1. Twee maniern om het onwikkelingspeil te herkennen: Om je heen kijken arm/rijk & De omgeving huis, weg , winkel
2. De bijzondere kenmerken van Isreal: 1. Niet Islamitisch voornamelijk joods. 2. Spreekt geen Arabisch maar Herbreeuws. 3. De cultuur lijkt veel op de Westerse cultuur.
3. Driedeling van de islamtiche wereld op basis van het ontwikkelingspeil: Rijk met olie: Rond de Arabische Golf liggen enkele zeer rijke oliestaten, zooals Koeweit de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Zij verdienen veel geld aan olie verkopen. Arm (met of zonder olie) :De meeste landen in de islamitische wereld staan er minder goed voor. Ze scoren matig tot slecht op de ontwikkelingskenmerken. Rijk zonder olie: Israël is een welvarend land dat geen olie heeft. Israël is welvaarender dan dan de andere Islamiische wereld. De inwoners zijn er rijk en er zijn weinig analfabeten.
Binnen de islamitische wereld ligt een land dat totaal verschild met de omringende landen. Dat is Israël. Ze zijn niet islamitisch maar voornamelijk Joods. Ze spreken geen Arabisch maar Herbreeuws. En de cultuur lijkt veel op de westerse cultuur. Met levensomstandigheden lijken ze veel op buurlanden.
Ontwikkelingspeil:
De kenmerken van Rijkdom en armoede zijn:
Je kunt het merken door om je heen te kijken.
Aan hun kleren.
Hoe de huizen, winkels en wegen er uit zien.
Of dat ze een mobiel hebben.
Welke auto’s er rijden.
Een rijke koeweit verdiend gemiddeld 20.000 perjaar. Dat is meer dan in Sudan of jemen. Daar verdienen de mensen 500 euro per jaar. De hoogte van het inkomen zegt iets over de ontwikkeling in een land. Je moet niet alleen kijken naar de inkomen van de mensen. Maar ook hoe ze leven.
Het ontwikkelingspeil drie gezichten:
Als je kijkt naar de ontwikkeling van de islamitische wereld kijkt dan heeft het gebied drie gezichten. Rond de Arabische golf liggen enkele zeer rijken olie staten, zoals koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Ze verdienen veel geld door aardolie te verkopen. Het gemiddelde inkomen ligt er net zo hoog als in de meeste Europese landen. Niet iedereen is daar rijk. Aan de ene kant zijn er rijke oliesjeiks. Zij verdienen veel geld aan de olie. Aan de andere kant staan er veel islamitische gastarbeiders. Zij doen het zware en vieze werk. Ook werken ze als bouwvakker, chauffeur en doen de huishouding bij rijke families. Hun inkomen is laag. De meeste landen in de islamitische wereld staan er niet goed voor. Ze scoren matig tot slecht op de ontwikkelingskenmerken. Ook Irak en Iran horen hierbij, dat zijn rijke olielanden. Er is een land die geen olie heeft. Dat is de islamitische wereld. Maar ze zijn wel welvarend. Dan de meeste andere Islamitische wereld. Dat is Israël. De inwoners zijn er rijk. Er zijn weinig analfabeten en op de andere ontwikkelingskenmerken scoort Israël goed.
De bergrippen:
Ontwikkelingskenmerk:iets waaraan je de ontwikkelings kunt zien, zoals inwoner en analfabetisme.Anafabetisme betekend iemand die niet kan lezen en scrijven.
Basisbehoefte:spullen om redelijk te kunnen leven.
Ontwikkelingspeil:Hoe rijk of hoe arm een rijk is.Als je de vier basisbehoefte hebt is het land goed waar in je leeft.
Analfabeten:Iemand die niet kan lezen en schrijven.(het alfabet niet kent).
basisboek:
Samenvatting basisboek B173 en B174
B173: Basiskenmerk: inkomen
Tussen landen bestaan grote verschillen in ontwikkeling. Een belangrijke indicator (aanwijzer) van ontwikkeling is het inkomen van de inwoners van een land.
