In het begin van de 17e eeuw kreeg Jan Adriaenszoon Leeghwater de taak om de Beemster droog te leggen. De Beemster was toen een groot meer.
Amsterdamse kooplieden wilden de polder droogleggen om er voedsel te kunnen verbouwen. De Beemster is een goed voorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van Nederland zelf hebben 'gemaakt'.
In deze opdracht kijk je naar de drooglegging van de Beemster, maar de opdracht had ook over een andere inpoldering kunnen gaan.
Kun je twee gebieden in Nederland noemen die ingepolderd zijn?
Je krijgt ook uitleg over wat het niveau is van de waterstanden in Nederland en hoe dit wordt gemeten (NAP).
Kun je aangeven waar de letters NAP voor staan?
Centraal staat in deze opdracht de omgang van Nederland met het water.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven waarom waterkeringen en dijken in Nederland belangrijk zijn.
Je gebruikt daarbij het begrip NAP.
beschrijven wat een polder is en waarom polders drooggemaakt zijn.
Je kunt minimaal twee voorbeelden noemen.
Wat ga ik doen?
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie en oplossingen.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leert over het begrip NAP en vergelijkt twee kaartjes over het waterniveau in Nederland. Ook beantwoord je een vraag.
Stap 2
Je leest op een website over hoe de inpoldering van De Beemster is verlopen. Tijdens het kijken van video's over inpoldering noteer je 20 woorden die met Nederland waterland te maken hebben.
Stap 3
Je bekijkt samen met een klasgenoot een woordenwolk en beantwoordt er vragen over.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
In de begrippenlijst vind je begrippen die te maken hebben met inpoldering en het waterniveau in Nederland.
Eindopdracht A
Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B
Kies je voor Eindopdracht B: dan zoek je eerst een tekst. Aan de hand daarvan ga je een woordenwolk maken.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: NAP
NAP betekent Normaal Amsterdams Peil.
Het is de standaardhoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden getoetst.
Voor het gemak wordt het NAP gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau.
In de Kennisbank Waterverdeling vind je ook een pagina over 'Waterstand'.
Bekijk deze pagina en ook de video in de Kennisbank over NAP.
Bekijk in de volgende opdracht twee kaartjes over de ligging van Nederland ten opzichte van het NAP.
Stap 2: Inpolderen
De Werelderfgoedlijst is een lijst met gebouwen, gebieden en evenementen die uniek zijn en als onvervangbaar worden beschouwd.
De Beemster staat op deze lijst. Deze droogmakerijuit 1612 kan als voorbeeld worden gezien van hoe de Nederlanders zelf land hebben 'gemaakt'.
Op de website entoen.nu/beemster vind je veel informatie over De Beemster.
Natuurlijk mag je ook de andere onderdelen bekijken.
Maak tijdens het kijken naar dit onderdeel en naar de video's een lijst met minimaal twintig woorden die te maken hebben met Nederland waterland.
Van een tekst over De Beemster is een 'woordenwolk' gemaakt.
In een woordenwolk geldt dat hoe vaker een woord voorkomt in het artikel, hoe groter het woord in de wolk staat.
Bekijk samen met een klasgenoot de woordenwolk die je hier ziet.
Geef antwoord op de volgende vragen.
Wat zijn de belangrijkste tien woorden?
Wat is volgens jullie het onderwerp van de tekst die is gebruikt voor het maken van de woordenwolk?
Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Droogmakerij
Een bemalen gebied (polder) dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of drasland was.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Nederland waterland'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat nu zelf een woordenwolk maken.
Zoek op internet een tekst van ongeveer 200 woorden die gaat over 'Nederland waterland'.
Selecteer de tekst van het artikel en ga dan naar een van de volgende websites:
Maak op een van de sites een woordenwolk.
Bevat de woordenwolk de woorden die je had verwacht?
Staan er woorden niet in of staan sommige woorden er kleiner (of juist groter) in dan je had verwacht?
Kies de belangrijkste woorden uit je woordenwolk en maak met die woorden één zin die de hoofdgedachte van de tekst weergeeft.
Klaar?
Laat de woordenwolk beoordelen door je docent.
Beoordeling
Je docent beoordeelt de woordenwolk op inhoud en vormgeving.
Het moet duidelijk zijn dat de woordenwolk gaat over de omgang van Nederland met het water.
En de woordenwolk moet er goed verzorgd uitzien.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je zelf twee voorbeelden geven van ingepolderd land?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wel uitleggen waarom waterkeringen en dijken belangrijk zijn voor Nederland?
Hoe ging het?
Inhoud
Was het lastig om een lijstje van 20 woorden over Nederland en het water samen te stellen?
Heeft het bekijken van de video's je daarbij geholpen?
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht?
Was het lastig om een woordenwolk te maken over dit onderwerp?
Het arrangement Nederland waterland - hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht bespreekt wat het NAP is en benadrukt dat Nederland, doordat een groot deel onder NAP ligt, een hoog overstromingsgevaar heeft. Nederland doet veel aan inpoldering om landbouwgrond te winnen die normaal gesproken onder water zou staan vanwege het NAP. Je bekijkt video's over inpoldering en maakt een opdracht waarin je een woordenwolk bekijkt en daar informatie uit haalt.
Deze opdracht hoort bij het thema ''Water'', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. Deze opdracht bespreekt wat het NAP is en benadrukt dat Nederland, doordat een groot deel onder NAP ligt, een hoog overstromingsgevaar heeft. Nederland doet veel aan inpoldering om landbouwgrond te winnen die normaal gesproken onder water zou staan vanwege het NAP. Je bekijkt video's over inpoldering en maakt een opdracht waarin je een woordenwolk bekijkt en daar informatie uit haalt.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Nederland waterland
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.