Diversiteit - hv123

Diversiteit - hv123

Diversiteit

Intro

Of een land wel of geen ontwikkelingsland is, kun je vaststellen aan de hand van een aantal kenmerken. Maar er is een grote diversiteit tussen ontwikkelingslanden.

De situatie in een land kan er heel anders uit zien dan de situatie in een ander land.

In deze opdracht vergelijk je de situatie in Burundi met die in Afghanistan.

In welke werelddelen liggen Burundi en Afghanistan?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • met behulp van een voorbeeld uitleggen wat sommige kenmerken van ontwikkelingslanden met elkaar te maken hebben;
  • met behulp van voorbeelden duidelijk maken dat er een grote diversiteit tussen ontwikkelingslanden is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen waardoor er verschillen zijn tussen ontwikkelingslanden.

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Om een vergelijking te kunnen maken, verzamel je een aantal algemene gegevens van Burundi en Afghanistan.

Stap 2

Je vult het lijstje met kenmerken van ontwikkelingslanden aan. Je bekijkt video's en zoekt naar specifieke informatie over de kenmerken van Burundi en Afghanistan.

Stap 3

Maak nu aan de hand van een aantal uitspraken een vergelijking tussen Nederland, Afghanistan en Burundi.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippen

De begrippenlijst bevat uitleg over gebruikte termen in dit thema.

Eindopdracht A

Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.

Eindopdracht B

Kies je voor eindopdracht B: je maakt samen met een klasgenoot twee posters over Burundi en Afghanistan. Je voorziet de posters van een conclusie over de vergelijking die jullie hebben gemaakt.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je materialen voor het maken van een poster nodig.

Tijd
Voor de opdrachten bij dit onderwerp heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Burundi en Afghanistan

Afghanistan
Burundi

In deze opdracht ga je de landen Afghanistan en Burundi als ontwikkelingslanden vergelijken met Nederland.

Begin met het opzoeken van een aantal algemene gegevens van beide landen.
Een website die je goed kunt gebruiken voor het opzoeken van dit soort informatie is www.landenweb.net

Stap 2: Kenmerken ontwikkelingslanden

Hier zie je een aantal kenmerken van ontwikkelingslanden:

  • een laag inkomen per inwoner
  • slechte gezondheidszorg
  • grote bevolkingsgroei
  • analfabetisme
  • monocultuur

Vul het lijstje eventueel zelf nog aan. Daarvoor kun je gebruikmaken van de Kennisbanken.

Ontwikkelingslanden

Kenmerken ontwikkelingslanden

Probeer voor Burundi en voor Afghanistan informatie te vinden over de situatie op deze punten.
Bekijk daarbij eventueel ook de volgende twee films:

 

Stap 3: Vergelijk drie landen

Afghaanse kinderen

Hieronder zie je een aantal gegevens in kaart gebracht.
In de oefening ga je een vergelijking maken tussen deze drie landen.

 

