Hartelijk welkom bij het thema Personalien!
In de vakantie op de camping, tijdens een uitwisseling op school, op het internet of op facebook; er zijn heel veel mogelijkheden om met jongeren uit andere landen kennis te maken.
De meeste leeftijdsgenoten uit andere landen zullen echter geen Nederlands spreken. Je kunt er ook niet van uitgaan dat overal zo goed Engels wordt gesproken als in Nederland.
Gelukkig leer jij nu nog een vreemde taal die je helpt met mensen uit andere landen te kunnen communiceren: Duits.
Deze taal spreken meer mensen dan je misschien in eerste instantie zou denken.
In veel landen is Duits bovendien een schoolvak.
Daarmee zijn jouw kansen om met iemand Duits te kunnen praten best groot!
Je leert...
Je leert de eerste woorden en zinnen die je nodig hebt als je met iemand in het Duits wilt communiceren. Een taal leer je pas goed als je hem ook gebruikt!
In het onderdeel Sprachaufgaben vind je verschillende situaties die uit het leven gegrepen zijn. Ze zijn bedoeld om alles wat je geleerd hebt ook echt te gebruiken.
Let bij het maken van de Sprachaufgabe op:
de uitspraak,
de spelling,
de woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt,
de grammatica (niet alleen van dit thema, maar ook grammatica die je al eerder hebt geleerd).
Voordat je aan de Sprachaufgabe begint, ga je eerst het thema doorwerken.
In de volgende onderdelen leer je alles wat je nodig hebt om de Sprachaufgabe goed te kunnen maken!
Situation
Eines Tages bekommst du über Facebook die Anfrage, ob du Simone, ein deutsches Mädchen, als Facebook-Freund akzeptieren willst. Du kennst kein Simone, bist aber neugierig und akzeptierst sie.
Ihr lernt einander kennen und geht zusammen auf die Suche nach eventuellen gemeinsamen Vorfahren, denn Simone hat in ihrem Stammbaum entdeckt, dass ihr Ururopa ursprünglich aus Holland kommt.
Situatie
Op een dag krijg je via facebook het verzoek om Simone, een Duits meisje, te accepteren als facebook-vriend. Je kent helemaal geen Simone maar bent wel nieuwsgierig, dus accepteer je haar.
Jullie leren elkaar kennen en jullie gaan samen op zoek naar eventuele gemeenschappelijke voorouders. Simone heeft namelijk in haar stamboom ontdekt dat haar overovergrootvader oorspronkelijk uit Nederland komt.
Misschien zijn jullie dus familie van elkaar.
Was kannst du schon? (QTI)
Oefening: Wat kan je al? (QTI)
0%
Waarschijnlijk heb je nog nooit Duits als schoolvak gehad, maar misschien kan je al best wel wat. Doe de volgende vier oefeningen om er in te komen.
Im abschließenden Projekt in den Sprachaufgaben wirst du mit einem deutschen Mädchen Informationen über euch und eure Familien austauschen.
In het afsluitende project in het onderdeel Sprachaufgaben (taaltaken) ga je met een meisje uit Duitsland informatie uitwisselen over jullie en jullie families.
Daarom:
leer je hoe je iemand begroet en afscheid neemt.
lees je en luister je naar berichten van verschillende personen over het thema familie.
vertel je over jezelf en jouw familie.
schrijf je een tekst voor een stripverhaal.
teken je de stamboom van jouw familie.
krijg je nuttige tips voor de omgang met Duitsers.
kom je iets te weten over Duitse autokentekens.
hoor je hoe goed bekende Nederlanders Duits praten.
leer je belangrijke woorden en uitdrukkingen.
leer je enkele basisregels van de Duitse grammatica.
leer en doe je nog veel meer...
Bij 'Sprachaufgaben' vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.
Let daarbij op:
de uitspraak
de spelling
de woorden en de zinnen
de grammatica
Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het namelijk pas in dit thema.
Aan de slag!
