Oorzaak en gevolg
Je eigen animatie maken
Tijdsduur 60 minuten
Doelgroep 5/6/7
Kerndoel Domein: Nederlands; schriftelijk onderwijs
- 4; ‘middel-doel en oorzaak-gevolgrelaties (…) probleem-oplossingsrelaties’.
Domein; Kunstzinnige oriëntatie
- 54; ‘leren om beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Media competenties De leerling:
- G1; kan apparaten, software en toepassingen gebruiken, waarbij zij eigen materiaal creëren en dit delen met anderen;
- G2; kan zich oriënteren binnen complexe, open mediaomgevingen;
- G2; taken; kan een eenvoudige software gebruiken;
Lesdoelen De leerlingen:
- Maken kennis met het herkennen van een oorzaak-gevolg;
- leren de oorzaak en het gevolg te benoemen in de zin;
- leren bij een oorzaak een gevolg te bedenken en omgekeerd;
- ontdekken welke signaalwoorden horen bij een oorzaak-gevolg relatie;
- leren de opgedane kennis actief toe te passen door deze te verwerken in een animatie;
- ontdekken hoe een animatie op Wideo tot stand komt;
- leren een eigen Wideo-animatie te maken aan de hand van bepaalde richtlijnen.
Materialen
Om deze les uit te voeren, heeft u de volgende materialen nodig:
- Digibord
- Toegang tot internet
- Een computer, tablet of laptop per groepje
- Werkblad oorzaak & gevolg – zie bijlage
- Introductiefilm; http://www.wideo.co/view/1527311387984079163-untitled
- Een Wideo account
- Een YouTube account
- Een apparaat dat beeld kan opnemen als een camera of tablet
- Een ballon
- Een naald
Voorbereiding
Verzamel de materialen en lees deze handleiding door. Print het werkblad oorzaak en gevolg uit. Elk kind krijgt een werkblad. Zorg ook voor een safe search op google. Dit kunt u bij de instellingen van de zoekmachine instellen. Zo bent u er zeker van dat de kinderen niet op zoekresultaten kunnen klikken die niet geschikt zijn voor kinderen. Controleer ook of pagina’s voor volwassenen niet toegankelijk zijn voor de kinderen.
Maak dan een account aan op http://wideo.co. Met behulp van een emailadres kunt u dit account aanmaken. U kunt dit account toegankelijk maken voor de gehele klas. Neem vervolgens de tutorial op de website door. Een tutorial houdt in dat u met behulp van het programma ontdekt en leert hoe het programma kan worden gebruikt. Zo kunt u straks de kinderen goed begeleiden wanneer zij zelf een filmpje moeten maken. Kijk tot slot het introductiefilmpje. De link hiervan staat genoteerd bij het benodigde materiaal. Tot slot maakt u een klassenaccount aan op www.youtube.com. De kinderen gaan de zelf gemaakte animatie posten op dit account en publiceren.
Theoretisch kader
Het boek Mediawijsheid op de basisschool (Pijpers & Van den Bosch, 2013) heeft mij geïnspireerd tot het maken van een les waarin wordt gebruik gemaakt van media. Pijpers en van den Bosch beschrijven dat een lesmethode goed los te laten is, mits de leerdoelen voor ogen worden gehouden. Het is een manier om het onderwijs aantrekkelijker te maken en brengt plezier in leren tot stand. In het onderwijs leiden we werknemers en burgers van de toekomst op, het is belangrijk dat het onderwijs met de tijd mee gaat. Ook is het doel om kinderen mediawijs te maken. Dit komt tot stand wanneer kinderen zelf media-inhouden produceren en maken en op deze manier bewust worden van de manier waarop je media gebruikt en wat het effect hiervan is op jezelf en anderen (Dummer, 2011).
In deze les maken de kinderen een eigen animatie. In deze animatie verwerken zij zelfgemaakte foto’s of afbeeldingen. Het is van belang dat wanneer u het verwerken van foto’s van de kinderen in de animatie toestaat, u alvorens toestemming vraagt bij de ouders. Als kinderen foto’s of video’s van zichzelf publiceren, moet hier namelijk toestemming voor worden gevraagd. Dit staat beschreven in de Wet bescherming persoonsgegevens (Mediawijzer, 2013). U kunt er ook voor kiezen de kinderen ervan te beletten om foto’s van zichzelf in de animatie te verwerken. Deze foto’s kunnen namelijk niet gebruikt worden voor doeleinden waarvoor zij niet bestemd zijn.
Tijdens het maken van de animatie is er sprake van een gezamenlijke mediabeleving. Dit betekent dat er niet alleen over wordt gepraat, maar ook het samen lezen, kijken en beleven van media gerelateerde inhoud (Mediawijzer, 2013). Het draait dus om de uitwisseling van emoties. Deze gezamenlijke mediabeleving vereist een bepaalde rol van de leerkracht. De ontwikkelingsfase van een kind is namelijk een belangrijke factor voor de invulling van mediaopvoeding (Dummer, 2011). Er zijn verschillende fasen die de begeleiders en opvoeders doorlopen tijdens de ontwikkeling van een kind, namelijk: voordoen, samen ontdekken, coachen, en – uiteindelijk – loslaten.
In een film maken de kinderen kennis met het gebruik van beeldtaal. Ook ontdekken zij hoe zij kijkers kunnen beïnvloeden. Bij het maken van de animatie moeten de kinderen aan veel dingen denken: het bedenken van een verhaal, de omgang met apparaten, het monteren en het afwerken. Het maken van een film is een project waarbij je met verschillende doelen werkt: stellen en spreken, drama, muziek, beeldende vorming en samenwerkend leren (Dummer, 2011). Voor het maken van een animatie word gebruikt gemaakt van mobiele telefoons of een fotocamera en een videoverwerkingsprogramma.
