Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord wordt ook wel eens gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Het is dan geen werkwoord meer, maar vergelijkbaar met woorden als 'lang', 'groen' en 'sterk': het zegt iets over het woord dat erna komt.
Stap voor stap gaan we een bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord maken.
Stap 1: begin met het werkwoord dat je wil gaan gebruiken. Bijvoorbeeld verven; ik verf de deur, de deur is nu geverfd.
Stap 2: neem het voltooid deelwoord van het werkwoord dat je hebt gekozen; verven - geverfd.
Stap 3: eindigt je voltooid deelwoord op een d of t, dan plaats je er een -e achter.
eindigt je voltooid deelwoord op -en, dan laat je het zo staan.
Bijvoorbeeld: geverfd ⇒geverfde: de geverfde deur
Bijvoorbeeld: gemaakt ⇒ gemaakte: de gemaakte deur
Bijvoorbeeld: gesloten ⇒ gesloten: de gesloten deur
Nog een keer:
Als het voltooid deelwoord eindigt op d of t
- Ik leerde voor mijn repetitie.
- Ik heb mijn repetitie geleerd.
- De geleerde repetitie heb ik goed gemaakt. (bijvoeglijk gebruikt)
- Ik maakte mijn fiets.
- Ik heb mijn fiets gemaakt.
- De gemaakte fiets rijdt weer als een zonnetje. (bijvoeglijk gebruikt)
In bepaalde gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een korte klank + d of + t:
- Ik redde het dier.
- Het dier is gered.
- Het geredde dier loopt weer in het bos. (bijvoeglijk gebruikt)
- De vloer verrotte helemaal.
- De vloer is helemaal verrot.
- De verrotte vloer kraakt gevaarlijk. (bijvoeglijk gebruikt)
In bovenstaande voorbeelden wordt de eindletter verdubbeld, omdat je het anders verkeerd uitspreekt.
Schrijf een bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk. Dus als de uitspraak het toestaat, schrijf je maar
één -d of -t !
Als het voltooid deelwoord eindigt op 'en'
Sommige sterke werkwoorden hebben een voltooid deelwoord op 'en'.
- Ik braad het gehakt.
- Ik heb het gehakt gebraden.
- Het gebraden gehakt smaakt heerlijk.
- Ik begrijp de uitleg.
- De uitleg is begrepen.
- De begrepen uitleg hoef ik niet meer op te zoeken. (bijvoeglijk gebruikt)
- Ik stoot mijn hoofd.
- Ik heb mijn hoofd gestoten.
- Het gestoten hoofd doet flink pijn. (bijvoeglijk gebruikt)
In de bovenstaande voorbeelden zie je dat het voltooid deelwoord zijn eindletter n behoudt.