Je gaat het thema ‘Wie roept daar boe?’ afronden.
Je gaat als eindproduct een toneelstuk bedenken en opvoeren. Lichaamstaal speelt hierin de hoofdrol, want er mag in het toneelstuk niet gesproken worden!
Je voert samen met drie klasgenoten een kort toneelstuk op, waarin je het verhaal en de gevoelens van de personages duidelijk maakt zonder te praten. Net als in de films van vroeger. Vroeger waren er ‘stomme films’. Dit betekent dat er niet in gepraat werd. Bekijk dit fragment maar eens:
Aan de slag
Kies samen een situatie die jullie interessant vinden. Dit kan iets zijn uit een boek dat je gelezen hebt of iets dat je op het nieuws hebt gezien.
Bedenk samen wat er in deze situatie kan gebeuren en hoe dit verhaal spannend of boeiend wordt. Het toneelstukje hoeft maar een paar minuten te duren.
Schrijf het verhaal in een paar zinnen op en verdeel de rollen.
Werk de lichaamstaal per rol uit. Bedenk welke emoties en gevoelens bij jouw rol horen en hoe je die met lichaamstaal kunt uitbeelden. Denk aan gezichtsuitdrukkingen, gebaren en houdingen.
Schrijf op welke houding en gebaren je gaat gebruiken. Bespreek dit met je groep om zeker te weten dat je de situatie goed uitbeeldt.
Oefen het toneelstuk samen. Let erop dat je geen woorden gebruikt en dat het niet langer is dan vijf minuten.
Voer het toneelstuk voor de klas uit en let op de reacties van je publiek. Kunnen je klasgenoten na afloop vertellen wat er is gebeurd en welke emoties er speelden? Als dat lukt, heb je je lichaamstaal goed ingezet!
Beoordeling:
Jullie docent beoordeelt jullie toneelstuk op de volgende onderdelen:
Het toneelstuk wordt uitgebeeld zonder woorden.
Het is duidelijk waar het toneelstuk over gaat.
Het toneelstuk is zo gespeeld, dat het publiek meeleeft.