Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12

Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12

Wie roept daar boe?

Inleiding

Jongeren laten met gebaren en lichaamstaal vaak zien bij welke groep of muziekstijl ze horen; zo maken hiphopfans bijvoorbeeld vaak een ‘peace-teken’ met hun vingers. In Zuid-Korea betekent datzelfde peace-teken echter dat je geluk wenst bij een foto. En een duim omhoog is in veel landen positief, maar wordt in sommige culturen als beledigend ervaren. Met lichaamstaal maken we aan elkaar duidelijk wie ze zijn en wat we willen, of hoe we ons voelen.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij thema 4: Wie roept daar boe?

Leerdoel Opdracht
Ik kan diverse verhaalsoorten/genres van boeken herkennen en ik kan mijn voorkeur voor een bepaald genre motiveren. Fictie - Boeken zoeken
Ik kan het onderwerp in een zin herkennen en omschrijven hoe je het onderwerp kunt vinden. Grammatica - Onderwerp
Ik kan de opbouw van een tekst herkennen en de verschillende onderdelen omschrijven. Schrijven - Tekstopbouw
Ik kan een vergelijking uitleggen en een eigen definitie geven aan de term 'vergelijking'. Woordenschat - Vergelijkingen

Wat ga ik doen?

Het thema 'Wie roept daar boe?' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Fictie - Boeken zoeken 2 lesuren Boekomslag of achterkaft
Grammatica - Het onderwerp 1 lesuur Toets
Schrijven - Tekstopbouw 1 lesuur Slot
Woordenschat - Vergelijkingen 2 lesuur Toets of rebus
Afsluiting 2 lesuren Toneelstuk
Totaal 8,5 lesuren  

Opdrachten

Fictie - Boeken zoeken

Boeken zoeken

Intro

In deze opdracht ga je meer leren over genres: soorten boeken die je kunt lezen.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • diverse verhaalsoorten/genres herkennen.
  • aan de hand van pictogrammen boekgenres opnoemen.
  • sneller een boek kiezen naar je smaak.
  • in mijn eigen woorden vertellen welke functie de voor- en achterkant van een boek hebben.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het lezen van de Kennisbank kan ik een vraag beantwoorden over het zoeken van boeken op genre.
Stap 2 Ik kan een boek aan de hand van een korte inhoud indelen in het juiste genre en de juiste leeftijdscategorie.
Stap 3 en Ik kan de juiste pictogrammen koppelen aan het juiste genre.
Stap 4 Ik kan aan de hand van een luisterfragment een boek koppelen aan het juiste genre.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbank en de samenvattingsoefening die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Maak een achterflaptekst
Eindopdracht B Ontwerp een omslag.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.
Extra
Extra - Oefen 1 en Maak een presentatie op papier over 3 boeken die je wilt lezen.
Extra - Oefen 2 Zoek een boek dat je niet wilt lezen. Schrijf een brief aan je docent.


Benodigdheden

Afhankelijk van de eindopdracht.

Tijd
Je hebt 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer eerst uit de Kennisbank het onderwerp Boeken zoeken:

Maak nu de volgende oefening.

Stap 2: Het dagboek van Zlata

Stap 3: Pictogram

Als je naar de bibliotheek gaat, vind je op de rug van het boek vaak een
pictogram. Een pictogram is een tekening dat het soort boek aangeeft.
Je hebt bijvoorbeeld pictogrammen voor: sprookjes, detectives, dierenverhalen, griezelverhalen, komische verhalen, geschiedenisverhalen en sciencefiction.

Stap 4: Blauwe plekken

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbank en de samenvattingsoefening en die hoort bij deze opdracht.

Eindopdacht A: Achterflaptekst

Je gaat aan de slag met de eindopdracht.

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de Achterflaptekst van een boek.
Het kan ook zijn dat je docent ervoor kiest dat je beide eindopdrachten moet maken om zo een volledige kaft te maken.

