Thema: Krachten der aarde - hv123

Thema: Krachten der aarde - hv123

Thema Krachten der aarde

Inleiding

Dit thema heeft als titel 'Krachten der aarde' en gaat over de volgende onderwerpen:

  • Plaattektoniek
    Je leert over de opbouw van de aarde. De aardkorst bestaat uit twee platen. Hoe de platen ten opzichte van elkaar bewegen en wat het gevolg kan zijn van botsende platen, leer je in het onderdeel plaattektoniek.
  • Aardbevingen
    Je leert over hoe aardbevingen ontstaan, wat de gevolgen zijn en waar ter wereld ze voorkomen.
  • Vulkanen
    Je leert hoe vulkanen ontstaan, waardoor ze gaan werken en waar je vulkanen kunt aantreffen.

Aardbevingen en vulkanen zijn krachten die van binnenuit op de aardkorst werken.

  • Erosie en verwering
    Je leert wat het verschil is tussen erosie en verwering.
    Erosie is het afslijten van gesteente door invloeden van buitenaf; door wind, water en ijs.
    Bij verwering kan gesteente afbrokkelen door planten, bomen, vorst en zure regen.
  • Orkanen en tornado's
    Je leert over het verschil tussen orkanen en tornado's en de verwoestende krachten daarvan.

Erosie en verwering, orkanen en tornado's zijn krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken.

 

Introductie - opdracht

Je hebt vast wel eens in het nieuws gehoord over een aardbeving of vulkaanuitbarsting.
Hieronder staan vijf grote natuurrampen die de wereld hebben getroffen in de 21e eeuw.

Maak een groepje samen met vier andere klasgenoten.
Elk van jullie zoekt informatie op over een van deze rampen.
Schrijf kort en bondig informatie op over deze ramp.

Denk aan de volgende dingen:

  • Waar en wanneer vond de ramp plaats?

  • Wat was de oorzaak van de ramp?

  • Waren er veel (dodelijke) slachtoffers?

  • Wat waren de gevolgen voor de stad/streek waar de ramp plaatsvond?


Zoek maximaal 10 minuten. Vertel daarna om de beurt iets over ‘jouw ramp’ aan je klasgenoten.

Kies uit:

  • Tsunami Azië 2004

  • Orkaan Katrina 2005

  • Aardbeving Haïti 2010

  • Uitbarsting Eyjafjallajökull 2010

  • Cycloon Nargis 2008


Welke ramp maakte het meeste indruk op jou? Bespreek het met je klasgenoten.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
de relaties tussen endogene processen, plaattektoniek, vulkanisme en aardbevingen beschrijven.
  • Plaattektoniek
  • Aardbevingen
  • Vulkanen
de landschapsvormende werking van endogene krachten beschrijven en uitleggen.
  • Plaattektoniek
  • Aardbevingen
  • Vulkanen
de werking van exogene processen verwering, erosie, transport en sedimentatie beschrijven.
  • Erosie en verwering
  • Orkanen en tornado's
beschrijven en verklaren wat de oorzaken en gevolgen zijn van natuurrampen en voorspel je de gevolgen van verschillende natuurrampen.
  • Erosie en verwering
  • Orkanen en tornado's

Wat ga ik doen?

Het thema 'Krachten der aarde' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel

Tijd in lesuren

Eindproduct

Inleiding

1

 

Opdracht: Plaattektoniek

2

Werkblad

Opdracht: Aardbevingen

2,5

Eigen keuze aardbeving

Opdracht: Vulkanen

2

Eigen keuze vulkaan

Opdracht: Erosie en verwering

2

Twee posters

Opdracht: Tornado's

2

Eigen keuze orkaan

Afsluiting

 

 

Eindopdracht A

2

Online krant

Eindopdracht B

0,5

Quiz

Totaal 14  

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

 

Opdrachten

Plaattektoniek

Plaattektoniek

Intro

In deze opdracht kijk je naar de opbouw van de aarde.
Onder je voeten, in het binnenste van de aarde en aan het aardoppervlak, spelen zich allerlei processen af.
Met als gevolg dat er vulkanen uitbarsten, aardbevingen ontstaan en er gebergtes worden gevormd.

Download hier de kaart van Europa.

Geef op de kaart aan:

een gebergte (met naam)

een vulkaan (met naam)

een aardbevingsgebied (met naam).

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven dat de aardkorst is opgebouwd uit bewegende platen; ik gebruik de begrippen: continentale platen en oceanische platen.
  • het bewegen van de aardplaten beschrijven met de begrippen divergentie, convergentie en transforme beweging.
  • aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan.
  • aangeven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan.
  • aangeven bij welke plaatbeweging oceanen kunnen ontstaan.

 

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de relaties tussen endogene processen, plaattektoniek, vulkanisme en aardbevingen.

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je leest de Kennisbank over plaattektoniek en bekijkt een video. Je downloadt het werkblad, vult Stap 1 in en combineert in een oefening een aantal trefwoorden.

Stap 2

Je bekijkt een afbeelding en een video over bewegende platen. Je beantwoordt vragen over veranderingen door de beweging van platen.

Stap 3

Aan de hand van een afbeelding en een video vul je de bewegingsrichting in van de platen.

Stap 4

Je leert over convectiestromen en de wijze waarop platen uit elkaar worden geduwd (divergentie, convergentie en transforme beweging). Je vult het onderdeel van het werkblad in.

Stap 5

Je leert over het ontstaan van oceanen door divergerende platen. Je bekijkt een video en bekijkt de toelichting.

Stap 6

Je bestudeert drie manieren waarop convergerende platen kunnen botsen en kijkt er video's over. Je vult de vragen in op het werkblad.

