LEREN EN MAKEN VAN HUISWERK VOOR ENGELS.
IRREGULAR VERBS.
Looking up information on the Internet.
Met behulp van deze site kun je gerichter op internet zoeken.
STUDYING WORDS AND DEFINITIONS.
HOW TO STUDY WORDS ?
HOW TO PRONOUNCE WORDS ?
uitspraak woorden en zinnen 1
Op deze site kun je woorden en of zinnen waarvan je de uitspraak niet weet kunt opvragen. Met enkele muisklikken kun je horen hoe je woorden en zinnen uitspreekt.
uitspraak woorden en zinnen 2
Met behulp van deze site kun je woorden en zinnen waarvan je niet weet hoe je ze moet uitspreken, laten uitspreken.
uitspraak woorden en zinnen 3
Met deze site kun je horen hoe je woorden en of zinnen uitspreekt.
WORDLISTS 3 VWO
WORDLISTS SOLUTIONS
EXAM IDIOMS
VOCABULARY GAMES
Game 1
GRAMMAR SOLUTIONS UNIT 1 (Intermediate)
ORDER OF ADJECTIVES
Exercise 01
Exercise 02
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
Exercise 06
Exercise 07
Exercise 08
Exercise 09
Exercise 10
PRESENT SIMPLE VERSUS PRESENT CONTINUOUS
Exercise 01
Exercise 02
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
Exercise 06
Exercise 07
Exercise 08
Exercise 09
Exercise 10
DYNAMIC OR STATE VERBS
Exercise 01
Op deze site krijg je eerst een beknopte uitleg. Voor de oefeningen moet je naar beneden scrollen.
Exercise 02
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
Exercise 06
Exercise 07
Exercise 08
Exercise 09
Exercise 10
INFINITIVE OR -ING FORM
Exercise 01
In deze oefening komen werkwoorden voor die niet in stencil 1E staan. Je krijgt bij een toets alleen die werkwoorden die ook op stencil 1E staan.
Exercise 02
In deze oefening komen werkwoorden voor die niet in stencil 1E staan. Je krijgt bij een toets alleen die werkwoorden die ook op stencil 1E staan.
Exercise 03
In deze oefening komen werkwoorden voor die niet in stencil 1E staan. Je krijgt bij een toets alleen die werkwoorden die ook op stencil 1E staan.
Exercise 04
In deze oefening komen werkwoorden voor die niet in stencil 1E staan. Je krijgt bij een toets alleen die werkwoorden die ook op stencil 1E staan.
Exercise 05
In deze oefening komen werkwoorden voor die niet in stencil 1E staan. Je krijgt bij een toets alleen die werkwoorden die ook op stencil 1E staan.
ADJECTIVE PREFIXES
GRAMMAR SOLUTIONS UNIT 2 (intermediate)
ADJECTIVE PLUS PREPOSITION
PAST TENSES (FORM)
Exercise 01 simple past tense
Op deze site vind je een oefening waarbij je de vorming van de simple past tense moet toepassen.
Exercise 02 simple past tense.
In deze oefening moet je werkwoorden in de simple past tense zetten.
Exercise 03 simple past tense
In deze oefening moet je werkwoordsvormen in de simple past tense toepassen.
Exercise 04 simple past tense
In deze oefeningen moet je regelmatige werkwoorden toepassen in de simple past tense.
Exercise 05 simple past tense.
In deze oefening moet je regelmatige en onregelmatige werkwoorden toepassen in de simple past tense.
Exercise 06 simple past tense (keuze oefeningen)
Op deze site kun je zelf bepalen welke soort opdracht je wilt maken. Je kunt je bij deze oefening met name richten op de oefening die bij je past.
Exercise 01 past continuous
Exercise 02 past continuous
Exercise 03 past continuous
Exercise 04 past continuous
Exercise 05 past continuous
Exercise 06 past continuous
Exercise 01 past perfect
Exercise 02 past perfect
Oefen alleen met de oefeningen 1 t/m 9.
Exercise 03 past perfect
Exercise 04 past perfect
Exercise 05 past perfect
PAST TENSES (USAGE)
Exercise 01 past simple versus past continuous
Exercise 02 past simple versus past continuous
Exercise 03 past simple versus past continuous
Exercise 04 past simple versus past continuous
Exercise 05 past simple versus past continuous
Exercise 06 past simple versus past continuous
Exercise 07 past simple versus past continuous
Exercise 08 past simple versus past continuous
Exercise 09 past simple versus past continuous
Exercise 10 past simple versus past continuous
Exercise 01 past perfect vs. simple past tense
Exercise 02 past perfect vs. simple past tense
Exercise 03 past perfect vs. simple past tense
Exercise 04 past perfect vs. simple past tense
Exercise 05 past perfect vs. simple past tense
Exercise 06 past perfect vs. simple past tense
Exercise 07 past perfect vs. simple past tense
Exercise 08 past perfect vs. simple past tense
Exercise 09 past perfect vs. simple past tense
Exercise 10 past perfect vs simple past tense
USED TO + INFINITIVE
Exercise 01
Exercise 02 past simple versus past continuous
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
GRAMMAR SOLUTIONS UNIT 3 (intermediate)
DEFINING AND NON-DEFINING CLAUSES
Explanation 01 relative pronouns (film)
Explanation 02 relative pronouns (film)
Explanation 03: relative pronouns (film)
Explanation 04: relative pronouns (film)
Explanation 05: relative pronouns (film)
Exercise 01 relative pronouns
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit een aantal mogelijkheden. Je hoeft telkens maar een keuze te maken.
Exercise 02 relative pronouns
Deze site bevat een oefening waarbij je betrekkelijke voornaamwoorden moet invullen. Het is een multiple choice oefening. Je kunt na het maken van de oefening je antwoorden controleren.
Exercise 03 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij te telkens moet kiezen uit drie mogelijkheden.
Exercise 04 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij je telkens een keuze moet maken uit drie mogelijkheden.
Exercise 05 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij je uit een gegeven aantal mogelijkheden een keuze moet maken. Als je met de oefening klaar bent kunt je meteen de antwoorden controleren.
Exercise 06 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij je het juiste betrekkelijke voornaamwoord moet invullen. Na afloop kun je je antwoorden controleren.
Exercise 07 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij in een rolmenu het juiste betrekkelijk voornaamwoord gekozen moet worden. Na afloop kun je je antwoorden controleren.
Exercise 08 relative pronouns.
Op deze site moet je uit een tweetal mogelijkheden de juiste keuze maken. Na afloop kun je je antwoorden controleren.
Exercise 09 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij je het juiste betrekkelijke voornaamwoord moet kiezen.
Exercise 10: relative pronouns
Exercise 11 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waarbij je telkens een keuze moet maken uit een tweetal mogelijkheden. Na afloop kun je je antwoorden controleren.
Exercise 12 relative pronouns
Bij deze oefening kun je soms twee mogelijkheden invullen, soms niet. Je kunt je antwoorden na afloopt controleren.
Exercise 13 relative pronouns
Op deze site staan enkele oefeningen. Je hoeft alleen maar de eerste oefening (A) te maken. Je kunt na afloop controleren hoe je je oefening hebt gemaakt.
Exercise 14 relative pronouns
Op deze site vind je een oefening waaruit je telkens de juiste keuze moet maken uit drie mogelijkheden. Je kunt na afloop je antwoorden controleren.
Exercise 15 relative pronouns
Op deze site staat een Engelse tekst. In deze tekst staan een aantal betrekkelijke voornaamwoorden verwerkt. Het is je taak om deze betrekkelijke voornaamwoorden aan te klikken.
Exercise 16 relative pronouns
Op deze site vind je een opdracht waarbij je telkens moet kiezen uit twee mogelijkheden.
Exercise 17 relative pronouns
Dit is een moeilijke oefening waarbij je twee aparte zinnen aan elkaar moet koppelen daarbij gebruik makend van een betrekkelijk voornaamwoord.
Exercise 18 relative pronouns.
Op deze site staat een oefening waarbij je twee stukjes zin aan elkaar moet koppelen waarbij je een betrekkelijk voornaamwoord moet gebruiken.
Exercise 19 relative pronouns
Op deze site staat een moeilijke oefening waarbij je twee zinnen aan elkaar moet koppelen. Je moet daarbij gebruik maken van een betrekkelijk voornaamwoord.
Exercise 20: relative pronouns
QUESTION TAGS
Uitleg question tags filmpje 01
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het maken en gebruiken van questions tags.
Uitleg question tags filmpje 02
In dit filmpje wordt in de uitleg nadruk gegeven op de twee verschillende manieren hoe je de tags moet uitspreken.
Uitleg question tags filmpje 03
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over detwee manieren waarop je de tag kunt uitspreken. Het laatste gedeelte van deze uitleg valt buiten de stof die je over dit onderdeel moet weten.
