Ecologische verbindingen in de regio

Ecologische verbindingen in de regio

Inleiding

Nederland is erg versnipperd door wegen, spoorwegen en bebouwing. Natuurorganisaties en Rijkswaterstaat nemen allerlei maatregelen om natuurgebieden weer met elkaar te verbinden. Dat doen zij door het aanleggen van ecoducten, dassentunnels, groenstroken.....

Dieren en planten kunnen zich daardoor weer verspreiden over een groter gebied. Zo krijgen ze meer kans om soortgenoten te ontmoeten en meer ruimte om voedsel te zoeken. Kortom: meer ruimte om te (over)leven.

In het Gooi worden ook zulke verbindingen aangelegd. Bij Hilversum ligt de Natuurbrug Zanderij Crailoo. In deze les leer je over de bouw en de functie van ecologische verbindingen en van dit ecoduct in het bijzonder.

Succes en veel plezier!

Een oversteekplek voor dieren - Schooltv

Luchtfoto Natuurbrug Zanderij Crailoo (Goois Natuurreservaat / foto: Edgar van der Grift)
Luchtfoto Natuurbrug Zanderij Crailoo (Goois Natuurreservaat / foto: Edgar van der Grift)

Aan de slag

Natuurbrug Zanderij Crailoo

Bron 1.

Onderzoek op de Natuurbrug

Onderzoek heeft uitgewezen welke dieren wanneer gebruik maken van de Natuurbrug. Bestudeer de bron en maak opdracht 2 op je werkblad.

Open bestand Bron 2: Natuurbrug Zanderij succesvol - onderzoeksrapport 2009

Doelsoorten

Oefening: Maak eerst even kennis met de dieren en test jezelf................

Start

De Natuurbrug is aangelegd voor specifieke diersoorten die het moeilijk hebben in het Gooi en de Vechtstreek. Iedere diersoort heeft eigen wensen voor zijn leefgebied en voedsel. Daarom is de Natuurbrug een biotoop met verschillende leefgebieden voor verschillende "doelsoorten" en hun specifieke wensen. Droog, nat, beschut en open. Waterpoelen, open stukken zand en struikgewas.

Bron 3. Dierinformatie.

Foto's: Goois Natuurreservaat

Leefgebied: de boommarter is een bosbewoner. In open gebieden voelt hij zich niet veilig. In Nederland is de boommarter zeldzaam.  

Voedsel: kleine zoogdieren als eekhoorns, muizen en konijnen. In de lente en de zomer zangvogeltjes, duiven, watervogels en spechten, en kikkers. Aan het einde van de zomer honing, kevers, bessen en paddestoelen.

Bijzonderheden: voor zijn nachtelijke voedseltochten heeft hij grote aaneengesloten bosgebieden nodig.

 

 

 

 

Leefgebied: dassen maken burchten om in te wonen. Heuvels, rivierduinen en bermen van holle wegen zijn zeer geschikt. Veel burchten liggen verscholen onder bomen en struikgewas. Maar dassen vestigen zich ook in vlak terrein, bijvoorbeeld onder een houtwal of een heg.

Voedsel: Dassen zijn alleseters. ‘s Nachts speuren ze naar regenwormen, kevers, muizen en kikkerdril, fruit en maïs. Ze eten ook wilde planten.

Bijzonderheden: de das is met zijn lengte van ongeveer één meter het grootste landroofdier van Nederland. Het zijn schuwe nachtdieren.

 

 

Leefgebied: Het heideblauwtje leeft in natte, tot vochtige heiden en op hogere zandgronden in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland.

Voedsel: vlinderbloemigen, dophei, struikhei.

Bijzonderheden: het heideblauwtje is een kwetsbare soort. Dat wil zeggen dat het gevoelig is voor verdwijnen van leefgebied. De eitjes overwinteren laag tegen takjes van struikhei.

 

 

 

 

Leefgebied: Reeën komen in bijna heel Nederland voor. Het ree heeft behoefte aan beschutting. Tijdens schemering gaat het wel naar het open veld.

Voedsel: kruiden, grassen, bramen, knoppen en loten van struiken en bomen, bladeren, beukennootjes, paddestoelen.

