03 H1 Het zonnestelsel

H1 Het zonnestelsel

Hoofdstuk 1 - Het zonnestelsel

Lees eerst de inleidende lesstof van dit hoofdstuk. Voor de verwerking van de leerstof maak je nu een paar opgaven, deels 'gewone' tekstvragen, deels webvragen. Noteer je antwoorden en uitwerkingen in je schrift of in een Word document dat je later inlevert in Sakai. Vraag eerst aan je docent wat je moet doen.

Hoe is ons zonnestelsel opgebouwd, en welke eigenschappen hebben de zon en haar planeten?

Ons zonnestelsel is 4,5 miljard jaar geleden ongeveer op de volgende wijze ontstaan: eerst een grote gaswolk die onder invloed van de gravitatiekracht in het centrum samengedrukt werd. Dit proces duurde ongeveer 100 duizend jaar. In dat centrum vormde zich geleidelijk een ster: onze zon.

Lesstof gelezen? Maak de volgende vragen.

Webopgave 1 - Het zonnestelsel
In Binas tabel 31 en 33b staan gegevens over de planeten van ons zonnestelsel en over de zon. In die tabellen staan onder andere de afstand r van de planeten tot de zon en de straal R van de zon en de planeten.
Maak met behulp van deze gegevens een tekening op schaal van ons zonnestelsel. Kies de schaal van je tekening zodanig dat het zonnestelsel op een blad A4 past. Je kunt voor de afstand en de straal verschillende schalen kiezen, als de tekening daardoor duidelijker wordt.

Webopgave 2 - De planeten van het zonnestelsel
In Binas tabel 31 staan gegevens over de planeten van ons zonnestelsel. In die tabel staan onder andere de massa m, de straal R en de dichtheid ρ van de planeten.

  1. Zoek in Binas de massa en de straal van de planeet aarde op. Bereken daarmee de dichtheid van de aarde. Controleer je antwoord met de waarde van de dichtheid in Binas. Aanwijzing – Voor het volume V van de aarde (een bol) geldt: V=4/3.π.r3
  2. Zoek in Binas de dichtheid van de acht planeten op, en noteer de waarden in een tabel.
  3. Je kunt de acht planeten op grond van hun dichtheid in twee groepen verdelen. Welke twee groepen zijn dat?
  4. Hoe is het verschil in dichtheid tussen die twee groepen planeten te verklaren?
Hoe is het zonnestelsel ontstaan?

Webopgave 3 - Beantwoord deze vraag kort in je schrift met behulp van het onderstaande filmpje.

http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/9872f4731ee0c2c17c924f0eb22cf6ef.PNG​Meer weten? http://nl.wikipedia.org/wiki/Ontstaan_van_een_zonnestelsel

http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/66e920b6f179a1702a6246e0ed394da1.PNGWebopgave 4 - Invuloefening

1.1 Zon, maan en sterren

1.1 - Zon, maan en sterren
 

Hoe ziet de dagelijkse beweging van de zon, maan en sterren eruit?

Samenvatting
Doordat de aarde om haar as draait, voeren de zon, de maan en de sterren een schijnbare beweging uit. Naast de schijnbare beweging, bewegen de sterren ook ten opzichte van elkaar: hun eigenbeweging. De vorm waarin je de maan aan de hemel ziet staan noemen we de schijngestalten van de maan of de maanfasen. In de sterrenkunde gebruiken we voor het opgeven van afstanden speciale eenheden als het lichtjaar (ly) en de Astronomische Eenheid (AE).

Lees eerst de leerstof. Voor de verwerking van de leestof maak je een paar webvragen. Noteer je antwoorden en uitwerkingen in je schrift of in een Word document dat je later inlevert in Sakai. Vraag eerst aan je docent wat je moet doen.

Nadat je de leerstof hebt bestudeerd kun je de volgende webvragen maken.

 

Webopgave 5

Welke beweging voer jij uit in één dag? Sleep het mannetje in de volgende animatie rond de aarde ( vink 'show time tickmarks' aan). Van welke kant zie je de aarde hier: onder, boven of zijaanzicht?

