in de zomer aan toeristen. Alungo vindt het leuk als er toeristen in de ger slapen. Ze is nieuwsgierig waar de toeristen vandaan komen en hoort allerlei rare talen. Sommige toeristen zijn bang voor de yaks, Alungo snapt daar niks van want yaks zijn echt hele makke koeien. Elk jaar krijgen de yaks kalfjes en die mag Alungo in de vakantie verzorgen.
Yaks
Hierboven zie je de twee broers van Alungo, ze zijn ook bezig om de jonge kalfjes te verzorgen.
Een aantal kalfjes die door Alungo verzorgd worden.
Als Alungo aan morgen denkt, wordt ze helemaal zenuwachtig. Morgen begint het Nadaam festival. Dit zijn 3 dagen in juli waarop er feest gevierd wordt en op deze drie dagen zijn er allemaal sportwedstrijden. In Mongolië zijn drie sporten favoriet namelijk: worstelen, boogschieten en paardrijden. Tijdens het festival zijn er van die drie sporten allemaal wedstrijden waar heel veel mensen naar komen kijken. In de hoofdstad, Ulaanbaatar, is het grote stadion dan helemaal gevuld en vooral de openingsceremonie is erg mooi om te zien. Bij deze openingsceremonie is zelfs de president van het land aanwezig en dit wordt ook uitgezonden op de televisie. De mensen trekken hun mooiste kleren aan en eten van de lekkere hapjes die verkocht worden in de kraampjes die bij het stadion staan. Alungo gaat samen met haar moeder en jongste broer morgen naar Erdonet. Haar vader en oudere broer moeten bij de yaks blijven, die moeten gemolken en gevoerd worden.
In Erdonet zullen ook paardrij-, boogschiet- en worstelwedstrijden zijn net als in de hoofdstad. En wat het allemaal nog spannender maakt, is dat de oma van Alungo meedoet met boogschieten. Vorig jaar werd de oma van Alungo tweede en Alungo hoopt dat haar oma dit jaar de wedstrijd gaat winnen. Ook de toeristen die bij haar ouders overnachten gaan mee naar Erdonet om te kijken naar alle wedstrijden. Het zullen echt een paar feestdagen worden en Alungo heeft er heel veel zin in.
Hierboven zie je de oma van Alungo, ze heeft net geprobeerd om met haar drie pijlen de roos te raken. Nu is het afwachten hoe de anderen het doen.
Op bovenstaande foto de oom en tante van Alungo met één van de toeristen. Ze hebben samen naar het paardrijden gekeken. De toerist drinkt een beker thee met boter, de drank van Mongolië. Je kunt goed zien dat de oom en tante hun mooie kleren aangedaan hebben.
In het stadion in de hoofdstad vinden de belangrijkste wedstrijden plaats, hieronder zie je een foto van de openingsceremonie. Je ziet de paarden en de worstelaars met hun begeleiders.
Opdrachten die horen bij het verhaal van Alungo.
Neem voor je blz. 158 – 159 van de GB54e druk voor je.
Wat zijn de coördinaten van Erdenet.
Hoe ver ligt Erdenet van de hoofdstad Ulaanbaatar.
Op welke hoogte ligt Erdenet en wat voor gevolgen heeft deze hoogte op de temperatuur.
Wat is het geboortecijfer van Mongolië? (gebruik de statistiek)
Hoeveel kinderen zijn er dus in 2010 in Mongolië geboren.
Wat is de levensverwachting in Mongolië.
Als je naar de antwoorden van vraag 5 en 6 kijkt, gaat het hier dan om een arm of rijk land, leg je antwoord uit.
Er trekken steeds meer mensen naar de stad, wat was voor de oom en tante van Alungo een belangrijke push factor.
Ook de oma van Alungo is uiteindelijk in Erdonet gaan wonen, kun je voor de oma een pull factor bedenken.
Als je naar de vlag van Mongolië kijkt zie je een aantal symbolen. Ontwerp voor jezelf een vlag en stop daar ook een paar symbolen in die jouw leven kenmerken.
1 Introductie
Inleiding
We gaan beginnen aan een hoofdstuk over bevolking. We bekijken als inleiding het volgende filmpje.