Werkzeugkasten 1
Einleitung
De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de woordjes en zinnen die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.
Een beetje geduld moet je wel hebben bij dit filmpje, maar in ieder geval hoor je héél goed hoe de getallen van 1 t/m 20 worden uitgesproken. Luister naar de uitspraak en zeg zelf na.
Om de opdrachten in het thema Personalien goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elk thema staan er op ovcduits.wrts.nl woordenlijsten klaar waar je mee kunt oefenen.
De eerste keer dat je WRTS gebruikt, moet je een account aanmaken:
Bepaal welke lijst je wilt gaan oefenen. Bij dit thema heb je de keuze uit zes lijsten:
Personalien A
Personalien B
Personalien C
Personalien Wortschatz A
Personalien Wortschatz B
Personalien Wortschatz C
Klik op het woord 'Overnemen' achter de lijst die je wilt gaan gebruiken.
Je ziet de lijst staan. Scroll naar beneden en klik op 'Opslaan'.
Klik op 'Overhoren'. Geef aan op welke manier je wilt oefenen en klik op 'Begin overhoring'. Oefen op verschillende manieren.
WRTS extra - uitspreekhulp
WRTS heeft een uitspreekhulp.
Hoe dat werkt? Doorloop de volgende stappen:
Open je account.
Klik op 'Wrts extra' rechts in het blauwe scherm.
Kies dan Uitspreekhulp en klik op Instellen.
Je kunt de woorden uit de lijsten laten voorlezen.
Het werkt alleen met Windows XP en Internet Explorer 6.0 of hoger.
Door op het luidsprekertje te klikken kun je horen hoe de woorden uitgesproken moeten worden.
De woordenlijsten die je in je account hebt staan, kun je op elke computer met internet ophalen.
Succes
Wortschatz: alles door elkaar (QTI)
Je hebt nu een aantal zinnetjes geleerd en geoefend met WRTS.
Als het goed is, kun je de oefeningen die voor je klaarstaan nu zonder problemen maken.
Typ steeds de juiste zin in het Duits. Leet op de leestekens: gebruik dezelfde leestekens als in het Nederlands. Staat er in het Nederlands een vraagteken, een punt, een komma o.i.d., typ die dan ook in het Duis.
Tip:
een ß typ je als Alt-GR s
een ü ë ä ö ï typ je door eerst : te typen en dan de letter
Er zijn 5 verschillende oefeningen. In iedere oefeningen komen een aantal woordjes en zinnetjes aan bod. Alle onderwerpen staan door elkaar.
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl
2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!
3 Uitspraakhulp
Op de website www2.research.att.com kun je Duitse woorden of een Duitse tekst laten voorlezen. Kies eerst de taal en de stem. Vul dan de tekst in en kies dan voor SPEAK.
Spiele (Flash gemakkelijk)
Los geht's
Op internet vind je veel websites met leuke Duitse spelletjes/oefeningen die te maken hebben met het thema. Hieronder een aantal links naar websites die wij voor jou hebben geselecteerd:
Mit diesen Spielen lernst du bestimmt noch besser Deutsch!
Met deze spelletjes leer je vast nog beter Duits!
Spiele (Flash moeilijk)
Los geht's
Op internet vind je veel websites met leuke Duitse spelletjes/oefeningen die te maken hebben met het thema. Hieronder een aantal links naar websites die wij voor jou hebben geselecteerd:
Mit diesen Spielen lernst du bestimmt noch besser Deutsch!
Met deze spelletjes leer je vast nog beter Duits!
Hören
Einleitung - Inleiding
In diesem Punkt findest du die Hörübungen.
Du hörst dir verschiedene Gespräche an.
Die Übungen werden dein Hörverstehen der deutschen Sprache deutlich verbessern.
In dit onderdeel vind je luisteroefeningen.
Je hoort verschillende gesprekken.
Met de oefeningen vergroot je je luistervaardigheid.