Webopgave 6  - Welke beweging voer jij uit in één jaar? (Selecteer 'show Labels')

Webopgave 7

Door de schuine stand van de aardas (zie bovenstaande animatie) hebben we seizoenen en midden in de zomer (rond 21 juni) gaat boven de poolcirkel de zon niet onder. Zie onderstaand filmpje. Leg dit eens uit aan je buurman.

Webopgave 8 Waarom gaat de zon rond de noordpool 's nachts niet onder?

Meer weten?
http://www.hetweer.org/hetwonderlijkeweer/seizoene.htm
sterrenkundige encyclopedie van de UvA

Webopgave 9 - Waar/Niet waar-vraag

1.1 De sterrenhemel

 

 

1.1 - De maan

De fasen van de maan

Je ziet in de loop van een maand telkens een ander deel van het oppervlak van de maan. Die verschillende vormen noemen we schijngestalten of fasen van de maan.

In de onderstaande animatie wordt getoond hoe de schijngestalten van de maan ontstaan. Je kijkt vanaf de aarde naar de maan en ziet verschillende gedeelten van de maan verlicht in het vakje rechtsboven.

Webopgave 13

  1. Leg uit hoe het komt dat je vanaf de aarde nooit de achterkant van de maan ziet.
  2. Kun je de achterkant van de maan wel vanuit de ruimte zien? Leg uit aan je buurman, noteer het antwoord waar je beiden tevreden mee bent.
  3. Wij zien de maan het best als het om ons heen donker is, s'avonds of s'nachts dus. Op deze bijzondere opname zie je een straalvliegtuig dat net voor de grootste volle maan van 2009 langs vliegt:

Nu kun je met de volgende animatie naar de stand van de maan kijken bij elke fase. Je kijkt als waarnemer vanaf de aarde naar de maan en dan zie je telkens een ander gedeelte van de maan verlicht.

Webopgave 14

Download hier het werkblad bij deze animatie en vul het in. Plak daarna het werkblad in je Word document dat je telkens inlevert of print het uit voor je schrift.

Werkwijze:

  • klik op "hide" in horizon diagram
  • vink "show time tickmarks" aan
  • vink "show angle" aan
  • klik "start animation"

Opdracht maankraters

Het oppervlak van de maan bestaat uit kraters en zeëen. Je kunt ze onderzoeken met deze animatie.

Webopgave 15 - Zoekopdracht:

  1. Ga met het vergrootglas over de maan en beschrijf kort wat het verschil is tussen de kratergebieden en de zeeën.
  2. Zoek met het vergrootglas de volgende kraters
  3. - Tycho - Copernicus. Wat zijn de namen van de donkere vlekken op de maan (rechtsboven in het plaatje)? Ze worden in het algemeen zeeën of in het latijn 'mare' genoemd. Zoom goed in en gebruik de volgende website om achter de namen van de zeeën te komen: Maankaart.

1.1 Eigenbeweging en afstand van sterren

Lees eerst de lesstof. Maak daarna de vragen op deze pagina.

Sterren lijken wel op een vast gefixeerd punt aan de hemel te staan, maar dit is in werkelijkheid niet zo. In de loop van duizenden jaren verschuiven ze van plek. Dit wordt de eigenbeweging van sterren genoemd.

Je ziet dat in de loop van 200.000 jaar het sterrenbeeld nogal van vorm verandert: van de zeven heldere sterren in het sterrenbeeld Grote Beer vertonen er vijf een beweging in dezelfde richting, terwijl de overige twee – Alkiad en Dubhe – in een andere richting bewegen. Bekijk ook de onderstaande animatie van de (eigen-)beweging van de sterren van de Grote Beer!

Bron: Malmberg
Bron: Malmberg

Webopgave 16 - Verschuiving

Noteer welke sterren het meeste verschuiven met behulp van deze uitgebreide sterrenkaart van de grote beer (noteer de griekse letters van de sterren in grote beer) Voor de namen van de sterren van de grote beer, zie figuur boven, of kijk op de deze site.

Meer weten?
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/eigenbeweging.html

Webopgave 17 - Projectie
 

  1. Leg uit waarom we een driedimensionaal sterrenbeeld toch als een bepaald patroon zien.
  2. Leg uit op welke plek je moet gaan staan in onderstaande animatie om de Grote Beer te zien zoals wij die op aarde zien (Je kunt de projectie van de grote beer verslepen met je muis).

