Leereenheid Kettingzagen

Leereenheid Kettingzagen

Inleiding

Inzet kettingzaag voor het vellen van bomen
Inzet kettingzaag voor het vellen van bomen

De motorkettingzaag anno 2014

 

De motorkettingzaag bestaat al vele jaren en is niet meer weg te denken uit het pakket van de proffesionele boomverzorger, maar zeker ook de particuliere gebruiker met de wat grotere tuin is vaak in het bezit van een motorkettingzaag. Van het zagen van kachelhout tot het vellen van grote bomen, of het preciesie onderhoud door boomchirurgen, voor elke gebruiker is er een passende zaag verkrijgbaar.

Het werken met de motorkettingzaag brengt risico's met zich mee voor de gebruiker alsmede voor de directe omgeving. Door zichzelf tegen gevaren te beschermen en bewust met de machine om te gaan, kunnen deze risico's zoveel mogelijk worden weggenomen. Naast  het het dragen van de  voorgeschreven PBM's moet je dus over de juiste vaardigheden beschikken om te mogen omgaan met de motorkettingzaag.

1. Oriëntatie

1.1 De kettingzaag

Allround middenklasse motorkettingzaag
Allround middenklasse motorkettingzaag

Als je naar de kettingzaag kijkt dan zie je dat deze uit een aantal onderdelen bestaat. Grofweg gezien onderscheidt je de krachtbron "motor" en het zwaard met de ketting. Deze dienen op elkaar afgestemd te zijn om goed te kunnen werken.


Er zijn verschillende mogelijkheden om een kettingzaag aan te drijven. De belangrijkste die je in de praktijk tegenkomt is nog steeds de 2-takt motor. De 2-takt motor combineert hoge vermogens/toerentallen met een laag gewicht. Maar ook is er de 230 V elektromotor aangedreven variant die gemakkelijk is voor zaagwerk rondom het huis. Sinds een paar jaar komen er ook  steeds meer accu aangedreven kettingzagen op de markt. Accu kettingzagen zijn voornamelijk geschikt voor snoeiwerk.

Net zoals andere machines is het verplicht dat ook alle kettingzagen voorzien zijn van een CE markering. Dankzij de CE markering is direct duidelijk dat de kettingzaag voldoet aan de Europese norm voor de veiligheidseisen. Als gebruiker van een kettingzaag, ben je echter altijd zelf verantwoordelijk voor een goede staat van je machine.

Het werken met kettingzagen brengt gevaren met zich mee. Om zo veilig mogelijk met een kettingzaag te kunnen werken is het belangrijk dat je weet welke veiligheidsmaatregelen van toepassing zijn bij het uitvoeren van de werkzaamheden.

Werk altijd met een veilige en goed onderhouden machine, gebruik de voorgeschreven PBM's en weet waar je mee bezig bent!
 

Kettingzaag - algemeen

1.2 Bouw van de kettingzaag

Onderdelen en de functie hiervan

De motorzaag is een door een tweetaktmotor aangedreven machine, het daadwerkelijke zagen gebeurt door middel van de beiteltjes die op de ketting zitten. Deze zaagketting loopt over het geleideblad en wordt aangedreven door een kettingwiel (ronsel). Het geheel wordt aangedreven door een centrifugaalkoppeling die direct op de krukas van de motor zit. Deze koppeling bestaat uit twee/drie gewichtjes die door de snelheid van de motor naar buiten worden gedrukt en zodoende de koppelingstrommel meenemen. De koppelingstrommel neemt op zijn beurt weer een veer mee rond, waardoor de oliepomp wordt aangedreven en de olie naar de ketting wordt gepompt.

De hoeveelheid kracht die de motor levert is afhankelijk van de cilinderinhoud (m3) en het koppel dat wordt gerealiseerd. De kracht/vermogen die de machine levert wordt uitgedrukt in kW.

Het starten van de zaag gebeurt door middel van een repeteerstarter. De zaag moet tijdens werkzaamheden altijd met twee handen worden vastgehouden. Met de linkerhand wordt de draagbeugel vastgehouden en met de rechterhand wordt het handvat vastgehouden en tevens de gashandel bediend.

Om te bepalen welke zaag geschikt is , moeten er een aantal factoren worden afgewogen, zoals:

  • Het vermogen;
  • De lengte van de geleider;
  • Het gewicht van de zaag;
  • De vormgeving.

Voor het zagen van zwaar/dik hout zal men een motorzaag nodig hebben met voldoende vermogen en moet er een voldoende lange geleider op te monteren zijn. Wanneer men alleen licht/dun hout gaat zagen en men veel met de zaag moet lopen (uitsnoeien), dan gaat de voorkeur uit naar een lichte handzame zaag met een korte geleider (± 30 – 35 cm). Voor het werk in de boom zijn er speciale zagen op de markt die voor dit doel zijn aangepast aan de omstandigheden.

1.2.1 De ketting

Zaagketting met haaksebeitels
Zaagketting met haaksebeitels

DE KETTING:

Het eigenlijke zagen gebeurt door de snel ronddraaiende ketting. De snelheid ligt afhankelijk van het type motorzaag meestal rond de 72-85 km/uur (20-24 m/sec). Er zijn vele verschillende soorten kettingen met specifieke kenmerken.     

De zaagketting is opgebouwd uit de volgende delen: 1) verbindingsschakel met niet, 2) verbindingsschakel zonder niet, 3) rechtse beitel, 4) linkse beitel, 5) aandrijfschakel.  Als alle onderdelen in optimale conditie zijn dan krijg je de beste zaagprestatie.

De zaagketting

 

De beiteltand wordt onderverdeeld in de volgende onderdelen:

  • Hiel;
  • Teen;
  • Dak;
  • Scherp;
  • Dieptesteller.

 

Het zagen/snijden gebeurt door de beiteltand. Deze is speciaal ontwikkeld voor de motorkettingzaag. In volle snelheid moet deze kunnen snijden, lossen, ruimen en spaandikte bepalen.

Snijden gebeurt met het scherp van de beitel. Het scherp dringt in het hout en snijdt een klein stukje hout los (spaander). Het scherp is een dun chroom laagje wat voor op de beitel is aangebracht. Er worden 3 vormen/typen scherp onderscheiden, de haakse beitel, de halfhaakse beitel en de ronde beitel.