De begrippen die jullie moeten kennen zijn:
bevolkingsspreiding
bevolkingsdichtheid
bevolkingsopbouw
bevolkingsgrafiek
natuurlijke bevolkingsgroei
gemiddelde levensverwachting
demografie
geboortecijfer
sterftecijfer
migratie
binnenlandse migratie
buitenlandse migratie
emigrant
immigrant
migratiesaldo
economische migratie
arbeidsmigranten
sociale migratie
ecologische migratie
politieke migratie
pushfactoren
pullfactoren
vertrekgebieden
vestigingsgebieden
Introductieopdracht
Maak de volgende opdrachten
1. Zoek van de volgende begrippen de betekenis op in de begrippenlijst in je boek of op internet en noteer de antwoorden in je schrift.
bevolkingspreiding
bevolkingsdichtheid
geboortecijfer
sterftecijfer
levensverwachting
2. Wat betekent het als het geboortecijfer van een land 12 0/00 is?
3. Jullie krijgen per groep een cijfer. Het cijfer hoort bij een land. Zoek van dit land:
1
Nederland
2
Duitsland
3
Spanje
4
Turkije
5
Nigeria
6
Sierra Leone
7
Brazilie
8
India
9
China
10
Rusland
de bevolkingsdichtheid
het geboortecijfer
het sterftecijfer
de levensverwachting
We gaan deze cijfers vergelijken, schrijf ze op in je schrift.
4. Schrijf onderstaande zinnen over in je schrift en maak de zin kloppend.
a als het geboortecijfer hoog, is dan is het land arm/rijk
b als het sterftecijfer hoog is, dan is het land arm/rijk
c als een land arm is, groeit de bevolking snel/ langzaam
d als de bevolkingsdichtheid hoog is dan is een land arm/rijk/kun je niet zeggen
2 Waar zit iedereen
2.1 Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding = de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is.
Soms kan in een land de bevolkingssprijding heel onregelmatig zijn. Kijk maar naar Australië bijvoorbeeld. Daar wonen aan de kust best veel mensen, maar in het binnenland heel weinig omdat daar een woestijn is. Op deze manier moet je de bevolkingssprijding van een bepaald gebied kunnen beschrijven.
Beantwoord de volgende vragen:
1. (I) Hoeveel inwoners heeft de wereld op dit moment? Rond af op hele miljarden.
Bekijk het bovenstaande filmpje (vanaf 2.20 min) over de groei en spreiding van de wereldbevolking van het jaar 0-2030. 2. Vanaf wanneer begon de wereldbevolking heel snel te groeien?
3. Welke twee continenten hebben de hoogste bevolkingsdichtheid?
4. Wonen mensen vooral op hoge lage of gematigde breedte?
5. Wonen mensen vooral op het noordelijk of het zuiderlijk halfrond?
6a. (A) Noteer het kaartnummer van de kaart over bevolkingsdichtheid in de wereld. (tip: trefwoordenregister)
6b. (A) Zet het bovenstaande filmpje stop in het jaar 2010 A.D. en vergelijk de afbeelding van het filmpje met de kaart die je opgezocht hebt bij opdracht 6a. Geef een overeenkomst en een verschil.
7. Spoel het filmpje nu af van het jaar 2000 tot 2030 A.D. Waar vindt de grootste groei plaats?
2.2 Bevolkingsopbouw
Bevolkingsopbouw: de verdeling van de bevolking over mannen en vrouwen en over verschillende leeftijdsgroepen.
Beantwoord de volgende vragen:
1. Heeft een arm land in verhouding veel of weinig jongeren?
2. Heeft een rijk land in verhouding veel of weinig jongeren?
De bevolkingsopbouw kun je weergeven in een bevolkingsgrafiek (ook wel een bevolkingspiramide genoemd).
Bekijk hierover het volgende filmpje. Het is in het Engels, maar als je goed naar de plaatjes kijkt moet je een heel eind komen.
Bevolkingsgrafiek
figuur 1
Een bevolkingsgrafiek is een grafiek die de leeftijdsopbouw van de bevolking weergeeft. De grafiek is opgebouwd uit een aantal liggende staven (zie figuur 1). Elke staaf stelt een leeftijdsgroep voor, bijv. de groep van 0 tot 4 jaar, of de groep van 45 tot 49 jaar. Verder wordt er een onderverdeling gemaakt tussen mannen en vrouwen. In figuur 1 zie je links de samenstelling van de mannelijke bevolking en rechts de samenstelling van de vrouwelijke bevolking.