 

klik hier

Afstanden in het heelal zijn heel groot. Je kunt deze afstanden in meters of km weergeven. Je krijgt dan enorme getallen. De afstand van de zon tot de aarde is bijvoorbeeld 150.106 km. En de afstand tot de dichtstbijzijnde ster (Proxima Centauri) is 40.1012 km. We drukken de afstanden daarom liever uit in andere eenheden. De afstand van de aarde tot de zon noemen we 1 astronomische eenheid, afgekort 1 AE. De afstand die licht in een jaar aflegt noemen we een lichtjaar. 1 lichtjaar is ongeveer 9,46.1015 m. De afstand van de zon tot Proxima Centauri is dan ongeveer 4 lichtjaar.

Webopgave 18 - Hoe groot is een lichtminuut?

Webopgave 19

Bekijk de onderstaande animatie en schrijf de volgende afstanden op in je schrift of je Word bestand.

  1. zon naar pluto in AE.
  2. zon naar proxima centauri in AE en Lichtjaar.
  3. zon naar centrum van de melkweg in AE en lichtjaar.
  4. zon naar andromeda stelsel in lichtjaar.

 

Webopgave 20 - Invuloefening

1.2 Het Zonnestelsel

1.2 - Hoe ziet ons zonnestelsel eruit?

Samenvatting
Het zonnestelsel wordt gevormd door onze zon en alle objecten in haar (gravitationele) invloedssfeer: de planeten en hun manen,planetoïden, kometen en meteoroïden. De zon straalt energie uit in de vorm van elektromagnetische straling, waaronder ultravioletstraling, licht en infraroodstraling. De intensiteit van de uitgezonden straling hangt af van de golflengte of de frequentie. Voor de zon met een oppervlaktetemperatuur van ongeveer 6000 K heeft piek in het stralingsspectrum een golflengte van ongeveer 500 nm. Dit is golflengte van geel-groen licht. Het stralingsspectrum als geheel geeft de indruk van geel-wit licht.

 

Lees eerst de lesstof.

1.2 - Onze ster: de zon

 Lees eerst de lesstof. Maak daarna de vragen op deze pagina.

Het belangrijkste hemellichaam in ons zonnestelsel is de zon. De diameter van de zon is 1,4 miljoen km. Dat betekent dat als we het volume van de aarde en zon vergelijken, dat er ongeveer 1,3 miljoen aardes in de zon passen. Het oppervlak van deze zonnevlekken ligt enkele honderden kilometers lager dan dat van de rest van de zon. Bovendien is de temperatuur van de vlek lager (4000 K).

 

 

 

 

Binnen in de zon heerst een temperatuur van ongeveer 15 miljoen K, dit is genoeg om kernfusie op gang te brengen. Kernfusie levert de energie, die de zon weer uitstraalt in de vorm van o.a. zichtbaar licht, warmte (IR) en UV-straling. De zon schijnt al 4,6 miljard jaar en zal nog 5 miljard jaar door kunnen met haar brandstof.

Webopgave 21

Op dit plaatje van de zon kun je heel klein de zonnevlekken zien. Vergroot ze met je vergrootglas. Hoeveel kun je er vinden? Zie je dat de vlekken erg klein zijn in verhouding tot de zon zelf?

 

 

Op de zon vinden ook regelmatig uitbarstingen plaats van zonnevlammen (in het Engels: solar flares) . Daarbij komen geweldige hoeveelheden energie vrij. Bekijk het volgende filmpje van de NASA:

Webopgave 22 - Zoek op internet het antwoord op de volgende vraag:

- Waarom kunnen zonnevlammen gevaarlijk zijn voor de aarde? (je moet minimaal twee redenen kunnen noemen.)

Stralingsspectrum

 

Spectrum van de zon
De zon zendt straling uit in diverse vormen; IR, UV en zichtbaar licht zijn daarvan de bekendste. De golflengte van de straling ligt tussen 300 en 3000 nm. (1 nm = 1.10-9 m). In het plaatje hiernaast zie je de verschillen in golflengte tussen rood, groen en blauw licht.