Bronnen
- Mediaopvoeding. (2013). Mag een school foto’s van leerlingen op de schoolwebsite plaatsen?
Geraadpleegd op 28 december 2013, van
- Mediaopvoeding. (2013). Wat is mediaopvoeding?
Geraadpleegd op 28 december 2013, van
- Mediawijzer. (2013). Competentiemodel, leerlingen PO.
Gedownload op 28 december 2013, van
http://www.mediawijzer.net/competentiemodel/
- Dummer, G. (2011). ICT voor de klas. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
- Pijpers, R. & Den Bosch, N. van den. (2013). Mediawijsheid op de basisschool. Amsterdam: Mijn kind online.
Beginsituatie
De kinderen kunnen apparaten, software en toepassingen gebruiken, waarbij zij eigen materiaal creëren en dit delen met anderen.De leerlingen hebben enige ervaring opgedaan met programma’s als iMovie of Windows Movie Maker. De leerlingen kunnen een foto maken met een tablet, telefoon of digitale camera en kunnen deze op een computer zetten. De leerlingen kunnen zich oriënteren binnen complexe, open mediaomgevingen. De kinderen zijn bekend met bekende Engelse termen als share, download en edit. De kinderen hebben al enig inzicht opgedaan in zinsverbanden en zijn bekend met een aantal signaalwoorden als: maar, en, dus.
Lesbeschrijving
Introductie; Een knallende start
Blaas een ballon op en laat de ballon aan de klas zien. Pak vervolgens een naald en steek deze in de ballon. Stel dan de volgende vragen aan de kinderen:
- Wat is er gebeurd?
- Kan je wat er is gebeurd in één zin zetten?
Waarschijnlijk komen de kinderen tot de zin: De ballon knapte, doordat er een naald in werd geprikt. De kinderen kunnen ook tot een andere overeenkomstige zin komen. Schrijf deze zin op het bord en vraag aan de kinderen:
- Kun je in deze zin het gevolg aanwijzen? (wat gebeurt er?)
- Kun je in deze zin de oorzaak aan wijzen? (waardoor gebeurt het?)
- Kun je in deze zin een andere oorzaak bedenken?
Laat de kinderen vervolgens in eigen woorden benoemen wat nu precies een gevolg en een oorzaak is. Laat de kinderen ook een aantal voorbeeld zinnen noemen. Vraag vervolgens aan de kinderen waaraan zij nu precies een oorzaak of gevolg herkennen.
Vertel dan aan de kinderen dat wanneer je een zin hoort of leest, je aan de woorden kunt zien dat er een oorzaak of gevolg wordt gegeven. Oorzaken en gevolgen hebben een verband met elkaar, en woorden die dat aangeven zijn signaalwoorden. In een opsomming, dus iets waarin meerdere dingen genoemd worden, is het signaalwoord bijvoorbeeld: en, ook, ten eerste, ten tweede, daarnaast etc. Vraag aan de kinderen of zij signaalwoorden kennen van een oorzaak-gevolg relatie.
Dit zijn onder andere: doordat, daardoor, waardoor, hierdoor, vanwege en door.
Kern; Mijn animatie
Geef dan elk kind het werkblad. Deze vullen zij individueel in. Begeleid waar nodig. Als kinderen eerder klaar zijn dan de rest van de klas, kunnen zij nog meer voorbeeld zinnen of tekeningen maken. Bespreek kort met de klas het werkblad.
Vervolgens laat u het introductiefilmpje zien. Hierin wordt de opdracht uitgelegd. Ook laat dit de mogelijkheden van Wideo zien. Vraag aan de kinderen of zij kort de opdracht kunnen samenvatten. Zo kunt u controleren of de opdracht is begrepen. Vervolgens logt u op het digibord in op het Wideo account. Hier laat u kort zien hoe het programma werkt. Ook kunt u moeilijke Engelse teksten verklaren. Indien nodig kunt u hierbij een woordenlijst op het digibord afbeelden als de kinderen het filmpje maken. Noem nogmaals kort de eisen aan het filmpje. Benadruk dat zelfgemaakte tekeningen in het filmpje verwerkt moeten worden. Laat kort zien hoe dit kan (maak foto met tablet of telefoon, download de foto op de computer en upload het in de film).
Dan gaan de kinderen aan de slag met de opdracht. U kunt er voor kiezen om de klas op te delen in tweetallen of groepjes. Ook kunt u de opdracht individueel laten maken. Het is aan te raden om dan deze opdracht in te plannen tijdens zelfstandig werken, zodat er geen sprake is van een tekort aan apparatuur. Begeleid de kinderen tijdens het maakproces.
Op het moment dat de kinderen klaar zijn met het filmpje, kunnen zij het publiceren op YouTube. Het filmpje moet een bepaalde titel krijgen. Bij Wideo spreekt dit publiceren redelijk vanzelf, maar begeleid de kinderen hierin in verband met het Engels. Geef ook de goede inloggegevens van het Youtube account.
Afsluiting; Animatie
Elk kind of groepje laat de animatie zien. Uit de animatie moet blijken wat de oorzaak en wat het gevolg is. Stel de volgende vragen aan de kinderen:
- Wat gebeurde er in het filmpje?
- Wat is de oorzaak van de gebeurtenis? Hoe kan je dat zien?
- Wat is het gevolg van de gebeurtenis? Hoe kan je dat zien?
- Wat viel je op aan het filmpje?
- Wat zijn je tips/tops
Tot slot moeten de kinderen van elk filmpje de gebeurtenis in één zin samenvatten, waarin de oorzaak en het gevolg duidelijk naar voren komt en worden aangeduid met behulp van een signaalwoord.
Bijlage;
Werkblad oorzaak & gevolg