Aan de slag
De redacteur van de uitgeverij van het boek 'Blind date' door Theo Hoogstraaten vindt dat de tekst op de achterkant spannender moet worden. Hij hoopt zo meer lezers te trekken.

Dit is de originele tekst:
Een groepje meisjes organiseert een klassenavond op het strand. Wat een leuk feest moest worden eindigt in een drama. Een van de meisjes wordt in de duinen met messteken verwond. Wie de dader is, kun je lezen in het vervolg 'Hot spot'.

Verzin een betere tekst voor de achterkant van het boek.
De tekst die jij bedenkt, mag drie keer zoveel woorden bevatten als de originele tekst.

Beoordeling:
Bij de beoordeling van je achterflap let je docent op het volgende:

  • is de tekst een verbetering ten opzichte van de huidige tekst?
  • is de tekst spannender dan de huidige tekst?
  • is de tekst goed qua lengte?
  • bevat de tekst niet geen spelfouten?

Klaar?
Lever je achterflap in bij je docent.

Eindopdracht B: Omslag ontwerpen

Als je kiest voor eindopdracht B ontwerp je een omslag.

Als je de omslag moet maken in combinatie met eindopdracht A, ontwerp je een omslag die past bij het boek van eindopdracht A. 

Als je alleen eindopdracht B maakt, maak je de volgende omslag: 

Lees de tekst op de achterkant van het bekende boek van Francine Oomen.

Hoe overleef ik de brugklas?
Als Rosa naar de brugklas gaat, verandert er een heleboel in haar leven. Van stoere Achtste-groeper wordt ze brugpieper. Ineens heeft ze een stuk of twaalf leraren in plaats van één. In plaats van een rugzakje met een boterhamtrommeltje erin, moet ze kilo's boeken meesjouwen. Tel daar nog een klas vol nieuwe kinderen en megaveel huiswerk bij op... Hoe overleef je dat allemaal?
Rosa's vriendje Jonas zit nog in groep acht. Om hem alvast een beetje voor te bereiden, e-mailt ze hem survivaltips.
Dit boek is voor iedereen die (bijna) naar de brugklas gaat (of hem al overleefd heeft), het gaat over vriendschap, maar ook over pesten. Over lachen en over uitgelachen worden. Over na-apen en jezelf durven zijn. Met veel tips voor lastige leraren, pukkeltjes, eerste liefdes en nog veel meer!

 

Ontwerp een geschikte omslag voor dit boek.

  • De omslag moet passen bij de inhoud en het genre.
  • Zoek geschikt fotomateriaal - of fotografeer zelf.
  • Denk om de titel en de naam van schrijver en uitgever!
  • Zoek of maak een geschikt pictogram bij dit boek.

Beoordeling:
Je docent let bij het beoordelen van de omslag op het volgende:

  • past de omslag bij het inhoud en het genre?
  • past de omslag bij de persoon die hem gemaakt heeft?
  • staan de titel, naam van de schrijver en de uitgever op de omslag ?
  • past de pictogram bij het genre van het boek?
  • is het geheel netjes vormgegeven.

Klaar?
Tevreden? Laat je eindproduct(en) dan beoordelen door je docent.

Extra opdrachten

Opdracht 1

Het kan best lastig zijn: een boek vinden dat jij leuk vindt.
In plaats van dwalen tussen de kasten in de bieb, kun je ook op de computer zoeken.
Er zijn genoeg goede sites die je daarbij helpen.
Ga naar www.jeugdbibliotheek.nl
Zoek drie boeken die je wel zou willen lezen. Schrijf van elk boek op:

  1. De schrijver en de titel.
  2. Bij welk genre hoort het?
  3. Welke letter staat op het boek?
  4. Wat is de thematiek van het boek?
  5. Wie is de hoofdpersoon?
  6. Vertel in drie zinnen waar het boek over gaat.
  7. Waarom spreekt het boek jou aan?
  8. Zoek van het leukste boek informatie over de schrijver, op dezelfde site.
    LET OP: Zoek drie andere boeken van dezelfde schrijver en noteer de titels.
  9. Zet alles in een overzichtelijk schema in een (Google-)document en bewaar dit onder de naam Boekenlijst.
    Overleg met je docent hoe de lijst in moet leveren.