De haakse beitel is zo gemaakt dat deze sneller door het hout gaat en daardoor zeer geschikt is om vers/groen hout te zagen, echter door zijn bouw is hij ook zeer gevoelig voor verontreiniging van het te zagen hout, waardoor hij snel bot wordt. De halfhaakse beitel daarentegen wordt veelvuldig gebruikt daar hij geschikt is voor het zagen in alle omstandigheden en minder gevoelig is voor verontreinigingen.

De spaander die door het scherp wordt gesneden moet worden los gemaakt. Dit lossen gebeurt door de schuine onderzijde van de beitel en door de dieptesteller van de volgende beitel. De dikte van de spaan wordt bepaald door het hoogteverschil tussen het scherp van de beitel en de voorliggende dieptesteller. Het juiste hoogteverschil is van zeer groot belang voor een goede snijprestatie van de motorkettingzaag.

De aandrijfschakel is de driehoekige vorm onder de beitel, welke ervoor zorgt dat de ketting wordt aangedreven en door het geleideblad wordt geleid. Als extra functie zorgt de aandrijfschakel ook voor het transporteren van de olie uit de geleidergroef naar de verbindings/draaipunten van de ketting. Veel kettingen hebben dan ook een gaatje in de aandrijfschakel zitten. Dit gaatje zorgt ervoor dat de olie over het hele bereik van de geleider wordt afgegeven.

 

 

De Ketting

1.2.2 Het zwaard / geleider

De geleider, ook wel "zwaard genoemd" geeft geleiding aan de ketting, doordat de aandrijfschakels door de geleidegroef lopen. Tevens perst de oliepomp de olie uit het olietankje in de geleidergroef waar deze kan worden “opgeschept” door de aandrijfschakels en de ketting wordt gesmeerd. 

Oliepomp zorgt voor olie in de groef van de geleider

 

De geleider is meestal symmetrisch gevormd en kan dus aan beide zijden worden gebruikt. In de geleider zitten een aantal gaten geboord. Het eerste en grootste gat is langwerpig en ovaal van vorm. Hierdoor wordt het blad tegen de draadeinden van de het carter geleid. De gaten die hieronder zitten worden gebruikt om de nok van de kettingspanner te geleiden, waardoor het blad naar voren of naar achteren kan worden geleid om zo de ketting te kunnen spannen of ontspannen. Het kleinste gat wat net aan de rand van het blad zit zorgt ervoor dat de olie in de geleidergroef kan komen. Voor een goede smering is het dan ook noodzakelijk om de deze openingen, alsmede de geleidergroef goed zuiver te houden.  Aan het einde van de geleider vinden we het neuswiel dat ervoor zorgt dat de ketting beter om de neus wordt geleid en er minder vermogens verlies en slijtage van de ketting optreed.

Neuswiel in de geleider

 

Op de meeste geleiders worden een aantal nummers weergegeven die informatie verstrekken over de lengte en het soort ketting. Als eerste wordt de afstand tussen de aandrijfschakels (steek) genoemd. Dit kan bijvoorbeeld zijn: 3/8, .325 of .404. Het tweede getal geeft het aantal aandrijfschakels weer wat hoort bij deze geleider, ofwel de lengte van de ketting vaak met een afbeelding van een aandrijfschakel. Het laatste getal geeft de dikte van de aandrijfschakel weer, alsmede de breedte van de geleidergroef, zoals: 1,6 mm of 1,3 mm ofwel 1,5 mm enz. Al deze gegevens zijn van belang wanneer je een nieuwe ketting of zwaard wil gaan kopen. 

Er zijn verschillende soorten geleiders/zwaarden. De meest gebruikte geleider is die met het neuswiel in het topje. Dit neuswiel zorgt voor een soepele geleiding van de zaagketting rond de top. Het neuswiel dient regelmatig te worden gecontroleerd op goed functioneren, en dient regelmatig te worden gesmeerd.

Zwaard/geleider met neuswiel

 

In gebieden waar veel hardhout wordt gezaagd, zoals in de tropische regenwouden werkt men veelal met bladen zonder neuswiel. Tijdens het vellen moet men veel gebruik maken van de "hartsteek" methode. Hierbij steek je de zaag met de neus als eerste in het hout. 

Zwaard/geleider zonder neuswiel

 

De laaste jaren wordt het Carven met een kettingzaag, waarbij je met de zaag beelden of andere kunstwerken uit hout zaagt steeds populairder. Voor dit carven worden speciale zwaarden gebruikt. Deze lopen in de punt spits toe, waardoor je makkelijk met de punt kunt werrken en nauwkeuriger accenten kunt aanbrengen.

 

Speciaal carving zwaard/geleider

 

1.2.3 De koppeling

De ketting wordt aangedreven door een centrifugaalkoppeling die direct op de krukas van de motor zit. Deze koppeling bestaat uit twee/drie gewichtjes die door de snelheid van de motor "middelpunt vliegendekracht" naar buiten worden gedrukt en zodoende de koppelingstrommel meenemen.

Werking koppeling

 

De koppelingstrommel neemt op zijn beurt weer een veer mee rond, waardoor de oliepomp wordt aangedreven en de olie vanuit de tank naar de ketting wordt gepompt.

Er bestaan grofweg twee soorten koppelingstrommels een vaste uitvoering en een uitvoering met een verwisselbaar rondsel. De vaste uitvoering bestaat uit 1 geheel en dient bij slijtage dan ook in zijn geheel vervangen te worden.

 

Koppelingstrommel met vast rondsel
Koppelingstrommel met vast rondsel


Het tweede type vind je vaak terug op de professionele zagen. Bij slijtage van het rondsel kan men hier volstaan met het vervangen van dit rondsel, waarbij de koppelingstrommel blijft zitten. 

 

Koppelingstrommel met vervangbaar rondsel
Koppelingstrommel met vervangbaar rondsel


 

Koppelingstrommel met los rondsel
Vervangbaar rondsel

 

 

1.2.4 De kettingrem

De kettingrem die verplicht is op alle kettingzagen dient er o.a. voor om bij een krachtige terugslag van de zaag (kick-back) de ketting direct stil te laten staan. Het principe dat wordt gehanteerd is een remband die om de koppelingstrommel wordt gespannen en hierdoor de koppelingstrommel afremt.

