Je hebt nu een aantal zinnetjes geleerd en geoefend met WRTS.
Als het goed is, kun je de oefeningen die voor je klaarstaan nu zonder problemen maken.
Typ steeds de juiste zin in het Duits. Leet op de leestekens: gebruik dezelfde leestekens als in het Nederlands. Staat er in het Nederlands een vraagteken, een punt, een komma o.i.d., typ die dan ook in het Duis.
een ß typ je als Alt-GR s
een ü ë ä ö ï typ je door eerst : te typen en dan de letter
Er zijn 5 verschillende oefeningen. In iedere oefeningen komen een aantal woordjes en zinnetjes aan bod. Alle onderwerpen staan door elkaar.