Nederland

Afghanistan

Burundi

Aantal inwoners

17 miljoen

31 miljoen

11 miljoen

Geboortecijfer per 1000 inwoners

10%

38%

42%

Sterftecijfer per 1000 inwoners

8%

14%

10 %

Stedelijke bevolking

83%

26%

12 %

Levensverwachting

81 jaar

50 jaar

60 jaar

Analfabetisme

1%

70%

40 %

Afronding

Begrippen

Kenmerken ontwikkelingslanden

Ontwikkelingslanden

Ontwikkelingsland
Een land waar de levensomstandigheden voor een groot deel van de bevolking slecht zijn: veel mensen kunnen niet of nauwelijks in hun behoeften voorzien.
Centrum-periferie
De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld. De periferielanden zijn de arme landen.
Kolonie
Een overzees gebied buiten het eigen land. De bedoeling was om er producten zoals koffie, suiker en specerijen vandaan te halen en daarmee in eigen land winst te maken.
Armoedegrens
De grens waaronder mensen niet meer in hun directe levensbehoeftes kunnen voorzien.
Welvaart
Hoe rijk iemand is, gemeten naar in hoeverre iemand in zijn of haar behoefte kan voorzien.
Welzijn
In hoeverre mensen tevreden zijn met de mate waarin ze in hun behoeften kunnen voorzien. Het gaat bij die behoeften niet alleen om producten die te koop zijn.
Informele economie
Mensen die in de informele sector werken, werken zonder dat de overheid er iets vanaf weet en zonder belasting te betalen.
BNP per inwoner
Het bruto nationaal inkomen (bni) per inwoner staat voor het gemiddelde inkomen van een inwoner van een land.
Levensverwachting
Het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren van een persoon bij de geboorte.
Analfabetisme
Een analfabeet kan niet lezen en schrijven.
Ondervoeding
Wanneer een persoon te weinig voedsel of kwalitatief slechte voeding krijgt.
Honger
Kwantitatieve honger: een persoon krijgt te weinig voedsel. Kwalitatieve honger: een persoon krijgt voedsel met onvoldoende voedingsstoffen.
Gezondheidszorg
Alle organisaties en instellingen die met gezondheid bezig zijn.
Verstedelijking
Toenemen van de omvang van steden in een gebied: ook wel urbanisatie genoemd. De urbanisatiegraad is het deel van de bevolking dat in steden of stedelijke gebieden woont.
Verstedelijkingstempo
De snelheid waarmee het relatieve aantal inwoners in de steden in een gebied (urbanisatiegraad) groeit.
Ruilvoet
Hoe de import en de export in een land zich met elkaar verhouden.
Sloppenwijken
Een sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. De woningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen.
Monocultuur
Dit betekent dat op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas (plantensoort) verbouwd wordt. Er vindt geen vruchtwisseling plaats.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Kies voor elke vraag het juiste antwoord.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt ook een overzicht van alle antwoorden.

Eindopdracht B: Poster

Als eindopdracht maken jullie twee posters.
Op de ene poster staat Burundi centraal. De andere poster gaat over Afghanistan.

Hoe je een poster maakt, kun je bekijken in de gereedschapskist.
Op de posters komt:

  • een landkaart
  • algemene informatie over het land
  • informatie over de kenmerken van deze ontwikkelingslanden.

Deel beide posters op dezelfde manier in, zodat je de situaties in beide landen goed kunt vergelijken.

Schrijf bij de posters een conclusie:

  • Wat is jullie conclusie als je beide landen met elkaar vergelijkt?
  • Zien jullie vooral verschillen of vooral overeenkomsten?

Klaar?
Bekijk in de gereedschapskist de beoordelingscriteria waaraan de posters moeten voldoen.
Lever de posters daarna in bij de docent.

Jullie docent geeft jullie een goede beoordeling als jullie:

  • beide landen op de belangrijkste kenmerken van ontwikkelingslanden met elkaar vergeleken hebben;
  • de posters met zorg gemaakt hebben.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je met een voorbeeld aangeven welke kenmerken in zowel Burundi als in Afghanistan voorkomen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om allerlei informatie over beide landen op te zoeken?
  • Eindopdracht B
    Is het gelukt om samen met je klasgenoot posters te maken waarin de vergelijking tussen Burundi en Afghanistan goed zichtbaar werd?
    Verliep jullie samenwerking goed?
  • Het arrangement Diversiteit - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-09-20 16:04:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema ''Arm en rijk, en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor aardrijkskunde voor HAVO leerjaar 1, 2 & 3. De eerste opdracht vergelijkt de ontwikkelingslanden Burundi en Afghanistan met Nederland door een lijst met vragen over deze landen in te vullen. Daarna wordt een lijst van kenmerken van ontwikkelingslanden besproken aan de hand van een video.
    Leerniveau
    HAVO 1; HAVO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Arm en rijk; Aardrijkskunde; Ontwikkelingsgebieden;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardijkskunde, afghanistan, arrangeerbaar, burundi, havo123, nederland, ontwikkelingslanden, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2016).

    Kennisbank Aardrijkskunde - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/87198/Kennisbank_Aardrijkskunde___hv123