Uitleg question tags filmpje 04
In dit filmpje hoor je een aantal voorbeelden waarin tags gebruikt worden.
Uitleg question tags filmpje 05
In dit filmpje kun je zelf een aantal tags maken. Het goede antwoord wordt telkens gegeven.
Oefening question tags 01
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 02
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 03
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 04
In deze oefening moet je telkens de juiste tag kiezen.
Oefening question tags 05
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 06
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 07
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 08
In deze oefening moet je de juiste tag bij de juiste hoofdzin plaatsen.
Oefening question tags 09
In deze oefening moet je telkens de juiste tag achter de hoofdzin zetten.
Oefening question tags 10
In deze oefening moet je telkens de tag naar de juiste hoofdzin slepen.
Oefening question tags 11
In deze oefening moet je de tags naar de juiste hoofdzinnen slepen.
Oefening question tags 12
In deze oefening moet je het juiste antwoord kiezen. Er zijn vier mogelijkheden waaruit je kunt kiezen.
Oefening question tags 13
Op deze site vind je onderaan de pagina een aantal zinnen waarbij je de juiste tag moet invullen.
Oefening question tags 14
In deze oefening moet je de juiste tags invullen achter elke hoofdzin.
Oefening question tags 15
In deze oefening moet je de juiste tags achter de hoofdzinnen plaatsen.
Oefening question tags 16
In deze oefening moet je de tags naar de juiste plek slepen.
Oefening question tags 17
In deze oefening moet je telkens de juiste tag kiezen.
Oefening question tags 18
Bij deze oefening moet je juiste tags invullen.
Oefening question tags 19
In deze oefening moet je uit enkele mogelijkheden de juiste tag kiezen.
Oefening question tags 20
Op deze site vind je een drietal oefeningen waarbij je telkens het gebruik van tags moet toepassen.
Oefening question tags 21
In deze oefening moet je de juiste tags bij de hoofdzinnen zetten.
Oefening question tags 22
In deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
Oefening question tags 23
In deze oefening moet je de juiste tags invullen.
Oefening question tags 24
Bij deze oefening moet je bij elke hoofdzin de juiste tag invullen.
Oefening question tags 25
Bij deze oefening moet je telkens de juiste tag invullen.
GRAMMAR SOLUTIONS UNIT 4 (intermediate)
PAST SIMPLE
Pronouncing -ed (regular verbs)
Exercise 01 simple past tense
Op deze site vind je een oefening waarbij je de simple past tense moet toepassen.
Exercise 02 simple past tense.
In deze oefening moet je de simple past tense toepassen in verschillende soorten zinnen: bevestigend, vragend en ontkennend
Exercise 03 simple past tense
In deze oefening moet je werkwoorden toepassen in de simple past tense. Kijk goed naar het schema dat boven de oefeningen staat als je ondersteuning nodig hebt.
Exercise 04 simple past tense
In deze oefening moet je werkwoorden toepassen in de simple past tense.
Explanation 01 simple past tense (form) (film)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over hoe je een vorm in de simple past tense kunt herkennen. Ook worden er spellingsregels uitgeledg.
Explanation 02 simple past tense (usage) (film)
Dit filmpje (een vevolg op uitleg 1) toont hoe je de simple past tense moet gebruiken. Het geeft uitleg over wanneer je de simple past tense moet gebruiken.
Explanation 03 simple past tense (form and usage) (film)
In uitleg 3 (een samenvatting van uitleg 1 en 2) krijg je een groot aantal voorbeelden te zien waarin de simple past tense wordt getoond. Er wordt in dit filmpje ook veel uitleg gegeven over hoe je vragen en ontkenningen in de simple past tense kunt maken)
Explanation 04 simple past tense (regular verbs) (film)
In dit filmpje wordt alleen aandacht besteed aan de vorming van de simple past tense van regelmatige werkwoorden (regular verbs). Je ziet een aantal voorbeelden voorbijkomen.
Explanation 05 simple past tense (questions) (film)
In dit filmpje wordt uitvoerig uitleg gegeven over hoe je vraagzinnen moet maken in de simple past tense.
Explanation 06 simple past tense.
Op deze site vind je schema's die uitleg geven over het vormen van de simple past tense. Op deze pagina vind je vier onderdelen die je achter elkaar kunt doen: structure (vorm); use (gebruik); quiz (oefeningen) en games (spelletjes).
Explanation 07 simple past tense.
Op deze site vind je een schematisch overzicht van de vorming van de simple past tense in bevestigende, vragende en ontkennende zinnen. Ook wordt aandacht besteed aan het werkwoorde 'to be', een werkwoord met speciale vormen.
Explanation 08 simple past tense (spelling and pronunciation)
Op deze site wordt met name aandacht besteed aan de vorming van de simple past tense. Waar heb je rekening mee te houden als je -ed achter een werkwoord plaatst en hoe spreek je die uit ?
Explanation 09 simple past tense
Op deze site vind je een korte uitleg (en een korte oefening) over de vormen die in de simple past tense voorkomen.
PRESENT PERFECT SIMPLE
Oefening 1 present perfect tense
In deze oefening moet je de vormen van de present perfect tense toepassen.
Oefening 2 present perfect tense
In deze oefening moet je de present perfect tense toepassen.
Oefening 3 present perfect tense
In deze oefening moet je de present perfect tense toepassen.
Oefening 4 present perfect tense
In deze oefening moet je telkens de goed zin kiezen.
Oefening 5 present perfect tense
In deze oefening moet je de present perfect toepassen.
Oefening 6 present perfect tense.
In deze oefening moet je de present perfect tense toepassen.
Oefening 7 present perfect tense
In deze oefening moet je de present perfect tense toepassen. Je moet zinnen die in de simple present tense staan omzetten in zinnen in de present perfect tense.
Oefening 8 present perfect tense
Moeilijke zinnen. Je moet de woorden die gegeven zijn in een zin gebruiken. De zin moet wel in de present perfect tense staan. Soms moet je woorden toevoegen b.v. for of since.
Oefening 9 present perfect tense
In deze oefening moet je de present perfect tense gebruiken. Het zijn wel allemaal ontkennende zinnen, soms met not, soms met never.
Oefening 10 present perfect tense.
In deze oefening moet je de present perfect tense gebruiken. Je moet wel allemaal vragen maken.
Uitleg 1 present perfect tense (filmpje)
In dit filmpje wordt veel aandacht besteed aan hoe je de voltooide tijd (present perfect) maakt. In het filmpje wordt de term past participle gebruikt. Dat betekent voltooid deelwoord (de derde hoofdvorm van het werkwoord).
Uitleg 2 present perfect tense (filmpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorming van de present perfect tense. Daarna zie je een aantal voorbeelden van vragen en antwoorden waarin de present perfect tense gebruikt wordt.
Uitleg 3 present perfect tense. (filmpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het maken van de present perfect tense. Aan het eind van het filmpje wordt je gevraagd om oefeningen te maken.
Uitleg 4 present perfect tense (filmpje)
In dit filmpje worden veel voorbeelden gegeven van zinnen waarin de present perfect tense gebruikt wordt: bevestigende, vragende en ontkennende zinnen. Ook worden voorbeelden gegeven van ontkennende vraagzinnen.
Uitleg 5 present perfect tense (filmpje met regels uit liedjes)
In dit filmpje hoor en zie je regels uit liedjes waarin de present perfect tense gebruikt wordt.
Uitleg 6 present perfect tense.
Op deze site vind je uitleg over de vorming en het gebruik van de present perfect tense.
PAST SIMPLE VERSUS PRESENT PERFECT SIMPLE
Uitleg 1 simple past tense versus present perfect tense (filmpje 1)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het verschil in gebruik tussen de simple past en de present perfect tense.
Uitleg 2 simple past tense versus present perfect tense (filmpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het verschil in gebruik tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Uitleg 3 simple past tense versus present perfect tense.
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het verschil in gebruik van de simple past tense en present perfect tense.
Uitleg 4 simple past tense versus the present perfect tense
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het verschil in gebruik tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Uitleg 5 simple past tense versus present perfect tense (powerpoint)
In de powerpointpresentatie vind je uitleg over het verschil in gebruik tussen de simple past en de present perfect tense. Je vindt ook een oefening die je mondeling moet doen. Na afloop kun je de antwoorden opzoeken.
Oefening 1 simple past tense versus present perfect tense.
In deze online oefening moet je of de past simple of the present perfect toepassen. Je moet uit de zin kunnen opmaken (let op signaalwoorden) welke tijd je moet kiezen.
Oefening 2 simple past tense versus the present perfec tense
Op deze site vind je na een korte uitleg een tweetal oefeningen (online) waarbij je moet kiezen tussen de simple past tense of de present perfect tense.
Oefening 3 simple past tense versus present perfect tense.
Op deze site vind je een online oefening waarbij je het verschil in toepassing moet laten zien tussen simple past tense en present perfect tense.