Straling met een korte golflengte heeft meer energie dan straling met een lange golflengte. Zo is ultraviolet schadelijk voor je huid, infra rood warmt je alleen maar lekker op.

 

 

 

De zichtbare straling van de zon kun je ontleden met bijvoorbeeld een prisma of een tralie tot een zonne-spectrum. De regenboog is daar ook een voorbeeld van. Je ziet dan dat het licht van de zon bestaat uit de bekende kleuren van de regenboog.

 

 

 

 

 

Verband golflengte en frequentie

Met behulp van allerlei instrumenten kunnen we verschillende vormen van e-m straling zichtbaar maken. Kijk in de volgende flash wat de mogelijkheden zijn. In het blokje boven de afbeeldingen wordt telkens de golflengte voor je uitgerekend met behulp van de frequentie en de snelheid.

Webopgave 23

  1. Welke formule wordt hier telkens gebruikt voor de berekeningen?

  2. Met welke snelheid wordt hier gerekend? Dat is een bekende waarde, namelijk de.......

Webopgave 24 - Meerkeuzevraag

Oefening: Meerkeuzevragen

Start

1.2 - Kometen en meteoroïden

In ons zonnestelsel bevinden zich ook kometen. Die bestaan uit ijs en stof en bewegen in een baan rond de zon. Als ze in de buurt van de zon komen smelt een deel van het ijs. De komeet krijgt zo een staart van stof en ijsdeeltjes. Maar een deel van de moleculen uit de komeet wordt afgebroken en geïoniseerd . Door de stralingsdruk van de zon ontstaat dan een ionenstaart. Een komeet krijgt bij de zon dus twee staarten zoals je ziet  Kometen lichten helder op aan de nachtelijke hemel en zijn indrukwekkend om te zien.

 

 Hoe zo'n komeet precies precies beweegt en hoe meteoren en meteorieten ontstaan zie je in de onderstaande animatie:

Webopgave 25  - Wanneer zien we op aarde een meteorenregen?

 

De stof- en ijsdeeltjes lijken op aarde uit de richting van een bepaald sterrenbeeld te komen. Daarom krijgt zo'n regen van vallende sterren  de naam van het sterrenbeeld waaruit ze vandaan lijken te komen. Voorbeelden zijn de Perseïden en Leoniden.

 

 

 

 

 

 

Een andere naam voor vallende sterren is meteoren. Als een meteoor op aarde inslaat noemen we hem een meteoriet. Meteoren kunnen voor een groot deel uit ijzer bestaan, zoals deze Chinga-ijzermeteoriet van 700 gram.

 

 

 

Ontstaan van de Perseidenzwerm

Bekijk deze animatie over het ontstaan van meteoren en hun kenmerken:

Webopgave 26

  1. In de film zie je een botsing van een grote meteoor met de aarde. Daardoor neemt de bewegingsenergie van de aarde af met........(Ebew=1/2.mA.vA2).
  2. Van welke meteorenzwerm kun je er de meeste per uur zien? In welke periode in het jaar is deze zwerm te zien?

Webopgave 27 - Heb je de paragraaf begrepen?

1.3 De aardachtige planeten

Samenvatting
De aardachtige planeten zijn Mercurius, Venus, Aarde en Mars. Zij bevinden zich relatief dicht bij de zon, hebben allemaal een vast oppervlak met kraters en zijn relatief klein. De aarde is uniek vanwege de aanwezigheid van vloeibaar water en een zuurstofrijke atmosfeer. De planeten Aarde en Mars hebben begeleiders in de vorm van manen. De omlooptijd van deze planeten in hun banen rond de zon neemt toe naarmate hun afstand tot de zon groter is. De scheve draaias van de planeten Aarde en Mars veroorzaakt seizoenen.

Wat zijn de kenmerken van de kleinste vier planeten? Lees telkens eerst de lesstof en beantwoord daarna de vragen.
De vier binnenplaneten

Lees het stukje met informatie over Mercurius.

Webopgave 28 - Waarom is er waarschijnlijk geen leven op Mercurius?

Lees het stukje met informatie over Venus.

Lees nu eerst de inleidende lesstof van par 1.3.

Webopgave 29 - Waarom heeft Venus ook 'fasen' net zoals onze maan?

Lees het stukje met informatie over Aarde.

