Klas 2 H/V Greijdanus Hardenberg
ONDERDEEL LEZEN
Om een tekst makkelijk leesbaar te maken moet je gebruik maken van tekstverbanden, je verbind de losse stukjes tekst met elkaar door middel van signaalwoorden. Deze signaalwoorden geven een bepaald tekstverband aan.
Klik op deze link: Tekstverbanden om te oefenen met signaalwoorden en tekstverbanden.
Maak de volgende onderdelen:
- Aan de slag de stappen 1 t/m 5
- Eindopdracht Maak de toets die staat onder het kopje Afronding. Laat de uitslag van de toets aan je docent zien.
LET OP: Nadat je het werkblad gedownload hebt (stap 5), moet je eerst een kopie maken en die in je eigen mapje opslaan. Je werkt in je kopie! Geef het bestand een duidelijke, herkenbare naam.
Bekijk ook even onderstaand filmpje over alinea's en tekstverbanden
Oefening 1 signaalwoorden
Oefening 2 signaalwoorden
Oefening 3 signaalwoorden
Oefening 4 signaalwoorden
Oefening 5 signaalwoorden
Extra oefening tekstverbanden Cambiumned
Overzicht tekstverbanden en signaalwoorden
Via onderstaande link krijg je allerlei oefeningen over signaalwoorden.
Maak deze oefeningen en vergelijk je antwoorden met een klasgenoot. Als je ongelijke antwoorden hebt, vraag dan aan je docent wat het juiste antwoord is.
Oefenbladen signaalwoorden
ONDERDEEL SCHRIJVEN en SPREKEN
Je moet dit keer een recensie schrijven over een lied of een cd van één bepaalde artiest. Kies een artiest die jij goed vindt en geef je mening over de cd of over een lied. Lees voordat je gaat schrijven nog even de extra informatie door.
Je recensie moet je ook presenteren voor de klas.
Waar wordt je recensie op beoordeeld?
Opmaak (kader, illustratie, overzichtelijk) 20 pnt.
Naam eronder 10 pnt.
Spelling 15 pnt.
Zinsopbouw 15 pnt.
Inhoud Voldoende beoordelingswoorden 15
indeling in alinea’s 15
Voldoende informatie 10 40 pnt.
----------
Totaal 100 pnt.
Extra informatie
Als je op onderstaande links klikt krijg je extra info over het maken van een recensie.
Gereedschapskist Recensie schrijven
Zo schrijf je een recensie
ONDERDEEL GRAMMATICA
Hoe kun je ervoor zorgen dat een zin zo klinkt dat het onderwerp echt bezig is of juist niet. Gebruik je dan de actieve vorm of een passieve vorm? Wat is dat eigenlijk actieve vorm en passieve vorm. Op deze vragen krijg je in deze les antwoord en je gaat er mee aan het oefenen.
Klik op deze link: Actieve en passieve vorm om te oefenen.
Maak de volgende onderdelen:
- Aan de slag de stappen 1 t/m 4
- Eindopdracht A, die staat onder het kopje Afronding.
- Eindopdracht B, die staat onder het kopje Afronding ( Alleen voor VWO)
LET OP: Je eindopdracht A is een toets, die maak je één keer. Je laat de uitslag zien aan je docent. Eindopdracht B sla je op op je drive.
Maak de 5 oefeningen die aan de rechterkant van je scherm staan.
Lees de theorie en maak de oefeningen.
ONDERDEEL SPELLING
We bekijken eerst even een filmpje met uitleg over het gebruik van leestekens.
Als je een tekst leest is het erg gemakkelijk als er leestekens in staan, zodat je weet hoe je het moet lezen. Maar wanneer zet je nou een komma, een punt, of een vraagteken? Dat leren we in deze les.
Klik op deze link: Leestekens om te leren en te oefenen.
Maak de volgende onderdelen:
- Aan de slag de stappen 1 en 2
- Afronding. Samenvattend (lees de theorie)
- Afronding. Extra opdracht
Maak, via onderstaande link, alle 7 oefeningen en de eindtoets.
Oefeningen en toets leestekens
Combinatie-oefening hoofdletters en leestekens. Lees ook de theorie nog even door via de eerste link.
Hoofdletters - Hoe zat het ook al weer?
Combinatie oefening hoofdletters en leestekens.
Oefening met afkortingen
Oefening 2 afkortingen
ONDERDEEL WOORDENSCHAT
In dit onderdeel gaan we bezig met figuurlijk taalgebruik. Een spreekwoord moet je meestal niet letterlijk nemen. De kat uit de boom kijken, doe je niet echt. Maar wat betekent het dan??????
Klik op deze link: Letterlijk of figuurlijk taalgebruik om te oefenen.
Maak de volgende onderdelen:
- Lees alles onder het kopje Vooraf
- Maak de stappen 1 t/m 3
- Kies: Eindopdracht A (filmpje) of Eindopdracht B (column)
LET OP: Je eindopdracht A is het maken van een filmpje, deze laat je in de klas zien. Eindopdracht B is het schrijven van een column, deze moet je voorin de klas voorlezen..
Eerst even een kort filmpje.
Spreekwoorden en hun betekenis
Oefening 1 figuurlijk taalgebruik
ONDERDEEL FICTIE
Bij het onderdeel fictie leer je dit keer hoe je een leesverslag kunt maken en moet je aanhet eind van de periode een leesverslag inleveren.
Klik op onderstaande link voor meer informatie en om te oefenen.
Maken van een leesverslag
Alle theorie van dit thema op een rij
ONDERDEEL LEZEN
Tekstverbanden
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL SCHRIJVEN en SPREKEN
Recensie
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL GRAMMATICA
Lijdende en bedrijvende vorm
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL SPELLING
Leestekens
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL WOORDENSCHAT
Figuurlijk taalgebruik
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
Column
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL VAARDIGHEDEN
Werkstuk maken
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
ONDERDEEL FICTIE
Leesverslag
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
Beoordelen
De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
Alle theorie op een rij
Gereedschapskist
Klik op deze link om naar de gereedschapskist te gaan.
Gereedschapskist - activerende werkvormen