Onderdelen kettingremsysteem

Door de bouw van de handbescherming en het gewicht wordt de rem automatisch binnen 1/10 seconde geactiveerd bij een kick-back. Ook kan men de rem met een beweging van de linkerhand activeren, zodat men tijdens het lopen/bewegen met de zaag veilig is. Onderstaand ziet u een doorsnee van een zaag waarop men duidelijk de verschillende delen kan zien.

 

 

 

 

1.2.4.1 Kickback

Kick back wordt veroorzaakt doordat bij het zagen met de punt van het zaagblad niet de beiteltanden, maar de dieptestellers het hout raken. Daardoor schiet de machine oncontroleerbaar en zeer krachtig omhoog. Je kunt kick back vermijden door niet met de punt van het zaagblad te zagen (tussen 12 en 3u).

Tegenwoordig worden er veel veiligheidskettingen standaard op de zagen gemonteerd. Deze kettingen helpen om het risico op een kick back te verkleinen.

 

1.3 Type kettingzagen

Type kettingzagen

Er zijn verschillende soorten kettingzagen. De meest bekende is de allroundzaag. Dit type zaag is vaak een middenklasser van ongeveer 45 tot vijftig cc.

PS5105C-38 allround kettingzaag
Allround zaag van 50 cc voor snoeien en licht velwerk

 

Deze zaag is door zijn uitstekende gewichts- vermogensverhouding geschikt voor het snoei en licht velwerk. De velzaag is een sterke zaag van zestig tot hondertwintig cc. Op deze zagen kun je een langer blad monteren wat voordeel oplevert bij het zagen van grotere bomen. Nadeel van de velzaag is het gewicht dit varieert tussen de zes en tien kg.

PS7910-50
Velzaag van 79 cc


 
De snoeizaag is een handzame en kleine lichte zaag die veel vermogen combineert met een hoge kettingsnelheid. Deze speciale snoeizaag ook wel tophandlezaag genoemd mag alleen bediend worden door speciaal geschoolde gebruikers. Deze zaag wordt vaak gebruikt in een hoogwerker of als de boomverzorger met een speciale uitrusting in de boom klimt.

PS3410TH-30
Tophandle zaag
 

 

Voor het snoeien van takken op hoogte is er ook de mogelijkheid om een stokzaag te gebruiken. Doorgaans is deze aangedreven door een benzine of elektrische motor. De benzine aangedreven stokzagen zijn vaak uitgerust met een telescopisch uitschuifbare steel. Deze steel maakt het mogelijk om vanaf de grond takken op ongeveer 5 meter hoogte te kunnen zagen.

4-takt Stokzaag
4-takt telescopische stokzaag

 

Wanneer je gaat zagen zorg dan dat je de juiste machine kiest bij de klus die je moet gaan doen. Een zware zaag kan gemakkelijk door dik hout zagen maar voor dun hout is het gewicht dat je moet dragen een groot nadeel. Anderzijds is het niet gemakkelijk om met een kleine compacte zaag grote bomen om te moeten zagen. 

 

2. Werkwijze

2.1 Bedrijfsklaar maken van de kettingzaag

Bedrijfsklaar maken van de kettingzaag

Het bedrijfsklaar maken van de kettingzaag bestaat op de eerste plaats uit het controleren van de machine en de ketting op uitwendige beschadigingen. Als gebruiker ben je altijd zelf verantwoordelijk voor het in stand houden van de goede staat van de machine volgens de CE-norm. Je moet regelmatig controleren of alle voorgeschreven onderdelen aanwezig en intact zijn. Deze onderdelen hebben we in een eerder hoofdstuk al een keer benoemd.

 

Voor een goede werking van de motor is het belangrijk om regelmatig het luchtfilter te controleren. Als gevolg van stof kan het luchtfilter vervuild en uiteindelijk verstopt raken. Hierdoor  gaat de machine minder goed lopen. Je dient het luchtfilter dagelijks te controleren op vervuiling en indien nodig schoon te maken.

 

 

Als de machine in orde is tank je hem af met een alkylaat brandstof. Verwijder voor je de dop van de tankopening draait het omliggende vuil. Hiermee wordt voorkomen dat er vuil tijdens het vullen in de tank komt wat kan leiden tot verstopping van de carburateur.

 

 

Bij het bedrijfsklaar maken is het scherpen van de ketting ook een belangrijk onderdeel, maar dit wordt nog uitvoerig behandeld. Naast een scherpe ketting moet je ook zorgen dat de zaag de juiste kettingspanning heeft.

De zaagketting is op een goede manier gespannen wanneer de zaagketting tegen de onderzijde van de zaaggeleider aan ligt en de zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de zaaggeleider. Hierbij moet de kettingrem gelost zijn. Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden!

Belangrijk voor de ketting is ook dat hij voldoende gesmeerd wordt. Daarom is het belangrijk dat je iedere keer als je brandstof gaat tanken je ook de kettingolie bijvult. Steeds vaker wordt er door de fabrikanten een gat geboord in de aandrijfschakel, waardoor de olie in dit gat verder wordt meegenomen door de geleidergroef. Door gebruik te maken van dit systeem gaat men efficiënter om met de olie en is er dus minder olie nodig.

 

Bij het gebruik van deze kettingen kan het dan ook voorkomen dat het olietankje nog niet leeg is als de brandstoftank wel leeg is. Controleer ook hier altijd of er voldoende kettingolie in het tankje zit en vul weer aan tot deze vol is.

Om het milieu te sparen wordt het gebruik van biologisch afbreekbare kettingolie aangeraden. Vaak wordt het gebruik van deze  olie door opdrachtgevers verplicht gesteld.

Controleer tijdens het werk regelmatig alle besproken aandachtspunten.

