Stagedidactiek

Welkom op de wiki stagedidactiek

Welkom op deze wikipagina met als thema 'stagedidactiek'.
Hier vind je een antwoord op een aantal vragen als (beginnende) mentor.

 

Ter inleiding kan je in onderstaande rubrieken info lezen over deze wiki.
Volgende onderdelen komen hierbij aan bod:

 

Verder bekijken we elke stagefase afzonderlijk:

Deze fasen zijn terug te vinden als titel, links in het menu, met bijhorende vragen of problemen.

 

We wensen u alvast een boeiende tocht als mentor!

 

Dave, Fleur, Leen en Lieselot

Waarover gaat deze wiki?

Vroeg of laat kom je als zorgprofessional in contact met stagiairs.
Zeker als mentor is het belangrijk om deze young professionals goed te begeleiden zodat zij later de zorgtaak zelfstandig kunnen overnemen.
 
De wiki loodst je doorheen de stagefasen van de stagiair.

Je krijgt een aantal antwoorden op vragen hoe je de stagiair het best kan begeleiden, zoals:
  • Wat kan ik doen ter voorbereiding van de stage?
  • Hoe beoordeel ik de doelstellingen van de stagiair?
  • Hoe laat ik de stagiair nadenken over zijn eigen handelen?
  • Hoe bereid ik de evaluatie voor?
 
 

Hoe gebruik je deze wiki?

Heb je een heel specifieke vraag over het mentorschap of wil je er gewoon meer over weten ?

In beide gevallen kan je terecht op onze wiki.
 

  • Heb je een specifieke vraag over het mentorschap?
    Klik op de fase in de stage, waarop je vraag betrekking heeft.
    Onder elke fase vind je een aantal veel voorkomende vragen die betrekking hebben op deze fase.
    Vind je geen antwoord op je vraag, neem dan zeker een kijkje bij 'waar kan ik terecht voor meer info over het mentorschap?'.

 

  • Wil je je informeren over mentorschap?
    Wil je gewoon wat meer info over goed mentorschap en heb je voorlopig geen prangende vragen?
    Lees in dat geval chronologisch de wiki door.
    Op deze manier krijg je een goed beeld van het stagetraject van de stagiair en jouw rol als mentor hierin.
    Wil je er nog meer over weten, neem dan zeker een kijkje bij 'waar kan ik terecht voor meer info over het mentorschap?'.
     

 

Wat zegt de actuele wetenschappelijke literatuur over mentorschap?

Binnen de zorgsector is er een ware overvloed aan literatuur dat diverse aspecten van het mentorschap onder de loep neemt. Deze artikels treffen we met name binnen het domein van de verpleegkunde aan. Wat volgt is een beknopte samenvatting van de actuele literatuur die we gebruikten als bron voor deze wiki.

Anno 2005 duidde Barker reeds op de complexiteit van de relatie tussen mentor en de advanced practice nurse (APN; verpleegkundig specialist of nurse practitioner). Uit dit Amerikaans onderzoek blijkt het belang van een zekere ‘click’ tussen mentor en student. Valkuilen die de mentor-studentrelatie kunnen doen falen, zijn zwakke communicatiepatronen en inadequate identificatie van leerdoelen. Sleutelaspecten van deze relatie zijn persoonlijke introspectie, eerlijke en constructieve communicatie alsook de ontwikkeling van alternatieve ondersteunende netwerken.

In een Britse studie maakte Ven Veeramah (2012) een synthese van de knelpunten die voorkomen bij het mentorschap in de verpleeg- en vroedkunde. Hij concludeerde dat er vijf aspecten zijn die een belangrijke impact hebben op dit begeleidingsproces:
  • Tijdsgebrek en de zorgvraag
  • Inadequate voorbereiding
  • Ondersteuning en bijscholing voor wat betreft assessmentformulieren
  • Regelmatige updates en training op de werkvloer
  • Communicatie tussen management, verpleegkundige/vroedvrouw, lector en mentor

Myall et al (2008) toonden in een eerder onderzoek op Engelse bodem al aan dat mentorschap heel belangrijk is bij ongekwalificeerde studenten. De afnemende kloof tussen theorie en praktijk van het mentorschap is op zijn minst hoopgevend te noemen.


In 'Colofon' vind je een overzicht van de gebruikte literatuur.

Wie zijn wij?

Deze wiki werd opgesteld door:

  • Dave Vanderbeke (ergotherapeut)
  • Fleur Gossiaux (verpleegkundige)
  • Leen Van Landschoot (verpleegkundige)
  • Lieselot Berlanger (vroedvrouw)

Studenten van de specifieke lerarenopleiding in de gezondheidswetenschappen
Universiteit Gent (België)

 

Begeleider:

Hilde Van Eeckhout
Praktijkassistent SLO gezondheidswetenschappen

Vóór de stage

Een goede opvang van de stagiair begint met een goede voorbereiding vóór de aanvang van de stage.