Samen met je klasgenoten heb je nu veel tips voor goede boeken verzameld.
Maak er een presentatie van voor het prikbord in jullie lokaal! Misschien mag je het boek lezen voor je lijst.
Zoek dan op de site van je plaatselijke bibliotheek of het daar te reserveren is.

Opdracht 2

Zoek nu ook een boek dat je zeker niet zou willen lezen.
Je kunt weer kijken op deze site: www.jeugdbibliotheek.nl
Leg in een korte brief aan je docent uit, waarom je dit boek liever niet op de lijst wilt hebben. Motiveer je antwoord goed. Schrijf plus- en minpunten op.
Zorg voor een goed onderbouwde brief.

Brief schrijven

Een brief is een goede manier om aan iemand te laten weten wat je van een bepaald
onderwerp vindt of iemand te vragen om in actie te komen rond een bepaald onderwerp.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Had je de vraag goed?
    Zo niet; weet je nu wat het juiste antwoord is?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees het leerdoel van deze opdracht nog eens door.
    ​Kun je aangeven waar je op moet letten als je een boek zoekt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al hoe pictogrammen werken en wat een genre is?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je gekozen voor opdracht A of B, of moest je beide maken?
    Bij opdracht A: Is de tekst die je gemaakt hebt spannender geworden? Denk je dat je hiermee meer lezers trekt voor het boek?
    Bij opdracht B: Heb je gekozen voor fotografie of een ander middel om de omslag de maken?
  • Extra opdrachten
    Heb je de extra opdrachten gedaan? Ging het goed?

Grammatica - Onderwerp

Onderwerp

Intro

Grammatica gaat over zinsontleding en woordsoortbenoeming.
Bij zinsontleding verdeel je de zin in zinsdelen (groepjes woorden in de zin die bij elkaar horen).
Vervolgens geef je al die zinsdelen een naam.
Namen van zinsdelen zijn bijvoorbeeld persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp.

In deze opdracht staat het onderwerp centraal.
In de volgende video krijg je alvast een korte uitleg over het vinden van het onderwerp.
Wat moet je eerst vinden voor je het onderwerp kunt vinden? Bespreek het met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • in mijn eigen woorden vertellen wat het onderwerp van een zin is.
  • antwoord geven op de vraag hoe ik in een zin het onderwerp vind.

Wat kan ik al?

Om het onderwerp in de zin te vinden, moet je eerst weten wat de persoonsvorm is.
Dat heb je geleerd in thema 2.

Hieronder nogmaals de Kennisbank Grammatica: Persoonsvorm
Maak na het lezen de oefening.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van het Kennisbankitem 'Het onderwerp' kan ik in verschillende zinnen het onderwerp aanwijzen.
Stap 2 Ik kan zinsdelen in de juiste volgorde plaatsen en aangeven wat het onderwerp en de persoonsvorm van een zin is.
Stap 3 Ik kan aan de hand van een video zelf zinnen maken en daarin het onderwerp aangeven.
Stap 4 Ik kan van identieke woorden in meerdere situaties beoordelen of ze wel of niet het onderwerp zijn.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Maak de eindtoets: 'Het onderwerp'.
Extra opdracht Maak eventueel de extra opdracht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands het volgende onderwerp.

Maak daarna de volgende oefeningen:

Stap 2: Zinnen

Maak de volgende oefeningen. 

Stap 3: Reclame

Stap 4: Onderwerp?