Economen hebben het liever over het bruto nationaal product (BNP). Dat is het geld dat alle inwoners van een land samen verdienen; het is een enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s). Het is een goede manier om vast te stellen hoe groot de economie van een land is. Om de landen goed te kunnen vergelijken wordt het miljardenbedrag gedeeld door het aantal inwoners. De uitkomst is het gemiddelde per persoon. Dat gemiddelde per persoon heet officieel het BNP per hoofd van de bevolking, ook wel BNP per inwoner.Een andere graadmeter is het bruto binnenlands product (BBP). Dat is het totale productie in een land, uitgedrukt in geld. Het bedrag komt min of meer overeen met het BNP. Het verschil is dat bij BNP wort gekeken naar wat alle inwoners van en land samen verdienen, ook als zij in het buitenland werken. Mensen die in dat land werken maar in het buitenland wonen, tellen niet mee.Je moet altijd goed in de gaten houden dat het BNP per inwoner een gemiddelde is. Dat heeft twee nadelen.In sommige landen is een kleine groep mensen schatrijk, terwijl de rest van de bevolking arm is. Het gemiddelde inkomen zegt dan eigenlijk niet zoveel.Niet alle regio’s in een land zijn even rijk of arm. Er zijn soms grote regionale verschillen. In arme landen ligt het inkomen per inwoner in steden bijvoorbeeld meestal een stuk hoger dan op het achtergebleven platteland.
B174: Basiskenmerken: basisbehoeften
Bij verschillen in ontwikkeling gaat het niet alleen om het BNP, maar ook om hoe de mensen leven. Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven noem je een basisbehoefte. Er zijn er vier: voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.Voedsel
Elke dag moet je eten omdat voedsel energie geeft. Die energie wordt uitgedrukt in kilojoules. Dagelijks is ongeveer 10.000 kilojoules nodig. Behalve energie levert voedsel ook eiwitten en vitaminen. Getallen over de dagelijkse hoeveelheid energie (aantal kilojoules), eiwitten en vitaminen zeggen dus iets over de voedselsituatie in een land.
Huisvesting
Iedereen heeft een onderdak nodig. Een huis moet stevig gebouwd zijn en voldoende ruimte hebben. Een goed huis heeft ook een toilet met afvoer en een kraan waar schoon uit komt. Het percentage huizen met een waterleiding (stromend water) en een riolering zegt dus iets over de huisvesting in een land.
Onderwijs
Bij onderwijs gaat het om de opleiding van de mensen. Hebben zij op school gezeten en kunnen ze lezen en schrijven? Mensen die ouder zijn dan vijftien jaar en die nog niet kunnen lezen en schrijven, heten analfabeten. Het percentage analfabeten is dus een indicator voor het onderwijs in een land.
Gezondheidszorg
Mensen die ziek zijn moeten worden geholpen. De vraag is: zijn er genoeg ziekenhuizen en doctoren? Je kunt dat uitdrukken in een getal. Dat is de artsendichtheid: het aantal inwoners per arts. Een andere indicator voor de gezondheidszorg in een land is de zuigelingensterfte: het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft (per 1000 levendgeboren)
opdrachten:
DE PLAATJES STAAN EEN BEETJE DOOR ELKAAR.
Werkboek: 1. (LB)Noem 4 verschillen tussen Israël en de omringende landen:
Lees Ontwikkelingspeil en bekijk de vier foto’s van figuur 6.
(LB) Op welke 2 manieren kun je ontwikkeling herkennen?
Hoe kun je op de foto’s zien hoe het ontwikkelingspeil is: arm, rijk of er een beetje tussenin?
Foto A
Foto B
Foto C
Foto D
3.(LB) bekijk figuur 7 in je lesboek
A. Hoe hoog is het inkomen per inwoner in Turkije?
B.Hoeveel inwoners heeft Turkije?
c. Maak in W5 een top 5 van de landen waar de mensen het meest en van de landen waar de mensen het minst verdienen. Zet erachter hoeveel het inkomen er per persoon is.
4.(BB) les in het basisboek B173 Basikenmerk: inkomen
Over welk indicator gaat de tekst?
Wat betekend de afkorting BNP?
Waarom zegt het BNP niet over de inkomensverschillen binnen een land?
Waarom wordt het BNP vaak gedeeld door het aantal inwoner?
