Causaliteit en correlatie

Causaliteit en correlatie

Opdracht

Met behulp van deze opdracht leer je werken met basisbegrippen van wetenschapsoriëntatie:

  • Wat is wetenschap
  • Wat zijn afhankelijke en onafhankelijke variabelen en deze zelf kunnen aanwijzen in een onderzoeksrapport of -bericht
  • Wat is correlatie, wat is causaliteit en wat is het verschil daar tussen
     
Bron: nu.nl / Gerrit de Jager

 

Werkwijze

Volg onderstaand stappenplan en leg dit vast in een notitieprogramma zoals Onenote.

  1. Zorg dat je goede leerteksten hebt van de begrippen wat is wetenschap, oorzaak, gevolg, afhankelijke variabele, onafhankelijke variabele, causaliteit en correlatie. Voor een groot deel heb je dit al gedaan.
     
  2. Leg uit waarom er wel of geen sprake is van afhankelijke en onafhankelijke variabelen bij correlatie. Het helpt als je een voorbeeld gebruikt.
     
  3. Leg uit wat een negatief correlerend verband is en wat een positief correlerend verband is.
     
  4. Bestudeer de bronnen en beantwoord voor elke bron de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
    1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
    2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

Bronnen

Bron 1

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Wetenschappers raken er steeds meer overtuigd van de gevaren van het gebruik van cannabis voor jongeren. Nieuw onderzoek door een Nederlandse hoogleraar wijst uit dat blowen aan de basis kan staan van psychoses.

Het lijkt zo ongevaarlijk: een jointje roken om te ontspannen of je ellende te vergeten. In de jaren negentig maakte de NOS nog een jubelreportage over de kwaliteit van de Nederlandse wiet.

Schizofrenie
Een groots opgezet onderzoek, geleid door de Nederlanders Jim van Os, wijst echter uit dat cannabis psychoses kan veroorzaken.

Op zich was het verband tussen psychische kwalen en het gebruik van wiet al bekend, maar nieuw is dat cannabis dus ook aandoeningen, zoals bijvoorbeeld schizofrenie, kan opwekken.

Katalysator
De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift British Medical Journal. Tien jaar lang onderzochten de wetenschappers 1.900 mensen tussen de 14 en 24 jaar oud.

Hun blowgedrag werd intensief gevolgd. En wat bleek: de kans op een psychose was ‘aanzienlijk’. Wiet blijkt een katalysator van ernstige psyschische aandoeningen te zijn.

Nieuwe steen
Onderzoeker Van Os is verbonden aan de Universiteit van Maastricht. De studie had echter plaats in Duitsland, waar de Nederlander leiding gaf aan een internationaal team van onderzoekers.

Hoogleraren die niets met het onderzoek te maken hebben gehad, erkennen het belang van deze studie. ‘Dit is een nieuwe steen op de muur van het bewijs,’ aldus Robin Murray, hoofd van het Institute of Psychiatry.

Bron: Elsevier

Bron 2

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

De wetenschap is een stukje dichterbij de oplossing van het mysterie over besmettelijk gapen. Vier onderzoekers, onder wie Natalie Sebanz, verbonden aan het Donders Center for Cognition, hebben bewezen dat de kolenbranderschildpad niet reageert op gapende soortgenoten. Daarmee concluderen de onderzoekers dat besmettelijk gapen niet wordt veroorzaakt door een vast actiepatroon.

Het onderzoek is gepubliceerd in het blad Current Zoology. Er bestaan drie hypothesen over besmettelijk gapen. De eerste stelt dat er een vast actiepatroon is dat in werking treedt wanneer je een ander ziet geeuwen. De tweede veronderstelt dat besmettelijk gapen het resultaat is van onbewuste imitatie en de derde stelt dat besmettelijk geeuwen te maken heeft met empathie.

De onderzoekers gebruikten schildpadden in dit onderzoek om twee van de mechanismen die mogelijk verantwoordelijk zijn voor het besmettelijk gapen uit te schakelen: onbewuste imitatie en empathie. Van de kolenbranderschildpad wordt namelijk aangenomen dat hij die twee mechanismen niet bezit. Schildpadden bootsen elkaar voor zover bekend niet na, maar ze reageren soms wel op impulsen in hun omgeving. Dat maakt de kolenbranderschildpad tot het ideale subject voor dit onderzoek.