Alles wat je hier leert, helpt je de taaltaken bij het thema 'Personalien' goed te kunnen maken.
Je hoort:
iets over Larissa,
iets over Amadeus,
iets over de gezinnen van Selina, Larissa en Lina,
een lied over een krokodil.
Veel succes! - Viel Erfolg!
Ich (QTI)
Larissa en Amadeus
Luister naar Larissa en naar Amadeus.
Doe daarna de oefening 'Larissa en Amadeus'.
Larissa:
Amadeus:
Aan het einde van de oefening kun je oefening inleveren. Als je de oefening inlevert, zie je je score en kun je jouw antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Die Sänger in dem Lied 'Haus am See' träumt über seine Zukunft.
De zanger in dit lied droomt over zijn toekomst. Höre dir das Lied gut an.
Luister goed naar de tekst van het lied.
Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Lesen.
Du lernst, deutsche Texte besser zu verstehen.
In dit onderdeel oefen je je leesvaardigheid.
Je leert Duitse teksten beter te begrijpen.
De teksten gaan over:
de familie van Lotte en Max,
de familie van Maria.
Na, dann mal los!
Lotte und Max (QTI)
Unsere Familie
Lees het verhaal over Lotte en Max en maak dan de oefening.
Hallo, wir sind Lotte und Max!
Wir sind Geschwister.
Max ist 12 und ich bin 14.
Wir wohnen mit unseren Eltern in Dresden. Das liegt im Bundesland Sachsen.
Unsere Mutter heißt Irene, unser Vater heißt Daniel. Wir haben noch eine kleine Schwester. Sie heißt Anne und ist 5 Jahre alt.
Die Eltern von unserer Mutter wohnen in Leipzig. Oma Hilde ist 62 und Opa Gerd ist 65. Papa hat nur noch seine Mutter: Liesbeth. Opa Artur ist schon gestorben.
Unsere Tante heißt Jana. Sie ist die Schwester von Mama.
Einen Onkel haben wir nicht.
Unsere Cousine Paula ist 2 Jahre, unser Cousin Hannes ist 4.
Das sind die Kinder von Tante Jana.
Ach ja, ich habe auch ein Meerschweinchen und Max hat ein Kaninchen. Anne möchte gern einen Hund, aber sie ist noch zu klein.
Maria
Mein Name ist Maria. Ich komme aus Tirol und lebe schon 12 Jahre in Wien.
Ich bin Krankenschwester von Beruf. Ich bin 32 Jahre alt und habe zwei Kinder. Meine Tochter Jana ist 11 und geht ins Gymnasium.
Mein Sohn Markus ist 7 und geht in die Volksschule.
Mein Mann arbeitet als Automechaniker. Wir sind seit 12 Jahren verheiratet.
Meine Hobbys sind Lesen und Sport. Ich treffe auch gerne Freunde und höre gern Musik.
Einleitung
De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de grammatica die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Personalien.
In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:
Grammatik
Aussprache
Hilfsmittel
Veel succes!
Grammatik
Als je de opdrachten die bij dit thema horen goed wilt doen, zul je ook iets moeten weten over de taalregels, de grammatica - Grammatik.
Je gaat leren over:
de persoonlijke voornaamwoorden;
de werkwoorden haben en sein;
de bezittelijke voornaamwoorden.
Over ieder onderwerp bestudeer je de theorie in StudioDuits en maak je één of enkele oefeningen.
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bestudeer uit de kennisbank Duits het onderdeel over het Persoonlijk voornaamwoord.
Beweeg met je muis over de plaatjes.
Luister naar de woorden en oefen de uitspraak door ze hardop uit te spreken.
Kies de tien moeilijkste woorden uit elke oefening. Schrijf ze op in je schrift.
Lees ze hardop voor aan een medeleerling.
Hilfsmittel
Hilfsmittel
1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl
2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!
3 Uitspraakhulp
Op de website www2.research.att.com kun je Duitse woorden of een Duitse tekst laten voorlezen. Kies eerst de taal en de stem. Vul dan de tekst in en kies dan voor SPEAK.