Hoe mag je het BNP per hoofd dus ook noemen
……………………………………………….per hoofd
4.Bekijk figuur 10.4 in het basisboek. Tot welke groep behoort Nederland: arme landen, rijke landen of tot een tussen groep?
Wat valt op als je de islamitische landen bekijkt? Kruis het goede antwoord aan.
• Alle landen zijn er arm.
• Alle landen zijn er rijk.
• Er zij geen grote verschillen.
5.(BB) lees in het basisboek B174 basiskenmerk: Basisbehoefte
Wat zij de 4 basisbehoefte:
Bij welke basisbehoefte behoren de dingen uit de eerste kolom van W6? Zet een kruisje in de juiste kolom.Bekijk de foto’s op bladzijde 130 van het basisboek. Bespreek met je buurman of buurvrouw welke verschillen jullie het meest opvallen. Schrijf de verschillen op in W7.
6.Hoe is het met de basisbehoeften in landen met een laag ontwikkelingspeil? Streep in de tweede kolom van W8 het foute antwoord door.
7.A. Kleur de kaart van W9 in.
B. In welke 3 landen is de zuigelingensterfte het hoogst?
C.In hoeveel landen is de zuigelingen sterfte laag?
In ………………………….. landen.
Wat laat deze kaart dus zien over de gezondheidszorg in de islamitische wereld?
8.Ga naar De Geo-online en maak de uittreksels van B173 en B174 en print ze uit.
antwoorden opgaves:
§ 2 Arm en rijk in de islamitische wereld
1 In Israël spreekt men Hebreeuws.
In Israël is men joods.
In Israël heerst de westerse cultuur.
In Israël is de welvaart hoger.
2 a 1 Door te kijken.
2 Door te meten.
b Foto A
Arm: slechte gebouwen, geen auto’s.
Foto B
Rijk: genieten op een terras; modern gekleed.
Foto C
Arm: eenvoudige markt.
Foto D
Rijk: modern ingericht.
3 a ± € 8000
b ± 80
c
W5 Inkomens
Top-5 landen met hoogste inkomens
Top-5 landen met laagste inkomens
1. VAE € 40.000
1. Afghanistan < € 1.000
2. Katar € 24.000
2. Jemen € 1.000
3. Israël € 24.000
3. Irak € 2.500
4. Koeweit € 21.000
4. Syrië € 4.000
5. Bahrein € 21.000
5. Jordanië € 5.000
4 a inkomen
b Bruto Nationaal Product
c Het is slechts een gemiddelde.
d Dan kun je landen goed vergelijken.
e inkomen
f rijke landen
g Er zijn grote verschillen in rijkdom.
5 a 1 voedsel
2 huisvesting
3 onderwijs
4 gezondheidszorg
b
W6 Basisbehoeften
voedsel
huisvesting
Gezond-heidszorg
onderwijs
lekkend dak
x
hongersnood
x
basisschool
x
vitaminen
x
leraar
x
stromend water
x
ziekenhuis
x
tandarts
x
douche
x
c Antwoord verschilt per leerling.
7 a
W9
b Irak, Afghanistan, Jemen
c 8
d Er zijn grote verschillen.
9 a/b
W10 Drie gezichten van landen in de Islamitische wereld
Soort land
Landen
1 Rijk, mét olie
VAE, Koeweit, Saudi-Arabië
2 Arm
Jemen, Irak, Afghanistan
3 Rijk zonder olie
Israël
10 a
W11
b 1 Israël
2 Libanon
3 Jordanië
4 Saudi-Arabië
5 VAE
6 Katar
7 Koeweit
c 1 Afghanistan
2 Irak
3 Jemen
11
Gemaakt door:
Deze website is gemaakt door: Dominique Van Prooijen, Joyce Van Lent, Jewel Putters en Ghislaine Goedman. We hebben er hard aan gewerkt, maar we vonden het ook leuk om te doen. We hopen dat je er veel van hebt geleerd. En je kan het altijd nog is doorkijken. Nog veel succes ermee!
Het arrangement AardrijkskundeOpdrachtDeGeo is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
joyce van lent
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2014-01-29 12:56:25
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
paragraaf 2
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.