2.2 Starten en proefdraaien

Starten en proefdraaien

Werkwijze:

  • Activeer de kettingrem;
  • Zwaardere velzagen zetten we stevig op de grond;
  • De rechtervoet kan eventueel met de punt van de schoen in de achterhandgreep worden geplaatst, of met de hak op de verbrede achterhandgreep;
  • De linkerhand drukt de bovenhandgreep stevig richting de grond;
     
  • Lichtere vel- en snoeizagen kunnen ook tussen de bovenbenen worden geklemd;
  • De linkerhand heeft de bovenhandgreep stevig vast, de achterkant van de zaag wordt stevig tussen de bovenbenen geklemd;
     
  • Zet de stopknop op ‘aan’;
  • Sluit de choke-klep (uittrekken) en zet de gashendel is de startgaspositie (soms gecombineerd met de choke);
  • Trek het starterkoord zover uit dat er weerstand gevoeld wordt;
  • Trek nu met een krachtige ruk de motor door zijn compressie;
  • Laat het koord onder geleiding terugkomen;
  • Herhaal deze startbehandeling totdat de kettingzaag even loopt;
  • Open de choke-klep (indrukken), of zet de combischakelaar in de "werkstand" en start opnieuw;
  • Als de kettingzaag aanslaat, wordt de startgaspositie automatisch ontgrendeld door even gas te geven;
  • Pak de kettingzaag nu stevig met twee handen vast, en haal de kettingrem eraf;
  • Laat nu de kettingzaag door het geven van gasstoten op temperatuur komen;
  • Controleer of de smering werkt door de punt van de zaag bij een stuk hout of papier te houden en kijk of er een oliespoor ontstaat.

 

Als de kettingzaag op bedrijfstemperatuur is gekomen dient:

  • De zaagketting bij een stationair toerental stil te staan, kettingrem niet ingeschakeld;
  • Bij het gas geven moet de overgang van stationair naar volle toeren vloeiend verlopen;
  • Het volle toerental kan in feite het beste worden gecontroleerd tijdens het werk.

2.3 Veiligheid

Veiligheid en werkplek

Elke werkplek is anders. Of je nu werkt in het bos, in een tuin of bij het snoeien langs de weg. Je bent in elke situatie verantwoordelijk voor de veiligheid van je omgeving en mogelijke omstanders. Wanneer je gaat zagen in het bos zorg dan voor een centrale tank- en onderhoudsplek. Deze plek is overzichtelijk en op ruime afstand van de werkelijke zaagplek. Draag opvalende kleding en bij voorkeur ook een felgekleurde helm, zodat iedereen je goed kan zien. 

Draag bij voorkeur opvallende kleding en helm

 

Het gebied rondom de te zagen boom maak je vrij van alle obstakels en je zaagt alle stobben zo laag mogelijk af. Op deze manier kun je je vrij bewegen. Wanneer je begint met zagen waarschuw je eventuele collega's of omstanders.

Een groot gevaar bij werken met de motorzaag wordt veroorzaakt door de ketting die met een zeer hoge snelheid ronddraait. Tijdens de werkzaamheden is deze niet beschermd en kan men hier dus mee in aanraking komen. Niet alleen de zager zelf maar ook eventuele omstanders/collega’s zijn aan het gevaar blootgesteld. Het is daarom van groot belang dat de zager iedereen op een veilige afstand houd. Een veiligheidsgebied met een doorsnee van minimaal 2 meter is hierbij een goede richtlijn.

 

 

Ook het vallend hout is een risico voor de zager of omstanders en men dient de situatie juist in te schatten, zodat de bomen op een veilige manier geveld kunnen worden. Hout onder spanning dat gezaagd moet worden dient speciale aandacht daar niet ingeschat kan worden wat de uitwerking van het doorzagen is. Let hierbij dus goed op en zorg dat omstanders op een veilige plek staan. Verderop in de leereenheid zullen we dit verder uitwerken

2.4 Werktechniek

Vellen is het in de juiste richting laten vallen van een boom, waarbij de velrichting van te voren vastgesteld is.

Bij een standaardvelling worden gezonde, rechtopstaande of licht in de valrichting hangende bomen die vrij kunnen vallen geveld. Hierbij wordt alleen de motorkettingzaag gebruikt. De zaag moet zijn afgestemd op de aard van het werk. Hierbij is de lengte van de geleider en het vermogen (gewicht) van de zaag van belang. In het algemeen geldt; hoe langer de geleider, hoe meer vermogen de zaag moet hebben en hoe zwaarder deze is.

Als vuistregel kan worden aangehouden dat de geleiderlengte gelijk moet zijn aan de gemiddelde diameter van de te vellen boom. De minimale geleiderlengte bedraagt ± 30 cm. Zonder problemen kunnen bomen worden geveld met een diameter van twee keer de geleiderlengte. Dit wil zeggen dat je met een geleiderlengte van 30 cm iedere boom tot 60 cm doorsnee zonder problemen kunt vellen. Door de hartsteekmethode toe te passen kan zelfs een boom met een diameter tot 2,2 maal de geleiderlengte worden geveld.

Wanneer je bomen met een grotere diameter moet vellen, dan is het uit oogpunt van veiligheid en ergonomie verstandig om een andere zaag met een korte geleider te gebruiken voor het uitsnoeiwerk.

 

Vellen

2.4.1 Vellen van kleine bomen

Ook het vellen van kleine bomen brengt gevaren met zich mee. Let daarom altijd op de veiligheid van jezelf en je omgeving. Gebruik goed materieel en de juiste werktechniek.

Bomen tot 10cm dik kunnen veilig worden geveld op 2 manieren. Om de juiste manier te bepalen ben je afhangkelijk van de stand van de boom.

 

 

Kleine bomen en struiken

 

Bij een scheve stand van de boom zaag je de boom op heuphoogte door. De snede moet dan schuin naar beneden worden gezaagd met de onderzijde van het zwaard. Let op dat je wel haaks op de hangrichting van de boom zaagt. Zorg dan wel dat je de stam in 1 beweging en volgas doorzaagt. Hierbij glijdt de boom van de stam af, waarna je de boom eenvoudig om kunt lopen.  

Bij een rechte stand zaag je aan de kant waar de boom naartoe hangt. Maak hierbij een zaagsnede tot ongeveer een derde van de stamdikte. Maak daarna een zaagsnede 5 cm onder de vorige en zaag deze in tot dat de 2 snedes elkaar overlappen. Zorg dat beide snedes haaks op de valrichting worden gezaagt. De boom zal hierdoor de juiste richting op vallen. Mocht dit niet het geval zijn kun je de boom een duwtje geven, zodat deze wel valt.   

Als je een grote stuik om gaat zagen is het ook hierbij zo dat je de takken schuin naar beneden moet zagen op heuphoogte. Zaag de takken dan ook haaks op de valrichting. Hierna kun je eenvoudig de stompen van de struik afzagen.