Informeer je als mentor over je rol als mentor, over de verwachtingen van de verschillende partijen en over de stagiair die je zal begeleiden.

 

Vragen die in deze fase voorkomen, zijn:

Waar kan ik terecht voor meer info over het mentorschap?

In deze wiki vind je als mentor algemene basisinformatie over de begeleiding van stagiairs.

 

Heb je vragen over een specifieke situatie op jouw dienst, dan kan je terecht bij:

  • Collega-mentoren of je verantwoordelijke​
  • De stagebegeleider of de stagecoördinator van de school

 

Wil je je verder verdiepen in het onderwerp, dan kan je terecht bij:

  • Mentorenopleidingen
    In mentorenopleidingen komen de belangrijkste onderwerpen mbt het mentorschap aan bod. Vaak wordt er actief gewerkt met (eigen) casuïstiek. Mentorenopleidingen voor de zorg vind je in Oost-Vlaanderen onder andere in Hogent en Vokans.

 

  • http://zorgvoorstage.be
    ‘Zorg voor stage’ is een online vormingspakket voor kwaliteitsvolle stages en stagebegeleidingen. De site is bedoeld als inspiratie, geeft stof tot nadenken en voer voor discussie.

 

  • Overige literatuur
    Er bestaat heel wat literatuur over dit onderwerp.
    Een aantal actuele wetenschappelijke bronnen vind je terug onder 'Colofon' in deze wiki.

Wat kan ik doen ter voorbereiding?

Voorbereiding op het mentorschap

  • Ga na wat je werkgever verwacht met betrekking tot (het begeleiden van) de stage.
    Ga na of hieromtrent iets op papier staat.
    Lees ook de infobrochure van je dienst na, zo weet je bovendien over welke informatie de stagiair al beschikt.
    Richt je met vragen tot een collega-mentor of tot je verantwoordelijke.
  • Ga na wat de opleidingsinstelling verwacht.
    Dit vind je terug in het stagereglement van de school.
    Richt je met vragen tot de stagebegeleider van de school.

 

Voorbereiding op de komst van een specifieke stagiair

Introductiefase

De introductiefase bestaat uit de eerste dag of dagen van de stageperiode.

Heet als mentor de stagiair welkom, maak concrete afspraken, bespreek de leerdoelen van de stagiair en stem de verwachtingen (mentor-stagiair) op elkaar af.

 

Vragen die in deze fase voorkomen, zijn:

Hoe vang ik de stagiair op de eerste dag?

Je krijgt maar één kans voor het maken van een goede eerste indruk.
Trek er daarom wat tijd voor uit:
  • Heet de stagiair welkom.
  • Stel jezelf voor en stel de stagiair voor aan het team.
  • Geef de stagiair een rondleiding op de afdeling.
  • Maak praktische afspraken over maaltijden, pauzes, kleedkamer, …
  • Laat de stagiair zichzelf voorstellen en geef ruimte om zijn/haar ervaringen met de stageplaats of patiëntengroep te bespreken.
  • Bespreek de wederzijdse verwachtingen en overloop de leerdoelen van de stagiair.

 

Heb je op het moment dat de stagiair aankomt heel weinig tijd, vertel dit aan de stagiair.

  • Beperk je tot een verwelkoming, een korte voorstelling van de dienst en de voorstelling van de stagiair aan de collega’s.
  • Geef aan wanneer je wel tijd kan uittrekken voor een rondleiding, bespreken van de doelstellingen, ...
  • Maak duidelijk wat je tot dan van de stagiair verwacht.
    Bijvoorbeeld meelopen of meewerken, al dan niet vragen stellen, …

Hoe beoordeel ik de leerdoelen van de stagiair?

Bij de aanvang van de stage legt de stagiair zijn/haar doelstellingen voor.
Deze gaan over de kennis, vaardigheden en attitudes die hij/zij tijdens tijdens deze stage willen bereiken.
 
De doelstellingen moeten Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden zijn. Men zegt ook wel dat doelstellingen 'SMART' moeten opgesteld zijn.