Oefening 4 simple past tense versus present perfect tense.
In deze oefening moet je het verschil toepassen tussen simple past tense en present perfect tense.
Oefening 5 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je de simple past of de present perfect tense toepassen.
Oefening 6 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je kiezen tussen de present perfect of de simpla past tense.
Oefening 7 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je een keuze maken tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 8 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je een keuze maken tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 9 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je een keuze maken tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 10 simple past tense versus present perfect tense
In deze online oefening moet je verschil in gebruik toepassen tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 11 simple past tense versus present perfect tense.
In deze online oefening moet je het verschil in gebruik toepassen tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 12 simple past tense versus de present perfect tense
In deze online oefening moet je kiezen tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 13 simple past tense versus the present perfect tense
In deze online oefening moet je een keuze maken tussen de simple past tense en de present perfect tense. Bij deze oefening kun je ook tips krijgen door op de vraagtekens te klikken.
Oefening 14 simple past tense versus present perfect tense.
In deze online oefening moet je een keuze maken tussen de simple past tense en de present perfect tense.
Oefening 15 simple past tense versus present perfect tense.
In deze online oefening moet je kiezen de simple past tense en de present perfect tense.
PRESENT PERFECT SIMPLE VERSUS PRESENT PERFECT CONTINUOUS
Filmpje 01
Filmpje 02
Exercise 01
Exercise 02
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
Exercise 06
GRAMMAR SOLUTIONS UNIT 5 (intermediate)
ZERO CONDITIONAL
Exercise 01 zero condtionals
Exercise 02 zero conditional
Exercise 03 zero conditional
Exercise 04 zero conditional
Exercise 05 zero conditional
Exercise 06 zero conditional
Exercise 07 zero conditional
Exercise 08 zero conditional
Exercise 09 zero conditional
Exercise 10 zero conditional
Uitleg 01 zero conditional (film)
Uitleg 02 zero conditional (film)
Uitleg 03 zero conditional (film)
Uitleg 04 zero conditional (film)
MODAL AUXILIARIES
FIRST CONDITIONAL
Exercise 01
Exercise 02
Exercise 03
FUTURE CONTINUOUS VS FUTURE PERFECT
Exercise 01
Exercise 02
Exercise 03
Exercise 04
Exercise 05
Exercise 06
Exercise 07
Exercise 08
Exercise 09
EXTRA GRAMMAR
past continuous
Explanation and exercise 01 past continuous (film)
Exercise 02 past continuous (reading) (film)
Explanation 03 past continuous (film)
Exercise 09 past continuous
Exercise 10 past continuous
Explanation 02 past continuous versus simple past tense (film)
Explanation 03 past continuous versus simple past tense
Explanation 04 past continuous versus simple past tense (film)
Explanation 05 past continuous versus simple past tense (film)
Explanation 06 past continuous versus simple past tense (film)
Exercise 01 past continuous versus simple past tense
Exercise 02 past continuous versus simple past tense.
Exercise 03 past continuous versus simple past tense.
Exercise 04 past continuous versus simple past tense.
Exercise 05 past continuous versus simple past tense
Exercise 06 past continuous versus simple past tense
Exercise 09 past continuous versus simple past tense
Exercise 10 past continuous versus simple past tense.
past continuous versus simple past tense
Explanation 01 simple past tense versus past continuous (film)
be/get used to + gerund versus used to + infinitive.
Explanation 01 to be used to versus used to
Explanation 02 to be used to versus used to (film)
Exercise 01 to be used to versus used to
This site will give you some more information on this subject. You will also find exercises.
Exercise 03 to be used to versus used to
Exercise 04 to be used to versus used to
Exercise 05 to be used to versus used to
Exercise 06 to be used to versus used to
Exercise 07 to be used to versus used to
Exercise 08 to be used to versus used to
Exercise 09 to be used versus used to
Exercise 10 to be used to versus used to
Exercise 11 to be used to versus used to
Exercise 12 to be used to versus used to
Exercise 14 to be used to versus used to
Differences between 'make' and 'do'
Explanation 01 difference make / do (film)
Explanation 02 difference make / do (film)
Explanation 03 difference make/do (film)
Exercise 01 difference make/do
Exercise 02 difference make/do
Exercise 03 difference make/do
Exercise 04 difference make/do
Exercise 05 difference make/do
Exercise 06 difference make / do
Exercise 07 difference make / do
Exercise 08 difference make / do
Exercise 09 difference make / do
make, let, be allowed to
should / should have
Exercise 01: difference should and should have
Exercise 02: difference should and should have
Exercise 03: difference should and should have
Exercise 04: difference should and should have
Exercise 05: difference should and should have
Exercise 06: difference should and should have
Exercise 07: difference should and should have
Exercise 01: make, let, be allowed to
Exercise 02: make, let, be allowed to
Exercise 03: make, let, be allowed to
Exercise 04: make, let, be allowed to
Exercise 05: make, let, be allowed to
Exercise 06: make, let, be allowed to
Exercise 07: make, let, be allowed to
Exercise 08: make, let, be allowed to
Exercise 09: make, let, be allowed to
Must have, can't have, might have
Exercise 01
Exercise 02
Relative pronoun (betrekkelijk voornaamwoord)
Gerund or infinitive
Explanation gerund or infinitive 01 (film)
Explanation gerund or infinitive 02 (film)
Explanation gerund or infinitive 03 (film)
Explanation gerund or infinitive 04 (film)
Explanation gerund or infinitive 05 (film/song)
Exercise gerund or infinive 01
Exercise gerund or infinitive 02
Exercise gerund or infinitive 03
Exercise gerund or infinitive 04
Exercise gerund or infinitve 05
Exercise gerund or infinitive 06
Exercise gerund or infinitive 07
Exercise gerund of infinitive 08
Exercise gerund or infinitive 09
Exercise gerund or infinitive 10
Exercise gerund or infinitive 11
Exercise gerund or infinitve 12
Exercise gerund or infinitive 13
Exercise gerund or infinitive 14
Exercise gerund or infinitive 15
Past perfect versus past simple
Uitleg 1 past perfect versus simple past tense (filmpje)
Uitleg 2 past perfect versus simple past tense (filmpje)
Uitleg 3 past perfect versus simple past tense (filmpje)
Oefening 11 past perfect vs. simple past tense
Oefening 12 past perfect vs. simple past tense
Oefening 13 past perfect vs. simple past tense
Oefening 14 past perfect vs. simple past tense
Oefening 15 past perfect vs. simple past tense
Oefening 16 past perfect vs. simple past tense
Oefening 17 past perfect vs. simple past tense
Oefening 18 past perfect vs. simple past tense
Oefening 19 past perfect vs. simple past tense
Adjectives versus adverbs
Uitleg 01 adjective vs adverb (filmpje)
Uitleg 02 adjective vs adverb (filmpje)
Uitleg 03 adjective vs adverb (filmpje)
Uitleg 04 nouns, verbs, adjectives, adverbs (rap)
Oefening 01 adjective vs adverb
Oefening 02 adjective vs adverb
Oefening 03 adjective vs adverb
Oefening 04 adjective vs adverb
Oefening 05 adjective vs adverb
Oefening 06 adjective vs adverb
Oefening 07 adjective vs adverb
Oefening 08 adjective vs adverb
Oefening 09 adjective vs adverb
Oefening 10 adjective vs adverb
Oefening 11 adjective vs adverb
Oefening 12 adjective vs adverb
Oefening 13 adjective vs adverb
Oefening 14 adjective vs adverb
Oefening 15 adjective vs adverb
Oefening 16 adjective vs adverb
Oefening 17 adjective vs adverb
Oefening 18 adjective vs adverb
Conditionals
Exercises first conditional
Exercise 01 first conditional
Exercise 02 first conditional
Exercise 03 first conditional
Exercise 04 first conditional
Exercise 05 first condtional
Exercise 06 first conditional
Exercise 07 first conditional
Exercise 08 first conditional
Exercise 09 first conditional
Exercise 10 first conditional
Uitleg 01 first conditional (film)
Uitleg 02 first conditional (film)
Uitleg 03 first conditional (film)
Uitleg 04 first conditional (film)
Uitleg 05 first conditional
Exercises second conditional
Exercise 01 second conditional
Exercise 02 second conditional
Exercise 03 second conditional
Exercise 04 second conditional
Exercise 05 second conditional
Exercise 06 second conditional
Exercise 07 second conditional
Exercise 08 second conditional
Exercise 09 second conditional
Exercise 10 second conditional
Uitleg 01 second conditional (film)
Uitleg 02 second conditional (film)
Uitleg 03 second conditional (film)
Uitleg 04 second conditional (film)
Uitleg 05 second conditional (film)
Exercises third conditional
Exercise 01 third conditional
Exercise 02 third conditional
Exercise 03 third conditional
Exercise 04 third conditional
Exercise 05 third conditional
Exercise 06 third conditional
Exercise 07 third conditional
Exercise 08 third conditional
Exercise 09 third conditional
Exercise 10 third conditional
Uitleg 01 third conditional (film)
Uitleg 02 third conditional (film)
Uitleg 03 third conditional (film)
Uitleg 04 third conditional (film)
Uitleg 05 third conditional (film)
Exercises mixed conditionals
Exercise 01 mixed conditionals
Exercise 02 mixed conditionals
Exercise 03 mixed conditionals
Exercise 04 mixed conditionals
Exercise 05 mixed conditionals
Exercise 06 mixed conditionals
Exercise 07 mixed conditionals
Exercise 08 mixed conditionals
Exercise 09 mixed conditionals
Exercise 10 mixed conditionals
Exercise 11 mixed conditionals
Exercise 12 mixed conditionals
Exercise 13 mixed conditionals
Exercise 14 mixed conditionals
Exercise 15 mixed conditionals
Future continuous
Example future continuous 01 (song)
Uitleg future continuous 01 (filmpje)
Uitleg future continuous 02 (filmpje)
Uitleg future continuous 03 (filmpje)
Exercise future continuous 01
Exercise future continuous 02
Exercise future continuous 03
Exercise future continuous 04
Exercise future continuous 05
Exercise future continuous 06
Exercise future continuous 07
Exercise future continuous 08
Exercise future continuous 09
Future Perfect
Uitleg future perfect 01 (filmpje)
Uitleg future perfect 02 (filmpje)
Uitleg future perfect 03 (filmpje)
Exercise future perfect 01
Exercise future perfect 02
Exercise future perfect 03
Exercise future perfect 04
Exercise future perfect 05
Exercise future perfect 06
Exercise future perfect 07
Exercise future perfect 08
Exercise future perfect 09
Exercise future perfect 10
Future continuous versus future perfect simple
Inleiding passive.