Hiernaast zijn de leeftijdsgroepen aangegeven in procenten van de totale bevolking. Je kunt in plaats van procenten ook absolute getallen gebruiken. Veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking zijn met een procentuele verdeling direct af te lezen.
3. Bekijk figuur 1. Hoeveel % van de vrouwen in land A bevindt zich in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar?
4. Gebruik nogmaals figuur 1. Hoeveel % van de mannen zit in de leeftijdsgroep 20-24 jaar?
Je ziet in de figuur hierboven 3 soorten bevolkingsgrafieken.
- De piramidevorm heeft veel jongeren, weinig ouderen.
- De torenvorm heeft redelijk veel jongeren en redelijk veel ouderen.
- De urnvorm heeft in verhouding veel ouderen en weinig jongeren.
Beantwoord de volgende vragen:
5. Welke soort bevolkingsgrafiek past bij een arm land?
6. Welke soort bevolkingsgrafiek past bij een rijk land?
7. het maken van een bevolkingsgrafiek
Je krijgt van je docent ruitjespapier. Ten eerste teken je onderaan een horizontale lijn van procenten (%). Zowel links en rechts loopt het aantal procenten door t/m 9%. Vervolgens teken je een verticale as met de leeftijdsgroepen. Je begint bij 0-4 en eindigt bij 85+. In figuur 1 zag je al het voorbeeld.
7a Probeer nu aan de hand van onderstaande gegevens zelf een bevolkingsgrafiek te maken.
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
M%
4,3
4,3
3,9
4,5
5,0
4,5
4,0
3,9
3,8
2,7
2,2
2,2
2,1
1,8
1,1
0,6
0,3
0,1
V%
4,1
3,9
3,8
4,1
5,0
4,3
4,0
3,9
3,7
3,0
2,5
2,3
2,1
1,9
1,2
0,7
0,3
0,1
M = mannen Tabel 1. Bevolkingssamenstelling van land B
V = vrouwen
7b Zal de bevolkingsgrafiek die je nu getekend hebt, van een arm- of een rijk land zijn? Verklaar je antwoord.
Bekijk het volgende filmpje. In deze animatie zie je een overzicht van de bevolkingsopbouw in Nederland.
Beantwoord de volgende vragen:
8. Ga naar het jaar 1950, hoe zie je de 'babyboom' van na de oorlog terug in deze grafiek?
9. Ga naar het jaar 2015, hoe oud zijn de 'babyboomers' nu?
Bekijk onderstaande bevolkingspiramide van Duitsland en beantwoord de volgende vragen:
10. Waarom zijn er minder mannen dan vrouwen?
11. In welke leeftijdcategorie is de aanwezigheid van oorlog het beste af te lezen? Leg je antwoord uit.
12. Noem nog een kenmerk van bovenstaande grafiek, waarin je het voorkomen van de tweede wereldoorlog kunt aflezen.
2.3 Bevolkingsdichtheid berekenen
Bevolkingsdichtheid: is het gemiddeld aantal inwoners per vierkante kilometer in een land of gebied.
Om de bevolkingsdichtheid te berekenen heb je de volgende formule nodig:
inwoners : km2 = inw/km2
Opdrachten
1.
Land A heeft 100 inwoners en is 4 km2
Land B heeft 200 inwoners en is 6 km2
Bereken de bevolkingdsdichtheid van land A en land B.
De oppervlakte van Libië is 1.759.540 km2. In Libië wonen 6.461.000 mensen.
2. Bereken de bevolkingsdichtheid van Lbië
3. Is de bevolkingsdichtheid in Libië overal hetzelfde? Leg je antwoord uit.
4. (A) Zoek in de groene atlas in de statistiek de bevolkingsdichtheid van Nederland op. Wat is de bevolkingsdichtheid van Nederland?
5. Is Nederland dunner of dichter bevolkt dan Libië?
6. (A) Zoek op waar Libië ligt op de thematische kaart over bevolkingsdichtheid in Afrika. Wat valt je op aan de bevolkingsspreiding van Libië.
7. Leg aan de hand van je antwoord bij vraag 6 uit waarom de bevolkingsspreiding een gemiddeld getal is.
3 Steeds maar meer
3.1 Natuurlijke bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei
Bij natuurlijke bevolkingsgroei gaat het over geboorte en sterfte. Dit kan betekenen dat er meer kinderen geboren worden, dan dat er mensen sterven. Als er in een jaar in een land 1000 baby's geboren worden en 500 mensen sterven is de natuurlijke bevolkingsgroei van 500 inwoners. De bevolkingsgroei heeft dan dus een positief saldo van 500 inwoners. Maar de bevolking kan ook afnemen als er meer mensen sterven dan dat er geboren worden. Als er in een land 400 baby's geboren worden en 600 mensen sterven is er dus een afname van de bevolking van 200 mensen. De bevolkingsgroei heeft dan dus een negatief saldo van 200 inwoners.