 

  • Specifiek
    Is het duidelijk wat de stagiair als eindresultaat wil bereiken?
    Zijn de doelstellingen afgestemd op de stageplaats?
  • Meetbaar
    Kan je meten/nagaan of de stagiair het doel daadwerkelijk heeft bereikt?
  • Acceptabel
    Is het doel aanvaardbaar?
  • Realistisch
    Is het doel niet te makkelijk of te moeilijk te bereiken?
  • Tijdgebonden
    Is het duidelijk wanneer de stagiair dit doel wil bereiken?
    Dit kan bijvoorbeeld na een week stage zijn of op het einde van de stage.

 

Wanneer je vindt dat een doelstelling niet aan deze voorwaarden voldoet, stuur je, in overleg met de stagiair, de doelstelling bij.
Bij vragen over specifieke doelstellingen kan je je richten tot de stagebegeleider van de stagiair.

Hoe stem ik wederzijdse verwachtingen op elkaar af?

Maak bij aanvang van de stage even tijd voor het bespreken van de wederzijdse verwachtingen.

 

Verwachtingen van de stagiair

Wat de stagiair verwacht te leren op stage, vind je terug in de stagedoelstellingen. Deze doelstellingen samen bespreken en waar nodig bijsturen, geeft je een zicht op de verwachtingen van de stagiair.
 

Verwachtingen van jou als mentor

De verwachtingen van de mentor verschillen van stageplaats tot stageplaats en zelfs van mentor tot mentor. Het geeft de stagiair een gevoel van veiligheid wanneer deze weet wat hij/zij van jou mag verwachten en wat van hem/haar wordt verwacht.

Bijvoorbeeld:

  • Verwacht je dat de stagiair zelfstandig aan een taak begint of vraagt hij/zij eerst toestemming.
  • Wat verwacht je de eerste dagen van de stagiair en wat verwacht je naar het einde van de stage toe.
  • Verwacht je dat de stagiair je dagelijks zijn/haar documenten voor feedback aanbiedt of stelt hij/zij deze beschikbaar op een bepaalde plaats.

Werk- & leerfase

Na de introductiefase volgt de werk- en leerfase.

Er zijn tal van factoren op de werkvloer die bepalend zijn voor het uiteindelijke resultaat van deze leerperiode.
Als mentor zorg je voor een leerrijke omgeving en een open communicatie. Laat de stagiair nadenken over zijn eigen handelen en geef voldoende en gepaste feedback. Laat de stagiair ook eens nadenken over een ethische kwestie.
Stuur bij wanneer de stage niet loopt zoals verwacht.

 

Vragen die in deze fase voorkomen, zijn:

Hoe zorg ik voor een leerrijke omgeving?

Betrek de stagiair bij wat gebeurt op de afdeling, op zo'n manier dat hij/zij zich betrokken voelt en niet enkel aan de zijlijn staat. Geef de stagiair het gevoel dat hij/zij een toekomstige collega kan worden en niet enkel stage "moet" lopen.

 

Do’s:

  • Stel leren aantrekkelijk voor.

  • Voorzie ruimte voor wederzijds respect, een gedeelde visie, goede communicatie,
    groepsreflectie en steun.

  • Las frequent evaluatiemomenten in.

  • Beschouw een stagiair als een evenwaardig lid van het zorgteam.

  • Laat ruimte voor experimenteren en geef inspraak waar mogelijk.

  • Bewaar evenwicht tussen taakbelasting en kwaliteit van het leerproces.

  • Creëer een emotioneel veilige omgeving, door het opbouwen van een vertrouwensband.

  • Creëer een uitdagend en stimulerend leerklimaat door hem/haar uit te nodigen tot actie en te stimuleren tot zelfstandigheid.

Don’ts:

  • Negeer geen vragen van de stagiair.

  • Ga er niet van uit dat de stagiair alles al weet.

 

Een belangrijke opmerking hierbij is wel dat de mentor niet de enige spilfiguur is in het stagetraject. Ook de stagiair, de collega's en de stagebegeleider bepalen het leerklimaat tijdens de stage.

 

Hoe bekom ik open communicatie?

Als mentor moet je vooral actief luisteren. Wanneer je actief luistert, geef je betekenis aan dat wat je hoort en let je constant op.

Volgende tips kunnen je daarbij helpen:

  • Maak oogcontact

  • Bevestig door ja te knikken en gebruik gepaste expressies

  • Vermijd ongepaste acties of gebaren

  • Stel vragen en vat samen

  • Voorkom dat je de spreker onderbreekt

  • Spreek niet te veel

 

Wanneer je als mentor het woord neemt, let dan op het volgende:

  • Zorg ervoor dat de communicatie positief, duidelijk en specifiek is.

  • Wees je ervan bewust dat elk individu een geheel eigen kijk/perspectief heeft op de zaak.

  • Wees open en eerlijk over jouw gevoelens en accepteer de gevoelens van de andere.

