Opdracht 1: Rijk- en arm vergelijken

Voor deze opdracht hebt je een Atlas nodig, de iPad om dingen op te zoeken, een leeg A3 vel en kleurtjes.

LET OP: er zijn 11 opdrachten!!

1. Pak de atlas voor je bij de wereldstatistiek. Zoek een extreem arm en een extreem rijk land.

Je moet daarbij kijken naar:

- Het BNP per hoofd (hoeveel euro een inwoner gemiddeld verdient per jaar in het land)

- Het geboortecijfer

- Het sterftecijfer

- Zoek in het TREFWOORDENREGISTER (blz 300-312) een kaart op over analfabetisme in de wereld (dit betekent hoeveel mensen er niet kunnen lezen en schrijven, als dit hoog is is het vaak een arm land), zoek op wat het analfabetisme is in jouw twee landen.

2. Verdeel je A3 blad in twee gelijke helften. Zet de naam van je extreme arme land bovenaan 1 helft en de naam van het rijke land boven de andere helft.

3. Maak van elk land een schets van de grenzen van het land onder de naam van het land. Zorg ervoor dat je de hele ruimte gebruikt.

4. Schrijf in elk land de volgende statistieken uit de atlas. Vergeet de eenheid er niet achter te zetten:

- BNP per hoofd

- analfabetisme

- Geboortecijfer

- Sterftecijfer

- Oppervlakte van het land

- Hoeveel x Nederland

- Aantal inwoners

- Levensverwachting

 

5. Bereken nu van elk land:

- Het absolute aantal geboortes (Schrijf de berekening ook op)

- Het absolute aantal sterfgevallen (Schrijf de berekening ook op)

- De bevolkingsdichtheid (Schrijf de berekening ook op)

- De absolute natuurlijke bevolkingsgroei

- De relatieve natuurlijke bevolkingsgroei (per 1000 inwoners)

6. Bekijk het bovenstaande kaartje. Op dit kaartje staat het relatieve migratiesaldo. Hoeveel inwoners er in een land bijkomen of uitgaan door migratie per 1000 inwoners. Zoek jouw twee landen op het kaartje op en zet het migratiesaldo per 1000 inwoners in je landjes.

7. Is het migratiesaldo van jouw land positief of negatief? Zet in je landjes "positief migratiesaldo" of "negatief migratiesaldo".

8. Zoek met behulp van het internet voor je arme land drie pushfactoren en voor je rijke land 3 pullfactoren en verwerk deze op je blad.

9. Schrijf bij je push- en pullfactoren onder welke van de 4 redenen voor migratie (sociale, economische, politieke of ecologische) de pushfactor valt.

10. Zorg er nu dat je je de statistieken van je poster herkenbaar maakt. Teken aan beide kanten symbolen bij de statistieken waardoor je ze goed kan herkennen.

11. Maak je poster mooi!