Stap 7

Je leest nogmaals de Kennisbank, bekijkt een video over plaattektoniek.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

In de begrippenlijst staan begrippen over de opbouw van de aarde.

Toets

Je maakt een toets over plaattektoniek.

Eindproduct

en

Je beschrijft op het werkblad een van de drie plaatbewegingen. Je beschrijft ook de verschijnselen die je bij die bewegingen tegenkomt. Je vergelijkt je antwoord met een klasgenoot die een andere beweging heeft beschreven.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: De opbouw van de aarde

Opbouw van de Aarde

Heel vroeger dachten mensen dat het middelpunt van de aarde de hel was.
Een vlammende oven waar duivels in wonen. Maar de mensen hadden het mis.
Er wonen géén duivels. Wél is het er enorm heet: ruim 5000 graden!

Bestudeer alle pagina's en bekijk de video in de Kennisbank.

Bekijk de volgende interactieve schoolplaat van SchoolTV over de opbouw van de aarde.
Ontdek de opbouw van de aarde.

Download het werkblad De opbouw van de aarde.
Op het werkblad zie je bij Stap 1 een afbeelding van de aarde.
Benoem de vier delen die je ziet.

Maak nu de volgende oefening.
Je ziet een aantal trefwoorden die met de opbouw van de aarde te maken hebben.

Stap 2: Bewegende platen

De aardkorst is maar heel dun en bestaat uit twee soorten platen: continentale platen en oceanische platen.
De platen kunnen ten opzichte van elkaar bewegen.

Bekijk de afbeelding.


De aarde zag er 200 miljoen jaar geleden heel anders uit dan nu.
Dat kun je zien in de video die in de opdracht staat.
Je beantwoordt dan na het kijken de vragen. ​

Stap 3: Bewegende platen

De aardplaten hebben 200 miljoen jaar over de aarde gezworven.
En de platen bewegen nu nog.
In de animatie in Stap 2 heb je gezien hoe de platen zijn verschoven.

 

Pak het werkblad De opbouw van de aarde erbij.
Je ziet op het werkblad bij Stap 3 een afbeelding met de namen van de platen.
Je ziet ook de continenten afgebeeld.
Onder de afbeeldingen zie je een tabel.
In de tabel staan een aantal namen van platen.

Bekijk de afbeelding en video opnieuw.
Geef van de in de tabel genoemde platen aan in welke richting ze bewegen.

 

Stap 4: Divergentie en convergentie

Doorsnede opbouw aarde

In Stap 1 heb je gezien dat de aarde uit de kern, de mantel en de aardkorst is opgebouwd.
De mantel is een stroperige massa die magma wordt genoemd.
Door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst is de magma voortdurend in beweging.

Die bewegingen worden convectiestromen genoemd. Convectiestromen kunnen ervoor zorgen dat aardplaten gaan schuiven.
Ze kunnen uit elkaar worden geduwd of juist tegen elkaar aan worden geduwd of ze gaan langs elkaar heen schuiven.

Als twee platen uit elkaar worden geduwd, spreek je van divergentie (to diverge = uit elkaar gaan), zoals bij de kloof bij Grótagjá in IJsland.
Worden twee platen tegen elkaar aangeduwd dan spreek je van convergentie.

Je spreekt van een transforme beweging als twee platen langs elkaar heen schuiven,
zoals de San Andreasbreuk in Californië.

Kloof bij Grótagjá in IJsland
San Andreasbreuk, Californië, USA


Pak opnieuw je werkblad erbij. Bekijk de tabel die je bij Stap 3 hebt ingevuld.
Vul de antwoorden in op de vragen van Stap 4.

Stap 5: Ontstaan van de oceanen

Bekijk de afbeelding die ook in Stap 2 en 3 voorkomen, opnieuw.

De Zuid-Amerikaanse plaat en de Afrikaanse plaat zijn divergerende platen.
Ze bewegen in tegengestelde richting. Ze worden uit elkaar geduwd.

Valt het je ook op dat de divergerende platen elkaar raken in de oceanen?

Bekijk nogmaals de video.

Bekijk nu de volgende afbeeldingen en lees de bijbehorende toelichting.

Je ziet hier dat de aardkorst wordt opgewarmd door het opstijgende magma.
Door de opwarming en de omhoogkomende magma gaat de aardkorst omhoog. De aardkorst is niet zo flexibel, daarom scheurt de aardkorst. Er ontstaan nu twee losse platen, die uit elkaar bewegen. De platen divergeren, omdat het magma die uit de scheur komt de platen opzij duwt.
Hier zien we dat er water tussen de platen is gekomen. Wanneer er een laagte ontstaat zal hier altijd water in komen te staan. Dit water kan regenwater zijn, maar ook zee- of oceaanwater.
Ten slotte is er een oceaan ontstaan. Ook is de aardkorst echt gescheurd, waardoor er magma aan de oppervlakte komt. Het magma (nu lava) stolt en er ontstaat een 'Mid-Oceanische Rug'.

Stap 6: Botsende platen

Als platen ergens uit elkaar gaan, moeten ze op andere plaatsen tegen elkaar geduwd worden. Je spreekt dan van convergerende platen.
Bij convergerende platen kunnen zich verschillende situaties voordoen:

  1. Twee continentale platen botsen.
  2. Een continentale plaat botst met een oceanische plaat.
  3. Twee oceanische platen botsen.

1. Twee continentale platen botsen.
Bekijk nu nog een keer de video.

De Zuid-Amerikaanse plaat en de Nazca plaat zijn convergerende platen.
Wat voor soort platen botsen op elkaar?
Zoek nog een aantal botsende platen.


2. Een continentale plaat botst met een oceanische plaat
In de animatie zie je een continentale plaat botsen met een oceanische plaat:

Doordat de oceanische plaat zwaarder is dan de continentale plaat schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat.
Dit noem je subductie.

