De grondwet
Wat je vooraf moet weten
Om deze module goed te kunnen begrijpen moet je een aantal woorden goed kennen. Van deze woorden ga je de betekenis opzoeken. Open hiervoor het bestand dat onder de woorden staat en schrijf de betekenis van de woorden op in de tweede kolom. Deze woordenlijst lever je voorzien van naam in bij je docent.

De grondwet van 1848
In 1848 is het erg onrustig in Europa. De mensen zijn de macht van de koningen beu en willen meer inspraak hebben in het bestuur. Overal breken rellen uit. In grote Europese steden komen de mensen in opstand en vechten met het leger. In Frankrijk wordt de koning zelfs afgezet.
De Nederlandse koning Willem II wordt nu wel heel erg nerveus en hij geeft Johan Rudolf Thorbecke de opdracht om de grondwet te wijzigen.
Er staan belangrijke veranderingen in zoals:
- De Tweede Kamer en de Provinciale Staten worden door de burgers gekozen. De Provinciale Staten kiest dan weer de Eerste Kamer
- De ministers worden verantwoordelijk voor wat de koning doet of zegt en moeten verantwoording afleggen aan het Parlement (Eerste- en Tweede Kamer)
- Er komen grondrechten zoals vrijheid van godsdienst, drukpers en mening
Nederland wordt een Parlementaire Democratie.
Bekijk onderstaand filmpje en beantwoord daarna de vragen

Oefening: Grondwet 1848
Start
Grondrechten
Nederland heeft een Grondwet. In de Grondwet staat hoe Nederland bestuurd wordt. Maar er staan ook grondrechten in: rechten voor iedere Nederlandse burger. Bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, of vrijheid van godsdienst. In deze les ontdek je aan de hand van een zoekplaat een aantal van deze grondrechten.
De Grondwet is de belangrijkste wet van Nederland. Eigenlijk is de Grondwet een verzameling van veel verschillende wetten. Er staat bijvoorbeeld in wat de koning allemaal wel en niet mag doen. Ook de rol van de minister-president en de ministers staat er in beschreven. Maar in de Grondwet staan ook rechten die burgers in Nederland hebben. Dat zijn
grondrechten. Er staat in de Grondwet dat burgers het recht hebben hun eigen leven te leiden, zonder dat de overheid zich met hun mening, geloof en keuzes bemoeit.
Hieronder staat een lijst van artikelen uit de grondwet. Jouw taak is om de grondrechten te herkennen in de zoekplaat. Download de zoekplaat en zet er op de juiste plek in waar je welk artikel ziet. Artikel 4 is al voor gedaan.
- Artikel 1: Gelijkheidsbeginsel: Je mag niet discrimineren. (Dit artikel is vrij moeilijk te herkennen in de zoekplaat.)
- Artikel 4: Kiesrecht: Iedere Nederlander vanaf 18 jaar mag stemmen.
- Artikel 5: Petitierecht: Recht om handtekeningen te verzamelen en een protest in te dienen.
- Artikel 6: Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging: Je mag zelf weten waarin je gelooft.
- Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting, waaronder vrijheid van drukpers: Je mag je eigen mening hebben en de overheid controleert niet wat er in de krant geschreven wordt.
- Artikel 8: Vrijheid van vereniging: Iedereen mag een vereniging oprichten, bijvoorbeeld een voetbalclub of een zwemvereniging. Hiervoor hoef je geen toestemming te vragen aan de overheid.
- Artikel 9: Vrijheid van vergadering en betoging: Je mag in Nederland demonstreren. Je moet dit wel van tevoren even melden.
- Artikel 17: Vrije toegang tot de rechter: Iedereen kan naar de rechter stappen.
- Artikel 23: Onderwijs, waaronder vrijheid van onderwijs: In Nederland heeft iedereen recht op onderwijs, er is zelfs leerplicht. Er mogen verschillende scholen opgericht worden. Zoals katholieke, protestantse of islamitische scholen.
Klik nu op onderstaande link voor de zoekplaat.
Het bestuur van Nederland
Regels en wetten
In een land zonder regels kun je niet leven. In Nederland worden regels en wetten gemaakt door de overheid. In deze opdracht ga je leren hoe het bestuur van Nederland is ingericht.
Klik op onderstaande afbeelding om naar de opdrachten te gaan.