Natuurlijke bevolkingsgroei = de toe- of afname van de bevolking van een land door geboorte en sterfte.
Om de absolute natuurlijke bevolkingsgroei te berekenen gebruik je de formule:
aantal geboortes - aantal sterfgevallen = postief of negatief saldo bevolkingsgroei (inw)
Je kan de natuurlijke bevolkingsgroei ook in relatieve getallen berekenen. Dan doe je het aantal geboorten/1000 inwoners - het aantal sterfgevallen/1000 inwoners.
Om de relatieve bevolkingsgroei te berekenen gebruik je de formule:
Pak in de atlas bladzijde 258 voor je. Je ziet in de 5e kolom het geboortecijfer staan van het jaar 2010. Onder het jaar 2010 zie je /1000 inwoners staan. Het geboortecijfer is dus een promille. Als je kijkt naar het geboortecijfer van Afghanistan, dan zie je daar het getal 38 staan. Dit betekend niet dat er in Afghanistan 38 baby’s geboren werden in 2010, dat zou wel heel weinig zijn. Als het geboortecijfer 38 is, betekend dit dat er 38 baby’s per 1000 inwoners geboren worden. Bij aardrijskunde schrijf je dit op als: 38 baby’s/1000 inwoners (eigenlijk net als km/uur of inw/km)
Het geboortecijfer = het aantal baby's dat geboren wordt per 1000 inwoners
Maar natuurlijk wil je soms ook weten hoeveel baby’s er in totaal geboren werden in Afghanistan en niet alleen per 1000 inwoners. Om dat te kunnen berekenen moet je het geboortecijfer weten en het aantal inwoners. Als je in de atlas in de 3e kolom kijkt, zie je dat Afghanistan 29.121.000 inwoners heeft. Nu kunnen we aan de slag met deze 2 getallen!
Om te berekenen hoeveel baby’s alle inwoners samen krijgen, moet je eerst weten hoeveel baby’s 1 inwoner krijgt. Dit doe je door het geboortecijfer te delen door 1000 inwoners:
38 : 1000
Nu je met 38 : 1000 weet hoeveel kinderen 1 inwoner krijgt, kun je dit getal x het aantal inwoners van het land doen. Je berekend daardoor hoeveel kinderen er in totaal in een land geboren worden. Afghanistan heeft 29.121.000 inwoners. De formule wordt dan:
38 : 1000 x 29.121.000 = 1.106.598
Kun je bedenken wat er nu achter dit getal komt? Zijn het Dora’s, schapen? Wat heb je zojuist berekend?
Je weet dus nu van Afghanistan dat er 38 baby’s/1000 inwoners geboren worden en dat er in totaal in het land 1.106.598 baby’s geboren worden.
Het eerste getal noemen we een relatief getal en het tweede getal een absoluut getal.
ABSOLUTE GETALLEN
RELATIEVE GETALLEN
100 leerlingen met een onvoldoende
50 % heeft een onvoldoende
Er worden 150.000 baby's geboren
Het geboortecijfer = 38 baby's/1000 inw
kun je tellen
kun je niet tellen
aantal geboortes
het geboortecijfer
In absolute getallen heeft klas 1 10 onvoldoendes en een andere klas 5. Dan lijkt het net alsof de eerste klas slechter gescoord heeft. Maar als in de eerste klas van 10 onvoldoendes 100 leerlingen zitten, dan heeft relatief gezien maar 10% een onvoldoende. Terwijl als de andere klas maar 10 leerlingen heeft, dan heeft de helft, 50%, onvoldoende!
In dit voorbeeld zijn 10 onvoldoendes en 5 onvoldoendes de absolute getallen
In dit voorbeeld zijn 10% en 50% de relatieve getallen.
Dit is de reden waarom we het geboortecijfer per 1000 inwoners doen. Want hierdoor kun je heel goed de landen met elkaar vergelijken. Snap je dat als je het in absolute getallen zou gaan vergelijken, dat er dan in het hele kleine El Salvador (7.304.000 inwoners) er absoluut altijd minder baby’s geboren worden dan in het gigantische China (1.347.563.000 inwoners). Daarom willen we weten hoeveel baby’s er per 1000 inwoners geboren worden!
