- Op de vloer kunnen bijvoorbeeld kruimels liggen.
- Na een reparatie heeft een monteur vaak smeer aan zijn handen.
- Tijdens en na de productie tref je kleine productresten aan rond de lijn.
Dit zijn verschillende voorbeelden van vormen waarin vuil kan voorkomen.
Ieder voedingsmiddelenbedrijf heeft zijn eigen soorten vuil. In een fabriek waar noten worden verwerkt, komt een heel ander soort vuil voor dan in een fabriek waar melk wordt verwerkt.
De soorten vuil, die op een oppervlak kunnen voorkomen na het produceren van een voedingsmiddel, zijn:
Na de productie blijft het vuil achter op een oppervlak. Bekijk het onderstaande figuur.
De bovenste laag (groen)is meestal losliggend grof vuil. Je kunt dit gemakkelijk verwijderen. Denk hierbij aan je antwoorden uit vraag 1.
Na het verwijderen van het grove, losliggende vuil blijft er meestal een laag vuil achter die veel moeilijker te verwijderen is. Deze laag is met het blote oog ook niet altijd duidelijk waarneembaar. Dit is een laag (blauw) met redelijk vastzittend organisch materiaal. Onder 'organisch' verstaan we stoffen die afkomstig zijn uit de grondstof, het tussenproduct of het eindproduct. Deze stoffen zijn: koolhydraten, eiwitten en vetten.
Koolhydraten, eiwitten en vetten hechten over het algemeen goed aan het onderliggende oppervlak en zijn dus moeilijker te verwijderen.
Dan blijft er vaak nog een aanslag over (rode laag vuil). Deze aanslag is het moeilijkste te verwijderen. Dit kan bijvoorbeeld kalkaanslag zijn, afkomstig uit water. Kalkaanslag is een vastzittende laag zout (mineralen), die ontstaat bij de verhitting van hard water. Dit vuil noemen we het vastzittende anorganische vuil. Ook uit de grondstoffen of tussenproducten kunnen zouten neerslaan op het oppervlak. Voorbeelden hiervan zijn melksteen en biersteen.
In alle drie bovengenoemde lagen komen micro-organismen (stippen)voor. Door het reinigen wordt naast het vuil dus ook een groot deel van de micro-organismen verwijderd. Toch blijven na het reinigen nog micro-organimen achter. Vaak is dus nog een desinfectie noodzakelijk.
Vraag 2
Vraag 3
Definities
Reinigen is het verwijderen van productresten en vuil.
Tijdens het reinigen verwijder je een groot deel van de micro-organismen die in het losliggende, het organische en het anorganische vuil verstopt zijn. Na het reinigen wordt vaak gedesinfecteerd. Hierbij dood je bijna alle micro-organismen.
Desinfecteren is het doden van micro-organismen.
Doelen van reinigen
De productie wordt gereinigd om reden van:
- het voorkomen van besmetting van het product. Deze besmetting kan ontstaan doordat andere productresten, allergenen en/ of micro-organismen in het product komen.
- een goede werking van het desinfectiemiddel. Vuil belemmert de werking van het desinfectiemiddel.
- het goed functioneren van apparatuur. Vuil kan op termijn schade aanrichten aan apparatuur.
Vraag 4
Reinigingsfasen en reinigingsmiddelen
Het vuil dat uit verschillende lagen bestaat, wordt tijdens de reiniging in fasen verwijderd.
De fasen zijn:
1. voorspoelen
2. reinigen met een reinigingsmiddel (loog)
3. tussenspoelen
4. reinigen met een zuur
5. naspoelen
De reiniging start met voorspoelen. Hierbij wordt het losliggende vuil verwijderd. Het voorspoelen moet direct na productie plaatsvinden om indrogen en groei van micro-organismen te voorkomen. In plaats van voorspoelen kan het losliggende vuil ook verwijderd worden door bijvoorbeeld te blazen of te vegen.
In de tweede fase wordt gereinigd met een basisch reinigingsmiddel. Dit zijn sterke zepen. Veel gebruikt wordt natronloog (ook wel 'loog' genoemd). Dit reinigingsmiddel lost koolhydraten, eiwitten en vetten op.
In de tussenspoelfase wordt dit reinigingsmiddel met de opgeloste stoffen weggespoeld. Dat is erg belangrijk omdat het basische reinigingsmiddel absoluut niet in contact mag komen met het zuur. Dat is zeer gevaarlijk!
In de vierde fase wordt gereinigd met een zuur. Daardoor worden zouten (zoals kalkaanslag) opgelost.
Het naspoelen dient voor de verwijdering van het reinigingsmiddel met daarin de opgeloste zouten.
Soms bestaat een reiniging uit drie fasen. Dan worden de tussenspoelfase en de reiniging met zuur achterwege gelaten.
Filmpje
Bekijk het filmpje (20 seconden) om te zien wat er gebeurt bij het mengen van verschillende reinigingsmiddelen.
Vraag 5
Reinigingsmethoden
Handmatig reinigen
Reinigingsmethoden zijn de manieren waarop gereinigd wordt.
Dit kan een open systeem zijn, waarbij de reinigingsmedewerker zelf de reiniging uitvoert.