Webopgave 30 - Hoe dik is de korst van onze aarde ?

Lees het stukje met informatie over Mars.

Webopgave 31

Oefening: Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?

Start

Webopgave 32 - Eventjes opzoeken.... (1)

Gebruik de hierboven aangeboden informatie, het BINAS-boek of andere sites.
Van welke planeet is de atmosfeer het heetst?
Webopgave 33 - Eventjes opzoeken.... (2)
Gebruik de hierboven aangeboden informatie, het BINAS-boek of andere sites.
Welke planeet is het grootst?
Webopgave 34 - Eventjes opzoeken.... (3)
Welke planeet heeft het langst nodig om om de zon heen te draaien?

 

Planetoïden

Lees het stukje met informatie over de Planetoïden.

Webopgave 35 - Hoe zijn de planetoïden ontstaan?

Webopgave 36  - In het filmpje zag je de landing van een ruimtevoertuig op Eros en ook de opnamen van het oppervlak.

  1. Waarom was het niet zo moeilijk om een zachte landing te maken?
  2. Waarom lijkt het oppervlak erg op dat van de maan?
  3. Eros draait vrij snel om haar as, veel sneller dan de aarde. Hoe komt dat?

Webopgave 37 - Een beetje rekenen....

Op de foto van Eros zie je een afstandsbalkje (5 km). Gebruik de lengte van dat balkje om een schatting te maken van de massa (kg) van Eros. Doe net of Eros een balk is met een lengte, een breedte en een hoogte (die even groot is als de breedte).

Gebruik als dichtheid voor het materiaal van Eros een waarde van 2,5 g/cm3 .

 

klik hier

1.4 De reuzenplaneten

Samenvatting
De reuzenplaneten zijn Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Deze gasreuzen verschillen sterk van de aardachtige planeten. Ze bevinden zich verder van de zon, zijn behoorlijk groter van formaat en hebben geen vast oppervlak. Ze bestaan uit gas dat door de grote zwaartekracht van deze planeten voor een groot deel is samengeperst tot vast en vloeibaar materiaal. Aan het gasvormige oppervlak woeden zware stormen. Elk van de vier gasreuzen heeft manen en een ringenstelsel. Het ringenstelsel van Saturnus is het duidelijkst te zien. De omlooptijd van deze planeten in hun banen rond de zon neemt toe naarmate hun afstand tot de zon groter is.

Lees eerst de lesstof. Maak daarna de vragen op deze pagina.

Wat zijn de kenmerken van de vier reuzenplaneten?
De grootste vier planeten (ook wel de reuzenplaneten genoemd) zijn heel verschillend van de binnenplaneten. De reuzenplaneten bestaan voor een groot deel uit gassen. Hieronder zie je ze in de juiste volgorde: Jupiter beweegt het dichtst bij de zon, Neptunus  het verst.<span id="id28" activityidevice"="">
 

De vier reuzenplaneten

Lees het stukje met informatie over Jupiter.

Webopgave 38

  1. Waarom is er waarschijnlijk geen leven op Jupiter?
  2. Hoeveel aarde's passen er in de grote rode vlek?

Lees het stukje met informatie over Saturnus.

Webopgave 39

  1. Hoe zijn de ringen van Saturnus ontstaan?
  2. Hoe heet de sonde die door de ringen van saturnus vloog?
  3. Waarom is die sonde niet vernietgd tijdens zijn tocht?

Lees het stukje met informatie over Uranus.

Webopgave 40

  1. Wat is er zo bijzonder aan de baan van Uranus?
  2. Kent Uranus zomer en winterseizoen? Uitleg?

Lees het stukje met informatie over Neptunus.

Webopgave 41

  1. Hoeveel manen heeft Neptunus?
  2. Waarom is Neptunus niet kouder dan Uranus?

Webopgave 42 - Eventjes opzoeken.... (1)

Gebruik de hierboven aangeboden informatie, het BINAS-boek of andere sites.
Welke planeet heeft de grootste diameter?

Webopgave 43 - Eventjes opzoeken.... (2)

Welke planeet heeft het grootste aantal manen?
 
Webopgave 44 - Eventjes opzoeken.... (3)
Op welke planeet is de dampkring het heetst?
 