Rood vierkantje
Aan het onderzoek namen zeven schildpadden deel: Alexandra, Moses, Aldous, Wilhelmina, Quinn, Esme en Molly. De onderzoekers leerden Alexandra in zes maanden tijd haar bekje open te doen wanneer er met een klein, rood vierkantje voor haar kop werd gezwaaid. Zo werd een natuurlijke schildpadgaap nagebootst. Vervolgens lieten de onderzoekers Alexandra één keer gapen in het zicht van de andere kolenbranderschildpadden. In een tweede experiment gaapte Alexandra meerdere keren na elkaar. In een derde experiment kregen de schildpadden video's te zien van gapende schildpadden.

Naar aanleiding van de experimenten is nu geconcludeerd dat besmettelijk gapen niet voorkomt onder schildpadden. Naar aanleiding daarvan concluderen de onderzoekers dat besmettelijk geeuwen niet veroorzaakt wordt door een vast actiepatroon. Mogelijk zijn er meer complexe, sociale processen mee gemoeid.

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Bron 3

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Ruim anderhalf jaar geleden schreven we al over een Nederlands onderzoek waaruit bleek dat er een directe relatie is tussen het aantal tweets over een tv-programma en de kijkcijfers. Een nieuwe studie van Nielsen enSocial Guide bevestigt dat nog eens. Een toename van het aantal tweets over een programma betekent ook dat er meer wordt gekeken. Dat is vooral bij jongeren het geval. In de leeftijdsgroep 18 tot 34 jaar bijvoorbeeld betekent een toename van het aantal tweets met 4% bij lopende programma’s een 1% hoger kijkcijfer.

Bij ouderen liggen die getallen een stuk lager. In de leeftijdsgroep 35 tot 49 jaar is voor een 1% hoger kijkcijfer een toename nodig van het aantal tweets van 14%.

“De televisie-industrie is dynamisch en het is belangrijk voor ons om meerdere variabelen te analyseren om echt de impact te begrijpen van Twitter op de kijkcijfers”, zegt Mike Hess van Nielsen. “Hoewel ons onderzoek geen oorzakelijk verband aantoont, is wat we hebben ontdekt belangrijk. We gaan verder onderzoek doen om de relatie tussen Twitter en kijkcijfers beter te begrijpen”.

Volgens Social Guide hebben in 2012 meer dan 32 miljoen Amerikanen over tv-programma’s getwitterd. 80% van de Amerikanen met een smartphone of tablet gebruikt dat apparaat meerdere keren per maand tijdens het tv-kijken. 40% van die groep bezoekt bij het tv-kijken een social media-site.

Bron: Nielse, @Twittermania @bertiebee

Bron 4

Onderstaand document bevat twee onderzoeken. De tekst in de geel gearceerde gedeeltes is het belangrijkst. Bestudeer het document en beantwoord voor beide onderzoeken de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Bron 5

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Nerfstrepenziekte in tulpen is een verschijnsel waarbij de planten te kort blijven, de bladeren soms krom en gedraaid groeien en necrotische strepen zichbaar zijn rond de nerven nabij de bladoksels. Daardoor ontstaat soms veel economische schade. Bij nerfstrepenziekte wordt vanuit oud virologisch onderzoek vermoed dat sprake is van een besmetting met het tobacco ringspot virus (TRSV) zonder dat een directe relatie voldoende duidelijk is aangetoond. Intussen zijn de detectietechnieken om virussen aan te tonen de laatste jaren aanzienlijk gevoeliger en beter geworden zodat er meer mogelijkheden bestaan om te achterhalen welk virus mogelijk een rol speelt bij de verschijnselen van nerfstrepenziekte.

In het broeiseizoen 2010/2011 werden verschillende monsters tulpen met verschijnselen van nerfstrepenziekte aangeboden voor diagnostisch onderzoek. Dit leek een goed moment om nog eens na te gaan of werkelijk sprake was van een virusbesmetting. Daartoe zijn 12 verschillende monsters tulpen verzameld en getoetst op aanwezigheid van virussen. Daarnaast is plantensap uit een aantal monsters tulpen verzameld en op zogenaamde toetsplanten aangebracht zodat een eventuele virusbesmetting zichtbaar gemaakt kon worden.