Introducing the passive
Present Passive
Exercise 01 present passive
Exercise 02 present passive
Exercise 03 present passive
Exercise 04 present passive
Exercise 05 present passive
Exercise 06 present passive
Exercise 07 present passive
Exercise 08 present passive
Exercise 09 present passive
Exercise 10 present passive
Exercise 11 present passive
Exercise 12 present passive
Exercise 13 present passive
Exercise 14 present passive
Exercise 14 present passive
Past Passive
Exercise 01 past passive
Exercise 02 past passive
Exercise 03 past passive
Exercise 04 past passive
Exercise 05 past passive
Exercise 06 past passive
Exercise 07 past passive
Exercise 08 past passive
Exercise 09 past passive
Exercise 10 past passive
Present passive versus past passive
Exercise 01 present passive or past past passive
Exercise 02 present passive or past passive
Exercise 03 present passive or past passive
Exercise 04 present passive or past passive
Exercise 05 present passive or past passive
Exercise 06 present passive or past passive
Exercise 07 present passive or past passive
Exercise 08 present passive or past passive
Exercise 09 present passive or past passive
Exercise 10 present passive or past passive
Exercise 11 present passive or past passive
Exercise 12 present passive or past passive
Exercise 13 present passive or past passive
Exercise 14 present passive or past passive
Present perfect passive.
Uitleg 01 present perfect passive
Exercise 01 present perfect passive.
Exercise 02 present perfect passive
Exercise 03 present perfect passive
Exercise 04 present perfect passive
Exercise 05 present perfect passive
Exercise 06 present perfect passive
Exercise 07 present perfect passive
Exercise 08 present perfect passive
Exercise 09 present perfect passive
Exercise 10 present perfect passive
Past perfect passive
Exercise 01 past perfect passive
Exercise 02 past perfect passive
Exercise 03 past perfect passive
Exercise 04 past perfect passive
Exercise 05 past perfect passive
Exercise 06 past perfect passive
Exercise 07 past perfect passive
The passive mixed
Exercise 01 passive mixed
Exercise 02 passive mixed
Exercise 03 passive mixed
Exercise 04 passive mixed
Van deze oefening hoef je alleen de zinnen 1, 5, 6, 7, 9, 13, 14 en 15 te maken.
Exercise 05 passive mixed
Van deze oefening hoef je alleen de zinnen 1, 3, 5, 6, 7, 9 en 10 te maken.
Exercise 06 passive mixed
Van deze oefening hoef je alleen de zinnen 2,3,4,5,6,8,9,10,11,13 en 15 te maken.
Exercise 07 passive mixed
Exercise 08 passive mixed
Van deze oefening hoef je alleen de oefeningen 1,2,3,5, 6,8,9,10 en 11 te maken.
Exercise 09 passive mixed
Van deze oefening hoef je alleen de zinnen 1,3,4,5,6,8,9,10,11,12,14,15
Exercise 10 mixed passive
Van deze oefening hoef je alleen de zinnen 1,2,36,7 en 9 te maken.
past perfect en simple past tense
oefening 1 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de simple past en de past perfect toepassen.
oefening 10 past perfect tense en simple past tense
In deze oefeningen moet je twee verschillende Engels aan elkaar koppelen. Soms zijn het twee delen van een zin, soms twee losse zinnen die logisch op elkaar volgen.
oefening 11 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je zowel de past perfect tense en de simple past tense invullen. Je moet de juiste vorm op de juiste plek zetten.
oefening 12 past perfect tense en simple past tense
In de zin moet je de past perfect tense en de simple past tense op de goede plek zetten.
oefening 13 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense op de goede plek zetten.
oefening 14 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense toepassen. Je moet de vormen op de goede plek zetten.
oefening 15 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense op de goede plek zetten.
oefening 16 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je proberen uit te vissen welke zin goed is.
oefening 17 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je telkens het juiste tweede gedeelte kiezen. Je moet een menuutje uitrollen waarna je je keuze bepaalt.
oefening 18 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de ontkennende vorm van de past perfect tense gebruiken in een samengetrokken vorm. Dus je moet niet had not invullen maar hadn't.
oefening 19 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense in vraagzinnen toepassen. Je moet dus goed naar de woordvolgorde kijken.
oefening 2 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense in een zin toepassen.
oefening 20 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je vraagzinnen maken met vragende woorden als who, when, where, why, enz. Let er op dat je tussen het laatste woord van de zin en het vraagteken geen spatie gebruikt.
oefening 3 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense in een zin toepassen.
oefening 4 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening gaat het er vooral om de vorm van de past perfect tense te kunnen maken. Dus "had + past participle". (had + voltooid deelwoord)
oefening 5 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense in een zin toepassen. Let bij deze oefening vooral op het gebruik van 'before' en 'after'.
oefening 6 past perfect tense en simple past tense tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense binnen de zin gebruiken.
oefening 7 past perfect tense and simple past tense
In deze oefening moet je de past perfect tense en de simple past tense gebruiken. Je moet de twee helften aan elkaar koppelen, zodanig, dat je een goede Engelse zin krijgt.
oefening 8 past perfect tense and simple past tense
Bij deze oefening moet je de gegeven woorden in de juiste volgorde zetten, zodanig, dat je een goede Engelse zin met daarin de past perfect tense verwerkt.
oefening 9 past perfect tense en simple past tense
In deze oefening moet de past perfect tense vormen die onder de oefening staan op de juiste plek zetten.
Op stencil 1D vind je de uitleg over de past perfect tense en de simple past tense zoals die in de klas gebruikt wordt.?
uitleg 1 past perfect tense en simple past tense (filmpje)
In dit filmpje wordt uitgelegd hoe de past perfect er uit ziet en wanneer deze tijdsvorm gebruikt moet worden.
uitleg 2 past perfect tense en simple past tense (fimpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over hoe de past perfect gemaakt wordt en hoe deze toegepast moet worden in een zin samen met de simple past tense.
uitleg 3 past perfect tense en simple past tense (filmpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over hoe de past perfect er uit ziet en hoe deze vorm gebruikt moet worden in een zin samen met de simple past tense.
uitleg 4 past perfect tense en simple past tense (filmpje)
In dit wordt vooral aandacht besteed aan de vorm. Hoe ziet deze vorm er uit en hoe kun je die gebruiken in bevestigende zinnen, vragende zinnen, ontkennende zinnen en vraagzinnen die ontkennend zijn. Dit filmpje is wel wat kinderachtig.
uitleg 5 past perfect tense en simple past tense (filmpje)
In dit korte filmpje wordt uitleg gegeven over de past perfect tense en de situatie waarin past perfece en simple past in een zin gebruikt worden.
simple past tense versus present perfect tense.
Degrees of comparison
Oefening 01 trappen van vergelijking.
Op deze site vind je een oefening met de trappen van vergelijking.
Oefening 02 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening met de trappen van vergelijking.
Oefening 03 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening over de trappen van vergelijking.
Oefening 05 trappen van vergelijking.
