Opdracht: Lezen - Hoofdgedachte - hv12

Opdracht: Lezen - Hoofdgedachte - hv12

Hoofdgedachte

Intro

In deze leesopdracht staat de hoofdgedachte centraal.

In de volgende video wordt uitgelegd hoe je het onderwerp en de hoofdgedachte vindt.
Hoe je het onderwerp vindt, heb je in thema 1 geleerd.
Maar hoe vind je de hoofdgedachte?

Succes met deze opdracht!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst is.
  • aangeven op welke wijze je de hoofdgedachte van een tekst kunt bepalen.
  • omschrijven wat het verschil is tussen het onderwerp en de hoofdgedachte.

Wat kan ik al?

In Thema 1 - Lezen - Onderwerp heb je geleerd hoe je weet wat de hoofdgedachte van een tekst is.
Voor het bepalen van de hoofdgedachte is het handig om te weten hoe je het onderwerp bepaald.
Daarom frissen we hier je geheugen even op.

Lees eerst de Kennisbank en maak daarna de oefeningen.

Lezen: Onderwerp van een tekst

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van het Kennisbankitem 'hoofdgedachte' kun je vragen beantwoorden en van teksten bepalen wat de hoofdgedachte is.
Stap 2

Je kunt een tekst samenvatten in een What'sApp-bericht en hiervan de hoofdgedachte bepalen.

Stap 3 Je kunt van een tekst bepalen wat het onderwerp en wat de hoofdgedachte is.
Stap 4 Je kunt van een tekst bepalen wat de hoofdgedachte is.
Stap 5 Je kunt van een woordenwolk bepalen wat het onderwerp is en de hoofdgedachte samenstellen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Maak de toets: 'Hoofdgedachte'.
Eindopdracht B Maak een woordenwolk.
Extra opdrachten Er zijn meerdere extra opdrachten. Bepaal welke opdrachten je doet.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands het volgende onderwerp.
Maak daarna de vragen.

Lezen: Hoofdgedachte van een tekst

Stap 2: Internet of televisie

Lees onderstaande tekst.

Jongeren hebben liever internet dan televisie.

PARIJS (ANP) - Voor het eerst vinden jongeren tussen de 16 en 24 jaar internetten belangrijker dan televisie kijken. Dit blijkt uit een onderzoek in tien Europese landen (waaronder Nederland) dat marketingorganisatie EIAA woensdag heeft gepubliceerd. 82% van de leeftijdsgroep is minimaal vijf dagen per week online, terwijl nog maar 77% even vaak tv kijkt, 5% minder dan vorig jaar. Van de ondervraagden zegt 48% dat het internet de reden is voor de verminderde tv-consumptie.


Opdracht

  • Probeer in een WhatsApp de inhoud van dit bericht naar een vriend of vriendin te appen.
    Je mag maximaal 150 tekens gebruiken.
  • Diezelfde klasgenoot moet jou ook een WhatsApp sturen.
  • Vergelijk de WhatsApp-berichten. Bespreek de verschillen.
  • Bepaal samen wat de hoofdgedachte van de tekst is.

Stap 3: Dik zijn is besmettelijk

Lees het volgende artikel uit Kidsweek.

Dik zijn is besmettelijk

Zijn jouw vrienden te dik, dan is de kans groot dat er zich om jouw middel langzaamaan een zwembandje ontwikkelt. Uit onderzoek is gebleken dat te dik zijn besmettelijk is. Dun zijn trouwens ook.
Door Maartje Dammers

Dat steeds meer mensen te dik zijn, komt volgens de onderzoekers van Harvard omdat obesitas besmettelijk is. Er blijkt dat je vrienden meer invloed op je gewicht hebben dan de genen van je familieleden. Met besmettelijk bedoelen de onderzoekers niet dat het als een griepvirus van mens op mens wordt overgedragen, maar dat vrienden elkaars gedrag kopiëren en dat het idee over wat een goed gewicht is, verandert als een aantal van je vrienden te dik is.

Bron: Kidsweek (bewerkt)


Beantwoord nu de volgende twee vragen:​

Stap 4: Huisstofmijt

Lees ook het volgende artikel uit Kidsweek.

Allergisch voor de huisstofmijt?