Hoe laat ik de stagiair nadenken over zijn eigen handelen?

Zelfreflectie is heel belangrijk in het leerproces van de stagiair.

Het geeft jou als mentor bovendien een zicht of hij/zij het eigen functioneren correct inschat.

Tot slot bespaart het jou heel wat werk, wanneer je een correcte zelfevaluatie van de stagiair alleen maar hoeft te beamen.

 

Je kan de stagiair helpen bij deze reflectie door hem/haar een aantal vragen te stellen, gebaseerd op de cirkel van Korthagen:

  1. Bevraag de stagiair over zijn handelen.
      Bijvoorbeeld: Wat wil je bereiken, waar wil je op letten?
  2. Laat de stagiair terugblikken op hoe het is verlopen.
      Bijvoorbeeld: Wat deed je goed, wat deed je minder goed?
  3. Laat de stagiair analyseren hoe dat komt.
      Bijvoorbeeld: Waarom verliepen sommige dingen goed en andere minder goed?
  4. Laat de stagiair alternatieven formuleren.
      Bijvoorbeeld: Hoe ga je het de volgende keer aanpakken? Wat zou je anders willen doen?

 

Bekijk het onderstaande filmpje over een gesprek tussen stagiair en een mentor.

De student komt hier beperkt tot zelfreflectie.
 

In het volgende filmpje kan je zien hoe je door het stellen van vragen de student tot meer zelfreflectie kan laten komen volgens de hierboven beschreven methode.

Hoe geef ik feedback?

Feedback zorgt ervoor dat de stagiair inzicht krijgt in het eigen functioneren en zich waar nodig kan bijsturen.

Zorg voor goede randvoorwaarden:

  • Bereid het gesprek voor.
    Denk op voorhand na wat je wil meegeven, dit kan bijvoorbeeld door al een aantal zaken te noteren tijdens de uitvoering.
  • Zorg voor een rustige plek om te praten; zorg voor privacy.
    Geef indien mogelijk geen negatieve feedback aan een stagiair in het bijzijn van de patiënt, medestagiairs of collega's.
  • Voorzie voldoende tijd.

 

Houd rekening met volgende aandachtspunten:

  • Geef ook positieve feedback!
    Positieve feedback bekrachtigt het goede gedrag van de stagiair. Het zorgt er bovendien voor dat deze zich meer zal openstellen voor de werkpunten.
  • Spreek steeds in de ik-vorm
      Bijvoorbeeld 'ik merk op dat  ...' in plaats van 'je bent ...'.
  • Wees steeds zo concreet mogelijk
      Bijvoorbeeld 'ik merkte dat er nog afval lag nog op de kamer' in plaats van 'ik merkte dat je de kamer slordig had  
      achtergelaten'
  • Geef aan wat je verwacht in de toekomst
      Bijvoorbeeld 'ik wil dat je het afval dat nog op de kamer aanwezig is eerst gaat opruimen en dat je voortaan, voor
      je de kamer verlaat, nog eens nagaat of alle afval is verwijderd'.
  • Geef de stagiair ruimte om te reageren
      Bijvoorbeeld 'kan je je vinden in deze opmerkingen' of 'was je je hiervan bewust'

 

Wil je meer over weten over feedback geven en krijgen, dan kan je ook terecht bij de VDAB voor een gratis online cursus over feedback geven.

Hoe kan ik de stagiair laten nadenken over ethische kwesties?

Het is belangrijk om (ethische) dilemma’s te bespreken met de stagiair.

  • Stel vragen wanneer dergelijke dilemma's voorkomen.
  • Leg een casus voor en bekijk dit vanuit de verschillende partijen (de rol van de patiënt, de familie van de patiënt, de verpleegkundige, de collega, de hoofdverpleegkundige, de directie nursing, de directie en de maatschappij).
  • Laat de stagiair bewust reflecteren door vergelijkingen te maken met andere landen (bijvoorbeeld Engeland en de leeftijdsbeperking voor transplantatie).

Wat als de stagiair schade berokkent?