Op deze site vind je een oefening waarbij je vorming van de trappen van vergelijking oefent.
Oefening 06 trappen van vergelijking.
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking oefent.
Oefening 07 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking oefent. Je moet eerst zelf het antwoord bedenken. Daarna kun je controleren of je antwoord juist is of niet.
Oefening 08 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking moet toepassen.
Oefening 09 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking moet toepassen.
Oefening 10 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking oefent. Er zijn vier nivo's (levels) waarop je kunt oefenen. Je moet telkens het woord level (1,2,3,4) aanklikken om de oefening te kunnen maken.
Oefening 11 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je oefent met de uitdrukking: as......as.
Oefening 12 trappen van vergelijking
Op deze site een aantal oefeningen die te maken hebben met de trappen van vergelijking. Alleen de eerste twee oefeningen zijn geschikt om te maken. Die komen overeen met de uitleg die je hebt gehad.
Oefening 13 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking moet gebruiken.
Oefening 14 trappen van vergelijking
Op deze site vind je tientallen oefeningen (klik telkens op exc) waarbij je de trappen van vergelijking kunt oefenen.
Oefening 15 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je kunt oefenen met de trappen van vergelijking.
Oefening 16 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking kunt oefenen. Je moet eerst zelf de antwoorden geven (in je gedachten of opschrijven). Als je met de oefening klaar bent, kun je de antwoorden controleren.
Oefening 17 trappen van vergelijkin
Op deze site vind je een oefening waarbij je kunt oefenen met de trappen van vergelijking.
Oefening 18 trappen van vergelijking
Op deze site (onderaan de pagina) vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking kunt oefenen.
Oefening 19 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking kunt toepassen.
Oefening 20 trappen van vergelijking
Op deze site vind je een oefening waarbij je de trappen van vergelijking kunt toepassen.
Op dit stencil vind je de uitleg over de vorming en de toepassing van de degrees of comparison.
Uitleg trappen filmpje 1
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorming en het gebruik van de trappen van vergelijking. Een deel van stencil 2A wordt hierin uitgelegd. Soms wordt er wat meer informatie gegeven.
Uitleg trappen filmpje 2
In dit filmpje wordt een deel van stencil 2A uitgelegd over de vorming en het gebruik van de trappen van vergelijking.
Uitleg trappen filmpje 3
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorm en het gebruik van de trappen van vergelijking. Deze uitleg overlapt de uitleg op stencil 2A gedeeltelijk.
Uitleg trappen filmpje 4
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorm en het gebruik van de trappen van vergelijking. Deze uitleg overlapt gedeeltelijk de uitleg op stencil 2A.
Uitleg trappen filmpje 5
In dit filmpje wordt uitleg gegeven (en worden er veel voorbeelden gegeven) over de vorming en het gebruik van de comparative (de tweede trap). Deze uitleg is in vergelijking met de uitleg op stencil 2A gedeeltelijk.
Fiest and second conditional
Filmpje 1 uitleg first and second conditional
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de toepassing van de first en de second conditional. In dit filmpje worden een aantal voorbeelden getoond van first and second conditional
Filmpje 2 uitleg first and second conditional (song)
In dit filmpje hoor je ee lidje van Katie Melua. In dit liedje wordt heel vaak de second conditional gebruikt.
Filmpje 3 uitleg first and second conditional
In dit filmpje wordt vooral aandacht besteed aan het verschil tussen de first en de second conditional
Filmpje 4 uitleg first and second conditional (fragenents of songs)
In dit filmpje zie en hoor je een aantal fragmenten uit liedjes waarbij heel vaak de first of de second conditional gebruikt wordt
Oefening 1 first and second conditional
In deze oefening moet je een keuze maken tussen de first and second conditional
Oefening 10 first and second conditional
In deze oefening moet je de letters A en B gebruiken om de first en de second conditional aan te geven. Deze oefening is niet online. Je moet deze oefening op papier maken en de resultaten aan de leerkracht laten zien.
Oefening 11 second conditional
In deze oefening moet je de second conditional toepassen.
Oefening 12 first and second conditionals
In deze oefening moet je telkens de keuze maken tussen de first en de second conditional.
Oefening 13 first and second conditional
In deze oefening moet je een keuze maken tussen de first en de second conditional.
Oefening 14 first conditional
In deze multiple choice oefening moet je de first conditional toepassen. In een zin staat in plaats van if het woordje unless. Dat betekent min of meer hetzelfde.
Oefening 15 first conditional
In deze oefening moet je de first conditional toepassen.
Oefening 16 first conditional
In deze oefening moet je de first conditional toepassen.
Oefening 17 first conditional
In deze oefening moet je de first conditional toepassen.
Oefening 18 first and second conditional
In deze oefening moet je de first en second conditional toepassen.
Oefening 19 first and second conditional
In deze oefening moet je de first en de second conditional toepassen.
Oefening 2 first and second conditional
In deze oefening moet je telkens de keuze maken tussen de first and second conditional.
Oefening 20 first en second conditionals
In deze oefening moet je de first of second conditional toepassen.
Oefening 3 first and second conditionals.
Op deze site vind je twee oefeningen. In de eerste oefening moet je de first conditional toepassen. In de tweede moet je de second conditional toepassen.
Oefening 4 first and second conditional
Op deze site word je verwezen naar een aantal oefeningen. De oefeningen onder de naam FIRST CONDITIONAL gaan over de first conditional; onder de naam SECOND CONDITIONAL over de second conditional. Bij de naam FIRST AND SECOND CONDITIONAL moet je een keuze maken tussen de first en de second conditional.
Oefening 5 second conditional.
In deze oefening kun je alleen maar de second conditional oefenen.
Oefening 6 first and second conditionals
Op deze site vind je een drietal oefeningen. In de eerste moet je de first conditional (Type 1) invullen; in de tweede de second conditional (Type 2); in de derde moet je een keuze maken tussen de first en de second conditional.
Oefening 7 second conditional
In deze oefening moet je uitsluitend de second conditional toepassen.
Oefening 8 first and second conditional.
In deze oefening moet je kiezen uit de first and de second conditional.
Oefening 9 first conditional
In deze oefening moet je de first conditional toepassen.
In de bijlage vind je een stencil waarop uitgelegd wordt hoe je de 'first' and de 'second' conditional moet gebruiken.?
conjunctions
conjunctions oefening 01
Op deze site vind je een oefening waarbij je een aantal voegwoorden moet gebruiken. In de klas heb je er een aantal gehad die ook in deze oefening staan. Er worden echter ook andere voegwoorden gebruikt. Deze oefening toetst dus eigenlijk meer dan dat je geleerd hebt
conjunctions oefening 02
Op deze site vind je een oefening waarbij je voegwoorden (conjunctions) moet gebruiken. Er staan op deze site meer voegwoorden dan je geleerd hebt. Dat maakt de oefening wat moeilijker maar toch wel te maken.
conjunctions oefening 03
Op deze site vind je een oefening waarin je een aantal voegwoorden moet gebruiken. In deze oefeningen worden meer voegwoorden gebruikt dan je in de klas hebt gehad. De oefeningen is toch best te maken.
conjunctions oefening 04
Op deze site vind je een oefening waarbij de voegwoorden but en and moet toepassen. Deze voegwoorden staan niet in de lijst van stencil 3G. De oefening is echter wel goed maakbaar.
conjunctions oefening 05
In deze oefening bij je voegwoorden gebruiken die je in de klas niet gehad hebt. Toch kun je deze oefening wel maken.
conjunctions oefening 06
In deze oefening moet je een aantal voegwoorden gebruiken. Er moeten ook voegwoorden gebruikt worden die niet in stencil 3G staan.
conjunctions oefening 07
In deze oefening moet je een aantal voegwoorden invullen. Er moeten ook enkele voegwoorden gebruikt worden die niet in stencil 3G staan.
conjunctions oefening 08
In deze oefening moet je een aantal voegwoorden ingevuld worden. Er moeten ook voegwoorden gebruikt worden die niet in stencil 3G staan.
conjunctions oefening 09
In deze oefening moet je de voegwoorden because en though gebruiken. Though betekent hetzelfde als although.
conjunctions oefening 10
In deze oefening moet je de voegwoorden so en because gebruiken.
future passive
oefening future passive 01
Bij deze oefening moet je de actief zinnen omzetten naar passief zinnen. Daarbij moet je wel de future passive toepassen.
oefening future passive 02
Bij deze oefening moet je een aantal (gegeven) woorden gebruiken om passief zinnen te maken die je in de future passive moet zetten.
oefening future passive 03
Bij deze oefening moet je een aantal actief zinnen omzetten naar passief zinnen. Je moet daarbij wel de future passive gebruiken.
oefening future passive 04
Bijdeze oefening moet je de future passive toepassen. Je hoeft alleen het voltooid deelwoord (past participle) in te vullen.
oefening future passive 05
Bij deze oefening moet je een aantal actief zinnen (met will) omzetten naar passief zinnen.
oefening future passive 06
Bij deze oefening krijg je te maken met passief zinnen. Je moet de ontbrekende woorden invullen. Zorg er wel voor dat je de future passive gebruikt.
oefening future passive 07
Bij deze oefening moet je de zinnen aanvullen. Je moet daarbij wel de future passive gebruiken.
oefening future passive 08
Bij deze oefening moet je een aantal actief zinnen (met will) omzetten naar passief zinnen.