Sprechen
Einleitung - Inleiding
Es gibt viele Situationen, in denen du dich auf Deutsch vorstellen musst. Denke z.B. an einen Campingurlaub in Deutschland, einen Schüleraustausch mit einer deutschen Schule oder Diskussionsforen und Blogs im Internet.
Er zijn veel situaties te verzinnen waarin je je in het Duits moet voorstellen, bijvoorbeeld aan een vakantie op een camping in Duitsland, aan een uitwisseling met een Duitse school of een discussieforum of blog op het internet.
Ook voor de taaltaken aan het einde van dit thema is het belangrijk dat je iets over jezelf kunt vertellen. Dan moet je denken aan:
deinen Namen - je naam
dein Alter - je leeftijd
dein Land und deinen Wohnort - je land en je woonplaats
sich begrüßen und verabschieden - begroeten en afscheid nemen
fragen, wie es geht und darauf antworten. - vragen hoe het met iemand gaat en zelf antwoord geven op die vraag.
Lees de verschillende situaties goed door.
Zoek voor elke situatie een andere gesprekspartner.
Voer het gesprek spontaan (zonder voorbereiding).
Laat de gesprekken aan je docent horen of luister in de klas naar een aantal gesprekken.
Situatie 1
Je bent op een camping in Duitsland. In de wasruimte op de camping groet iedereen elkaar 's morgens. Het is natuurlijk een beetje onbeleefd om niets terug te zeggen als iemand je groet.
Reageer op een gepaste manier.
Situatie 2
Elke avond is er iets te beleven op de camping in Duitsland. Vanavond doe je mee aan een karaokeshow. Voor je gaat optreden, worden je vragen over jezelf gesteld (naam, leeftijd, land, woonplaats).
Reageer op de vragen van de animator.
Situatie 3
Op de camping maak je ook kennis met een meisje/een jongen uit Polen.
Al gauw komen jullie erachter dat de enige taal die jullie allebei spreken Duits is. Je vraagt elkaar naar naam, leeftijd en woonplaats.
Voer het gesprek.
Situatie 4
De volgende dag kom je bij het winkeltje van de camping iemand van de karaoke-avond tegen. Zij/hij vraagt hoe het met je gaat en jij geeft antwoord en vraagt hetzelfde aan haar/hem.
Voer het gesprek.
Monolog
Besuch - Bezoek
Deine Schule hat an einem internationalen Projekt teilgenommen.
Heute ist eine Gruppe aus Deutschland bei euch zu Besuch.
Die deutschen Gäste kommen auch in deine Klasse.
Einige Schüler stellen sich auf Deutsch vor.
Jouw school heeft aan een internationaal project meegedaan.
Vandaag is er een groep uit Duitsland bij jullie op school.
De gasten komen ook in jouw klas kijken.
Enkele leerlingen moeten zich in het Duits voorstellen.
Bereid je (met een klasgenoot) voor op dit moment.
Wat je moet noemen is:
naam
leeftijd
land
woonplaats
Deine Mitschüler und dein Lehrer beurteilen deinen Monolog.
Je medeleerlingen en je docent beoordelen jouw monoloog.
Schreiben
Einleitung - Inleiding
Hier wirst du das Schreiben üben und verbessern.
Mit den Aufgaben, die du machst, bereitest du dich weiter auf die große Sprachaufgabe vor.
Du schreibst ein Profil für einen Schüleraustausch.
Du schreibst den Text für einen Trickfilm.
Du entwirfst den Stammbaum deiner Familie.
In dit onderdeel ga je je schrijfvaardigheid oefenen en verbeteren.
Met deze opdrachten bereid je je op de afsluitende taaltaak voor.
Je schrijft een profiel voor een leerlingenuitwisseling.
Je schrijft een tekst voor een tekenfilm.
Je ontwerpt de stamboom van jouw familie.
Viel Erfolg!