Bijzonderheden: omdat het ree vrij rond loopt, is het verkeer een van de grootste doodsoorzaken. Daarnaast wordt er op reeën veel gejaagd.

 

 

 

Leefgebied: De ringslang leeft in het water maar verplaatst zich ook over land. Het heeft behoefte aan schuilplekken en zonplaatsen. De ringslang komt voornamelijk voor ten noorden van de grote rivieren.

Voedsel: jaagt op kikkers, padden, salamanders en kleine zoogdieren.

Bijzonderheden: het is de grootste slang in Nederland (tot 1 meter 40), maar niet giftig en bijt zelfs niet als ze gevangen worden. Ringslangen leggen 20 tot 30 eieren in compost en bladhopen.

 

 

Leefgebied: De rugstreeppad komt het meest voor op open zandgronden met weinig begroeiing, vooral van stuwwallen, stuifzandheuvels, rivierduinen en duinen langs de kust. Het leidt voornamelijk een gravend leven.

Voedsel: kevers, spinnen, wormen, rupsen en mieren.

Bijzonderheden: de paarroep van de mannetjes op ruim een kilometer afstand te horen. Om te overwinteren graven de padden zich op het land diep in.

 

 

 

Leefgebied: de zandhagedis komt in Nederland voor op de heideterreinen op hogere zandgronden in het oosten, zuiden en midden van ons land en in de duinen ten noorden van Zeeland.

Voedsel: insecten.

Bijzonderheden: voor het leggen van eieren kiezen de vrouwtjes zonnige, onbegroeide zandige plekken. De eitjes worden op 5 tot 20 cm diepte ingegraven. De warmte van de zon zorgt voor de ontwikkeling van de eieren.

 

 

Leefgebied: Aardmuisjes leven in vochtige terreinen, zoals moerassen, bosranden, vochtige heide, begroeid braakland, jonge bosaanplant en hoog grasland. Aardmuizen zijn de hele dag actief, lopen snel en zwemmen goed.

Voedsel: voornamelijk plantaardig voedsel zoals grassen, vruchten, zaden en bast. Soms wormen, insecten, spinnen of larven.

Bijzonderheden: het nest wordt gemaakt in zelfgegraven gangen onder de grond of in de strooisellaag. Aardmuizen maken een laag kwetterend, knorrend geluid.

 

 

 

Onderzoeksresultaten

Bron 4. Bekijk de uitzending van RTV Noord-Holland, augustus 2010.

Bron 5. Onderzoeksresultaten
Bekijk de tabellen hieronder. Ze geven aan wanneer sporen van egel, vos, ree en konijn op de Natuurbrug zijn gevonden. Het is het gemiddeld aantal bezoeken per maand. Let op: de y-as is per tabel verschillend.

(NB:  Een bezoek betekent dat niet de hele natuurbrug is overgestoken.Een passage is een hele oversteek)

Bron: Het gebruik van Natuurbrug Zanderij Crailoo door mens en dier, Alterra, 2009)
Bron: Het gebruik van Natuurbrug Zanderij Crailoo door mens en dier, Alterra, 2009)
Bron: Het gebruik van Natuurbrug Zanderij Crailoo door mens en dier, Alterra, 2009)
Bron: Het gebruik van Natuurbrug Zanderij Crailoo door mens en dier, Alterra, 2009)

Noteer op je werkblad het antwoord op de vragen van opdracht 4.

Ecoducten in de regio

De Natuurbrug was een van de eerste ecoducten op de Heuvelrug. Sindsdien zijn er nog meer bijgebouwd in het Gooi en de Vechtstreek. Bekijk hieronder de foto's en filmpjes van drie recente voorbeelden.

1) De natuurverbinding tussen de Ankeveense Plassen en het Naardermeer: werd geopend op 9 oktober 2013.

2) Ecoduct Zwaluwenberg (over de A27, spoorlijn Utrecht-Hilversum en de Utrechtseweg): was gereed in de zomer van 2014.

3) Ecoduct Laarderhoogt (bij ziekenhuis Tergooi, tussen de Westerheide en de Blaricummerheide, over de Naarderstraat en de A1): is gereed in 2015.