 

 

2.4.2 Vellen van grote bomen

Bij het vellen van grote bomen werken we met een aantal stappen. Deze stappen leggen we hieronder uit.

Vrijmaken van de werkplek:

Voordat we een boom gaan vellen moeten eerst eventuele takken of opslag worden verwijderd, zodat de veller de ruimte heeft om terug te kunnen stappen wanneer dit nodig is. Ook kan het bij oudere bomen voorkomen dat er wortelaanlopen zijn. Deze moeten ook worden verwijdert.

Het maken van de valkerf:

Vóór het maken van de valkerf is het noodzakelijk om de valrichting te bepalen. Als de valrichting is bepaald kun je de richting hiervan aangeven door een tak op de grond te leggen of een streep op de grond te maken.  

De valkerf moet zo laag mogelijk worden gezaagd en deze moet haaks zijn ten opzichte van de valrichting. We beginnen dan met de valkerfzool die een diepte moet hebben van 1/5 tot 1/4 van de stamdikte. Daarna zagen we het valk. Deze wordt dan schuin ingezaagd richting de valkerfzool. Het is belangrijk dat deze exact op elkaar aansluiten.

Het maken van de spintsnedes:

Na de valsnede worden de spintsnedes gezaagt en zitten aan beide zijden van de valkerf. Deze moeten minimaal 2cm boven de valkerfzool zitten. De diepte is ongeveer 1/10 van de stamdikte. de spintsnede gaan het opscheuren van de boom tegen.

Het maken van de velsnede:

De valsnede wordt op de zelfde hoogte gezaagd als de splintsnedes. Deze wordt evenwijdig met de valkerf gezaagd en moet horizontaal zijn. Bij het zagen van de velsnede ga je door tot dat de boom gaat vallen. Dit is tot een diepte van ongeveer 1/10 van de stamdikte. Het deel waar de boom dan afbreekt noemen we de breuklijst. Deze zorgt ervoor dat de boom kan scharnieren. Ook de breuklijst zorgt voor de juiste valrichting. Deze zal daarom ook altijd recht moeten zijn.

 

2.4.3 Uitsnoeien

Uitsnoeien

 

Uitsnoeien na vellen,

Na het vellen van een boom is het in de meeste gevallen zo dat de takken moeten worden verwijderd. Dit noemen we “uitsnoeien”. Hierbij moeten de takken die nog aan de stam zitten zo glad mogelijk worden afgezaagd. Probeer hierbij de zaag zo veel mogelijk op de stam te laten rusten. Dat zorgt ervoor dat de lichamelijke belasting een stuk minder is. Hierbij is het belangrijk dat je de zaag volgens een vast patroon scharnierend langs de stam voortbeweegt met steun van het rechter been.

Wanneer deze uitgesnoeid is dient te boom om de worden gedraaid om aan de andere zijde de takken te verwijderen. Dit doen we door middel van een keerhaak welke meestal aan de velhevel zit. De velhevel komen we later op terug.

Zorg er wel voor dat je stootsgewijs zaagt, zodat de kettingsnelheid hoog is. Dit is nodig om de zaag optimaal te laten presteren. Ook heb je hiermee betere controle over de machine.

 

2.4.4 Zagen van hout onder spanning

Een scheefstaande boom heeft altijd een soort spanning in de stam. Dit kan komen door natuurlijke groei, maar ook door weersinvloeden. Deze spanning kan erg gevaarlijk zijn en hierbij zal dan ook goed gekeken moeten worden naar de juiste manier van vellen. Het vellen van bomen die onder spanning staan dienen door de grote mate van risico's altijd geveld te worden door ervaren mensen.

Middels de 2 termen duw- en trekzijde geven we de spanningsrichting van de boom aan. Met deze spanningsrichting kunnen we de manier van vellen bepalen. De meest voorkomende situaties leggen we hieronder uit.

 

 

Liggende boom.

Bij deze vorm van spanning is het belangrijk dat de boom eerst zoveel mogelijk wordt uitgesnoeid en onttopt, zodat de spanning verminderd wordt. Daarna kan er een zaagsnede worden gemaakt aan de duwzijde (onderzijde) van de stam. Zaag deze in tot ongeveer 1/5 van de stamdikte. Zaag daarna aan de trekzijde de rest van de stam door. Probeer hierbij het knellen van het zaagblad te voorkomen.

 

 

 

Scheefhangende boom.

Hierbij is het belangrijk dat eerst de wortelaanlopen aan de trekzijde worden   verwijderd. Deze kunnen de veller raken wanneer ze uit de grond getrokken worden.  De valkerf maken we aan de kant waar de boom naartoe hangt (duwzijde). Als dit gedaan is ga je verder met de spintsneden. Vervolgens wordt de zaagsnede gemaakt door het insteken van de zaag. Wanneer dit allemaal is gedaan gaan we de breuklijst zagen. Let wel op dat de breuklijst niet te smal wordt gezaagd, omdat de kans dan bestaat dat de zaag gaat klemmen.  

 

3. Hulpmiddelen

Bij het werken met de motorzaag kunnen een aantal hulpmiddelen gebruikt worden. Deze zijn bedoeld om het werk voor bedieningspersoon lichter en ergonomisch beter te maken. Vooral bij het vellen is het belangrijke om de situatie goed in te schatten en de juiste hulpmiddelen te kiezen. Hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden zijn:

Hulpmiddelen bij het vellen
Hulpmiddelen bij het vellen

 

  • De velhevel;
  • De hamer en wiggen/spieën;
  • De handlier;
  • De velkar.

 

 

Hulpmiddelen

3.1 Velhevel

Een velhevel is een hulpmiddel om een boom te laten kantelen in de juiste richting. Deze wordt gebruikt wanneer een boom na het zagen van de valkerf en valsnede nog steeds niet uit zichzelf valt. Als dit het geval is kun je deze in de zaagsnede duwen. Wanneer deze in de zaagsnede is geduwd trek je het lange uiteinde als een hefboom naar beneden. Zo kan er meer kracht gezet worden, zodat de boom alsnog de juiste richting op valt.