Het bleek dat zowel in de toetsing als met behulp van het toetsplantenonderzoek geen enkele relatie tussen symptomen van nerfstrepenziekte en de aanwezigheid van TRSV kon worden aangetoond.

Dit is voor ons dan ook een zeer serieuze aanwijzing dat het vermoeden van een virusbesmetting bij nerfstrepenziekte niet juist is. Wat wel de oorzaak is van het ontstaan van symptomen van nerfstrepenziekte lijkt meer in de richting van een fysiologische afwijking gezocht te moeten worden. Alleen nader onderzoek kan daarover meer duidelijk verschaffen.

Bron: praktijkonderzoek plant & omgeving

Bron 6

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Samenvatting

Rondhangende jongeren staan tegenwoordig sterker dan ooit tevoren in de schijnwerpers en zijn ze een veelbesproken onderwerp. Ondanks dat er tegenwoordig veel aandacht wordt besteed aan rondhangende jongeren is rondhangen in de openbare ruimte geen nieuw fenomeen. Het is van alle tijden en leeftijden en komt overal voor. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 50% van de jongeren wel eens rond hangt op straten en pleinen in de buurt (De Rycke, 2005: 25). Een thema met betrekking tot rondhangende jongeren dat vandaag de dag veel opduikt in de media is dat het rondhangen van jongeren vaak als oorzaak wordt gezien van de toename van geweld en criminaliteit in de maatschappij.

De laatste tijd is het gevoel van onveiligheid toegenomen, terwijl er statistisch gezien niet in elke buurt meer criminaliteit plaatsvindt. Een kwart van de bevolking (25 procent) in Nederland van vijftien jaar en ouder voelt zich wel eens onveilig en in de eigen woonbuurt voelt iets meer dan één op de zeven inwoners (16 procent) zich wel eens onveilig (CBS, 2009: 49). Een gevoel van onveiligheid lijkt sterk samen te hangen met de aanwezigheid van rondhangende jongeren; “Bewoners lijken soms wel erg snel de politie te bellen als ze jongeren in de buurt zien. Een self fulfilling prophecy: als je vaak sirenes in de buurt hoort dan creëer je angst en ga je als omwonende ook sneller de politie bellen als je dezelfde jongeren weer tegenkomt” (Vlot, 2006). Uit onderzoek blijkt dat 42 procent van de inwoners van Nederland die zich wel eens onveilig voelen zich wel eens onveilig voelt op plekken waar rondhangende jongeren aanwezig zijn (CBS, 2009: 53). Feit is dus dat de aanwezigheid van rondhangende jongeren een negatief effect heeft op het veiligheidsgevoel.

(…)

Bron: afstudeeronderzoek Wendy Pierweijer, Universiteit Twente

Bron 7

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Uit onderzoek is gebleken dat het percentage kinderen waarbij een autistische aandoening kan worden vastgesteld, in de afgelopen decennia is verdubbeld. Michael Waldman, een onderzoeker van Cornell University, denkt nu dat deze verdubbeling te maken heeft met de toegenomen invloed van de televisie. Hij bestudeerde de aanwezigheid van de ziekte in een aantal Amerikaanse staten en onderzocht bovendien de neerslagcijfers in die staten. Volgens Waldman blijkt er een statistisch significant verband tussen de twee te zijn: hoe meer het ergens regent, hoe meer autisten er gevonden werden.

Dat zou kunnen samenhangen met het feit dat ouders, als het regent, hun kroost voor de televisie parkeren. De conclusie lijkt op het eerste gezicht vergezocht, maar onderzoek naar de verspreiding van kabel-tv - en daarmee de beschikbaarheid van een breed aanbod aan kinderprogramma's - bleek op precies dezelfde manier samen te hangen.