Er ontstaan in de subductiezones smalle, diepe kloven in de zeebodem die je troggen noemt.
Je snapt dat er bij het ontstaan van de troggen grote krachten aan het werk zijn.
Als de platen over elkaar heen schuiven, is er sprake van veel wrijving en komt er veel energie/warmte vrij.
In de animatie zie je dat er magma naar boven komt en dat er een vulkanisch gebergte ontstaat.

Bekijk onderstaande video tot 1:51 min. waarin de oceaanbodem van de aarde te zien is zonder water.
De hoogteverschillen zijn groter weergegeven om een duidelijker beeld van de oceaanbodem te geven.


3. Twee oceanische platen botsen
Bekijk ook de animatie van twee botsende oceanische platen:

Je ziet dat een van de twee botsende platen onder de ander schuift. Er vindt hier dus ook subductie plaats.
Er ontstaat een gebergte onder de zee waarvan de toppen boven water uitsteken. Dit is vaak een eilandenboog.

Door het over elkaar schuiven van de platen komt er veel energie/warmte vrij en komt er magma naar boven.
Dus ook hier vind je vulkanen. Vul de resterende vragen in op je werkblad.

Kun je van alle drie de verschillende situaties voorbeelden vinden?
Schrijf de voorbeelden op het werkblad.

Stap 7: Plaattektoniek

In de Kennisbank en in de volgende video van Schooltv is alles over plaattektoniek op een rijtje gezet.
Blader nog een keer door de pagina's van de Kennisbank en bekijk de video.

Afronding

Begrippen

Convectiestromen
De beweging van het magma veroorzaakt door het temperatuurverschil tussen de kern van de aarde en de aardkorst.

Divergentie
Uit elkaar bewegen, uiteenlopen.

Convergentie
Naar elkaar toe bewegen.

Transforme plaatgrenzen
De beweging van twee platen is evenwijdig ten opzichte van elkaar.

Aardkorst
De buitenste vaste laag van de aarde. Deze laag bestaat uit twee verschillende soorten aardplaten: de continentale platen (het land) en de oceanische platen (de oceaanbodem).

Continent
Een landmassa omgeven door zee.

Plaattektoniek
Het bewegen van aardplaten tegen, langs en uit elkaar.

Gebergtevorming
Het bewegen van de aardplaten met als gevolg de vorming van reliëf.

Plooiing
Het in en tegen elkaar drukken van aardplaten, zodat deze omhoog komen.

Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

Vulkanisme
Het proces waarbij vloeibaar gesteente uit de aardmantel naar het aardoppervlak komt.

Vulkaan
Een berg ontstaan door uitbarstingen vanuit het binnenste van de aarde.

Magma
Gloeiend heet gesmolten gesteente in het binnenste van de aarde (de aardmantel).

Trog
Een kloof op de plek waar een zware oceanische onder een lichte continentale aardplaat schuift.

Subductie
Het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift.

Vulkaanuitbarsting
Het spuwen van lava door een vulkaan.

Breuk
Barsten en scheuren tussen de aardplaten waarbij horsten en slenken kunnen ontstaan.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Plaattektoniek'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Eindopdracht B: Plaatbewegingen

Je hebt in de voorgaande stappen een aantal vragen beantwoord op het werkblad.
Als laatste opdracht ga je op je werkblad een van de drie plaatbewegingen (divergent, convergent of transform) beschrijven.

  • Je zoekt in de atlas of op internet waar ter wereld die beweging voorkomt.
  • Je schrijft op welke verschijnselen je tegenkomt op de plekken waar die beweging voorkomt. Je legt uit waarom dat verschijnsel juist daar voorkomt.
  • Je zoekt afbeeldingen op die de ligging en de werking van de plaatbeweging verduidelijken.

Klaar?
Wissel je beschrijving uit met twee klasgenoten die een andere beweging hebben gekozen.
Stel elkaar vragen. Geef elkaar op een goede manier feedback.
Pas je eigen beschrijving eventueel nog iets aan.
Lever het werkblad in bij je docent, die het zal beoordelen.

Beoordeling
Jullie docent let op de volgende punten:

  • Is het werkblad in alle stappen volledig ingevuld?
  • Zijn de antwoorden correct?
  • Zijn aan de eindopdracht afbeeldingen toegevoegd?
  • Is aan het werkblad aandacht besteed?

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Heb je op het kaartje van Europa 3 gebieden kunnen aangeven?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat convectiestromen zijn?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over hoe de aarde is opgebouwd?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je voldoende informatie kunnen verzamelen over plaatbewegingen?

Aardbevingen

Aardbevingen

Intro

Hoe ontstaat een aardbeving? En wat heeft een aardbeving te maken met bewegende platen?
Aan het eind van deze opdracht weet je het.

Kijk samen met een klasgenoot naar de video van Schooltv.

Kunnen jullie na het bekijken van de video uitleggen waardoor deze aardbevingen ontstaan?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat een aardbeving is.
  • de begrippen epicentrum, hypocentrum en schaal van Richter beschrijven.
  • aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan en waar op aarde aardbevingen voorkomen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan, wat een aardbeving is en waar op aarde aardbevingen voorkomen.

Aan de slag
Stap Activiteit

Stap 1

Je leert hoe aardbevingen kunnen ontstaan. Je bekijkt video's over het ontstaan van een aardbeving en een tsunami. Je beantwoordt vragen over de leerstof.

Stap 2

Je leert wat de begrippen epicentrum en hypocentrum betekenen. Je beantwoordt vragen over aardbevingen o.a. in Nederland, je zoekt er informatie over op. Tenslotte lees je in de Kennisbank over de oorzaak van aardbevingen in Groningen.