Samengevat: Om van het geboortecijfer 38 baby’s/1000 inwoner een absoluut getal te maken, moet je dus eerst berekenen hoeveel baby’s er per inwoner geboren worden en dit getal vervolgens x het aantal inwoners van een land doen. Je kan dit in een keer doen door de volgende formule te gebruiken:
Het geboortecijfer = het aantal baby's dat geboren wordt per 1000 inwoners
Om van dit getal een absoluut getal te maken gebruik je dus de formule:
Geboortecijfer : 1000 x aantal inwoners = absoluut aantal geboortes
Sterfte is het tegenovergestelde van geboorte en in de atlas kun je dan ook vlakbij het geboortecijfer het sterftecijfer vinden. Bij Afghanistan staat dat het sterftecijfer 18 sterfgevallen/1000 inwoners is.
Het sterftecijfer = het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners.
Om van dit getal een absoluut getal te maken gebruik je dus de formule:
Sterftecijfer : 1000 x aantal inwoners = absoluut aantal sterfgevallen
Maak de volgende opdrachten
1.Zoek in de atlas in de statistiek het geboortecijfer van China en van El Salvador op en noteer deze.
2. Zijn deze getallen absolute of relatieve getallen?
3. Bereken het absolute aantal baby’s dat in El Salvador geboren wordt.
4. Bereken het absolute aantal baby’s dat in China geboren wordt.
5. Zoek nu in de statistiek van de atlas bij Europa (blauw) het geboortecijfer en het aantal inwoners van Nederland op. Hoeveel baby’s worden er absoluut in Nederland geboren?
6. Vergelijk het absolute aantal baby’s van El Salvador, China en Nederland met elkaar. Verklaar waarom China absoluut veel meer baby’s heeft en verklaar ook waarom El Salvador absoluut meer baby's heeft.
7. Schrijf van El Salvador, China en Nederland de relatieve sterftecijfers onder elkaar.
8. Bereken nu van alle drie de landen hoeveel sterfgevallen er absoluut zijn.
9. Kijk bij 1.3.1 onder het kopje natuurlijke bevolkingsgroei. Bereken van China de relatieve en absolute bevolkingsgroei.
10. Bereken ook de relatieve bevolkingsgroei van Japan.
Je kan nu van het relatieve geboortecijfer als het aantal inwoners weet het absolute aantal baby's berekenen
Geboortecijfer : 1000 x aantal inwoners = absolute aantal geboortes (baby's)
Door de formule precies andersom te gebruiken kun je als je het aantal inwoners en het absolute aantal baby's ook het geboortecijfer berekenen. De formule wordt dan:
aantal baby's : aantal inwoners x 1000 = geboortecijfer (baby's/1000 inwoners)
Kun je nu de onderstaande opdracht maken? Gebruik de dik gedrukte formules.
In Boekoe wonen 2 miljoen mensen. Het sterftecijfer van 2015 is 5 sterfgevallen per 1000 inwoners. Er worden in 2015 in Boekoe 5000 baby's geboren. De oppervlakte van Boekoe is 40.000 km2
11. Bereken de bevolkingsdichtheid van Boekoe aan het begin van 2015.
12. Bereken het absolute aantal sterfgevallen van Boekoe
13. Bereken het geboortecijfer van Boekoe
14. Wat is de relatieve bevolkingsgroei van Boekoe?
15. Hoeveel inwoners heeft Boekoe aan het eind van 2015?
3.3 Waarom is het geboortecijfer hoog in ontwikkelingslanden?
In ontwikkelingslanden is het geboortecijfer hoog en groeit
bevolking snel! Maar waarom is het geboortecijfer zo hoog?
1. Je krijgt meer aanzien als je veel kinderen hebt.
Met vijf zoons krijg je een hoog aanzien, meer dan met een
dure auto voor je deur.
2. Kinderen kunnen een financiele bijdrage in het gezin leveren.
Veel mensen zijn werkloos en op deze manier verdienen de
kinderen een zakcentje voor het gezinsinkomen.
3. Kinderen moeten voor hun ouders zorgen, als ze dat zelf niet
meer kunnen.
Als ouders ziek worden of te oud zijn om te werken is er geen
uitkering of bejaardentehuis.