Van voorstel tot wet
Lees de onderstaande tekst zorgvuldig door. Daarna maak je de opdracht.
Van wetsvoorstel tot wet:Hoe wordt een wet een wet?
Welke stappen worden ondernomen?
Een wet komt tot stand door de samenwerking van regering (koning en ministers) en Staten-Generaal (1e en 2e kamer).
Meestal neemt de regering het initiatief tot een wetsvoorstel, zelfs enkele honderden keren per jaar.
Ministers
Het invoeren van een nieuwe wet begint dus meestal bij een minister. Op zijn ministerie wordt dan een ontwerp gemaakt. Dit noemen we een wetsvoorstel. De ministerraad praat hierover. Zo zijn alle ministers op de hoogte van elkaars plannen.
Raad van State
Bij elk wetsvoorstel is de regering verplicht advies te vragen aan de Raad van State. Er moet namelijk bekeken worden of het wetsvoorstel wel gewenst en uitvoerbaar is. Deze raad bekijkt of het wetsvoorstel niet strijdig is met andere wetten, met name de grondwet.
Ministerraad
De ministerraad bespreekt vervolgens het advies dat de Raad van State heeft gegeven. Het wetsvoorstel moet met het advies van de Raad van State en ondertekend door de Koningin vervolgens door de regering worden ingediend bij de voorzitter van de Tweede Kamer.
Kamercommissie
Het heeft voor de Tweede Kamer weinig zin om zonder voorbereiding aan de 'openbare behandeling' van het wetsvoorstel te beginnen. Deze voorbereiding wordt uitgevoerd door een kamercommissie. Een commissie van Tweede Kamerleden, die gespecialiseerd zijn op een bepaald gebied. Zo’n kamercommissie bespreekt het wetsvoorstel en maakt een verslag. De betrokken minister reageert hierop en vervolgens wordt een eindverslag gemaakt.
Stemming Tweede Kamer
De voorbereiding is nu voltooid. Het wetsvoorstel gaat van de kamercommissie naar de Tweede Kamer. Daar wordt het besproken en er wordt over gestemd. Deze vergadering is toegankelijk voor publiek, daarom heet dit openbare behandeling. Je kunt er dus rustig gaan kijken.
Stemming Eerste Kamer
Mocht het wetsvoorstel aangenomen worden, dan moet het door de Eerste Kamer besproken worden. Ook zij stemmen. Pas als zij voor de wet stemmen, wordt het aangenomen. Gebeurt dit niet, dan moet het wetsvoorstel in gewijzigde vorm opnieuw de hele weg afleggen.
Handtekeningen
Wetsvoorstellen die worden aangenomen hebben nog één stap nodig om rechtsgeldig te worden. Er zijn 3 handtekeningen nodig. Een handtekening van:
1) De koning: zo wordt het voorstel een wet.
2) De betrokken minister, die verantwoordelijk is.
3) De minister van Justitie, voor plaatsing in het Staatsblad.
Oefening: Van wetsvoorstel tot wet
Start
De verdeling van de macht
Trias politica
Heel lang werd er nooit echt nagedacht over de manier waarop macht werd uitgeoefend. Ene Charles Montesquieu heeft hier wel over nagedacht en vond dat de macht verdeeld moest worden, zodat er geen misbruik van gemaakt zou kunnen worden. Dit werd de scheiding der machten, ook wel driedeling der machten of Trias Politica.
De politieke leer van de trias politica gaat uit van een scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. De machten hebben ieder hun eigen bevoegdheden en hun eigen zelfstandigheid. Er is geen macht die boven de andere machten staat. De machten moeten zich verantwoorden ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de burgers.
Bekijk het volgende filmpje over de scheiding der machten in Nederland

Beantwoord dan de volgende vragen
Oefening: Trias Politica
Start
Recht voor jou
De rechtspraak
In deze lessen ga je meer leren over de rechtspraak in Nederland. Download het onderstaande bestand, print deze en maak de opdrachten.

Politieke stromingen
(Niet) Christelijke politiek
Je weet nu al heel veel over de poltiek in Nederland. Hoe een wet tot stand komt, hoe de overheid werkt, hoe de macht wordt verdeeld, hoe de democratie in Nederland is ontstaan en hoe je invloed op het bestuur kunt uitoefenen.
Wat je als laatste gaat leren is welke invloed het christelijke geloof heeft (gehad) op de Nederlandse politiek en welke politieke stromingen er zijn. In deze opdracht zullen een paar dingen weer terug komen die je al weet
Klik op onderstaande afbeelding om naar de opdrachten te gaan.

Begrippen
Van je docent heb je inmiddels je woordenlijst uit opdracht 1 teruggekregen. Deze gebruik je om te leren voor de begrippentoets