Stap 3

Je bekijkt een website over aardbevingen. Je maakt er een oefening over.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

Hier vind je begrippen die te maken hebben met aardbevingen.

Eindopdracht A

In deze stap maak je een toets.

Eindopdracht B

Je gaat een eindproduct naar keuze maken waarin je een aantal begrippen over aardbevingen verwerkt.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een Bosatlas nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Afhankelijk van de keuze van het eindproduct kun je meer of minder tijd nodig hebben. Overleg met je docent.

Aan de slag

Stap 1: Intro aardbeving

Schade na aardbeving Italië

Door het langdurig langs elkaar bewegen van twee platen ontstaat een grote spanning.
Die spanning kan zo hoog worden dat de platen ineens losschieten.
Zo'n plotselinge stap geeft soms een enorme schokgolf: een aardbeving.

Bestudeer uit de Kennisbank Natuurverschijnselen de eerste pagina en bekijk ook de video in de Kennisbank.

Aardbeving

Kijk naar het filmpjes van Schooltv over aardbevingen en tsunami's.
Daarna beantwoord je de vragen, die over de Kennisbankinformatie en de video's gaan.


Kijk naar het filmpje over het onderzoek naar tsunami’s

Stap 2: Aardbeving

Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum. In het epicentrum zijn de schokken het grootst en vaak vind je rond het epicentrum de meeste verwoestingen.
Het epicentrum ligt recht boven het hypocentrum.
Het hypocentrum is de plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.

Aardbevingen worden geregistreerd met behulp van een seismograaf.
De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op de schaal van Richter. Een aardbeving met een sterkte tot 4 op de schaal van Richter is een lichte aardbeving. Aardbevingen met een sterkte boven de 5 zijn al vrij krachtig. En met een sterkte boven de 8 is de aardbeving zeer zwaar.

In december 1986 vindt voor het eerst een aardbeving plaats in Groningen.
Inmiddels is bekend dat de aardbevingen in Groningen veroorzaakt worden door gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). We zijn nu ongeveer 1000 bevingen verder.
Vooral de laatste jaren nemen de bevingen in Groningen in een rap tempo toe.

Bestudeer in de Kennisbank de pagina over aardbevingen in Groningen.

Aardbeving - Groningen

 

  • Welke factoren zijn van invloed bij de aardbevingen in Groningen?

Stap 3: Krachten van de natuur

Bekijk de website over Aardbevingen.
Klik op alle tabs en lees de formatie over aardbevingen.
Beantwoord daarna de volgende vragen.

Afronding

Begrippen

Aardbeving
Het schokken van de aarde doordat aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen en er zo opgebouwde druk vrijkomt.

Epicentrum
Een aardbeving verspreidt zich doorgaans in een cirkelvorm. Het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum.

Hypocentrum
De plaats onder de aardkorst waar de aardbeving ontstaat.

Schaal van Richter
De hevigheid van een aardbeving wordt gemeten op schaal van Richter.

Seismograaf
Een meetinstrument om aardbevingen te registreren.

Zeebeving
Een aardbeving waarvan het epicentrum in de zee ligt.

Tsunami
Een grote vloedgolf veroorzaakt door een zeebeving.

Eindopdracht A: Toets

Aan het eind van de opdracht maak je de toets 'Aardbevingen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Eindopdracht B: Eigen keuze

In deze opdracht ben je in ieder geval de volgende 'begrippen' tegengekomen.
Gebruik deze begrippen om het eindproduct voor deze opdracht te maken.

  • Epicentrum
  • Aardbeving
  • Hypocentrum
  • Schaal van Richter
  • Seismograaf
  • Schuivende platen
  • Tsunami

Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
Dat kan een poster of collage zijn, maar misschien ook een animatiefilm over aardbevingen.
In het eindproduct moeten de genoemde begrippen duidelijk worden uitgelegd.

Kijk in de gereedschapskist en zoek een manier uit om je eindproduct vorm te geven!

Klaar?
Bekijk de beoordelingscriteria van je eindproduct in de gereedschapskist.
Laat je eindproduct beoordelen door je docent.

Beoordeling
Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: komen alle begrippen terug in het eindproduct?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Heb je de video bekeken en kun je antwoord geven op de gestelde vraag?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven hoe aardbevingen kunnen ontstaan?
    En op welke wijze platen dan bewegen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel af van aardbevingen? Kende je de termen epicentrum en hypocentrum al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Vonden jullie het lastig om een eindproduct te maken met daarin verwerkt de genoemde begrippen?
    Wat hebben jullie uiteindelijk gemaakt?

Vulkanen

Vulkanen

Intro

Het woord vulkaan komt van Vulcano, een Italiaans eilandje ten noorden van Sicilië.
Dit eilandje is sinds mensenheugenis vulkanisch actief en de oude Romeinen vernoemden hun God van het vuur, Vulcanus, naar dit eiland.

In deze opdracht staan vulkanen centraal.

Bekijk onderstaande video van een vulkaanuitbarsting.
Je ziet lava uit de krater van een vulkaan stromen.
Hoe wordt lava genoemd voordat het aan het aardoppervlak verschijnt?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat een vulkaan is. Ik gebruik de begrippen: krater, magma en lava.
  • beschrijven bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan en waar op aarde vulkanen ontstaan.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je omschrijft wat een vulkaan is, bij welke plaatbewegingen vulkanen ontstaan en waar op aarde je vulkanen aantreft.

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je zoekt met Google Earth de 'Isola Volcano' op. Je bekijkt de vulcanische activiteit.

Stap 2

Je bestudeert de Kennisbank over wat een vulkaan is, hoe deze ontstaat en waar je vulkanen aantreft. Je bekijkt video's en beantwoordt er vragen over.