  • Respecteer de hiërarchie (de hoofdverpleegkundige en de school, de directie nursing en de directie van de school en de verzekeringen).
  • Zorg steeds voor begeleiding van je stagiair, laat hem/haar niet zonder toezicht werken.
  • Weet dat:
    • de stagiair gelijkgesteld is met een tijdelijke werknemer,
    • het ziekenhuis ingedekt is via de ziekenhuisverzekering voor beroepsfouten door de personeelsleden en via de arbeidsgeneeskundige dienst van de ziekenhuizen.
  • De polis "burgerlijke aansprakelijkheid" dekt de beroepsfouten in door onervarenheid, die een ziekenhuis verhaalt op de school.
  • De polis "ongevallen" dekt de schade aan een stagiair ten gevolge van ongeval, bijvoorbeeld besmetting met hepatitis B door toevallige zelfverwonding.
  • Bovendien sluiten de scholen zelf aan bij een arbeidsgeneeskundige dienst, die preventief maatregelen ter bescherming van de stagiair neemt, zoals bijvoorbeeld preventieve vaccinatie tegen hepatitis B.
  • Door het feit dat de stagiair in de stageplaats wordt beschouwd als tijdelijke werknemer, kunnen sommige gevallen ook worden geregeld via het Fonds voor Beroepsziekten.
  • Specifiek voor het secundair onderwijs in de verpleegkunde (vierde graad van het voltijds beroepssecondair onderwijs) is het zo dat het klinisch onderwijs, waaronder de stages vallen, onder de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstellingen valt. Deze instellingen dienen dan ook in te staan voor de verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid en de begeleiding van de stages.

 

 

Evaluatiefase

De evaluatie vindt plaats op het einde van de stageperiode.

Soms vindt ook een tussentijds evaluatiegesprek plaats. Het voordeel van zo'n tussentijds gesprek is dat alle partijen op dat moment reflecteren over het functioneren van de stagiair. Er worden concrete verwachtingen besproken en afspraken gemaakt naar het eind van de stage toe.

Afhankelijk van de gewoontes van de stageplaats en de school, kunnen bij de (tussentijdse) evaluatie de stagiair, de mentor, de hoofdverpleegkundige en de stagebegeleider betrokken worden.

Als mentor bereid je dit gesprek voor. Je gaat na wat de sterke punten zijn van de stagiair en welke werkpunten er nog zijn. Deze werkpunten zal de stagiair meenemen als leerdoelen voor een volgende stageperiode.
De eindscore wordt gegeven door de stagebegeleider.

 

Vragen die in deze fase voorkomen, zijn:

 

Hoe verloopt een evaluatiegesprek?

Laat de stagiair aan het woord over de stage:

  • Welke doelstellingen heeft hij/zij kunnen bereiken op deze stage?
  • Wat vindt hij/zij sterke punten van zichzelf op deze stage?
  • Welke werkpunten neemt de stagiair mee naar een volgende stage?
  • Hoe scoort hij/zij zichzelf?

 

Bekrachtig als mentor wat de stagiair correct inschat en vul de stagiair aan of verbeter waar je dit nodig vindt.

 

Vraag de stagiair of deze hiermee kan instemmen.

 

Beëindig het gesprek positief en wens de stagiair veel succes met zijn verdere studies.

Hoe bereid ik een evaluatiegesprek voor?

Maak, indien mogelijk, een afspraak met de stagebegeleider op een moment dat de stagiair aanwezig is.
Afhankelijk van de stageplaats, is de dienstverantwoordelijke soms ook aanwezig bij de eindevaluatie.

 

Zorg dat de evaluatiedocumenten worden ingevuld:

  • De stagiair doet aan zelfevaluatie en schrijft dit op papier.
  • Daarna leest de stagementor dit en vult aan met eigen bedenkingen.
  • Tot slot vult de stagebegeleider aan. Dit laatste gebeurt op basis van mondelinge en schriftelijke feedback van de dienst.

 

Vaak wordt er door de school een handleiding ter beschikking gesteld voor het invullen van de stagedocumenten.

  • Het arrangement Stagedidactiek is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Lieselot Berlanger
    Laatst gewijzigd
    2014-05-19 14:53:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Wetenschappelijke literatuur

    Barker, E.R. (2006). Mentoring, a complex relationship. American Academy of Nurse Practitioners, 18, 56-61

    Bailey-McHale, J., Hart, D. M. (2013). Mastering mentorship: a practical guide for mentors of nursing, health and social care students, SAGE. 224

    Myall, M., Levett-Jones, T & Lathlean, J. (2008). Mentorship in contemporary practice: the experiences of nursing students and practice mentors. Journal of Clinical Nursing, 17, 1834-1842.

    Stagementoraat Brussel (2013). Competentieprofiel voor stagementoren in ziekenhuizen.[pdf]

    Veeramah, V. (2012). What are the barriers to good mentoring? Nursing Times, vol 108 No 39, pp.12-15.

     

    Websites

    http://zorgvoorstage.be

    Filmpjes ontworpen aan de hand van http://goanimate.com

    Pictogrammen. Beschikbaar op www.iconfinder.com

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Berlanger, Lieselot. (z.d.).

    Test

    https://maken.wikiwijs.nl/49816/Test

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.