 

Misschien heb je bij dit overzicht van de planeten gedacht: ‘Het waren er toch negen?’ Waar is Pluto?
Pluto heeft in augustus 2006 de naam 'planeet' verloren, door een aanscherping van de definitie van het begrip planeet. Pluto bevindt zich wel in een baan om de zon, heeft wel voldoende massa om door zijn eigen zwaartekracht in een bolvorm te zijn geperst, maar heeft zijn omgeving niet schoongeveegd van andere objecten. Dit is een voorwaarde om 'planeet' genoemd te worden. Pluto heeft de naam planeet dus verloren en wordt nu als een ‘ijsachtig hemellichaam’ aangeduid.

Webopgave 45 - Eventjes opzoeken... (4)
Zoek op internet naar het antwoord op de vraag of Pluto manen heeft en, zo ja, hoeveel.
 

1.5 Opgaven

Opdrachten paragraaf 1.1

Maak de volgende opdrachten in je schrift of in je Word document.

 Webopgave 46

Waarom noemen we de beweging van de zon ‘schijnbaar’?

 Webopgave 47

In onderstaande figuur zie je dat de zon op 21 juni in de stad Loppa niet ondergaat.

In de figuur hieronder zie je een schets van de aarde op die dag met daarop de positie van Loppa.

  1. Leg met behulp van de figuur hierboven uit dat de zon op 21 juni in Loppa niet ondergaat.
  2. Maak een schets van de aarde met daarop de positie van Loppa een half jaar later. Dus: op 21 december. Aanwijzing – Bedenk bij het maken van de schets dat de stand van de draaias van de aarde in de loop van een jaar niet verandert.
  3. Is de zon vanuit Loppa op 21 december te zien? Leg uit waarom wel of niet.

Webopgave 48 

Afstanden in het heelal worden vaak in lichtjaren gemeten. Voor afstanden binnen het zonnestelsel rekenen we in lichtminuten of zelfs lichtseconden.

  1. Laat met een berekening zien dat het licht van de zon er ongeveer 8 minuten over doet om de aarde te bereiken.
    Gebruik Binas voor de benodigde gegevens.
  2. De afstand zon-aarde is dus 8 lichtminuut. Bereken op dezelfde manier de afstanden aarde-maan, zon-Jupiter en zon-Pluto. Kies daarbij de eenheid die het meest toepasselijk is: lichtseconde, lichtminuut, lichtuur, lichtdag of lichtjaar.

Webopgave 49 

Wat verstaan we onder de eigenbeweging van sterren?
Maanfasen
Hier zie je de maanfasen in een tekening en in een filmpje.
 
 

Webopgave 50 

  1. Hoeveel dagen zitten er tussen twee opvolgende fasen?
  2. Waarom trilt het beeld in het filmpje zo? (tip: hoe lang duurde de opname?)

Hier zie je schematisch de baan van de maan rond de aarde met de richting waaruit het zonlicht komt. De tekening is ongeveer op schaal.

Je kunt bij deze opgave eventueel gebruik maken van deze  animatie.

Webopgave 51

  1. Teken elk van de maanfasen bij de letters A tot en met H.
  2. Als de maan in positie C staat, lijkt de maan in de schaduw van de aarde te liggen. Toch kun je de maan dan zien.
    Leg uit hoe dat komt.

Opdrachten paragraaf 1.2

Webopgave 52 Zonsverduistering

Bekijk eerst een videofragment van een volledige zonsverduistering.

Bron: http://www.youtube.com/watch?v=xxvA51LBxTg

Soms wordt de zon of de maan verduisterd, terwijl ze eigenlijk normaal had moeten schijnen. Een zonsverduistering ontstaat als de zon, de maan en de aarde op één lijn staan, zoals onderstaande figuur.

In de figuur zijn twee gebieden aangegeven: de kernschaduw en de bijschaduw.

a.Vanuit welk van deze twee gebieden op aarde is de zon helemaal niet te zien? En hoe zie je de zon vanuit het andere gebied?

Bekijk een videofragment van een zogenaamde ringvormige zonsverduistering.

 

 

In onderstaande figuur zie je twee zonsverduisteringen: een volledige en een ringvormige zonsverduistering.