Stap 3

Je bekijkt een website over vulkanen en kunt er zelf een vulkaan bouwen. Je beantwoordt vragen over wat je op deze website hebt gelezen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

De begrippenlijst bevat begrippen over vulkanen.

Eindopdracht A

Kies je voor deze eindopdracht, dan maak je een toets.

Eindproduct

Kies je voor deze eindopdracht, dan maak je een eindproduct naar keuze, waarin een eigen gekozen vulkaan centraal staat.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • een computer met Google Earth

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Isola Volcano

Vulcanus

Het eiland Vulcano dankt zijn naam aan de god van het vuur, Vulcanus.
Deze Romeinse god van het vuur, de edelsmeden en de vulkanen werd door de Romeinen verantwoordelijk gehouden voor het vulkanische geweld dat soms zichtbaar was voor de kust van het huidige Sicilië.

In de volgende opdracht ga je met Google Earth op zoek naar een vulkaan die mogelijk nog actief is.

Stap 2: Werking vulkanen

Bestudeer de pagina's Vulkanen-1 en Vulkanen-2 van de Kennisbank.
Bekijk ook de video in de Kennisbank.

Vulkanen-1 en 2

Bekijk de volgende video's over vulkanen.
Daarna maak je de opdracht, die betrekking heeft op deze video's.


Wat is een vulkaan?

Het ontstaan van vulkanen

Stap 3: Vulkanen

Op de volgende website vind je de nodige informatie over vulkanen.

Krachten der Aarde: Vulkanen

Op deze website kun je ook je eigen vulkaan bouwen!

Maak de volgende opdracht.
De vragen gaat over de informatie op de website die je net hebt bestudeerd.

Afronding

Begrippen

Krater
Het binnenste van een vulkaan, daar waar de lava omhoog komt en boven het aardoppervlak uitstroomt.

Gesteente
Materiaal waaruit de aardkorst bestaat.

Lava
Gloeiend heet gesmolten gesteente dat boven het aardoppervlak is gekomen. Onder de aardkorst noemen we dit magma en erboven lava.

Hotspot
Een zeer hete plek in de aardmantel (mantelpluim) waar de aardplaten over heen schuiven.

Geisers
In de buurt van vulkanen kom je soms door aardwarmte verwarmde heetwaterbronnen (geisers) tegen.
Ze ontstaan daar omdat de aardkorst in de buurt van vulkanen dunner is dan op andere plaatsen.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Vulkanen'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Eindopdracht B: De vulkaan

Eindproduct
Op de website www.vulkanisme.nl vind je veel informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen.
Ga naar de website en surf er een tijdje rond.
Bezoek de pagina 'Bekende vulkanen'. Kies een van deze vulkanen uit.
Mocht de link van de pagina niet werken, maak dan gebruik van Google.

Je mag zelf bepalen hoe je je eindproduct vormgeeft.
In je eindproduct geeft je aan:

  • Waar de vulkaan ligt.
  • Hoe de vulkaan is ontstaan.
  • Of de vulkaan nog actief is.
  • Waarom de vulkaan, volgens jou, tot de bekende vulkanen behoort.

Kijk in de gereedschapskist om inspiratie op te doen voor je eindproduct!

Klaar?
Lever je eindproduct in en laat het beoordelen door je docent.
Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: wordt de vulkaan goed in beeld gebracht?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een omschrijving maken van een vulkaan met gebruikmaking van de begrippen: krater, magma en lava?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al veel over vulkanen en hoe ze ontstaan?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Welke bekende vulkaan heb je gekozen?
    Was het lastig om een geschikt eindproduct te maken?

Erosie en verwering

Erosie en verwering

Intro

De aardkorst verandert voortdurend van vorm door natuurkrachten.
Er zijn krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken, denk aan vulkanisme en aardbevingen.
Er zijn krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken.

In deze opdrachten kijk je naar twee krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken: erosie en verwering.

Op de afbeelding zie je gesteente waarin diepe kloven zijn gesleten door modder- en waterstromen.
Is dit een vorm van erosie of van verwering?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • exogene krachten beschrijven als krachten die van buiten op de aardkorst inwerken. Ik kan voorbeelden noemen van exogene krachten.
  • de begrippen erosie en verwering omschrijven, zodat het verschil tussen beide begrippen duidelijk wordt.
  • omschrijven wat wordt verstaan onder vorstverwering, verwering door planten/bomen en chemische verwering. Van iedere soort verwering kan ik een afbeelding vinden.
  • aangeven dat erosie wordt veroorzaakt door ijs, wind en water en uitleggen dat door erosie sedimentatie kan plaatsvinden.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft verwering, erosie en sedimentatie als exogene processen.

Aan de slag
Stap Activiteit

Stap 1

Je bestudeert de Kennisbank over exogene en endogene krachten. Je maakt een oefening waarin je afbeeldingen combineert met exogene en endogene krachten.

Stap 2

Je leert wat het verschil is tussen erosie en verwering. Je bekijkt video's over erosie en sedimentatie. Je maakt een combinatieoefening over verwering en erosie.

Stap 3

en

Je zoekt met Google Earth verschillende plekken op aarde en onderzoekt waar erosie of verwering plaatsvindt.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

De begrippenlijst gaat over de items die met erosie en verwering te maken hebben.

Eindopdracht A

Je maakt de toets 'Erosie en verwering'.

Eindopdracht B

en

Je maakt twee posters, waarbij duidelijk het verschil naar voren komt tussen erosie en verwering.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • een computer met Google Earth

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Endogeen en exogeen

Voorbeeld van erosie

De aardkorst wordt beïnvloed door twee krachten.
Van buitenaf wordt de aardkorst veranderd door exogene krachten, van binnenuit door endogene krachten.

Bestudeer alle pagina's uit de Kennisbank.