Schüleraustausch (QTI)
Hallo!
Mein Name ist Oskar. Ich bin 13 Jahre alt.
Ich komme aus Deutschland und wohne in Paderborn. Meine Hobbys sind Lesen und Fußball. Ich habe zwei Haustiere, eine Katze und eine Schildkröte.
Meine Lieblingsfarbe ist grün. Ich fahre im Urlaub mit meinen Eltern nach Schweden.
Blind date
Samen met een medeleerling maak je een tekenfilm bij het thema Personalien.
Daarvoor gebruik je de online Moviemaker (deze website maakt gebruik van Flash).
Maak samen een gesprek in het Duits: twee jongeren leren elkaar kennen en stellen zich voor (begroeting, 'hoe gaat het', naam, leeftijd, land, woonplaats, afscheid).
Gebruik de woorden en zinnen uit de 'Werkzeugkasten' of bijvoorbeeld een (online-)woordenboek.
Verdeel de vragen en antwoorden gelijk onder elkaar. Dus zo dat niet één alleen maar vraagt en de ander alleen maar antwoord geeft!
Ieder van jullie moet tenminste vijf keer iets zeggen.
Laat het gesprek eventueel door je leraar nakijken voordat je de film maakt.
Wählt einen passenden Hintergrund und klickt auf NEXT.
Wählt RENDEZ-VOUS und klickt auf NEXT.
Wählt zwei Figuren und klickt auf NEXT.
Gebt euren Text ein und klickt auf NEXT.
Wenn ihr mehr Text eingeben wollt, fügt eine neue Szene zu (ADD NEW SCENE).
Wählt eine Hintergrundmusik und klickt auf FINISH MOVIE.
Wählt die Titelseite, gebt den Titel eures Gespräches und eure Namen ein und klickt auf PREVIEW - SEND MOVIE.
Schaut euch den Film an. Ihr könnt auch noch etwas verändern.
Gebt die Namen und E-Mail-Adressen von Leuten ein, denen ihr euren Film zeigen wollt (z.B. Lehrer, Mitschüler). Gebt auch eure eigenen E-Mail-Adressen ein und klickt auf SEND.
Schaut euch die Filme eurer Mitschüler an. Wer hat den schönsten Film gemacht? Wer hat den besten Film gemacht?
Is de instructie duidelijk? Klik anders hier voor de vertaling:
Meine Familie
Je gaat een stamboom van je eigen familie maken.
Teken de stamboom van jouw familie op een groot wit vel papier.
Plak er eventueel foto's van de personen op.
Schrijf bij elke persoon een zin in het Duits.
Bijvoorbeeld:
- Das ist meine Tante Angelika.
- Das ist mein Bruder Marc.
Bekijk de stambomen samen in de klas.
Tip: Hang de mooiste/beste stambomen op aan de muur in jullie lokaal.
Succes
Landeskunde
Einleitung - Inleiding
Hier lernst du mehr über Deutschland, die Deutschen und die anderen deutschsprachigen Länder, z.B.
einige besondere Begrüßungen
praktische Tipps, wodurch du die Deutschen besser verstehst
das Geheimnis der Nummernschilder
bekannte Niederländer, die echt gut Deutsch sprechen.
Viel Spaß!
Hier kom je meer te weten over Duitsland, de Duitsers en de Duitstalige landen, bijvoorbeeld:
enkele bijzondere begroetingen
handige tips waardoor je Duitsers beter zult begijpen
het geheim van de autokentekens
bekende Nederlanders die echt goed Duits spreken
Viel Spaß!
Begrüßung (QTI)
Grußformeln - Groeten
Ook in Duitsland horen begroetingen bij het dagelijkse leven.
Thuis begint het al: ook al ben je nog behoorlijk moe, toch wissel je met je ouders een 'goede morgen'. Ook tegen je vrienden op school zeg je even 'hoi'. En je leraar begroet de klas natuurlijk ook.