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht: Toets

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De toets bestaat uit tien vragen.
Je moet acht vragen goed beantwoorden om een voldoende te halen.

Extra opdracht

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Vond je dat de video al op een duidelijke manier liet zien hoe je het onderwerp kunt vinden?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wat is de eerste stap als je het onderwerp in een zin zoekt?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Paste de toets goed bij wat je in de opdracht geleerd hebt?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht gemaakt? Vond je het een leuke opdracht?

Schrijven - Tekstopbouw

Tekstopbouw

Intro

In deze schrijfopdracht staat de tekstopbouw centraal.

In de video hieronder worden de verschillende onderdelen van tekstopbouw besproken.
Bespreek na het kijken met een klasgenoot uit welke delen de tekstopbouw bestaat.

Wat kan ik straks?

Aan het einde van deze opdracht kan ik:

  • aangeven wat de rol van de inleiding van een tekst is.
  • benoemen wat in het middenstuk van een tekst wordt besproken.
  • omschrijven hoe het slot van een tekst eruit kan zien.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen het Kennisbankitem 'Tekstopbouw' kan ik van 5 stellingen aangeven of ze waar zijn of niet waar.
Stap 2 en Ik kan de verschillende onderdelen van tekstopbouw herkennen en benoemen.
Stap 3 Ik kan vragen beantwoorden over artikelen die ik lees.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht Schrijf zelf een slot.
Extra opdracht Download de oefening en vul deze in.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd

Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 lesuur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Dat je weet hoe een tekst is opgebouwd, is belangrijk als je een tekst gaat lezen, maar ook als je een tekst moet schrijven. Deze opdracht past daarom zowel bij 'Lezen' als bij 'Schrijven'.
Je bestudeert uit de Kennisbank Nederlands dan ook de volgende twee onderdelen:

Stap 2: Tekstopbouw herkennen

Als je regelmatig een tekst leest, zul je de opbouw in een kop, inleiding, middenstuk/kern en slot steeds gemakkelijker herkennen.

Stap 3: Conclusie - Uitsmijter

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de kennisbanken die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht: Slot schrijven

Deze opdracht sluit je af met het zelf schrijven van een slot aan een bestaand artikel.

Lees het volgende artikel:

Internet op slot

Stel je voor: je zit al een paar uur lekker met je vrienden online te chatten, en ineens gaat je mobiel op slot! Dat is toch wel het laatste wat je wilt. Maar het kan echt. Er bestaan namelijk speciale sloten om het gebruik van internet of bepaalde apps te beperken. Op die manier kunnen kinderen niet meer onbeperkt online. Laat je ouders dit maar niet lezen!

Een voorbeeld van zo’n programma is ParentKit. Het is geschikt voor iPhone en iPad. Ouders kunnen, na een eenvoudige installatie, instellen hoeveel tijd jij online mag. Op die manier kan het dus zomaar zo zijn dat je net middenin een online game zit en je ineens niet verder kunt. Of je bent net lekker aan het appen met een vriendin en in een goed gesprek kan je niet meer antwoorden. Deze programma’s bestaan niet alleen voor Apple apparaten, maar ook voor andere telefoons en tablets. Ideaal dus voor ouders die zich zorgen maken over hun internetverslaafde tiener.

Verslaafd
Mijn Kind Online heeft meteen maar een onderzoek gedaan naar internetverslaafdheid onder jongeren. Daaruit blijkt dat 74 procent van de jongeren wel eens moeite hebben om hun ogen van het computerschermpje te halen. Voornamelijk jongens vinden dit een probleem. Twee uur per dag internetten is voor de meeste jongeren heel normaal. Eén derde van de jongeren heeft thuis regels over de computer. Van de jongeren die zich niet aan internetregels hoeven te houden, zou ongeveer 10 procent dat eigenlijk niet eens zo erg vinden. Met duidelijke afspraken hebben ze dan ook geen last meer van zeurende ouders of kelderende schoolresultaten. Een gemakkelijk programma zou voor deze jongeren en bezorgde ouders de oplossing kunnen bieden.
……………


Je ziet dat de kop, inleiding en kern al klaar zijn.
Jij moet zelf een samenvattend slot schrijven.
Bedenk ook een leuke uitsmijter.

Beoordeling:
Je docent let op:

  • inhoud: past het slot bij de rest van het artikel?
  • inhoud: is het slot een goede samenvatting van het artikel?
  • taalfouten: bevat het slot geen taalfouten?

Klaar?
Laat het slot beoordelen door je docent.

 

 

 

Extra opdracht

Leads - middenstukken met kernzin(nen) - conclusies
Download het werkblad tekstopbouw: Werkblad tekstopbouw

  • Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Op het werkblad zie je door elkaar een aantal leads, middenstukken met kernzinnen en conclusies.

Lees de negen verschillende tekstdelen nauwkeurig door.

  • Welke drie tekstdelen zijn leads?
  • Welke drie tekstdelen zijn de middenstukken met kernzin(nen)?
  • Welke drie tekstdelen bevatten de conclusies?

Noteer je antwoorden onderaan het werkblad.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vond je de informatie in de video duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees het leerdoel van deze opdracht nog eens door.
    ​Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Wist je al hoe je een artikel opbouwt of was de informatie helemaal niet voor je?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het moeilijk om zelf een einde aan het artikel te verzinnen. Houd je er van om verhalen te schrijven of laat je dat liever aan een ander over?! Heb je de tekst ook goed kunnen samenvatten?
  • Extra opdracht
    Heb je de extra opdracht op het werkblad gemaakt? Ging het goed?

Woordenschat - Vergelijkingen

Vergelijkingen

Intro

In deze opdracht staan vergelijkingen centraal.

Ter introductie maak bespreek je twee vergelijkingen.

Wat kan ik straks?

Na het einde van deze opdracht kan ik:

  • een eigen definitie geven van 'vergelijking'.
  • zien wat een vergelijking is.
  • een voorbeeld geven van een figuurlijk bedoelde vergelijking.
  • een voorbeeld geven van een vergelijking waarin een dier voorkomt.
  • een voorbeeld geven van een vergelijking waarin een gezegde voorkomt.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het bestuderen van de kennisbank kan ik verschillende vergelijkingen maken en herkennen.
Stap 2 Ik kan vergelijkingen met dieren afmaken.
Stap 3 Ik kan verschillende rebussen ontcijferen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind ik de kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht A Als ik kies voor eindopdracht A maak ik een toets.
Eindopdracht B Als ik kies voor eindopdracht B ga ik een rebus van een vergelijking maken.
Extra opdracht Speel met de klas een dierenestafette.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Je hebt 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank Nederlands de volgende onderwerpen:

Maak daarna de volgende oefeningen.

Stap 2: Dieren in vergelijkingen

Dieren spelen ook een rol in veel gezegden.
Lukt het je om de volgende gezegden compleet te maken?

Stap 3: Rebus van vergelijking

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets: Vergelijkingen 

Eindopdracht B: Rebus maken

Als je kiest voor eindproduct B maak je een rebus van een vergelijking.

Een rebus is woordpuzzel waarin figuren gebruikt worden om woorden of woorddelen voor te stellen. Naast de figuren bestaat de rebus meestal uit letters die toegevoegd, verwijderd of vervangen moeten worden door andere letters.

  • Begin met het bedenken van de vergelijking waarvan je de rebus wilt maken.
    Zorg dat de zin niet te kort, maar ook niet te lang is.
  • Bedenk welke figuren je zou kunnen gebruiken om de rebus te maken.
  • Bedenk bij elk figuur welke letters je toe moet voegen of weg moet laten.
  • Teken zelf de figuren of ga op zoek naar passende afbeeldingen.
  • Zorg dat de figuren in de goede volgorde op een stuk papier komen te staan.
  • Geef onder ieder figuur, door hokjes te tekenen, aan uit hoeveel letters het woord bestaat.

Afronding
Vraag een klasgenoot of hij de rebus kan oplossen.
Vraag hem om commentaar op je rebus. Verwerk het commentaar.

Natuurlijk los jij ook de rebus van je klasgenoot op.
Geef je klasgenoot op een goede manier feedback op zijn/haar rebus.

Beoordeling:
Je docent kijkt bij de beoordeling naar:

  • oplosbaarheid: is de rebus oplosbaar?
  • creativiteit: is de rebus origineel?
  • netheid: is er aandacht besteed aan de netheid?

Klaar?
Laat je rebus beoordelen door je docent.

Extra opdracht

Elke leerling van de klas neemt een leeg blaadje voor zich en zet zijn/haar naam erboven.

  • Schrijf op de eerste regel: Zo
  • Schrijf op de tweede regel: als een
  • Vul nu zelf één van de twee regels aan.

Bijvoorbeeld:
Zo ... vet...
als een .......

Of:
Zo ........
als een ...varken...

Geef nu het blaadje door aan je buur. Die vult de open plaats in, en schrijft er zelf een nieuwe opgave onder. Geef weer door!

Het is de bedoeling dat je zoveel mogelijk vergelijkingen met dieren krijgt: bestaande vergelijkingen als het kan,
of... nieuwe vergelijkingen die nog niet bestaan.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kende je de vergelijkingen al die je in de introductie-opdracht las?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees het leerdoel van deze opdracht nog eens door.
    ​Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Vind je het lastig om vergelijkingen te herkennen en te gebruiken?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je gekozen voor de toets of de rebus? Waarom heb je voor opdracht A of opdracht B gekozen?
  • Extra opdracht
    Hebben jullie de extra opdracht gemaakt? Ging het goed?

Afsluiting

Kennisbanken

Hier vind je de kennisbanken die gebruikt zijn in dit thema.

Eindopdracht

Eindproduct

Je gaat het thema ‘Wie roept daar boe?’ afronden.
Je gaat als eindproduct een toneelstuk bedenken en opvoeren. Lichaamstaal speelt hierin de hoofdrol, want er mag in het toneelstuk niet gesproken worden!

Je voert samen met drie klasgenoten een kort toneelstuk op, waarin je het verhaal en de gevoelens van de personages duidelijk maakt zonder te praten. Net als in de films van vroeger. Vroeger waren er ‘stomme films’. Dit betekent dat er niet in gepraat werd. Bekijk dit fragment maar eens:

Aan de slag

  1. Kies samen een situatie die jullie interessant vinden. Dit kan iets zijn uit een boek dat je gelezen hebt of iets dat je op het nieuws hebt gezien.
  2. Bedenk samen wat er in deze situatie kan gebeuren en hoe dit verhaal spannend of boeiend wordt. Het toneelstukje hoeft maar een paar minuten te duren.
  3. Schrijf het verhaal in een paar zinnen op en verdeel de rollen.
  4. Werk de lichaamstaal per rol uit. Bedenk welke emoties en gevoelens bij jouw rol horen en hoe je die met lichaamstaal kunt uitbeelden. Denk aan gezichtsuitdrukkingen, gebaren en houdingen.
  5. Schrijf op welke houding en gebaren je gaat gebruiken. Bespreek dit met je groep om zeker te weten dat je de situatie goed uitbeeldt.
  6. Oefen het toneelstuk samen. Let erop dat je geen woorden gebruikt en dat het niet langer is dan vijf minuten.
  7. Voer het toneelstuk voor de klas uit en let op de reacties van je publiek. Kunnen je klasgenoten na afloop vertellen wat er is gebeurd en welke emoties er speelden? Als dat lukt, heb je je lichaamstaal goed ingezet!

