We spelen en voetballen op gras, in veel tuinen ligt een mooi grasveld. Maar er zijn veel meer soorten gras. Je vindt het overal. In tuinen staan siergrassen, zoals bamboe. Gras wordt gebruikt als dakbedekking: voor rieten daken. In de duinen groeit helmgras. Het zorgt ervoor dat het zand niet wegwaait.
Gras eten
Koeien in de wei
We eten gras: brood en pasta worden gemaakt van grassoorten. Meel wordt gemaakt van grassen die we graan noemen, zoals tarwe en rogge. Rijst en mais zijn ook grassoorten.
Niet alleen mensen eten en gebruiken grassen. Ook voor veel dieren is gras het belangrijkste voedsel. Denk maar aan koeien en paarden.
Wat ja je leren?
Graan
- Ik kan verschillende soorten gras opnoemen.
- Ik kan vertellen welke soorten gras gegeten worden.
- Ik kan uitleggen hoe granen geoogst en verwerkt worden.
Wat ga je doen?
Ik onderzoek in welke etenswaren granen gebruikt worden.
Ik zoek een recept uit en ga dit gerecht maken.
Graan, maïs, rijst, suikerriet
De mens gebruikt al heel lang gras. 9000 jaar geleden begonnen de jagers en verzamelaars de zaden van grassen te verzamelen om te eten. Daarna gingen de eerste boeren deze grassen en granen kweken. Het waren graansoorten als gerst, rogge, tarwe, haver. Deze graansoorten gebruiken we nog steeds!
Mais wordt veel verbouwd en gegeten in Zuid-Amerika.
Rijst wordt in het Verre Oosten verbouwd, omdat het veel warmte en water nodig heeft.
Een andere grassoort is suikerriet. Ook dat groeit in warme gebieden. Er wordt suiker uit gehaald.
Graan
Gerst - rogge - tarwe - haver
Maïs
Rijst
Oogsten
Een combine is een grote machine, die gebruikt wordt bij het oogsten.
In het filmpje zie je hoe dat gaat. Let op de volgorde.
Tarwe oogsten
Van graan naar meel
Graan malen tot meel
Naar de bakker
Vroeger bakten de mensen zelf brood
Het kaf van het koren scheiden
In granen zitten koolhydraten. Deze stof geeft veel energie, daarom eten we veel etenswaren waar granen - en dus ook koolhydraten - in zitten.
Opdracht
Je gaat een aantal producten bekijken. In welke producten zitten granen? En in welke producten niet?
Daarna kijk je naar hoeveel koolhydraten in de verschillende producten zitten.
Wat heb je nodig:
- verschillende verpakkingen van etenswaren. Op de verpakking moeten wel de ingredienten vermeld staan;
- werkblad granen.
Wat ga je doen?
Lees de ingrediënten op de verpakking. Gebruik het werkblad 'granen'.
- De producten waar granen in verwerkt zijn schrijf je in de kolom 'granen', Schrijf ook op welke soort graan het is.
- De producten zonder granen schrijf je in de andere kolom.
- Nu schrijf je in de laatste kolom hoeveel koolhydraten er in het product zitten, per 100 gram. Dat doe je voor alle producten: mét en zonder granen.
Wat heb je nu ontdekt?
In welke producten zitten veel granen, in welke weinig?
In welke producten zitten de meeste koolhydraten?
Kies nu zelf iets dat je gaat bakken. Het is natuurlijk een gerecht waar je meel in gebruikt, zoals brood of koekjes.
Overleg met je leerkracht hoe je dat gaat doen.
- Wat ga je bakken?
- Wat heb je daarvoor nodig?
- Met wie werk je samen?
- Met wie ga je boodschappen doen?
- Waar ga je bakken, thuis of op school?
- Mogen je klasgenoten proeven?
- Hoe ga je een verslag maken? Je kan het werkblad gebruiken.
Je bent klaar:
- als je je werkblad 'granen' hebt laten zien aan je leerkracht,
- als je je baksel hebt geproefd en hebt laten proeven door je klasgenoten.
En... was het lekker?
Voor de leerkracht
Hier vindt u de doelen en tips voor verdere invulling van lessen over dit onderwerp.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Brood en pasta worden gemaakt van grassoorten. Meel wordt gemaakt van grassen die we graan noemen, zoals tarwe en rogge. Rijst en mais zijn ook grassoorten.
Brood en pasta worden gemaakt van grassoorten. Meel wordt gemaakt van grassen die we graan noemen, zoals tarwe en rogge. Rijst en mais zijn ook grassoorten.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.