Vaak wordt in de levensmiddelenindustrie een gesloten reinigingssysteem toegepast. Hierbij wordt de reiniging automatisch uitgevoerd en komt de reinigingsmedewerker niet in contact met het reinigingsmiddel. De reiniging wordt via een bedieningspanel aangestuurd. Dergelijke reinigingssystemen noemen we CIP installaties (Cleaning In Place) en komen veel voor in de zuivel- en drankenindustrie.
In een open reinigingssysteem wordt onderscheid gemaakt tussen: droge reiniging en natte reiniging.
Droge reiniging is bijvoorbeeld: vegen, blazen, stofzuigen, etc.
Natte reiniging is bijvoorbeeld: schrobben, schuimreinigen, afwassen, etc.
De keuze van de reinigingsmethode is afhankelijk van het productieproces. In sommige processen, denk aan de bakkerij, is het gebruik van water niet gewenst. De natte reinigingsmethoden worden daar weinig toegepast.
Voorbeelden van open reinigingssystemen (nat)
Schuimreinigen van een wandoppervlak
Schrobzuigmachine voor het reinigen van vloeren
Voorbeelden van een open reinigingssysteem (droog)
Droge reiniging
Voorbeeld van een gesloten reinigingssysteem
Een installatie voor een gesloten reiniging
Vraag 6
Reinigingsfactoren
Voor het reinigen is energie nodig. Deze energie komt uit vier factoren:
1. Warmte energie (afhankelijk van de temperatuur van het water)
2. Chemische energie (afhankelijk van de sterkte van het reinigingsmiddel)
3. Mechanische energie (afhankelijk van de kracht van het apparaat of de medewerker)
4. Tijdsduur
Het effect van de reiniging kan worden gezien als een optelsom van deze vier factoren.
De cirkel van Sinner
In de cirkel van Sinner zijn de vier factoren, die het effect van een reiniging bepalen, samen weergegeven.
De grootte van een reinigingsfactor is per reinigingsmethode verschillend.
Bijvoorbeeld:
Wanneer je met koud water reinigt dan is de temperatuursfactor klein. Nu zal een andere factor groter moeten zijn om de cirkel rond te krijgen en het materiaal schoon. Je zult bijvoorbeeld harder moeten schrobben en dus meer mechanische arbeid moeten leveren.
Cirkel van Sinner; voorbeeld handafwas
Wanneer je met de hand afwast, zou de cirkel van Sinner er als volgt uit kunnen zien.
Tijd: Je neemt de tijd om een pan af te wassen.
Chemie: Het afwasmiddel is mild.
Temperatuur: De temperatuur van het water is niet te warm.
Arbeid: Je zult dus met de borstel wat kracht moeten zetten om een pan schoon te krijgen.
Vraag 7
Controle van de reiniging
Controle van de reiniging
Nadat de apparatuur en de oppervlakken zijn gereinigd en gedesinfecteerd, wordt gecontroleerd of het gewenste effect is bereikt.
De reiniging wordt vaak visueel gecontroleerd. Aan de hand van een controlelijst worden de belangrijkste plaatsen gecontroleerd op reinheid. Dit zijn de plaatsen waar vuil gemakkelijk achterblijft na een reiniging.
Naast een visuele controle kan ook de afwezigheid van allergenen gecontroleerd worden. Hiervoor zijn speciale testen ontwikkeld. Zie het onderstaande plaatje.
Controle van de desinfectie
De desinfectie kan gecontroleerd worden met een afdrukplaatje (zie onderstaande afbeelding).
Met het afdrukplaatje wordt nagegaan hoeveel micro-organismen zijn achtergebleven op het oppervlak na desinfectie.
Het plaatje bevat een gelei waarop micro-organismen kunnen groeien. De gelei wordt tegen het oppervlak gedrukt, zodat aanwezige micro-organismen op de gelei komen. Daarna wordt de plaat gesloten en gedurende 3 dagen bij 30 graden bewaard. Pas dan zijn de micro-organismen zoveel gegroeid dat ze zichtbaar zijn geworden. Dan kan een uitspraak gedaan worden over het effect van de desinfectie.
Vraag 8
Veilig werken met reinigingsmiddelen
Waarschuwingsborden
Het gebruik van reinigings- en desinfectiemiddelen is niet zonder gevaar. Dit wordt op de verpakking aangegeven met verschillende symbolen.
Maatregelen
Bij een juiste hantering is de omgang met reinigings- en desinfectiemiddelen niet gevaarlijk.
In het bedrijf zijn vaak technische maatregelen genomen om de gevaren zoveel mogelijk te beperken.
Bijvoorbeeld:
- een deugdelijke opslagplaats voor de reinigings- en desinfectiemiddelen;
- automatische doseerinstallaties;
Daarnaast is het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht om je te beschermen tegen de gevaren.
Voorbeelden hiervan zijn:
- Gelaatskap of veiligheidsbril;
- Voorschort dat bestand is tegen chemicaliën;
- Laarzen;
- Handschoenen die bestand zijn tegen chemicaliën.
Het verplichte gebruik van deze persoonlijke beschermingsmiddelen wordt met blauwe borden aangegeven.
Hieronder zie je een plaatje van het gebodsbord voor het dragen van veiligheidshandschoenen.
Het arrangement Bijeenkomst 4: Reiniging en desinfectie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Annet Eendhuizen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-02-17 15:26:59
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.