Maar ook bij het instappen in de bus, bij het binnenkomen in een winkel of aan de kassa van de bioscoop is het gebruikelijk om even te groeten. In Duitsland wordt het als onbeleefd ervaren als je dat niet doet.
En heel belangrijk: in Duitsland geef je elkaar veel vaker een hand bij de begroeting dan in Nederland!
In de 10 tips heb je gelezen dat Duitsland 16 provincies (of deelstaten) heeft.
Bekijk de kaart van Duitsland: Kaart van Duitsland
Schrijf de namen van de 16 provincies op.
Kennzeichen
Bij een auto uit Duitsland kun je aan het kenteken zien waar de auto vandaan komt. De eerste één, twee of drie letters geven namelijk de stad of de regio aan waar de auto geregistreerd is. Dus als iemand naar een andere stad of regio verhuist, verandert ook het kenteken van zijn auto.
Hoe groter de stad, des te minder letters staan er voor het koppelteken.
Voorbeelden
B = Berlin (grote stad)
BO = Bochum (middelgrote stad)
BOT = Bottrop (kleine stad)
Heb jij Linda de Mol wel eens in een Duitse film of in een Duitse spelshow (bv. Traumhochzeit) gezien?
Vind je dat ze goed Duits spreekt?
Louis van Gaal
En voor een voetbalcoach is het natuurlijk ook belangrijk dat hij de taal van zijn team tenminste een beetje spreekt als hij wil dat zijn team kampioen wordt.
Ich bin Simone Meier.
Wir machen in der Schule gerade ein Projekt über die Geschichte unserer Familie. Einen Stammbaum nennt man das.
Ich habe herausgefunden, dass mein Ururopa (Das ist der Opa von meinem Opa.) ursprünglich aus Holland kommt. Er hieß Jan Meijer und lebte in Utrecht. Auf einem Sommerfest hat er meine Ururoma Klara kennen gelernt. Sie haben sich ineinander verliebt und später geheiratet. Danach lebten sie zusammen in Deutschland. Sie bekamen vier Kinder, zu denen auch mein Uropa gehörte: Karl.
Der heiratete Hanna und bekam zwei Söhne: Hans und Helmut.
Helmut ist mein Opa. Er heiratete meine Oma Lenchen. Ihr Sohn (mein Vater) heißt Thomas und meine Mutter heißt Anke.
Irgendwann hat sich der Familienname von Meijer verändert in Meier. Das ist, denke ich, die deutsche Schreibweise.
Ich habe auch noch einen Bruder. Er heißt Andreas und ist 10. Ich bin übrigens 13.
Wir wohnen jetzt in Bochum.
Vielleicht gibt es in deinem Stammbaum ja auch einen Jan Meijer und sind wir verwandt?!
Das wäre lustig! Ich stelle es mir schön vor, um Verwandte in Holland zu haben.
Melde dich bitte! (Auch wenn sich herausstellt, dass wir nicht verwandt sind. Dann können wir ja trotzdem Freunde werden.)
Wähle die Aussagen, die auf dich zutreffen.
Die Aussagen beziehen sich natürlich auf die deutsche Sprache.
Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.
Alle uitspraken gaan natuurlijk over de Duitse taal.
In een portfolio documenteer je de stand van jouw kennis en jouw vaardigheden en de vorderingen die je over langere tijd op dat gebied maakt.
In een taalportfolio verzamel je dus bewijzen m.b.t je taalontwikkelingen.
Om het niveau op het gebied van vreemde talen in Europa goed te kunnen vergelijken, heeft men het Europees taalportfolio ontwikkeld.
Aan het einde van de onderbouw zou je voor het vak Duits minimaal het niveau A1 bereikt moeten hebben.
Klik op de volgende links om informatie over het Europees taalportfolio in te winnen.
StudioVO heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepaling. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot StudioVO: www.studiovo.nl
Het arrangement Thema: Personalien KGT is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Kennisnet LleG
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-06-17 09:34:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.