4. Ze doen vaak niet aan geboortebeperking of hebben hier geen voorlichting
in gehad. Het past niet in hun cultuur om voorbehoedsmiddelen te gebruiken,
het is niet beschikbaar of het is te duur.
5. Veel kinderen sterven jong (kindersterfte).
Om toch een aantal kinderen over te houden als de ouders te oud worden, moeten er veel kinderen geboren
worden in een gezin.
1. Geef het verband tussen het geboortecijfer en de rijkdom van een land met een "hoe.., hoe.. zin"
2. Waarom groeit in de arme landen in Afrika de bevolking zo hard? Is het sterfteciijfer daar lager of is het geboortecijfer juist hoger dan in rijke landen?
3. Bedenk drie redenen waarom gezinnen in Nederland minder kinderen krijgen dan in Oeganda.
4) Er zijn 5 redenen waarom er zoveel kinderen geboren worden in arme landen. Welke reden komt er in dit filmpje naar voren?
5) Expeditieonderwijs heeft in 2014 voor dit gezin een huis gebouwd in Cambodja. De moeder vertelde dat ze de 12 jaar achter elkaar elke 1,5 jaar een kind heeft gekregen en zelfs 1 keer een tweeling. Ze staat hier met haar man en haar hele gezin op de foto. Wat valt je op? Kun je iets zeggen over de hoogte van het geboortecijfer en het sterftecijfer van het dorpje waarin deze vrouw woont?
Verhuizen doen we allemaal wel eens in ons leven. Veel mensen blijven daarbij dicht bij huis. Wanneer je bij een verhuizing een gemeentegrens overgaat noem je dat migratie. Dus wanneer je van Vriezenveen naar Almelo verhuist ben je een migrant. Verhuizing binnen een land wordt binnenlandse migratie genoemd.
Hieronder zie je een kaart over de binnenlandse migratie in Nederland. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
1. Welke provincies trekken veel mensen aan?
2. Noem twee redenen waarom deze provincies aantrekkelijk zijn?
3. Welke provincies stoten veel mensen af?
4. Noem twee redenen waarom deze provincies niet zo aantrekkelijk zijn.
4.2 Push en pull
Mensen migreren om een reden, Je kunt weggaan, omdat je het in je land economische slecht hebt, maar ook omdat het bijvoorbeeld oorlog is. De redenen die er zijn om uit je land weg te gaan, noem je pushfactoren (push=drukken in het Engels). De plek waar je naar toe gaat heeft positieve kenmerken, zoals het is er veiliger of er zijn betere banen te vinden. Deze positieve factoren noem je pullfactoren (pull = trekken in het Engels). In het plaatje hieronder zie je een aantal push en een aantal pullfactoren.
Maak de volgende opdracht:
1. Neem onderstaand schema over in je schrift en vul aan:
soort migrant
pushfactor
pullfactor
economisch
lage lonen
hoge lonen
Als mensen migreren heeft dat gevolgen voor het gebied waar ze naar toe gaan, het vestigingsgebied/pullgebied en het gebied waaruit ze weggaan het vertrekgebied/pushgebied. In onderstaande bron staan een aantal gevolgen genoemd.
2. Geef van bovenstaande voorbeelden aan, of ze positief of negatief voor het gebied zijn.
Er zijn vier reden/motieven waarom mensen verhuizen.
1. Economische migratie
Als mensen migreren voor een beter leven, een betere baan, dan noem je dat economische migratie. Je noemt deze migranten ook wel arbeidsmigranten.
2. Sociale migratie
Als je je gezin naar bijvoorbeeld Nederland haalt, of je trouwt met je vakantieliefde en je komt in Nederland wonen, noem je dat sociale migratie.
3. Politieke migratie
wanneer je vlucht omdat je andere politieke ideeen hebt of er is oorlog in je land, ben je een politieke migrant ook wel vluchteling genoemd. Ook als je homo bent en dat mag niet in je eigen land ben je een politieke migrant.
4. Ecologische migratie
Wanneer je op de vlucht slaat, omdat er een natuurramp is in je land, een orkaan, tsunami of bijvoorbeeld droogte, dan ben je een ecologische migrant.
Bekijk onderstaande video en beantwoord de vragen
1.Welk soort migratie hoort bij dit filmpje?
