Skelet

Skelet

Inleiding

Alle gewervelde dieren hebben een skelet. Waar hebben we het skelet voor nodig? 
      

 

Wat ga je leren

- Ik kan vertellen wat de overeenkomst is tussen verschillende ongewervelde dieren,
- ik kan uitleggen wat de functie van het skelet is,
- ik kan uitleggen hoe botten ten opzichte van elkaar bewegen,
- ik kan vertellen hoe een bot er van binnen uit ziet.

Wat ga je doen

  • Ik benoem botten van het skelet,
  • ik onderzoek hoe gewrichten werken,
  • ik maak een werkblad van een skelet.
     

 

Hoe zie je er van binnen uit?

Alle gewervelde dieren hebben een skelet. In welk opzicht lijken wij op een konijn of en hond?


We verdelen het skelet in:

  • de schedel
  • de wervelkolom
  • de ribbenboog
  • de schouders en het bekken
  • de ledematen

Schedel

De schedel bestaat uit wel 22 botten die bijna allemaal met elkaar vergroeid zijn.

Ze kunnen dus niet bewegen. Alleen de onderkaak kan nog bewegen.

 

 

Wervelkolom

Je wervelkolom is een stapel speciale botten. 
Ze dragen de schedel, verbinden schouders en bekken met elkaar en de ribben zitten er aan vast.
 

De wervelkolom bestaat uit: nekwervels, borstwervels, lendewervels, het heiligbeen en het staartbeen.

 

De wervels zijn speciale botten:
De achterkant van de wervels zijn hol. Daar loopt het ruggemerg doorheen.
Tussen de wervels zit een kussentje van kraakbeen, de tussenwervelschijf.

 

Schouders, borstkas, ribben

De borstkas bestaat uit je ribben en het borstbeen.
De ribben zitten aan de achterkant vast aan je wervelkolom. Aan de voorkant zitten ze met kraakbeen vast aan het borstbeen.
Hierdoor kunnen je ribben op en neer bewegen als je ademhaalt.
Het borstbeen beschermt je kwetsbare organen zoals je longen en je hart.

 

Ledematen

Aan de schouders en het bekken zitten de ledematen vast. 
Ze zijn belangrijke gewrichten waardoor we onze armen en benen kunnen bewegen.

 

  Je armen en benen zijn een hele boel botten en botjes bij elkaar. 
  Heel belangrijk zijn hierbij de spieren en de gewrichten.
  Zonder deze spieren en gewrichten kun je niet bewegen.
  Je lichaam zou dan een doos met 
botten zijn. 

       
 
 

 

 

 

 

 

Botten bewegen door gewrichten

Door de gewrichten kunnen we onze botten ten opzichte van elkaar laten bewegen.
We hebben verschillende soorten gewrichten:

  • Kogelgewricht
  • Scharniergewricht
  • Zadelgewricht
  • Rolgewricht
  • Draaigewricht

 

Proefje:

Om te ervaren wat de functie is van je gewrichten kun je ze spalken. 
Neem een ijslollystokje, of een spateltje van de verf, en een rolletje verband. Door een stokje langs je vinger te leggen en vast te binden kun je ervaren hoe het is als je gewrichten niet zouden werken.

                                                                               

Welke vinger kun je absoluut niet missen? Probeer maar eens om je vingers een voor een te spalken en dan iets op te pakken of te schrijven of te tekenen.

Als je je duim wilt uitschakelen moet je hem tegen je hand aan binden.

Je kunt ook een ander gewricht zoals je pols of je elleboog spalken. Je moet dan een linieaal als spalk gebruiken.

 

 

 

Botten van je skelet benoemen.

Werkblad skelet

Opdracht
Voor deze opdracht moet je een werkblad printen.
Voel waar je eigen botten zitten en schrijf ze op het werkblad.
Welke botten kon je makkelijk voelen en welke waren meer verstopt?
 

 

Even een spelletje om te oefenen.

Hoe ziet bot er van binnen uit?

Botten van binnen

Je kunt de binnenkant van een bot goed bekijken als je bij de slager een mergpijpje vraagt. 
Je kunt ook een kippenbotje doormidden breken. 


Botten zijn van binnen een beetje hol. Anders zouden ze veel te zwaar worden.
 

 

Botten breken

Botten kunnen breken als er veel kracht op komt te staan. 
Soms breken ze helemaal door. 

                  

Bij jonge kinderen is het botvlies nog zo sterk dat het bot niet helemaal doorbreekt.
Denk maar aan een klein takje wat je van een boom wil breken: de bast blijft heel maar van binnen gaat het takje stuk.

Als je kip kluift, dan hou je botjes over. Die botjes zijn stevig en breken niet zomaar. Wat zorgt ervoor dat bot niet breekt?     Print het werkblad onder aan de bladzijde.
Als je kip kluift, dan hou je botjes over. Die botjes zijn stevig en breken niet zomaar. Wat zorgt ervoor dat bot niet breekt? Print het werkblad onder aan de bladzijde.

Proefje: Botten breken

Nodig:

stappen eerste dag
1.
2.
3.
4.
5.

 

 

 

 

 


 

vraag 1:

stappen na een week
6.
7.
8.

vraag 2:
vraag 3:

 

Vul het werkblad in.

Afsluiting

Werkboekje skelet

Je hebt nu heel veel geleerd over het skelet en de gewrichten. 
Kun je nu het werkblad invullen?

 

Voor de leerkracht

Hier vindt u de doelen en tips voor verdere invulling van lessen over dit onderwerp. Daarbij ook het bestand met daarin het werkblad dat bij de les hoort: