Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12

Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12

Wie roept daar boe?

Inleiding

Jongeren laten met gebaren en lichaamstaal vaak zien bij welke groep of muziekstijl ze horen; zo maken hiphopfans bijvoorbeeld vaak een ‘peace-teken’ met hun vingers. In Zuid-Korea betekent datzelfde peace-teken echter dat je geluk wenst bij een foto. En een duim omhoog is in veel landen positief, maar wordt in sommige culturen als beledigend ervaren. Met lichaamstaal maken we aan elkaar duidelijk wie ze zijn en wat we willen, of hoe we ons voelen.

Wat kan ik straks?

Hier vind je de leerdoelen die horen bij thema 4: Wie roept daar boe?

Leerdoel Opdracht
Ik kan diverse verhaalsoorten/genres van boeken herkennen en ik kan mijn voorkeur voor een bepaald genre motiveren. Fictie - Boeken zoeken
Ik kan het onderwerp in een zin herkennen en omschrijven hoe je het onderwerp kunt vinden. Grammatica - Onderwerp
Ik kan de opbouw van een tekst herkennen en de verschillende onderdelen omschrijven. Schrijven - Tekstopbouw
Ik kan een vergelijking uitleggen en een eigen definitie geven aan de term 'vergelijking'. Woordenschat - Vergelijkingen

Wat ga ik doen?

Het thema 'Wie roept daar boe?' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd Eindproduct
Inleiding 0,5 lesuur -
Fictie - Boeken zoeken 2 lesuren Boekomslag of achterkaft
Grammatica - Het onderwerp 1 lesuur Toets
Schrijven - Tekstopbouw 1 lesuur Slot
Woordenschat - Vergelijkingen 2 lesuur Toets of rebus
Afsluiting 2 lesuren Toneelstuk
Totaal 8,5 lesuren  

Opdrachten

Hieronder vind je de vier opdrachten die horen bij dit thema.
Maak je keuze.

Opdracht 1

Fictie - Boeken zoeken

Opdracht 2

Grammatica - Onderwerp

Opdracht 3

Schrijven - Tekstopbouw

Opdracht 4

Woordenschat - Vergelijkingen

Afsluiting

Kennisbanken

Hier vind je de kennisbanken die gebruikt zijn in dit thema.

Eindopdracht

Eindproduct

Je gaat het thema ‘Wie roept daar boe?’ afronden.
Je gaat als eindproduct een toneelstuk bedenken en opvoeren. Lichaamstaal speelt hierin de hoofdrol, want er mag in het toneelstuk niet gesproken worden!

Je voert samen met drie klasgenoten een kort toneelstuk op, waarin je het verhaal en de gevoelens van de personages duidelijk maakt zonder te praten. Net als in de films van vroeger. Vroeger waren er ‘stomme films’. Dit betekent dat er niet in gepraat werd. Bekijk dit fragment maar eens:

Aan de slag

  1. Kies samen een situatie die jullie interessant vinden. Dit kan iets zijn uit een boek dat je gelezen hebt of iets dat je op het nieuws hebt gezien.
  2. Bedenk samen wat er in deze situatie kan gebeuren en hoe dit verhaal spannend of boeiend wordt. Het toneelstukje hoeft maar een paar minuten te duren.
  3. Schrijf het verhaal in een paar zinnen op en verdeel de rollen.
  4. Werk de lichaamstaal per rol uit. Bedenk welke emoties en gevoelens bij jouw rol horen en hoe je die met lichaamstaal kunt uitbeelden. Denk aan gezichtsuitdrukkingen, gebaren en houdingen.
  5. Schrijf op welke houding en gebaren je gaat gebruiken. Bespreek dit met je groep om zeker te weten dat je de situatie goed uitbeeldt.
  6. Oefen het toneelstuk samen. Let erop dat je geen woorden gebruikt en dat het niet langer is dan vijf minuten.
  7. Voer het toneelstuk voor de klas uit en let op de reacties van je publiek. Kunnen je klasgenoten na afloop vertellen wat er is gebeurd en welke emoties er speelden? Als dat lukt, heb je je lichaamstaal goed ingezet!

Beoordeling:
Jullie docent beoordeelt jullie toneelstuk op de volgende onderdelen:

  • Het toneelstuk wordt uitgebeeld zonder woorden.
  • Het is duidelijk waar het toneelstuk over gaat.
  • Het toneelstuk is zo gespeeld, dat het publiek meeleeft.
  • De acteurs spelen hun rol goed en serieus.

Toneelstuk maken

In een toneelstuk worden drama en actie met elkaar gecombineerd en heb je te maken met personages en taal.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Kijk nog eens goed naar de inleiding. Hoe verliep jullie leugenspel? Kon je de ander makkelijk doorzien? Heb je na deze oefening al mensen betrapt op liegen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 8,5 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
  • Inhoud
    Welke opdracht binnen dit thema vond je het leukste? Welke het moeilijkste?
    Kun je informatie die je in de ene opdracht krijgt soms weer gebruiken in de andere opdracht?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hoe hebben jullie problemen opgelost?
    Had iedereen een duidelijke rol?
    Hadden jullie plezier in de opvoering?
    Denken jullie dat het belangrijk is om iets te begrijpen van lichaamstaal?
    Leg uit waarom/geef voorbeelden waaruit blijkt dat lichaamstaal voor iedereen belangrijk kan zijn.

Verderkijker

De Verderkijker biedt bij het thema passende externe linkjes naar uitleg, oefenmateriaal of filmpjes.

Fictie

Voor Boeken zoeken zijn de volgende items geselecteerd.

Grammatica

Voor het onderdeel Onderwerp zijn de volgende items geselecteerd.

Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Video: Hoe herken je het onderwerp

Schrijven

Voor het onderdeel Tekstopbouw zijn de volgende items geselecteerd.

Woordenschat

Voor het onderdeel Vergelijkingen zijn de volgende items geselecteerd.

  • Het arrangement Thema 4 Wie roept daar boe? - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-08-16 14:53:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    StudioVO

    Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.

    Fair Use

    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-hv12. Dit thema bestaat uit vier opdrachten, waarbij in iedere opdracht een andere taalvaardigheid centraal staat. Je leert diverse verhaalsoorten en genres van boeken herkennen, en je kunt jouw voorkeur voor een bepaald genre motiveren. Daarnaast leer je het onderwerp in een zin herkennen en omschrijven hoe je het onderwerp vindt. Je leert ook de opbouw van een tekst herkennen en de verschillende onderdelen omschrijven. Tot slot leer je wat een vergelijking is en kun je een eigen definitie geven van dit begrip. Bij de eindopdracht van dit thema, genaamd "Wie roept daar boe?", ga je een toneelstuk bedenken en opvoeren waarin niet gesproken mag worden. Lichaamstaal speelt een belangrijke rol in het uitbeelden van gevoelens en de rolverdeling. Je kiest een situatie, werkt deze uit in een kort verhaal en maakt een rolverdeling. Het doel is om je klasgenoten na afloop te laten beschrijven wat er is gebeurd. Als dat lukt, ben je geslaagd! Daarnaast is er een diagnostische toets beschikbaar om je begrip van de leerstof te testen. Succes!
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Samenhang; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Tekstkenmerken; Leesvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, hv12, lichaamstaal, nederlands, onderwerp, opbouw tekst, stercollectie, toneelstuk, verhaalsoorten, wie roept daar boe?
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Wie roept daar boe?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.