Velhevel lang

 

Ook zijn de meeste velhevels voorzien van een keerhaak. Dit is om de boom om te draaien indien nodig. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij het verwijderen van de zijtakken.

 

Voor de veiligheid is het vooral bij zwaardere bomen verstandig om een velwig te gebruiken in combinatie met een velhevel.

3.2 Velwiggen

Een velwig wordt gebruikt wanneer een boom de verkeerde kant op helt, doordat bijvoorbeeld de kruin aan 1 kant zwaarder is. De velwig wordt dan met een hamer in de velsnede geplaatst, waardoor de boom op die plek dan steun heeft. De kans dat de boom dan de verkeerde kant op valt wordt hierdoor een stuk minder. Natuurlijk kun je de wiggen ook gebruiken om de boom die kant op te laten vallen die je zelf wil.

 

Houten meerdelige wig

 

Er zijn verschillende soorten wiggen op de markt. De meest gebruikte zijn de volgende:

  • Kunstofwiggen;
  • Aluminiumwiggen;
  • Houten meerdelige wiggen.

 

 

3.3 De sapie

Een Sapie is een licht gebogen stalenpunt met een steel van ongeveer 1 meter. Door de vorm en de hefboom werking is het makkelijk om stukken gezaagd hout te vertrekken en eventueel te kantelen. Door de lengte van de steel kost het weinig moeite en zorgt het voor een minimale belasting op je rug. 

 

Sapie

 

Er is ook een kleine handsapie voor het kleinere hout:

Handsapie

 

3.4 De handlier

Een handlier wordt gebruikt om zware bomen gericht te vellen als die bomen scheef staan of als ze een ernstige onbalans in de kroon hebben die niet overeenkomt met de velrichting. Tevens kan de lier gebruikt worden als extra zekerheid in de buurt van gebouwen, wegen, onbetrouwbare (rotte) bomen en dergelijke. Soms gebeurt het wel eens dat een boom bij het vellenprecies in een ander boom valt en hierin blijft hangen. Met de handlier kan dan de boom worden losgetrokken die in de andere boom hangt.

Bij het gebruik van de handlier kunnen een aantal accessoires nodig zijn, zoals:

 

  • Een uitschuifbare hefboom;
  • Een speciale trekkabel (doorvoerkabel) met:
  • een eindloze strop;
  • een of meerdere verlengkabels met een veiligheidshaak en een oog;
  • een ketting van circa 2 m met haak en oog;
  • een voetblok;

 

 

Werking van de handlier:

De staalkabel (doorvoerkabel) wordt door twee paar zelfsluitende klembekken geschoven die de kabel omsluiten en vasthouden zonder hem te vervormen. Hierdoor gaat de staalkabel lang mee. De klembekken zitten opgesloten in een huis en worden door de heen –en weergaande hefboomwerking verplaatst. De bekken grijpen de staaldraad als twee handen vast, waardoor de staalkabel in de gewenste richting wordt getrokken of gevierd. Beide klembekken worden opgesloten door de kracht die de last uitoefent: hoe zwaarder de last, hoe steviger de greep. De handlier is tegen overbelasting beveiligd. De doorvoerhendel waarmee de kabel wordt ingelierd zit vast op de hoofdas met een of meerdere veiligheidsbreekpennen. De diameter en de lengte van de pennen en het materiaal waarvan ze gemaakt zijn zorgen ervoor dat deze pennen bij overbelasting breken. Hierdoor worden onveilige situaties en schade voorkomen. Bij breuk van pennen is het niet meer mogelijk een trekkracht op de last uit te oefenen: wel is het mogelijk de kabel te vieren.

 

 

Gebruik van de handlier:

Een handlier kan, zoals gezegd ook gebruikt worden om bomen los te trekken die vast zijn komen te zitten. Aandachtspunten daarbij zijn:

  • De kabel moet met een ketting zo laag mogelijk aan de los te trekken boom bevestigd worden. Er mag geen strop gebruikt worden, omdat er slijtage kan optreden door het schuren over de grond.
  • De lier moet zo hoog mogelijk veranderd worden, zodat de trekkracht iets omhoog gericht is; dit verkleint de wrijvingsweerstand met de grond.
  • Daarna kan de boom onderuit getrokken worden totdat hij ten val komt.

 

 

4. Onderhoud

Periodiek onderhoud kettingzagen

4.1 Periodiek dagelijks Onderhoud

Bij deze vorm van onderhoud hebben we het voornamelijk over het reinigen, controleren en bedrijfklaar maken van de machine. De punten waar we naar kijken zijn:

  • Bramen op het geleideblad
  • De hoogte van de dieptestellers
  • Scherpte van de ketting en slijpen indien nodig
  • Reinigen van de geleider en ketting
  • Reinigen van ventilatorhuis en koelribben cilinder
  • Reinigen van de luchtfilter
  • Controleren van de kettingspanning
  • Controleren of alle bouten en moeren vast zitten
  • Controleren van de kettingvanger
  • Controleren van de smering
  • Werkt de kettingrem
  • Aftanken van de machine
  • De machine starten en laten draaien

Het reinigen en controleren van de machine is erg belangrijk voor de veiligheid en behoud van de machine. Zorg daarom altijd dat je deze punten goed nakijkt en eventueel aanpast waar nodig.

 

4.2 Periodiek wekelijks onderhoud

Bij deze vorm van onderhoud kijken we nog wat verder naar de machine. Hierbij kijken we naar de volgende punten:

  • De Geleider
  • De Anti vibratie rubbers
  • Het koelsysteem
  • De bougie
  • De strartinrichting
  • Het tandwiel
  • De Compressiedruk

Wel hoort hier ook het dagelijks onderhoud bij.

Het groot onderhoud kun je het beste laten doen door de specialist. Die kan de machine nakijken repareren en keuren indien nodig, zodat de machine weer gebruiksklaar en veilig is.

4.3 VCA keuring

Laat jaarlijks een keuring uitvoeren door een deskundige, zodat de machine voldoet aan de nodige veiligheidseisen. Zorg daarom dat de deskundige beschikt over de juiste keuringsuitrusting en keuringsspecificaties.

Het is belangrijk dat de volgende keuringsdatum goed leesbaar op de machine wordt vermeld door bijvoorbeeld een keuringssticker.