Exogene krachten

Maak nu de volgende opdracht met afbeeldingen.

Stap 2: Erosie en verwering

Voorbeeld van verwering

In de video zul je zien dat de aardkorst kan veranderen door exogene krachten.
We maken een onderscheid tussen verwering en erosie.

Verwering is het afbrokkelen van gesteente. Verwering kan gebeuren door planten, bomen, vorst en zure regen.
Erosie is het afslijten van gesteente. Erosie gebeurt door wind, water en ijs.
Als het gesteente dan wordt meegevoerd en ergens anders wordt neergelegd, noem je dat sedimentatie.

Bekijk de volgende video's en maak daarna de opdracht.

Video: De bodem glijdt weg

 

Maak de volgende opdracht.
Geef van de zes afbeeldingen aan of je te maken hebt met verwering of met erosie.

Stap 3: Erosie of verwering?

Jullie gaan met behulp van Google Earth een aantal plekken op aarde bezoeken.
Je bekijkt welke vorm van erosie of verwering er plaatsvindt.

Zorg dat Google Earth op jullie computer staat.
Ga op zoek naar de volgende plekken:

  1. De Morteratchgletscher (Zwitserland)
  2. De kust bij Dover (Engeland)
  3. Wave Rock (Australië)
  4. Karstgebergte Guilin Yangshuo (China)
  5. Boeddha van Leshan (China)

Geef per plek aan of er sprake is van erosie of van verwering.
Zoek eventueel met Google naar afbeeldingen van deze plekken.
Geef ook aan waardoor de erosie/verwering is ontstaan.

Jullie hebben nu vijf soorten van erosie/verwering bekeken.
Verzamel van alle plaatsen die jullie bezocht hebben, afbeeldingen voor in jullie eindproduct.

Afronding

Begrippen

Endogene krachten
Krachten van binnenuit de aarde.

Exogene krachten
Krachten van buitenaf die ervoor zorgen dat de aardkorst verandert.

Verwering
Het breken en loskomen van gesteente aan het aardoppervlak door invloeden van planten, bomen, vorst en zure regen.

Erosie
Het uitschuren, afslijten van een vast oppervlak en het afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, stromend water en ijs.

Sedimentatie
Het afzetten van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.

Wind
De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk.

IJs
De vaste vorm van water.

Gletsjer
Een ijsbekken met daarbij een langzaam naar het dal glijdende ijstong.

Zandsteen
Gesteente ontstaan door op elkaar gedrukte lagen zand.

Kalksteen
Gesteente ontstaan uit op elkaar gedrukte lagen met kalkskeletten van zeedieren.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Erosie en verwering'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Eindopdracht B: Poster maken

Je gaat aan de slag met het eindproduct.
Het eindproduct bestaat uit twee posters op A4-formaat.
Op één poster staat erosie centraal. Op de andere poster verwering.

Als je de twee posters naast elkaar legt, moet je duidelijk verschil zien tussen erosie en verwering.
Maak op de posters gebruik van korte tekstjes en van afbeeldingen.
Je kunt de afbeeldingen uit Stap 3 ook gebruiken.

Klaar?
Bekijk in de gereedschapskist aan welke beoordelingscriteria de posters moeten voldoen.
Lever de posters in bij je docent.

De docent zal de posters beoordelen.
Hij let daarbij op:

  • de inhoud: zijn de verschillen tussen erosie en verwering goed in beeld gebracht?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil omschrijven tussen erosie en verwering?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over erosie en verwering?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het leuk om de posters te maken? Heb je goed het verschil aan kunnen geven tussen erosie en verwering?

Tornado en orkaan

Tornado en orkaan

Intro

In Nederland kan het hard waaien en stormen, maar orkanen en tornado's komen hier gelukkig zelden voor.

De orkanen die in het Caribisch gebied en aan de oostkust van Amerika voorkomen, hebben namen.
Kun je twee namen noemen van orkanen, die nog niet zo lang geleden hebben plaatsgevonden?

Er bestaat een groot verschil tussen orkanen en tornado's.
Na deze opdracht zal het duidelijker zijn.

 

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat een orkaan is, hoe een orkaan ontstaat, waar op aarde regelmatig orkanen voorkomen en wat de gevolgen van een orkaan kunnen zijn.
  • omschrijven wat een tornado is, hoe een tornado ontstaat, waar op aarde regelmatig tornado's voorkomen en wat de gevolgen van een tornado kunnen zijn.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart oorzaken en gevolgen van natuurrampen, zoals orkanen en tornado's en je voorspelt de gevolgen daarvan.

Aan de slag
Stap Activiteit

Stap 1

Je leert in de Kennisbank hoe orkanen en tornado's ontstaan en waar ze voorkomen. Je bekijkt er video's over. Daarna maak je een opdracht, waarbij je een tweetal websites raadpleegt.

Stap 2

Je bekijkt twee websites over orkanen en tornado's. Je bekijkt een video over het ontstaan van tornado's in Tornado Alley. Daarna maak je een oefening over orkanen en tornado's.

Stap 3

Je leert dat orkanen ook namen krijgen en waar orkanen voorkomen. Je bezoekt een website en leest informatie over orkaan Irma.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

Je kunt hier een aantal begrippen nalezen over orkanen en tornado's.

Eindopdracht A

In deze stap maak je een toets.

Eindopdracht B

Eindproduct maken over een of meerdere eigen gekozen orka(a)n(en).

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een Bosatlas nodig.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Tornado en orkaan

Bestudeer in de Kennisbank Natuurverschijnselen de pagina's over orkanen en tornado's. Bekijk ook de video in de Kennisbank.

Orkaan - Tornado


In de volgende video's kun je zien waarom we in Europa geen orkanen hebben en hoe je de kracht en de snelheid van een verwoestende cycloon kan berekenen en volgen.