2. Hoe proberen deze migranten te vluchten?
3. Hoe zou je het probleem, dat in dit filmpje aan de orde komt, kunnen oplossen?
4.5 Migratiesaldo en natuurlijke bevolkingsgroei
De bevolking van een land kan dus op twee manieren groeien/ krimpen:
aan het einde van het jaar wonen er 3.000.000+ 6000+1000= 3.007.000 in het land
5 Leerdoelen
Leren voor de toets
Wat moet je kennen en kunnen voor de toets over H1 Bevolking
Allereerst: vragen zoals gesteld in de website moet je kunnen beantwoorden.
De begrippen die jullie moeten kennen zijn:
bevolkingsspreiding
bevolkingsdichtheid, ook kunnen berekenen
bevolkingsopbouw
bevolkingsgrafiek
natuurlijke bevolkingsgroei
gemiddelde levensverwachting
geboortecijfer
sterftecijfer
demografie
migratie
binnenlandse migratie
buitenlandse migratie
emigrant
immigrant
economische migratie
arbeidsmigranten
sociale migratie
ecologische migratie
politieke migratie
pushfactoren
pullfactoren
vertrekgebieden
vestigingsgebieden
migratiesaldo = immigratie - emigratie
Je weet ongeveer hoe de bevolking verspreid is over de wereld
je snapt waarom de meeste mensen aan zee en rivieren wonen (vruchtbaar, vlak, genoeg water)
je kunt een bevolkingsgrafiek afkezen en je weet welke bevolkingsgrafieken horen bij een arm land en bij een rijk land
je moet 4 redenen kennen voor het hoge geboortecijfer in ontwikkelingslanden
je moet weten dat er 4 soorten redenen zijn om te migreren, je moet hier voorbeelden van kunnen geven.
je moet voorbeelden kunnen noemen van push en pullfactoren
Je moet ook kunnen rekenen met de begrippen, DE FORMULES! zie overzicht formules website, dus:
berekenen van de bevolkingsdichtheid
uitrekenen van sterftecijfer en geboortecijfer,
berekening van het aantal sterfgevallen en geboortes.
Natuurlijke bevolkingsgroei absoluut (in hele getallen) en natuurlijke bevolkingsgroei relatief ( baby's of sterfgevallen / 1000 inwoners)
berekening van het migratiessaldo
Formules H1
Tips:
Vergeet nooit achter je antwoord te zetten wat het getal betekend.
Leer voor de toets deze antwoorden uit je hoofd.
1) Bevolkingsdichtheid berekeken
Aantal inwoners : aantal km2 = inw/km2
2) Geboortecijfer berekenen
geboortes : aantal inwoners x 1000 = geb./1000 inw
3) Sterftecijfer berekenen
sterfgevallen : aantal inwoners x1000 = sterf./1000 inw
4) Absolute aantal geboortes berekenen
geboortecijfer : 1000 x aantal inwoners = absolute aantal geboortes
5) Absolute sterfgevallen berekenen
sterftecijfer :1000 x aantal inwoners = absolute aantal sterfgevallen
6) natuurlijke bevolkingsgroei berekeken
geboortes - sterfgevallen = groei in inwoners
7) relatieve natuurlijke bevolkingsgroei per 1000 inwoners berekenen
geboortecijfer - sterftecijfer = relatieve groei per 1000 inwoners
8) Migratiesaldo berekenen
immigranten - emigranten = aantal migranten (kan positief of negatief zijn)
9) Totale bevolkingsgroei berekenen
Geboortes - sterfgevallen + immigranten - emigranten = totale bevolkingsgroei
Afsluitende opdrachten
Opdracht 1: Rijk- en arm vergelijken
Voor deze opdracht hebt je een Atlas nodig, de iPad om dingen op te zoeken, een leeg A3 vel en kleurtjes.
LET OP: er zijn 11 opdrachten!!
1. Pak de atlas voor je bij de wereldstatistiek. Zoek een extreem arm en een extreem rijk land.
Je moet daarbij kijken naar:
- Het BNP per hoofd (hoeveel euro een inwoner gemiddeld verdient per jaar in het land)
- Het geboortecijfer
- Het sterftecijfer
- Zoek in het TREFWOORDENREGISTER (blz 300-312) een kaart op over analfabetisme in de wereld (dit betekent hoeveel mensen er niet kunnen lezen en schrijven, als dit hoog is is het vaak een arm land), zoek op wat het analfabetisme is in jouw twee landen.