Op stencil 3D vind je uitleg over de vorm en de toepassing van de future passive.?
modal verbs (can, could, may, must, have to etc)
Oefening 01 modal verbs: can, may must
In deze oefening moet je de modal verbs can, may of must toepassen.
Oefening 03 modal verbs: can, may en must
In deze oefening moet je de modal verbs can, may of must toepassen.
Oefening 02 modal verbs: can, may en must
In deze oefening moet je de modal verbs can, may of must toepassen.
Oefening 05 modal verbs: can, may en must
In deze oefening moet je de modal verbs can, may of must toepassen.
Oefening 06 modal verbs: can, may en must.
In deze oefening moet de de modal verbs can, may of must toepassen.
Oefening 07 modal verbs
In deze oefening moet je een aantal multiple choice vragen beantwoorden. Je moet kiezen uit een aantal modal verbs die in je aantekeningen staan.
Oefening 08 modal verbs: can't or must
In deze oefening moet je de modal verbs can't of must toepassen.
Oefening 09 modal verbs.
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit een viertal mogelijkheden. In deze oefening wordt ook het woordje 'might' gebruikt. Het is een sterkere vorm dan 'may'.
Oefening 10 modal verbs.
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: can, may, must, to be able to, to be allowed to, have to, has to, had to,
Oefening 11 modal verbs
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: can, may, must, to be able to, to be allowed to, have to, has to, had to.
Oefening 12: modal verbs.
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit de modal verbs die je kent. Verder moet je aangeven wat deze modal verbs telkens uitdrukken.
Oefening 14 modal verbs: should of shouldn't
Bij deze oefening moet je telkens gebruik maken van de modal forms should of shouldn't. Je moet deze woorden gebruiken in zinnen die je zelf moet maken.
Oefening 15: modal verbs.
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit de modal verbs die boven de oefening staan.
Oefening 16 modal verbs.
Bij deze oefening (onderaan de pagina) moet je telkens een keuze maken uit twee mogelijkheden.
Oefening 17 modal verbs.
In deze oefening moet je telkens aangeven wat de modal verbs uitdrukken. Je kunt aan de leerkracht vragen wat de woorden betekenen waaruit je moet kiezen. Je kunt ze ook opzoeken via Google.
Oefening 18 modal verbs
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit enkele mogelijkheden.
Oefening 19 modal verbs
In deze oefening moet je telkens een keuze maken uit een drietal mogelijkheden. In deze oefening kom je ook het woordje 'might' tegen. Je kent het woordje 'may'. Dat betekent 'misschien'. Het woordje 'might' betekent eigenlijk 'heel misschien'
Oefening 20 modal verbs
In deze oefening moet je een keuze maken uit 'must' of 'mustn't'.
Op de bijlage vind je uitleg over het gebruik van een aantal modal verbs. Het betreft hier een selectie van werkwoorden en een beperkte toepassing. In klassen vier, vijf en zes krijg je hier meer informatie over..
passive with modal verbs
oefening passive with modal verb 02
Bij deze oefening moet je actief zinnen met een modal verb omzetten naar een passief zin.
oefening passive with modal verbs 01
Op deze site vind je een aantal actief zinnen (met modal verbs) die je passief moet maken. Er worden meer modal verbs gebruikt dan je bij de uitleg hebt gehad. Alle modal verbs moet je op dezelfde manier behandelen als je de zinnen passief maakt.
Op stencil 3E vind je uitleg over de toepassing van modal verbs in een passief-constructie.
passive (mixed )
oefening passive voice mixed 04
Bij deze oefening moet je de verschillende vormen van de passive toepassen. Zin 5 hoef je niet te doen omdat de tijd waarin deze zin staat niet tot de uitgelegde stof behoort.
oefening passive voice mixed 01
Op deze site vind je enkele oefeningen waarbij je de passive voice moet gebruiken. Denk eraan dat je hier alle geleerde vormen door elkaar krijgt.
oefening passive voice mixed 02
Bij deze oefening moet je de woorden die je ziet in de juiste vorm zetten om een goede passief zin te maken.
oefening passive voice mixed 03
Bij deze oefening moet je telkens de juiste passief vormen gebruiken. Achter de zin staat de tijd die je moet toepassen. Als achter de zin 'present perfect' staat, hoef je die niet te maken.
oefening passive voice mixed 05
Bij deze oefening krijg je telkens een drietal keuzemogelijkheden aangeboden. Kies telkens de goede optie.
oefening passive voice mixed 06
Bij deze oefening moet je kiezen uit de present passive of de past passive. Het gaat hierbij om zowel bevestigende, vragende en ontkennende zinnen.
oefening passive voice mixed 07
Bij deze oefening moet je telkens een keuze maken uit vier gegeven antwoordmogelijkheden.
oefening passive voice mixed 08
Bij deze zinnen moet je telkens een keuze maken tussen present passive of past passive.
oefening passive voice mixed 09
Bij deze oefening moet je twee zinshelften aan elkaar koppelen. In de linkerkolom kom je twee keer het hulpwerkwoord 'had' tegen. Deze zinnen hoef je niet te doen.
oefening passive voice mixed 10
Bij deze oefening moet je of de present passive of de past passive toepassen. Achter elke zin staat de tijd die je moet gebruiken.
oefening passive voice mixed 11
Bij deze oefening moet je een keuze maken tussen present passive of past passive. Je moet uit de zinnen opmaken welke tijd je moet kiezen.
oefening passive voice mixed 12
Bij deze oefening moet je de zinnen omzetten naar de passive voice. Zin 3 hoef je niet te doen want die valt buiten de stof.
oefening passive voice mixed 13
Bij deze oefening moet je de zinnen omzetten naar de passive voice. Je hoeft niet de zinnen 1, 6 en 8 te doen.
oefening passive voice mixed 14
Bij deze oefening moet je de verschillende vormen van de passive toepassen. Achter de zin staat welke tijd je moet toepassen. Als er achter de zin present perfect staat of past perfect, dan kun je deze zin overslaan.
oefening passive voice mixed 15
Bij deze oefening moet je de verschillende vormen van de passive toepassen. De laatste zin hoef je niet te doen omdat de tijd die je in deze zin tegenkomt niet binnen de stof past.
oefening passive voice mixed 16
Bij deze oefening moet je de verschillende vormen van de passive toepassen.
oefening passive voice mixed 17
Bij deze oefening moet je verschillende vormen van de passive toepassen.
oefening passive voice mixed 18
Bij deze oefening moet je verschillende vormen van de passive toepassen. Achter elke zin staat welke tijd je moet toepassen. Als er present perfect of past perfect achter staat, hoef je de zin niet te maken.
oefening passive voice mixed 19
Bij deze oefening moet je verschillende delen van zinnen naar de goede plek slepen.
oefening passive voice mixed 20
Bij deze oefening moet je telkens het juiste voltooid deelwoord (past participle) kiezen.
Stencil 3F geeft een totaaloverzicht van de de passive vormen die je in de afgelopen periode hebt gehad.
past passive
Oefening 01 past passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive kunt oefenen.
Oefening 02 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen.
Oefening 03 past passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen.
Oefening 04 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen. Lees eerst het voorbeeld en maak de zinnen daaronder op dezelfde manier.
Oefening 05 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen. Je moet telkens een keuze maken uit een aantal gegeven mogelijkheden.
Oefening 06 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen. Kijk eerst goed naar het voorbeeld. Je maakt zowel bevestigende als vragende en ontkennende zinnen.
Oefening 07 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet invullen.
Oefening 08 past passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen.
Oefening 09 past passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen.
Oefening 10 past passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je de past passive moet toepassen. De vormen was en were zijn al ingevuld. Je hoef alleen maar het voltooid deelwoord (past participle) (=derde hoofdvorm) in te vullen.
Oefening 11 past passive.
Op deze site vind je een drietal oefeningen waarbij je de past passive moet toepassen. Je hoeft alleen maar oefening B te maken. Deze oefening valt binnen de stof die je uitgelegd hebt gekregen.
Op dit stencil vind je uitleg over de vorm en de toepassing van de past passive. Je vindt op dit stencil ook een aantal opdrachten.
Uitleg 2 past passive (filmpje)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorm en het gebruik van de past passive.
Uitleg1 past passive (filmpje)
In dit filmpje worden veel voorbeelden gegeven van de past passive. Let dus vooral op de vormen 'was/were+voltooid deelwoord'.
present passive
Oefening 01 present passive.