Na het bekijken van de video's maak je een oefening.
De antwoorden kun je terugvinden in de Kennisbank en de video's.


Schooltv: Waarom heeft Europa geen orkanen?


Schooltv: Een verwoestende cycloon.

Stap 2: Krachten der aarde

Naderende orkaan

Op de volgende websites vind je informatie over tornado's en orkanen:

Zie ook bijgaande video over het ontstaan van tornado’s in Tornado Alley:

De oefening die je gaat maken gaat over tornado's en orkanen.

Stap 3: Orkaan Irma

Schade na orkaan Irma

In het Caribisch gebied komen gemiddeld in het orkaanseizoen zes orkanen voor.
Deze tropische orkanen bedreigen ieder jaar de landen rond de Golf van Mexico en de oostkust van de Verenigde Staten.
De orkanen die in dit gebied ontstaan krijgen allemaal een naam. In 2017 zijn de namen van de Atlantische orkanen: Arlene, Bret, Cindy, Don, Emily, Franklin, Gert, Harvey, Irma, Jose, Katia, Lee, Maria, Nate, Ophelia, Philippe, Rina, Sean, Tammy, Vince, Whitney.

Normaal worden de namen om de zes jaar hergebruikt, maar als een orkaan heel veel slachtoffers maakt, wordt de naam nooit meer gebruikt. Een voorbeeld van namen die nooit meer gebruikt worden, zijn 'Katrina', ‘Harvey’ en ‘Irma’.
Deze orkanen raasden in augustus 2005 en augustus en september 2017 door de Verenigde Staten en het Caribisch gebied.
Ze hebben vooral de steden New Orleans, Houston en het eiland Sint-Maarten zwaar getroffen.
Harvey zal qua kosten (tussen 150 en 180 miljard dollar) waarschijnlijk de meest ontwrichtende orkaan in de geschiedenis van de Verenigde Staten worden. Katrina leverde 120 miljard aan schade op.

Kijk op de site van de NOAA (National Oceanic and Admospheric Administration).
Gebruik de zoekterm Irma (onder: Search NOAA sites).
Bekijk gedurende 20 minuten een aantal afbeeldingen en filmpjes van de orkaan Irma en van de verwoestingen die deze orkaan heeft aangericht.

Afronding

Begrippen

Orkaan
Een zeer krachtige wervelwind die bestaat uit een cirkelvormig lagedrukgebied. Een orkaan ontstaat boven zeewater van minimaal 27 °C.

Tornado
Een zeer krachtige wervelwind die ontstaat boven land door het botsen van warme vochtige en koude droge lucht.

Water
Vloeistof die altijd van hoog naar laag stroomt en waaruit zeeën en rivieren bestaan.

Overstroming
Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.

Droogte
Periode met een gebrek aan neerslag in combinatie met een hoge temperatuur.

Cycloon of tyfoon
Een andere benaming voor een orkaan. De benaming heeft te maken met de plek waar ze ontstaan.

Tsunami
Een vloedgolf die kan ontstaan na een zeebeving.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Tornado's'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Orkaan

In de eindopdracht staat een 'bekende' orkaan centraal.
Het eindproduct laat zien waar de orkaan is ontstaan en welke schade de orkaan heeft aangericht. Ook leg je uit wat het verschil is tussen een orkaan en een tornado.

Op Wikipedia vind je voorbeelden van orkanen die veel schade hebben aangericht.
Ga naar deze site en ga naar de voorbeelden van orkanen.
Kies twee of drie orkanen uit en bezoek de pagina's van deze orkanen.
Kies vervolgens een van deze drie orkanen voor het maken van je eindproduct.

In je eindproduct geef je aan:

  • Waar deze orkaan is ontstaan.
  • Hoe de orkaan is ontstaan.
  • Welke schade de orkaan heeft aangericht.

Gebruik de gereedschapskist om je eindproduct vorm te geven!

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent zal het eindproduct beoordelen op:

  • de inhoud: wordt duidelijk wat een orkaan is en hoeveel schade een orkaan kan aanrichten?
  • de vorm: is het eindproduct origineel en met zorg gemaakt?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven wat het verschil is tussen een orkaan en een tornado?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat of had je meer tijd nodig?
  • Inhoud
    Wist je al het een en ander over orkanen en tornado's: hoe ze ontstaan en waar ze voorkomen? Schrijf op welke informatie nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je een geschikte eindopdracht kunnen maken waarin het verschil tussen orkaan en tornado duidelijk was?
    Was je binnen de tijd klaar?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Krachten der aarde' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:

Plaattektoniek

Natuurverschijnselen

Exogene krachten

Eindopdracht A

Je hebt alle opdrachten van het thema Krachten der aarde gemaakt.
Je gaat als eindopdracht met z'n tweeën een online krant maken.

In de krant komen artikelen, foto's, schema's, tijdlijnen, enzovoorts.
Alles wat in de krant komt, heeft te maken met dit thema.

Natuurlijk kunnen jullie gebruikmaken van de eindproducten die jullie al gemaakt hebben.
Maar jullie kunnen ook nieuwe items verzinnen voor de online krant.
Kijk voor tips in de gereedschapskist.

De krant maak je op de site: https://www.nieuwstool.nl/.
Op de site wordt uitgelegd hoe je een goede krant maakt.
Sla de krant op in je eigen omgeving of print de krant uit.
Lever de online krant in bij je docent.

Beoordeling
De digitale krant wordt beoordeeld door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling als:

  • Inhoud: de krant minimaal vijf producten (artikelen, strips, fotocollages, enz.) bevat.
  • Inhoud: de producten in de krant over de onderwerpen uit de opdrachten gaan.
  • Netheid: er aandacht is besteed aan de opmaak/lay-out van de krant.
  • Taal: de teksten niet te veel taalfouten bevatten.