Beoordeling:
Jullie docent beoordeelt jullie toneelstuk op de volgende onderdelen:

  • Het toneelstuk wordt uitgebeeld zonder woorden.
  • Het is duidelijk waar het toneelstuk over gaat.
  • Het toneelstuk is zo gespeeld, dat het publiek meeleeft.
  • De acteurs spelen hun rol goed en serieus.

Toneelstuk maken

In een toneelstuk worden drama en actie met elkaar gecombineerd en heb je te maken met personages en taal.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding. Hoe verliep jullie leugenspel? Kon je de ander makkelijk doorzien? Heb je na deze oefening al mensen betrapt op liegen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 8,5 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
  • Inhoud
    Welke opdracht binnen dit thema vond je het leukste? Welke het moeilijkste?
    Kun je informatie die je in de ene opdracht krijgt soms weer gebruiken in de andere opdracht?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hoe hebben jullie problemen opgelost?
    Had iedereen een duidelijke rol?
    Hadden jullie plezier in de opvoering?
    Denken jullie dat het belangrijk is om iets te begrijpen van lichaamstaal?
    Leg uit waarom/geef voorbeelden waaruit blijkt dat lichaamstaal voor iedereen belangrijk kan zijn.

Verderkijker

De Verderkijker biedt bij het thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.

Fictie

Voor Boeken zoeken zijn de volgende items geselecteerd.

Grammatica

Voor het onderdeel Onderwerp zijn de volgende items geselecteerd.

Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Video: Hoe herken je het onderwerp

Schrijven

Voor het onderdeel Tekstopbouw zijn de volgende items geselecteerd.

Woordenschat

Voor het onderdeel Vergelijkingen zijn de volgende items geselecteerd.

  • Het arrangement Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-29 10:43:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-hv12. Dit thema bestaat uit vier opdrachten, waarbij in iedere opdracht een andere taalvaardigheid centraal staat. Je leert diverse verhaalsoorten en genres van boeken herkennen, en je kunt jouw voorkeur voor een bepaald genre motiveren. Daarnaast leer je het onderwerp in een zin herkennen en omschrijven hoe je het onderwerp vindt. Je leert ook de opbouw van een tekst herkennen en de verschillende onderdelen omschrijven. Tot slot leer je wat een vergelijking is en kun je een eigen definitie geven van dit begrip. Bij de eindopdracht van dit thema, genaamd "Wie roept daar boe?", ga je een toneelstuk bedenken en opvoeren waarin niet gesproken mag worden. Lichaamstaal speelt een belangrijke rol in het uitbeelden van gevoelens en de rolverdeling. Je kiest een situatie, werkt deze uit in een kort verhaal en maakt een rolverdeling. Het doel is om je klasgenoten na afloop te laten beschrijven wat er is gebeurd. Als dat lukt, ben je geslaagd! Daarnaast is er een diagnostische toets beschikbaar om je begrip van de leerstof te testen. Succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Samenhang; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Tekstkenmerken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, hv12, lichaamstaal, nederlands, onderwerp, opbouw tekst, stercollectie, toneelstuk, verhaalsoorten, wie roept daar boe?

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Nederlands. (2025).

    Opdracht: Fictie - Boeken zoeken hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52534/Opdracht__Fictie___Boeken_zoeken_hv12

    VO-content Nederlands. (2025).

    Opdracht: Grammatica - Onderwerp - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52535/Opdracht__Grammatica___Onderwerp___hv12

    VO-content Nederlands. (2025).

    Opdracht: Schrijven - Tekstopbouw - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52536/Opdracht__Schrijven___Tekstopbouw___hv12

    VO-content Nederlands. (2025).

    Opdracht: Woordenschat - Vergelijkingen - hv12

    https://maken.wikiwijs.nl/52537/Opdracht__Woordenschat___Vergelijkingen___hv12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Wie roept daar boe?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.