2. Verdeel je A3 blad in twee gelijke helften. Zet de naam van je extreme arme land bovenaan 1 helft en de naam van het rijke land boven de andere helft.
3. Maak van elk land een schets van de grenzen van het land onder de naam van het land. Zorg ervoor dat je de hele ruimte gebruikt.
4. Schrijf in elk land de volgende statistieken uit de atlas. Vergeet de eenheid er niet achter te zetten:
- BNP per hoofd
- analfabetisme
- Geboortecijfer
- Sterftecijfer
- Oppervlakte van het land
- Hoeveel x Nederland
- Aantal inwoners
- Levensverwachting
5. Bereken nu van elk land:
- Het absolute aantal geboortes (Schrijf de berekening ook op)
- Het absolute aantal sterfgevallen (Schrijf de berekening ook op)
- De bevolkingsdichtheid (Schrijf de berekening ook op)
- De absolute natuurlijke bevolkingsgroei
- De relatieve natuurlijke bevolkingsgroei (per 1000 inwoners)
6. Bekijk het bovenstaande kaartje. Op dit kaartje staat het relatieve migratiesaldo. Hoeveel inwoners er in een land bijkomen of uitgaan door migratie per 1000 inwoners. Zoek jouw twee landen op het kaartje op en zet het migratiesaldo per 1000 inwoners in je landjes.
7. Is het migratiesaldo van jouw land positief of negatief? Zet in je landjes "positief migratiesaldo" of "negatief migratiesaldo".
8. Zoek met behulp van het internet voor je arme land drie pushfactoren en voor je rijke land 3 pullfactoren en verwerk deze op je blad.
9. Schrijf bij je push- en pullfactoren onder welke van de 4 redenen voor migratie (sociale, economische, politieke of ecologische) de pushfactor valt.
10. Zorg er nu dat je je de statistieken van je poster herkenbaar maakt. Teken aan beide kanten symbolen bij de statistieken waardoor je ze goed kan herkennen.
11. Maak je poster mooi!
Opdracht 2: Democratische Republiek Kongo
Blaise Nkufo, clubtopscorer allertijden van FC Twente, is geboren in de Democratische Republiek Kongo (DRK). In 2015 woonden er in dit land 2.400.000 mensen. De oppervlakte is 400.000 km2. Het land heeft verder een geboortecijfer van 48 per 1000 inwoners en er stierven 48.000 mensen . De DRKongo kende in 2015 in sommige delen politiek geweld waardoor er 25.000 inwoners zijn gevlucht naar buurland Tanzania. In 2015 hebben verschillende Amerikaanse bedrijven geinvesteerd in bedrijven in Kinshasa, hierdoor zijn er 35.000 mensen uit omliggende landen naar DRKongo verhuisd om er te gaan werken.
1 Bereken de bevolkingsdichtheid van Kongo
2 Bereken het absolute aantal geboortes van Kongo
3 Bereken het sterftecijfer van Kongo
5 Bereken het migratiesaldo van Kongo
6 Bereken de relatieve natuurlijke bevolkingsgroei van Kongo.
7 Bereken nu hoeveel inwoners de Democratische Republiek Kongo aan het eind van 2015 had.
8 Onder welke reden van migratie valt de reden uit de tekst om naar Tanzania te emigreren? (Kies uit economische reden, sociale reden, politieke reden of natuurlijke reden)
9 Onder welke reden van migratie valt de reden uit de tekst om naar de DKR te migreren? (Kies uit economische reden, sociale reden, politieke reden of natuurlijke reden)
Opdracht 3: Sierra Leone
Sierra Leone was in 2006 één van de armste landen van Afrika. Meer dan de helft van de bevolking moest rond komen van $1,25 per dag. Door een burgeroorlog in buurland Kongo zijn er 1.200 vluchtelingen bij gekomen. In totaal zijn er in 2006 ook 6.200 inwoners naar Europa geëmigreerd in de hoop werk te vinden en een beter bestaan op te bouwen. Het geboortecijfer in 2006 was 46 per 1000 terwijl er 300.000 mensen stierven. Er wonen 22 miljoen mensen in Sierra Leone.
Bereken voor Sierra Leone in 2006:
1 Het absolute aantal geboortes
2 Het sterftecijfer
3 De absolute natuurlijke bevolkingsgroei
4 De relatieve natuurlijke bevolkingsgroei
4 Het migratiesaldo
5 Hoeveel inwoners heeft Sierra Leone aan het eind van 2006?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.