Dustin Hoffman in 'Rainman''Volgens ons is er behalve televisiekijken geen enkele andere verklaring voor het verband tussen neerslag en kabel-tv', aldus Waldham. Daarmee zouden die cijfers een maatstaf voor de hoeveelheid geconsumeerde televisieprogramma's zijn, en dat blijkt dus weer evenredig met het aantal autismepatiëntjes. Toch zijn er de nodige kanttekeningen bij het onderzoek te plaatsen: zo is er om te beginnen al geen wetenschappelijke overeenstemming over de precieze oorzaken van autisme, hooguit over het feit dat er meer oorzaken zijn. Waldham bevestigt dat er nader onderzoek nodig is, voordat het verband met televisiekijken bevestigd of weerlegd kan worden. Verder heeft het vele onderzoek naar de aandoening tot gevolg gehad dat er meer en accurater gediagnosticeerd kan worden, waarmee 'verborgen' autisme een stuk minder voorkomt. Waldham nam in zijn onderzoek in elk geval alvast de aanbeveling van de American Academy of Paediatricians over: tot een leeftijd van twee jaar zouden kinderen in het geheel geen tv moeten kijken, voor kinderen tussen twee en vijf jaar oud zou een uurtje of twee per dag het maximum moeten zijn.

Bron: tweakers.net

Bron 8

Bestudeer de bron en beantwoord de volgende vragen. Tip: kopieer de vragen naar je notitieprogramma.
  1. Gaat het om correlatie of om causaliteit? Leg uit waarom.
  2. Beschrijf de afhankelijke en de onafhankelijke variabele.

 

Door Joyce Opdenoordt

Gooi je paddo’s maar uit het raam, want je hebt niets anders nodig dan een goede game om daarna spacend door het leven te gaan. Althans, dat blijkt uit recent onderzoek van de Nottingham Trent University.

Uit de gegevens blijkt dat sommige gamers na een speelsessie van meerdere uren een verstoord visueel beeld van de realiteit ervaren, die vergelijkbaar is met hallucinaties. Zo gaven sommige testpersonen aan dat zij game-elementen zoals menuutjes tevoorschijn zagen komen tijdens conversaties. Ook tijdens het autorijden schijnen gamers te hallucineren: een aantal personen geeft aan game-elementen, zoals vooraangekondigde bewegwijzering, voor hun ogen te zien achter het stuur.

De studie werd uitgevoerd door medewerkers van de afdeling ‘internationaal gaming-onderzoek’ (International Gaming Research Unit) aan de universiteit van Nottingham Trent en is onlangs gepubliceerd in het International Journal of Human-Computer Interaction.

Het onderzoek is de eerste uit een reeks, waarin men het door henzelf zo gedoopte ‘gameoverdrachtfenomeen’ (Game Transfer Phenomena, ofwel GTP) wil proberen te verklaren, ofwel hoe het spelen van games invloed uitoefent op de perceptie van zicht, geluid en aanraking na de speelsessie. Het overkoepelende doel van de onderzoeksreeks is het in kaart brengen van de psychosociale implicaties die teweeg worden gebracht door deze verstoorde percepties, opgewekt door virtuele technologie zoals games.

Bron: Nottingham Trent University via IGN

Naslag

Verduidelijking over wat causaliteit precies inhoudt
Verduidelijking over wat causaliteit precies inhoudt
Uitleg over afhankelijke, onafhankelijke en gecontroleerde variabele
Uitleg over afhankelijke, onafhankelijke en gecontroleerde variabele

Uitleg correlatie vs. causaliteit
Filmpje waarin correlatie en causaliteit worden uitgelegd.

Correlatie of Causaliteit? IJsjes, piraten en de media.
Interessant artikel dat ingaat op het verschil tussen correlatie en causaliteit.

Bizarre statistieken en misleidende correlaties helder in beeld gebracht
Artikel en een filmpje van het NRC dat laat zien dat je kritisch om moet gaan met correlatie en causaliteit.

  • Het arrangement Causaliteit en correlatie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Evert-Jan Oppelaar
    Laatst gewijzigd
    17-09-2015 14:15:32
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Uitleg correlatie vs. causaliteit
    http://www.youtube.com/watch?v=FvZw74gz0Aw
    Link
    Correlatie of Causaliteit? IJsjes, piraten en de media.
    http://www.psyblog.nl/2014/02/06/correlatie-causaliteitijsjes-piraten-en-de-media/
    Link
    Bizarre statistieken en misleidende correlaties helder in beeld gebracht
    http://www.nrc.nl/nieuws/2014/05/27/bizarre-statistieken-en-misleidende-correlaties-kraakhelder-in-beeld-gebracht/
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.