Op deze site kun je oefenen hoe je 'active' zinnen kunt omzetten naar 'passive' zinnen.
Oefening 02 present passive
Op deze site staat een oefening waarbij je op basis van enkele woorden een 'passive' (present) zin moet maken.
Oefening 03 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je zinnen moet maken in de 'present passive'. Het kunnen zowel bevestigende en ontkennende zinnen.
Oefening 04 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je 'active' zinnen moet omzetten naar een 'passive' zin.
Oefening 05 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je een 'active' zin moet omzetten naar een 'passive' zin.
Oefening 06 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je een 'active' zin moet omzetten naar een 'passive' zin.
Oefening 07 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je zinnen moet aanvullen. Je moet daarbij de 'present passive' gebruiken.
Oefening 08 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je enkele woorden moet gebruiken in een 'passive' zin in de present tense.
Oefening 09 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je ontbrekende woorden moet invullen. Je moet in deze oefening wel de 'present passive' gebruiken.
Oefening 10 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je 'active' zinnen moet omzetten naar 'passive' zinnen.
Oefening 11 present passive.
Op deze site vind je een oefeningen waarbij je ontbrekende werkwoordsvormen moet invullen. Je moet deze ontbrekende vormen in de 'present passive' zetten.
Oefening 12 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je zinnen moet omzetten naar de 'present passive'. Er is een filmpje bij dat je moet gebruiken om de zinnen te kunnen maken.
Oefening 13 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je zinnen in de 'present passive' moet zetten.
Oefening 14 present passive.
Op deze site vind je een aantal oefeningen waarmee je de 'present passive' oefent.
Oefening 15 present passive
Op deze site vind je een oefening waarbij je een oefening met 'active' zinnen moet omzetten naar de 'passive'. Gebruik daarbij de 'present passive'.
Oefening 16 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je vormen moet invullen van de 'present passive'
Oefening 17 present passive.
Op deze site vind je een oefening waarbij je 'active' zinnen moet omzetten naar 'passive' zinnen.
Oefening 18 present passive.
Bij dee oefening moet je telkens zinnen maken in de present passive. Kijk naar het voorbeeld.
Oefening 19 present passive.
Bij deze oefening moet je de gegeven zinnen omzetten in zinnen met present passive.
Oefening 20 present passive
Bij deze oefening moet je de actief zinnen omzetten naar passief zinnen. Je moet hierbij de present passive gebruiken.
Het bijgevoegde stencil 3B geeft zeer uitgebreide informatie over de vorm en toepassing van de present passive. Voor Nederlandse leerlingen is dit een vrij lastig onderwerp.
gebruik van het lidwoord the
Stencil 4B behandelt het gebruik van het lidwoord 'the' in een aantal situaties. Wanneer wel en wanneer niet.
genitive 's or
filmpje 01 genitive
In dit filmpje wordt het verschil uitgelegd tussen 'genitive' enkelvoud en 'genitive' meervoud.
filmpje 02 genitive
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorm en toepassing van de 'genitive'. In dit filmpje wordt ook uitgelegd wanneer je 'of' gebruik in plaats van de 'genitive'.
genitive oefening 01
Op deze site staan drie oefeningen. Je hoeft alleen maar de eerste oefening te maken. De zinnen die je in deze oefening tegen komt, vallen binnen de stof die je in de klas hebt gehad.
genitive oefening 02
In deze oefening moet je de 'genitive' toepassen.
genitive oefening 03
In deze oefening moet je de 'genitive' toepassen.
genitive oefening 04
In deze oefening moet je de 'genitive' toepassen.
genitive oefening 05
In deze oefening moet je de 'genitive' toepassen.
genitive oefening 06
In deze oefening moet je de 'genitive' toepassen.
genitive oefening 07
In deze twee oefeningen moet je de 'genitive' toepassen. Op deze site staat ook nog nadere uitleg over het gebruik van de 'genitive' .
voorzetsels
Stencil 4C geeft uitleg over het gebruik van een aantal voorzetsels. Het is slechts een kleine selectie van voorzetsels.?
future tense
exercise 01 future tenses
exercise 02 future tenses
In deze online oefening moet je eerst zelf bepalen (in je hoofd) welke werkwoordsvormen je gebruikt om toekomst aan te geven. Daarna kun je controleren of je de juiste vorm hebt gekozen.
exercise 03 future tenses
In deze online oefening moet je de vier mogelijkheden toepassen waarmee je de future tense aangeeft.
exercise 04 future tenses
In deze oefening moet je de vier mogelijkheden toepassen waarmee je toekomst aangeven.
exercise 05 future tenses
In deze on-line oefening moet je de vier mogelijkheden toepassen waarmee je toekomst aangeeft.
exercise 06 future tenses
In deze oefening moet je vormen toepassen waarmee je de future aangeeft. Er is op deze pagina ook een mogelijkheid om nadere uitleg op te vragen.
exercise 07 future tenses
In deze oefening moet je twee delen van zinnen aan elkaar koppelen. In elke zin wordt een vorm gebruikt waarmee je de future aangeeft.
exercise 08 future tenses
In deze oefening moet je de keuze maken tussen "will/shall" of "to be going to" om toekomst aan te geven.
exercise 09 future tenses
In deze oefening moet je telkens de keuze maken tussen "will/shall" en "to be going to".
exercise 10 future tenses
In deze oefening moet je een keuze maken tussen "shall/will" , be going to, of present continuous.
exercise 11 future tenses
In deze on-line oefening moet je de zin volledig maken door de juiste werkwoordsvormen te kiezen.
exercise 12 future tenses
In deze oefening moet je telkens een keuze maken tussen "shall/will"; be going to; of present continuous.
exercise 13 future tenses
In deze oefening moet je twee delen van zinnen aan elkaar koppelen. In elke zin komen vormen voor die de future aangeven.
exercise 14 future tenses
In deze oefening moet je telkens de keuze maken uit een viertal mogelijkheden.
exercise 15 future tenses
In deze oefening moet je telkens de goede vorm invullen. Je hebt de keuze uit drie mogelijkheden. Boven de oefening staat welke drie.
film 01 future tenses
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het gebruiken van verschillende vormen om toekomst aan te geven.
film 02 future tense
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over het verschil tussen "shall/will" en "be going to". De uitleg geeft meer informatie dan de uitleg in de klas. Dit filmpje geeft meer diepgang aan de stof.
Stencil 5B discusses two more ways to express future: present continuous and simple present tense.
question tags
wordorder
filmpje word order 1
In dit filmpje wordt uitgelegd hoe je om moet gaan met een tijdsbepaling en een plaatsbepaling in een zin.
filmpje word order 2
Dit filmpje laat de eerste stappen zien die nodig zijn om een Engelse zin te maken. Het is in het Engels maar het is niet moeilijk.
filmpje word order 3 (deel 1)
In dit filmpje wordt uitleg gegeven over de vorming van zinnen in het Engels. De uitleg is in het Engels maar het is goed te volgen.
filmpje word order 3 (deel 2)
Dit filmpje sluit aan op filmpe word order 3 (deel 1)
filmpje word order 4
In dit fimpje wordt uitleg gegeven over de eerste stappen in het toepassen van de juiste word order in Engelse zinnen.
filmpje word order 5
In dit, wat moeilijke, filmpje wordt uitleg gegeven in welke volgorde je bijvoeglijke naamwoorden moet plaatsen voor een zelfstandige als je meer bijvoeglijke naamwoorden moet gebruiken.
word order 1
Op deze site vind je uitleg over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Daarnaast vind je een oefening.
word order 10
Voor een zelfstandig naamwoord kunnen meerdere bijvoeglijke naamwoorden zijn. Deze site biedt informatie welke regels je moet hanteren om de juiste volgorde van de bijvoeglijke naamwoorden te krijgen. Er is zowel uitleg als een quiz.
word order 2
Op deze vind je uitleg en oefeningen over de woordvolgorde van Engelse zinnen.
word order 3
Op deze site vind je zowel uitleg als oefeningen die gaan over de juiste woordvolgorde in Engelse zinnen.
word order 4
Op deze site vind je zowel uitleg als oefeningen over de juiste woordvolgorde in Engelse zinnen.
word order 5
Deze site biedt een online oefening waarbij je de woordvolgorde in Engelse zinnen oefent.
word order 6
Deze site biedt een online oefening waarin je de woordvolgorde oefent.
word order 7
De opdrachten op deze site kun je niet online beantwoorden. Je moet zelf een papier pakken en de antwoorden opschrijven. Je kunt de antwoorden door de leerkracht laten nakijken.
word order 8
Deze site biedt je uitleg en oefeningen over de toepassing van de juiste woordvolgorde in Engelse zinnen.
word order 9
Op deze site vind je een online oefening over het gebruik van de juiste woordvolgorde in Engelse zinnen.
word order oefening 1
Met deze site oefen je de volgorde van woorden in Engelse zinne.
word order oefening 2
Op deze site vind je een verwijzing naar een negental oefeningen die allemaal gaan over de woordvolgorde in Engelse zinnen.
simiple past versus present perfect
Oefening present perfect tense versus simple past tense
Deze pagina bevat zowel uitleg als een aantal oefeningen en tests waarin je of de present perfect of de simple past moet toepassen. Als je werkwoorden tegenkomt waarvan je de hoofdvormen niet kent, kijk dan in je tekstboek of ga naar Google en zoek 'list irregular verbs'
NEWSROUND
Newsround
BBC NEWS
BBC news
OVERZICHTSSITES
Agendaweb
Englisch-hilfen
Op deze site vind je zowel uitleg als oefeningen met betrekking tot de grammatica die je hier op school krijgt.