 

Ecoduct Zwaluwenberg (A27). Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Ecoduct Zwaluwenberg (A27). Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Bron 6: andere ecoducten

1a) Natuurverbinding Ankeveen-Naardermeer. Hier gaan dieren juist onder de weg door (Afbeelding: Vereniging Natuurmonumenten).

1b) Bekijk de Filmclip van SchoolTV over natuurverbindingen in Nederland en die bij Ankeveen in het bijzonder.

2) Ecoduct Zwaluwenberg is over de A27 gebouwd in opdracht van Rijkswaterstaat. In de natuurverbinding voert het Goois Natuurreservaat het beheer uit. Men is benieuwd hoe dieren het gaan gebruiken. In 2012 is begonnen met onderzoek naar dassen. Ze krijgen een zender om en dat heeft veel nieuwe informatie opgeleverd. In 2014 startte het onderzoek naar de andere dieren zoals vlinders, hagedissen, hazelworm. Dit loopt door tot 2020.

3) Bekijk de timelapse van de aanleg van Ecoduct Laarderhoogt, juli 2014. Dit ecoduct ligt over de A1 vlakbij ziekenhuis Tergooi.

Andere soorten natuurverbindingen

OPDRACHT

Het is niet atijd nodig om grote ecoducten aan te leggen als dieren-oversteekplaats.  Andere verbindingen die worden aangelegd zijn bijvoorbeeld:

  • dassentunnels
  • stobbenwallen
  • paddengoten

Misschien heb je zelf wel eens een van deze natuurverbindingen gezien.

Zoek op Internet van elk van deze verbindingen een afbeelding en informatie.

Maak de opdracht op je werkblad.

Begrippen

 

Ecologie

De ecologie beschrijft hoe planten, dieren en hun omgeving samenwerken en samenleven.

Ecoduct

Een brug voor dieren en planten als verbinding tussen twee natuurgebieden.

Ecosysteem

Min of meer begrensd deel van de biosfeer, bestaande uit het biotisch gedeelte (de levensgemeenschap) en het abiotisch gedeelte (de biotoop).

Monitoring

Monitoren is gedurende langere tijd iets onderzoeken om te zien hoe de situatie verandert of ontwikkelt.

Amfibieën

Koudbloedige dieren die zowel op het land als in het water kunnen leven. Amfibieën zijn vooor hun voortplanting afhankelijk van het water.

Biotoop

Een bepaald type landschap waar verschillende diersoorten kunnen leven. Het is het geheel van abiotische factoren in een ecosysteem.

Habitat

Woonplaats van een organisme. Het is het onderdeel van een biotoop waar een bepaalde diersoort leeft.

Voedselketen

Een reeks van soorten, te beginnen bij een producent, waarbij elke soort voedselbron is voor de volgende.

Alleseters

Organismen die zowel planten als dieren eten

 

Oefening: Ecologische verbindingen in de regio

Start

  • Het arrangement Ecologische verbindingen in de regio is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    St. Omgevingseducatie Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-10-12 12:27:08
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Deze les is bedoeld als introductie op een bezoek aan Natuurbrug Zanderij Crailoo.

    Doelen van deze les:

    -Je leert hoe en waarom de Natuurbrug Zanderij Crailoo is gebouwd.

    -Je leert voor welke dieren de natuurbrug een hulpmiddel is en welke leefwijze zij hebben.

    - Je leert over wat monitoring is en hoe je onderzoeksresultaten kunt verklaren.

    -Je maakt kennis met andere soorten natuurverbindingen.

    Ingevoegde bronnen:

    Dierfoto's en dierinformatie: Goois Natuuurreservaat

    Docenten van scholen in de regio Gooi en Vechtstreek kunnen een werkblad en antwoordblad opvragen via info@omgevingseducatie.nl. Ook kunnen zij een bijbehorende excursie reserveren naar Natuurbrug Zanderij Crailoo.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Een oversteekplek voor dieren - Schooltv
    http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20060314_oversteek04/
    Link
    Bron 4. Bekijk de uitzending van RTV Noord-Holland, augustus 2010.
    https://youtu.be/QAG-Ff3wr80
    Video
    https://youtu.be/2bGXfewQieM
    https://youtu.be/2bGXfewQieM
    Video