 

      b.  Betekent dit dat de zon en de maan (ongeveer) even groot zijn? Leg uit waarom wel of niet.

      c.  Hoe kan het dat bij de ene zonsverduistering nog een ring van de zon te zien is en dat bij de andere zonsverduistering de hele zon bedekt wordt?

Webopgave 53 - Maansverduistering

In de figuur hieronder zie je de positie van de zon, de maan en de aarde bij een maansverduistering.

 

Bij een maansverduistering beweegt de maan door de kernschaduw van de aarde.

1.Leg met behulp van de figuur uit dat een maansverduistering voor een groot deel van de wereldbevolking te zien is.

De maan draait in een maand rond de aarde. Dan zou je verwachten dat er elke maand een maansverduistering te zien is.

2.Leg uit waardoor dat niet het geval is.

Webopgave 54 - Vliegtuig voor ondergaande zon

In de foto hieronder kruist een DC10 de ondergaande zon. De lengte van het vliegtuig bedraagt ongeveer 55 m.

 

Hoe ver (ongeveer) is het vliegtuig van je weg?
Aanwijzing – Gebruik de middellijn van de zon en de afstand zon-aarde (zie Binas).

Opdrachten paragraaf 1.3 en 1.4

Webopgave 55

Bekijk onderstaand videofragment dat gaat over radarwaarnemingen door de ruimtesonde Magellan.

  b.  Leg uit hoe de ruimtesonde Magellan het reliëf van Venus in kaart heeft gebracht (dus: hoogteverschillen op het oppervlak van Venus heeft gemeten).

 

Webopgave 56 - Kraters

Leg uit waardoor er op aarde zo weinig inslagkraters te zien zijn in vergelijking met de andere planeten in het zonnestelsel. Gebruik zo nodig internet: http://nl.wikipedia.org/wiki/Inslagkrater

 

Webopgave 57 - Planeten

De planeten van ons zonnestelsel zijn in twee groepen te verdelen: de aardachtige planeten en de reuzenplaneten.
  1. Welke planeten zijn de aardachtige planeten? Waarom noemen we ze zo?
  2. Welke planeten zijn de reuzenplaneten? Waarom noemen we ze zo?
  3. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen deze twee groepen planeten?
  4. Vergelijk je antwoorden op deze drie vragen met je antwoorden bij oriëntatieopdracht 6.

 

 

Practicum en Groepsopgaven

Practicum

Webopgave 58 - Een radarkaart maken

De planeet Venus is door een aantal ruimtesondes bezocht. De laatste was de ruimtesonde Magellan, die van 1990 tot 1994 in een baan rond Venus draaide en meer dan 98 % van het oppervlak van Venus in kaart heeft gebracht. Dat deed hij door in een vast patroon van meetpunten de afstand tussen de sonde zelf en het Venusoppervlak te meten met behulp van radargolven.
In dit experiment gaan we de opnametechniek van de ruimtesonde nabootsen. Niet met radar, maar met ijzerdraadjes.

Doel van het experiment: ervaring opdoen met het in kaart brengen van een golvend landschap dat niet zichtbaar is.

Benodigdheden:
een schoenendoos, boetseerklei, millimeterpapier en een stukje ijzerdraad.
 

Uitvoering

  • Maak met de boetseerklei een mooi golvend landschap in de schoenendoos en plak de doos dicht met millimeterpapier.
  • Prik op een aantal plaatsen het ijzerdraad door het millimeterpapier en meet hoe diep het landschap onder het millimeterpapier ligt.
  • Noteer je meetresultaten zo overzichtelijk mogelijk: steeds de plaats op het millimeterpapier en de diepte van het kleioppervlak.

 

Uitwerking

  • Noteer de gemeten diepte per prikpunt op een nieuw blad millimeterpapier, steeds op dezelfde plaats als waar je geprikt hebt.
  • Teken een aantal hoogtelijnen.
  • Komt jouw resultaat overeen met de werkelijkheid?
  • Waar zitten afwijkingen?

Groepsopdrachten

Webopgave 59 - Kalenders

Ga naar de kalendersite. Kies een kalender en geef antwoord op de volgende vragen.
  1. Op de bewegingen van welke hemellichamen is jouw kalender gebaseerd?
  2. Hoe bepalen de kalendermakers op welke datum bepaalde feesten (zoals Ramadan, Pasen, Loofhuttenfeest) vallen?