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

Eindopdracht B

In deze stap speel je met een aantal klasgenoten een quiz.
De quiz bevat vragen over de onderwerpen die in dit thema behandeld zijn.

Spelregels

  • De quiz bestaat uit tien vragen. Besteed ongeveer 1 minuut per vraag.
  • Maak de quiz in groepjes of samen met een klasgenoot.
  • Gebruik bij het beantwoorden geen hulpmiddelen.
  • Overleg niet met andere groepjes.
  • Het groepje met de meest goede antwoorden is de winnaar!


Download hier de quiz: Natuurrampen

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende videofragmenten.

SCHOOLTV
De filmpjes van SchoolTV gaan over krachten der aarde.

Plaattektoniek
Aardbevingen zoals in 2010 op Haiti komen regelmatig voor op aarde. Maar niet overal. Hoe wordt zo'n ramp nou veroorzaakt? Want het behoud van energie is een onwrikbare natuurwet, maar in de praktijk raakt energie wel degelijk ooit op. Dat heeft alles te maken met plaattektoniek.

Aardbevingen
Aardbevingen komen dagelijks wel ergens op de wereld voor. Wetenschappers hebben uitgezocht waar de kans op aardbevingen het grootst is. Maar een aardbeving komt vaak onverwacht, ondanks het feit dat wetenschappers al heel veel over aardbevingen weten, kunnen ze nog niet voorspellen wanneer een aardbeving precies plaats vindt.

Vulkanen
Een vulkaanuitbarsting kan er spectaculair uitzien, maar ook heel gevaarlijk zijn. In dit scrollverhaal lees je alles over verschillende vulkaantypes, lavastromen en aswolken.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Kun je aangeven op welke verschillende manieren platen bewegen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je uitleggen wat het verschil is tussen exogene en endogene processen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 14 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
  • Inhoud
    In dit thema kwamen natuurrampen uitgebreid aan de orde.
    Kun je uitleggen wat aardbevingen en vulkanen met landschapsvorming te maken hebben?
  • Eindopdracht
    Heb je gekozen voor de online krant als eindopdracht?
    Heb je voldoende informatie kunnen vinden en/of heb je de eindproducten van de andere opdrachten gebruikt?
  • Het arrangement Thema: Krachten der aarde - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-25 12:07:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Krachten der aarde' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO en VWO leerjaar 2. In het thema "Krachten der aarde" worden zeven verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "Plaattektoniek", biedt een gedetailleerde beschrijving van de opbouw van de aarde, inclusief de binnenkern, buitenkern, mantel en aardkorst. Het legt uit dat de aarde bestaat uit bewegende platen die zich verplaatsen door convectiestromen en dat er twee hoofdtypen platen zijn: continentale platen en oceanische platen. Het bewegen van deze platen leidt tot het ontstaan van plaatgrenzen, waarvan er drie typen zijn. Bij divergente plaatgrenzen bewegen de platen uit elkaar, waardoor mid-oceanische ruggen of horsten en slenken ontstaan. Bij convergente plaatgrenzen bewegen de platen naar elkaar toe, wat kan resulteren in de vorming van plooiingsgebergtes bij botsingen tussen continentale platen, en subductiezones bij botsingen tussen oceanische en continentale platen. Subductiezones gaan gepaard met fenomenen zoals aardbevingen, vulkanisme, troggen en tsunami's. Bij transforme plaatgrenzen schuiven platen horizontaal langs elkaar, wat aardbevingen kan veroorzaken als er voldoende spanning is opgebouwd. Het tweede onderwerp, genaamd "Aardbevingen", begint met het noemen van enkele voorbeelden van grote aardbevingen. Vervolgens worden de begrippen epicentrum en hypocentrum uitgelegd, samen met de schaal van Richter die wordt gebruikt om de magnitude van aardbevingen te meten. Er wordt ook ingegaan op zeebevingen en hoe tsunami's ontstaan als gevolg van aardbevingen in de zeebodem. Het derde onderwerp, genaamd "Vulkanen", begint met een uitleg over hoe vulkanen hun naam krijgen. Daarna wordt uitgelegd hoe vulkanen werken, hoe ze ontstaan en worden begrippen zoals lava, magma, hotspot en geisers toegelicht. Het onderwerp "Erosie en verwering" legt het verschil uit tussen endogene en exogene krachten. Er wordt vervolgens ingegaan op de begrippen erosie, verwering en sedimentatie. Voorbeelden van krachten die erosie veroorzaken, zoals wind, ijs en water, worden genoemd, en er wordt beschreven hoe gletsjers bijdragen aan erosieprocessen. Het laatste onderwerp, genaamd "Tornado en orkaan", legt uit onder welke condities orkanen ontstaan en waarom deze fenomenen niet in Europa voorkomen. Vervolgens wordt uitgelegd wat een cycloon is en hoe deze ontstaat. Tot slot worden tornado's besproken, met als afsluiting de aandacht voor orkaan Irma als een specifiek voorbeeld.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Landschappen (en menselijke activiteit); Systeem aarde; Endogene processen; Werking van endogene krachten wereldwijd; Relaties tussen endogene processen; Aardrijkskunde; Werking van exogene processen; Exogene processen; Natuurrampen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aardbeving, aardrijksunde, arrangeerbaar, hv123, orkaan, platentektoniek, stercollectie, tsunami, vulkaan, vwo123

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Aardbevingen - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52470/Aardbevingen___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Erosie en verwering - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52472/Erosie_en_verwering___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Plaattektoniek - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52469/Plaattektoniek___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Tornado en orkaan - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/76067/Tornado_en_orkaan___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Vulkanen - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52471/Vulkanen___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Krachten der Aarde D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.