Het is dan ook sinds 1998 wettelijk bepaald dat machines gekeurd moeten worden die door gebruik slijten en daardoor minder veilig worden. Zie erop toe dat het onderhoud of de keuringen worden geregistreerd. Dit maakt controle van de staat en veiligheid van de machine mogelijk (bij bedrijven met een VCA keurmerk).

4.4 Het Vijlen van de ketting

Bij het vijlen van de ketting zijn 2 soorten vijlen nodig.

Als eerste hebben we een ronde vijl nodig en vaak wordt deze gecombineerd met een hulpstuk (vijlhouder), zodat de diepte en hoek goed in de gaten kan worden gehouden. Deze gebruiken we voor de beitels. De diameter van de ronde vijl is afhankelijk van het soort ketting.  De tweede vijl is een platte vijl die we gebruiken voor de dieptestellers.

              

 

Als je begint met vijlen is het belangrijk dat het blad en de kettingzaag stevig en stabiel staan. Hier kun je een bankschroef voor gebruiken, maar je kunt ook gebruik maken van een “vijlblok”.

 

We beginnen met het vijlen van de beitels en zoek hierbij de meest beschadigde beitel op. Hou de vijl horizontaal op het blad en de ketting en zet de vijl onder een hoek van ± 30 graden. Op de vijlhouder staat dit aangegeven. Vervolgens maken we een aantal slagen, zodat de beitel scherp is. Wel is het verstandig om de slagen te tellen, omdat we bij elke beitel dan hetzelfde aantal slagen kunnen doen, waardoor de beitels redelijk dezelfde grootte blijven.

Daarna gaan we verder met de dieptestellers. De dieptesteller bepaald de diepte waarmee de beitel het hout in gaat. Het is daarom erg belangrijk om deze op de juiste hoogte te vijlen. Het verschil tussen beitel en dieptesteller moet ± 0,64mm. De makkelijkste manier hiervoor is om te vijlen met een "dieptesteller mal". Deze heeft altijd de juiste afstand.

Mocht het zo zijn dat de afstand tussen de dieptesteller en de beitel de groot is gaat de beitel te diep in het hout, waardoor de zaag gaat trillen en de kans op een kick-back groter wordt.

 

Vijlen

5. PBM

Gebruik van PBM's

Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden om gevaarlijke of ongezonde situatie te bestrijden als er alles aan gedaan is om deze bij de bron te bestrijden, maar wanneer blijkt dat er toch een rest risico bestaat. Afhankelijk van het “rest risico” moet er passende/juiste bescherming worden gedragen. Ook deze persoonlijke beschermingsmiddelen moeten net als de machine CE-gemarkeerd zijn en dus van duidelijke gebruiksaanwijzing en onderhoudsvoorschriften zijn voorzien.

De werkgever is verplicht om deze persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking te stellen en hem de nodige voorlichting aan te bieden. De werknemer is verplicht de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken en op de juiste manier te onderhouden.

Het woord “persoonlijk” geeft al aan dat het gebruik van deze middelen persoonsgebonden zijn en dus de juiste maat moeten hebben. Het kan niet zo zijn dat er meerdere personen met dezelfde middelen moeten delen.

 

5.1 Helmset

Helmset
Helmset

De helmset ofwel bosbouwset is een combinatie van hoofdbescherming (helm), gezichtsbescherming (gelaatscherm) en gehoorbescherming (oorkappen). Deze set wordt vaak in de bosbouw/groensector gebruikt. Ook deze set dient aan de wettelijke eisen te voldoen en dient voorzien te zijn van een CE/keurmerk.

5.1.1 Helm

Wanneer er bosverzorgingswerk gedaan moet worden, waarbij struiken en bomen verwijderd moeten worden van 3 meter of hoger moet er een door de arbeidsinspectie goedgekeurde veiligheidshelm gedragen worden. Controleer alvorens je gaat beginnen altijd het keurmerk in de helm. Ga na of de helm nog binnen de aangegeven datum valt.

5.1.2 Gelaatscherm

Er zijn verschillende soorten gelaatschermen in de markt verkrijgbaar. Er kan een onderscheid gemaakt worden in een dicht gelaatsscherm en een open gelaatsscherm. Het voordeel van het open (gaas) vizier is dat dit niet beslaat door je hete adem. Je hebt ten alle tijden een goed zicht op je werk.

Vizier van gaas
Gaas vizier voor een helder zicht.

 

Doorzichtig vizier van plexiglas.

 

5.1.3 Gehoorbescherming

Binnen de Arbowet is geregeld dat bij iedere werkzaamheid het lawaai zo laag mogelijk gehouden moet worden. Je dient hier te beginnen bij de bron en moet dus de juiste machine kiezen voor het juiste werk. In de Arbowet wordt gesproken van lawaai wanneer je op 1 meter afstand van de geluidsbron geen normaal gesprek kunt voeren.

Als standaard wordt aangenomen dat het geluid beneden de 80 dB(A) moet blijven om gehoorbeschadiging op lange termijn te voorkomen. Wanneer het geluid tussen de 80 - 85 dB(A) ligt dan wordt gehoorbescherming aangeraden. Het geluid van de kettingzaag is ruimschoots boven de 85 dB(A) en volgens de Arbowet is dan gehoorbescherming ook verplicht.

Vaak is de gehoorbescherming geïntegreerd in/aan de Helm. Afhankelijk van de mate van dempen van de gehoorbescherming kan ervoor gekozen worden om ook nog oordopjes of Ottoplastieken extra te dragen.

 

Gehoorbescherming verplicht

 

5.1.4 Veiligheidsbril

Bij het werken met een kettingzaag wordt het dragen van een veiligheidsbril voorgeschreven. Het dragenvan een bril voorkomt dat er houtspaanders of zaagsel in je ogen komt. Er zijn verschillende soorten brillen op de markt. Belangrijk is dat je er eentje kiest die je prettig vindt zitten.

 

5.2 Zaagbroek

De zaagbroek beschermt tegen lichamelijk letsel door de ketting en rondvliegend materiaal. De broek is gevuld met vezels en op plekken met een hoger risico voorzien van verstevigingen. Als de draaiende ketting tegen de broek aankomt gaan de vezels in de ketting en het kettingrondsel zitten, waardoor de ketting vastloopt en de motor afslaat. Daardoor wordt het risico op zwaar lichamelijk letsel sterk verminderd.