Word jij 's ochtends vaak wakker met een verstopte neus, tranende ogen of een zere keel? Dan heb jij misschien wel last van een neusallergie.
Neusallergie wordt vaak veroorzaakt door heel klein spinachtig beestje, de huisstofmijt. Huisstofmijten houden het meest van vochtige warme plekjes. Ze zitten overal in huis, maar hun favoriete plek is de slaapkamer.
Eigenlijk ben je niet allergisch voor de huisstofmijt zelf, maar voor hun poep! Het inademen van de poep geeft de allergische reacties. Je kunt allergische reacties op de huismijtpoep voor een deel voorkomen, door regelmatig je beddengoed te vervangen en vaak je slaapkamerraam open te zetten.

Bron: Kidsweek (bewerkt)

Beantwoord de vraag.

Stap 5: Woordenwolk bespreken

Van een krantenartikel is een 'woordenwolk' gemaakt. In een woordenwolk geldt dat hoe vaker een woord voorkomt in het artikel, hoe groter en hoe donkerder het woord in de wolk staat.
Bespreek de woordenwolk hieronder met een klasgenoot.

  • Wat zijn de belangrijkste woorden?
  • Wat is volgens jullie het onderwerp van het artikel bij deze woordenwolk?
  • En wat is volgens jullie de hoofdgedachte van het artikel?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Lezen: Onderwerp van een tekst

Lezen: Hoofdgedachte van een tekst

Eindopdracht A: Toets

Als eindtoets bepaal je van drie artikelen het onderwerp en de hoofdgedachte. 
Succes!

Eindopdracht B: Woordenwolk

Je gaat nu zelf een woordenwolk van een artikel maken. Zoek op internet een artikel van ongeveer 200 woorden.
Selecteer de tekst van het artikel en ga dan naar één van de volgende websites:

Maak op één van de sites een woordenwolk en print deze uit.
Bevat de woordenwolk de woorden die je had verwacht?
Staan er woorden niet in of staan sommige woorden er kleiner (of juist groter) in dan je had verwacht?
Kies de belangrijkste woorden uit je woordenwolk en maak met die woorden een zin die de hoofdgedachte van het artikel weergeeft.

Beoordeling
Je docent let op het volgende:

  • Heeft de tekst de juiste lengte?
  • Is de woordenwolk goed gemaakt?
  • Is de hoofdgedachte goed geformuleerd?

Klaar
Levert de hoofdgedachte en de woordenwolk in bij je docent.

Extra opdrachten

In bovenstaande stappen heb je geoefend met de hoofdgedachte van een tekst.
Hieronder vind je hiervoor nog extra oefeningen.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vond je de uitleg in de video duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees het leerdoel van deze opdracht nog eens door.
    ​Kun je omschrijven wat het verschil is tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Vind je het lastig om het verschil te zien tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Eindopdracht A: Was de toets moeilijk? Kon je de vragen goed begrijpen?
    Eindopdracht B: Vond je het moeilijk om de goede woorden uit de woordenwolk te halen? Kon je de hoofdgedachte goed vinden?
  • Extra opdrachten
    Heb je de extra opdrachten gemaakt? Klopt het dat veel oefenen helpt?
  • Het arrangement Opdracht: Lezen - Hoofdgedachte - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-03-12 20:05:42
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema "Zo doe je dat!" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv12. In deze opdracht leer je hoe je de hoofdgedachte van een tekst kunt omschrijven en bepalen. Je leert ook het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst. Er zijn twee opties voor de eindopdracht. In eindopdracht A maak je een eindtoets waarin je het onderwerp en de hoofdgedachte van drie artikelen bepaald. In eindopdracht B maak je een woordenwolk van een zelfgekozen artikel. Uit de woordenwolk selecteer je de belangrijkste woorden en met die woorden beschrijf je de hoofdgedachte. Er zijn ook extra oefenopgaven beschikbaar. Succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Evalueren; Lezen van zakelijke teksten (Nederlands); Nederlands; Interpreteren; Samenvatten; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, artikel analyseren, hoofdgedachte, hv12, lezen-hoofdgedachte, nederlands, onderwerp, stercollectie, woordenwolk, zo doe je dat!

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Nederlands Kennisbank hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/90574/Nederlands_Kennisbank_hv12