7 Het grijze brein
In dit hoofdstuk kijken we naar het geheugen en veranderingen die optreden in oude hersenen. De volgende leerdoelen komen aan bod.
Na het bestuderen van dit hoofdstuk kun je...
- uitleggen wat het verschil is tussen het lange en het korte termijngeheugen,
- uitleggen welke veranderingen in de hersenen optreden bij Alzheimer.
7.1 Alzeimer
Webquest over Alzheimer
Iedereen die ouder wordt krijgt te maken met bepaalde functies die het lichaam minder goed kan uitvoeren. Ook je geheugen kan bijvoorbeeld achteruit gaan. Je wordt vergeetachtig. Er zijn ook ernstige vormen van vergeetachtigheid, zoals dementie genoemd. Bij dementie ontstaan er beschadigingen aan het brein.
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Het is een hersenziekte waarbij grote delen van de hersenen slechter gaan functioneren. Dit is een onomkeerbaar proces en er bestaan nog geen medicijnen om dit stop te zetten. Er wordt wel veel onderzoek gedaan naar medicijnen tegen Alzheimer omdat mensen steeds langer leven en dus ook steeds meer mensen last hebben van Alzheimer. Momenteel zijn dat er zo'n 150.000 en verwacht wordt dat er in 2030 zo'n 300.000 patiënten zijn in Nederland.
De opdracht
Jij werkt als voorlichter bij de Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek. Je bent gevraagd om op een conferentie voor huisartsen door middel van een poster informatie te geven over Alzheimer.
Met deze poster leg je uit wat de gevolgen van Alzheimer in de hersenen zijn en hoe dat te zien is bij Alzheimerpatiënten. Hierbij is het voor de huisartsen belangrijk om te weten wat de belangrijkste eerste symptomen van Alzheimer zijn en welke onderzoeken kunnen aantonen of een patiënt Alzheimer heeft. Voor het stellen van de juiste diagnose is het belangrijk dat artsen het verschil kennen tussen Alzheimer en vasculaire dementie (de op één na meest voorkomende vorm van dementie).
Aangezien je voor artsen schrijft, hoef je moeilijke biologische termen niet te vermijden. Bij een poster is het belangrijk dat hij overzichtelijk, kort en bondig is. Ook maak je waar mogelijk, gebruik van illustraties om je uitleg toe te lichten.
Werkwijze
Gebruik de websites onder het kopje 'bronnen' om de volgende vragen te beantwoorden.
- Noem vier, voor de omgeving waarneembare, kenmerken van Alzheimer.
- Wordt het korte- of het langetermijngeheugen aangetast bij Alzheimer? Wat heeft dit voor gevolgen voor de patiënt en zijn omgeving?
- Wat zijn de fysieke kenmerken van Alzheimer in de hersenen van een patiënt? Noem er drie.
- Leg uit hoe deze fysieke kenmerken ontstaan en vergelijk dit met gezonde hersenen.
- Leg uit hoe men kan aantonen dat deze fysieke kenmerken in de hersenen aanwezig zijn.
- Beredeneer waarom Alzheimer een onomkeerbaar proces is.
- Leg de relatie tussen de fysieke kenmerken in de hersenen en de voor de omgeving waarneembare kenmerken uit.
- Denk je dat Alzheimer ervoor zorgt dat de reflexen van een patiënt minder goed worden? Onderbouw je antwoord.
- Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Alzheimer en vasculaire dementie als je kijkt naar de hersenen van patiënten?
- Ontwerp een poster waarin je de volgende punten opneemt en toelicht:
- kenmerken van Alzheimer
- Alzheimer en het geheugen
- gevolgen van Alzheimer in de hersenen en de onomkeerbaarheid
- de relatie tussen hersenen en de waarneembare kenmerken van Alzheimer
- Testmogelijkheden
Maak gebruik van tekstvakken en illustraties.
Bronnen
- Algemene informatie over dementie
- Algemene informatie over Alzheimer
- Hersenen en Alzheimer
- Testen op Alzheimer
- Screeningsdag Alzheimer
- Gezonde hersenen versus Alzheimerhersenen
- Geheugen
- Het ziekteverloop van Alzheimer
- Plaques en tangles 1
- Plaques en tangles 2
- Microtubuli
- Vasculaire dementie
- Reflexen
Beoordeling
Je beoordeling wordt bepaald aan de hand van de zogenaamde Rubric hieronder. Je kunt maximaal honderd punten krijgen. Het aantal punten wordt door tien gedeeld en dat wordt jouw cijfer. Onder elk onderdeel staat het aantal punten dat je er maximaal voor kunt krijgen. Heb je bijvoorbeeld het eerste onderdeel (gebruik van bronnen) uitstekend gedaan, dan krijg je dus 20 punten.
|
Matig (max een 6)
|
Voldoende (max een 8)
|
Goed (max een 10)
|
Taalgebruik
|
Je hebt meer dan 8 spelfouten gemaakt en de zinnen lopen regelmatig niet helemaal lekker
|
Je hebt maximaal 8 spelfouten gemaakt en soms lopen je zinnen niet helemaal lekker
|
Je hebt maximaal 3 spelfouten gemaakt en je hebt goedlopende zinnen gemaakt
|
max 12 punten
|
max 16 punten
|
max 20 punten
|
Verwerking van informatie
|
Je hebt de meeste vragen beantwoord, maar zonder toelichting
|
Je hebt alle vragen beantwoord maar weinig of onduidelijke toelichting gegeven
|
Je hebt alle vragen beantwoord met een duidelijke, volstaande toelichting
|
max 12 punten
|
max 16 punten
|
max 20 punten
|
Gebruik van illustraties
|
Je hebt gebruik gemaakt van een illustratie maar gebruikt deze niet om de tekst te verhelderen
|
Je hebt gebruik gemaakt van een illustratie en hebt in de tekst naar deze illustratie verwezen
|
Je hebt gebruik gemaakt van een illustratie en hebt in de tekst naar deze illustratie verwezen waarbij je hebt uitgelegd wat er op de illustratie te zien is
|
max 12 punten
|
max 16 punten
|
max 20 punten
|
Correct gebruik van informatie in poster
|
Je geeft meerdere feitelijke onjuistheden of verkeerde interpretaties
|
Je geeft soms feitelijke onjuistheden of een verkeerde interpretatie
|
Je poster bevat geen fouten of verkeerde interpretaties
|
max 12 punten
|
max 16 punten
|
max 20 punten
|
Opbouw poster
|
Je poster mist een logische opbouw, de uitleg is niet helder en is niet geschikt (te eenvoudig) voor de doelgroep
|
Je poster heeft een logische opbouw, maar bevat soms onduidelijkheden en is op sommige punten te eenvoudig voor de doelgroep
|
Je poster heeft een heldere en logische opbouw die voor je doelgroep goed te volgen is en nergens te eenvoudig
|
max 12 punten
|
max 16 punten
|
max 20 punten
|
Afsluiting en reflectie
In deze webquest heb je je verdiept in de ziekte Alzheimer.
• Je hebt uit meerdere bronnen informatie gehaald.
• Je bent meer te weten gekomen over de ziekte Alzheimer.
• Je bent meer te weten gekomen over de processen die zich in de hersenen afspelen bij iemand met Alzheimer.
• Je hebt een poster gemaakt op basis van de aanwezige bronnen.
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat vond je van het onderwerp Alzheimer? Leg uit waarom je dat vond.
2. Noem drie punten die je hebt geleerd van deze opdracht.