Let wel op welk type zaagbroek je kiest. Dit is afhangkelijk van de kettingsnelheid. Deze is meestal terug te vinden in de handleiding van de kettingzaag. Het Classificatieschema hieronder geeft aan welke klasse bij welke snelheid nodig is.

  • Klasse 0 - 16m/s
  • Klasse 1 - 20m/s
  • Klasse 2 - 24m/s
  • Klasse 3 - 28m/s

Het gebruik, wassen e.d. hebben invloed op de staat van de zaagbroek. Het is daarom ook verstandig dat de zaagbroek bij regelmatig gebruik vervangen wordt om de 12 tot 18 maanden.

5.3 Zaagschoenen / laarzen

Zaaglaarzen zijn een speciaal soort laars. Naast de gebruikelijke stalen bodem en stalen neuzen zijn de laarzen ook voorzien van extra enkelbescherming en een verstevigde schacht. Het voordeel van zaaglaarzen is dat ook in drassig gebied gewerkt kan worden.

5.4 Handschoenen

Deze handschoenen verkleinen de kans op verwondingen aan je handen. Kettingzaaghandschoenen zijn uitgevoerd met een gewatteerde bovenkant, zodat een eventueel rondvliegende ketting de hand minder snel verwondt.

Bij koud weer zorgen de handschoenen er voor dat de handen wat warmer blijven. Handschoenen bieden ook bescherming tegen takken en doornen. Wel is het belangrijk dat het een soepele en passende handschoen is, omdat je dan goed contact en gevoel kunt houden met de machine.

5.5 Zaagtuniek / jas

Een zaagjas erg belangrijk bij het werken met een kettingzaag, omdat deze bescherming biedt tegen allerlei weersomstandigheden en de mogelijke gevaren van het werken met de kettingzaag. De meeste jassen hebben reflectoren of een opvallende kleur, zodat je goed gezien wordt.

Een veel voorkomende zaag jas is een klasse 1. Deze is vaak voorzien van arm, schouder en borstbeveiliging. 

Vooral bij een tophandle zaag is het balangrijk om een zaagtuniek/jas te dragen, omdat deze bescherming biedt aan de schouders en nek. Een tophandle zaag heeft de 2 handvaten dicht op elkaar zitten, waardoor er met de tophandle meestal iets anders wordt gezaagd. Hierbij is het dus van belang dat je goed beschermd bent. Denk er wel aan dat je" ook de tophandle de zaag" altijd met 2 handen vast houdt.

 

5.6 Valbeveiliging / Persoonlijke valbeveiliging

Valbeveiliging:

Voor het werken op hoogte is valbeveiliging vereist. Onder werken op hoogte vallen werkzaamheden op diverse locaties, zoals een plat of schuin dak, hoogwerkers, platformen, steigers, in bomen enzovoorts waarbij een valgevaar van meer dan 2,5 meter aan de orde is. Daarnaast moeten er veiligheidsmaatregelen getroffen worden wanneer er binnen deze 2,5 meter andere gevaren zoals water, bewegende- of uitstekende delen, aanwezigheid van verkeer of kans om onder spanning te komen staan aanwezig zijn. 

Bij het werken op hoogte onderscheiden we drie categorieën ter voorkoming van het vallen, waarbij de eerste twee de prioriteit hebben. Kan het niet anders en blijft er een te groot risico bestaan dan geld de derde "persoonlijke" maatregel:

* Bronbestrijding;
* Collectieve maatregelen;
* Individuele maatregelen (PBM).

Voorbeeld valbeveiliging
Voorbeeld valbeveiliging

 

Bronbestrijding:

Bij bronbestrijding wordt er simpelweg voorkomen dat men in een gevarenzone terecht komt. Dit beteknd dat je zorgt voor een opgeruimde en overzichtelijke werkplek. Er slingeren géén machines of andere hulpstukken rond waar je over zou kunnen struikelen/vallen. Op deze manier verklein je het risico tot vallen.

Collectieve maatregelen:

Wanneer bronbestrijding niet mogelijk is dienen er collectieve maatregelen getroffen te worden. Voorbeelden hiervan zijn randbeveiligingen, steigers of kooiladders. Soms is het niet mogelijk om gebruik te maken van deze collectieve veiligheidsmaatregelingen. Redenen hiervoor kunnen zijn de moeilijke toegang of de hoge kosten in verhouding tot de duur van de werkzaamheden.
 
Individuele "persoonlijke" maatregelen:

Wanneer collectieve maatregelen niet mogelijk en/of aanwezig zijn dient men te zorgen voor het gebruik van PBM: Persoonlijke Beschermings Middelen. Gordels, leeflijnen, helmen, enzovoorts dienen dan als valbeveiliging in gevaarlijke situaties. Een werkgever dient niet alleen in de nodige valbeveiliging te voorzien, maar ook te zorgen dat medewerkers bekend zijn met het gebruik van de materialen. Mensen die tijdens het werken op platte daken of op ladders, of in hoogwerkers een harnas ten behoeve van valbeveiliging dragen kunnen hiervoor een cursus volgen. 

 

Wettelijk gezien ben je verplicht om altijd eerst bronbestrijding en collectieve maatregelen te treffen, alvorens je overgaat op individuele maatregelen!

 

 

6. Informatie

Dit arrangement is tot stand gekomen door de samenwerking van Dolmar (Makita Nederland BV) en docenten van diverse groenopleiding VMBO/MBO en passend onderwijs.

Wij bedanken met name het Prinsentuin College te Breda voor het beschikbaar maken van docent Geert-Jan van der Veeken die de acteur is in alle filmpjes.

Natuurlijk bedanken we verder ook iedereen die materiaal heeft aangedragen om te komen tot dit arrangement.

Voor vragen/opmerkingen kunt u een mail sturen naar:

A. Peeters
Makita Nederland BV
a.peeters@makita.nl

 

Kijk ook naar onze verdere arrangementen:

- Leereenheid bosmaaiers    

- Leereenheid heggenscharen           (beschikbaar eind 2015)

 

 

DOLMAR.NL
Dolmar professioneel gereedschap voor de groensector

AGROARBO
ARBO informatie voor de groene sector

Toets leereenheid kettingzagen

Toets: Toets leereenheid Kettingzagen

Start