In deze grammaticaopdracht staat het persoonlijk voornaamwoord centraal.
Wat het persoonlijk voornaamwoord is, wordt uitgelegd in deze video. Deze uitleg kan je goed helpen bij de rest van de opdracht. Let dus goed op.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
in een zin de persoonlijke voornaamwoorden herkennen.
aangeven welke woorden je kunt gebruiken als persoonlijk voornaamwoord.
uitleggen wanneer het persoonlijk voornaamwoord ook het onderwerp van de zin is.
Wat kan ik al?
Om de theorie over het persoonlijk voornaamwoord te kunnen begrijpen, is het handig dat je weet wat het onderwerp van een zin is. Weet je het nog?
Bestudeer hieronder steeds eerst de kennisbank en maak daarna de oefening.
De oefening is een keuzeoefening.
Je krijgt 10 vragen over het onderwerp
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Scoor je voldoende? Ga dan verder met de volgende stap.
Scoor je onvoldoende? Maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 10 vragen.
Dat zijn veelal andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Na het bestuderen van de kennisbank kun je in verschillende zinnen het persoonlijk voornaamwoord vinden.
Stap 2
en
Je kunt zinnen maken waarbij het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp van de zin is.
Stap 3
en
Je kunt zinnen maken waarbij het persoonlijk voornaamwoord niet het onderwerp van de zin is.
Stap 4
en
Je kunt zinnen maken waarbij een persoonlijk voornaamwoord het onderwerp is en niet het onderwerp is.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht: Toets
Maak de eindtoets: 'Het persoonlijk voornaamwoord'.
Extra opdrachten
en
Maak één of meerdere extra opdrachten.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Om de theorie over het persoonlijk voornaamwoord te kunnen begrijpen, moet je weten wat het onderwerp van een zin is. Dat heb je nog even geoefend onder 'Wat kan ik al'.
Nu gaan we kijken het wat persoonlijk voornaamwoord is.
Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderwerp:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Rebus
Je ziet hiernaast afbeeldingen die de personen ik, wij enz. uitbeelden.
Klik op de afbeelding met je rechtermuisknop en kopieer de afbeelding naar je tekstverwerker. Je hebt zo voor elke persoon enkelvoud en meervoud een afbeelding.
Gebruik deze afbeeldingen om een rebus te maken.
Dit doe je zo:
Bedenk een zin waarin minstens drie verschillende persoonlijke voornaamwoorden voorkomen.
Maak met behulp van afbeeldingen een rebus die deze zin uitbeeldt.
Nog even zien hoe een rebus werkt? Kijk eens op www.festisite.nl
Verdeel de rebussen onder elkaar en maak elkaars raadsels!
Vul in deze opdracht steeds het juiste persoonlijke voornaamwoord en de bijbehorende persoonsvorm in.
Alles in de tegenwoordige tijd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Vond je dat de video een duidelijk beeld gaf van het persoonlijk voornaamwoord?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Vond je het prettig om eerst nog even voorkennis op te halen over het onderwerp?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Kon je de toets afsluiten met een voldoende? Vond je dat de vragen van de toets aansloten bij de leerdoelen?
Extra opdrachten
Heb je één of meerdere extra opdrachten gemaakt. Ging het goed?
Het arrangement Opdracht: Grammatica - Persoonlijk voornaamwoord - hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Trainer in actie" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12.
In deze opdracht leer je verschillende aspecten van persoonlijke voornaamwoorden. Je leert hoe je persoonlijke voornaamwoorden in een zin kunt herkennen, welke woorden als persoonlijk voornaamwoord kunnen dienen, en wanneer het persoonlijk voornaamwoord ook het onderwerp van de zin is.
De opdracht wordt afgesloten met een toets om je kennis te testen.Daarnaast zijn er extra oefenopgaven beschikbaar om verder te oefenen met dit onderwerp. Succes!
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Schrijven;
Spelling, interpunctie en grammatica;
Nederlands;
Schrijfvaardigheid;
Deze opdracht hoort bij het thema "Trainer in actie" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12.
In deze opdracht leer je verschillende aspecten van persoonlijke voornaamwoorden. Je leert hoe je persoonlijke voornaamwoorden in een zin kunt herkennen, welke woorden als persoonlijk voornaamwoord kunnen dienen, en wanneer het persoonlijk voornaamwoord ook het onderwerp van de zin is.
De opdracht wordt afgesloten met een toets om je kennis te testen.Daarnaast zijn er extra oefenopgaven beschikbaar om verder te oefenen met dit onderwerp. Succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Onderwerp
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.