Webopgave 60 - Hemelobjecten

Maak een ‘portret’ van een object uit het zonnestelsel. Daarbij kun je denken aan de zon, één van de planeten, de maan of manen van een planeet, de ringen van een planeet, de planetoïdengordel, een komeet, meteoroïden enzovoort.
Zo’n portret bestaat uit ongeveer vijf foto’s met bij elke foto een bijschrift. De bijschriften moeten duidelijk aangeven wat er op de foto te zien is en wat daaraan bijzonder is.
Gebruik bij deze opdracht bijvoorbeeld de website van Astronomical Picture of the Day of de volgende sites waar je goed kunt zoeken:
  http://hubblesite.org/gallery/ en http://chandra.harvard.edu/photo/category.html

  • Het arrangement 03 H1 Het zonnestelsel is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Bètapartners Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-05-08 15:08:49
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Dit materiaal is achtereenvolgens ontwikkeld  en getest in een SURF-project  (2008-2011: e-klassen als voertuig voor aansluiting VO-HO) en een IIO-project (2011-2015: e-klassen&PAL-student).  In het SURF project zijn in samenwerking met vakdocenten van VO-scholen, universiteiten en hogescholen e-modules ontwikkeld voor Informatica, Wiskunde D en NLT.  In het IIO-project (Innovatie Impuls Onderwijs) zijn in zo’n samenwerking modules ontwikkeld voor de vakken Biologie, Natuurkunde en Scheikunde (bovenbouw havo/vwo).  Meer dan 40 scholen waren bij deze ontwikkeling betrokken.

    Organisatie en begeleiding van uitvoering en ontwikkeling is gecoördineerd vanuit Bètapartners/Its Academy, een samenwerkingsverband tussen scholen en vervolgopleidingen. Zie ook www.itsacademy.nl

    De auteurs hebben bij de ontwikkeling van de module gebruik gemaakt van materiaal van derden en daarvoor toestemming verkregen. Bij het achterhalen en voldoen van de rechten op teksten, illustraties, en andere gegevens is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks personen of instanties zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz. van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met de programmamanager van de Its Academy (zie website). 

    Gebruiksvoorwaarden:  creative commons cc-by sa 3.0

    Handleidingen, toetsen en achtergrondmateriaal zijn voor docenten verkrijgbaar via de bètasteunpunten.

     

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les maakt onderdeel uit van de e-klas 'Zonnestelsel en heelal' voor havo 4 en 5 voor het vak natuurkunde.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Natuurkunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    e-klassen rearrangeerbaar

    Bronnen

    Bron Type
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/710bd9d801f222460c438df47078e457.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/710bd9d801f222460c438df47078e457.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/d6f17dfe03a6194c96bc4ae1a6458377.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/d6f17dfe03a6194c96bc4ae1a6458377.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/af7180c9b2915e7c28c084de4d72c0ac.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/af7180c9b2915e7c28c084de4d72c0ac.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/32b51748fa18c073d3913f216200d53e.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/32b51748fa18c073d3913f216200d53e.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/6c50a5e3bce5560735d500024785b527.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/6c50a5e3bce5560735d500024785b527.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/9a965abea11423792c2e963f70c41735.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/9a965abea11423792c2e963f70c41735.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/2e1c0bca2fbd64a84d5dac6fa37e33df.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/2e1c0bca2fbd64a84d5dac6fa37e33df.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/030936dccc1eb0d3f8d30ac57c3776e6.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/030936dccc1eb0d3f8d30ac57c3776e6.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/9bd4550200454e6a9624c2539efdc465.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/9bd4550200454e6a9624c2539efdc465.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/c05303521394d77a5526d2061bfcc2ad.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/c05303521394d77a5526d2061bfcc2ad.swf
    Video
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/b600dc337fe829e431ced8ff29f689eb.swf
    https://maken.wikiwijs.nl/userfiles/b600dc337fe829e431ced8ff29f689eb.swf
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    , Bètapartners. (z.d.).

    test

    https://maken.wikiwijs.nl/45635/test

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Meerkeuzevragen

    Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.