English for free
Op deze site vind je aantal oefeningen die betrekking hebben op onderdelen van de Engelse grammatica.
English grammar in use online
Op deze site vind je een groot aantal oefeningen over de Engelse grammatica. Het is een Engelstalige site.
Learn-english-today: exercises
Op deze site vind je een groot aantal oefeningen die je kunt gebruiken om onderdelen van de Engelse grammatica te oefenen.
Learn english today
Op deze site vind je heel veel uitleg en oefeningen die te maken hebben met de Engelse grammatica.
Meest gemaakte grammatica fouten
Grammatica oefening met behulp van filmpjes
Filmpjes e.d. uit films met daarbij worksheets/opdrachten die de grammatica onderdelen toetsen.
Goed ter introductie op een bepaald grammaticaal item of ter consolidatie.
English grammar
Op deze site vind je een aantal onderdelen van de Engelse grammatica bij elkaar.
Gijspalsrok
Op deze site vind je een groot aantal oefeningen die je kunt gebruiken bij grammatica onderdelen die je dit jaar krijgt.
Ego4u.com
Op deze site vind je een groot aantal grammatica onderwerpen. Bij elke onderwerp staan een aantal oefeningen. Er staat ook telkens een beknopte uitleg bij.
English grammar secrets
Op deze site vind je uitleg en oefeningen met betrekking tot de Engelse grammatica.
English exercises
Op deze site vind je allerlei oefeningen met betrekking tot de Engelse grammatica.
Study zone
Op deze site vind je onder andere oefeningen met betrekking tot de Engelse grammatica.
English bites
Op deze site vind je een aantal korte Engelstalige fragmenten waarin verschillen tussen woorden worden uitgelegd. Ook komen grammaticale items aan de orde.
Taaldok
Deze site biedt een groot aantal mogelijkheden om onderdelen van de Engelse grammatica maar ook de spelling te oefenen.
Digischool
Op deze site vind je een aantal oefeningen die te maken hebben met de Engelse grammatica.
BasTrimbos
Op deze site vind je oefeningen die horen bij een aantal onderdelen van de Engelse grammatica.
Meester Gijs
Ammerlaan
Engels gemist
The Tiny TEFL Teacher
Grammar videos
English test store
LISTENING AND WATCHING EXERCISES (UPPER INTERMEDIATE AND ADVANCED)
Assignment 1
Assignment 2
Assignment 3
Assignment 4
Assignment 5
Kies alleen de opdrachten waarvan in de titel staat 'listening' en/of 'video'
Assignment 6
Assignment 7
Klik op het kopje 'advanced'.
Assignment 8
klik op het kopje Level B2
Assignment 9
Assignment 10
Assignment 11
Assignment 12
Assignment 13
Assignment 14
Assignment 15
Assignment 16
Klik op exercise 1,2,3 and 4
Assignment 17
Kies alleen de titels die staan onder het kopje 'difficult'
Assignment 18
Bij deze video's zijn geen opdrachten. Kijken en luisteren dus.
Assignment 19
Als je op deze site bent, scroll je naar section 2 (video based listening)
Assignment 20
Assignment 21
Assignment 22
Kijk- / luisteropdracht 23
Op deze site vind je een luisteropdracht (je kunt ook de tekst meelezen maar omdat het een luisteropdracht is moet je de tekst niet meelezen). Op basis van deze opdracht moet je een aantal MC opdrachten maken die onder de opdracht staan.
Kijk- /luisteropdracht 24
Op deze site vind je tientallen (korte) luisteropdrachten varierend van makkelijk tot moeilijk. Als je op een titel klikt krjg je de tekst te horen. Naar aanleiding van deze luisterteksten moet je een aantal MC vragen maken.
Kijk- /luisteropdracht 25
Op deze site vind je een aantal luisteropdrachten op basis waarvan je opdrachten moet maken.
Kijk-/ luisteropdracht 26
In deze opdracht moet je de woorden aanklikken die je denkt te horen in het verhaaltje. Je moet ze dus niet allemaal aanklikken maar alleen de woorden die je hoort.
Kijk-/ luisteropdracht 27
Op deze site vind je een groot aantal luisteropdrachten. Op deze site vind je ook de Spaanse taal, maar daar hoef je je niets van aan te trekken.
Kijk-/ luisteropdracht 28
Op deze site vind je een groot aantal luisteropdrachten. Op deze site vind je ook de Spaanse taal, maar daar hoef je je niets van aan te trekken.
Kijk- /luisteropdracht 29
Op deze site vind je een groot aantal titels van geluidsfragmenten. Als je op de titels aan de linkerkant drukt krijg je de opdrachten te zien. Als je op audio drukt krijg je het geluidsfragment te horen.
Kijk- / luisteropdracht 30
Op deze site vind je een groot aantal beeld/geluidsfragmenten waarover je vragen moet beantwoorden.
Kijk- / luisteropdracht 31
Op deze site vind je een groot aantal luister- en kijkopdrachten. Je kunt die opnames kiezen die in je interessesfeer liggen.
Kijk- / luisteropdracht 32
Kijk - / luisteropdracht 33
Kijk - / luisteropdracht 34
Kijk- / luisteropdracht 35
Kijk- / luisteropdracht 36
Kijk- / luisteropdracht 37
Kijk- / luisteropdracht 38 (lyricstraining)
Kijk- / luisteropdracht 39 (level 3)
Kijk-/luisteropdracht 40 (how stuff works)
Kijk- /luisteropdracht 41(documentaries)
Kijk- /luisteropdracht 42
Kijk- / luisterdoprdacht 43
Kijk- / luisteropdracht 44
Kijk - en luisteropdracht 45
Luisteropdrachten 46
Luisteropdrachten 47
Luisteropdrachten 48
Luisteropdrachten 49
Luisteropdrachten 50
Luisteropdrachten 51
Luisteropdrachten 52
Luisteropdrachten 53
Luisterdpdrachten 54
Luisteropdrachten 55
Luisteropdrachten 56
Luisteropdrachten 57
Lees - / luisteropdracht 58
Lees - / luisteropdracht 59
LEESVAARDIGHEID (extensief lezen)
Leesvaardigheid short stories
Deze site bevat titels van korte verhalen waarbij MC vragen beantwoord moeten worden.
Leesvaardigheid short stories
Deze site bevat een aantal titels van 'short stories'.
Leesvaardigheid short stories
Deze site bevat een aantal titels van 'short stories'
Leesvaardigheid short stories
Deze site bevat een aantal titels van 'short stories'.
Leesvaardigheid magazine
LEESVAARDIGHEID (intensief lezen)
INTERMEDIATE LEVEL
Oefenteksten 1
Oefenteksten 2
Oefenteksten 3
Oefenteksten 4
Op deze site vind je een groot aantal teksten waarvan je de vragen online kunt beantwoorden.
Oefenteksten 5
Als je deze site voor je hebt, moet je scrollen naar "Intermediate Reading Tests"
Oefenteksten 6
Oefenteksten 7
Op deze site doe je de teksten die staan onder de kopjes 'level B1' en 'level B2'
Oefenteksten 8
Oefenteksten 9
Oefenteksten 10
Als je op deze site bent, moet je scrollen naar 'grade 5+'
UPPER INTERMEDIATE AND ADVANCED LEVEL
Oefenteksten 1
Deze site biedt je een aantal teksten waarvan je de vragen moet beantwoorden. .
Oefenteksten 2
Op deze site vind je een aantal teksten waarover je korte opdrachten moet maken.
Oefenteksten 3
Oefenteksten 4
Als je deze site voor je hebt moet je klikken op 'reading test part 1, part 2, part 3, part 4
Oefenteksten 5
Bij deze site moet je telkens wisselen tussen de tekst en de vragen. Beetje lastig.
Oefenteksten 6
Oefenteksten 7
Oefenteksten 8
Oefenteksten 9
Als je deze site voor je hebt moet je naar beneden scrollen tot je komt bij het onderdeel 'Reading and Comprehension'
LEES- / LUISTER-/ KIJKVAARDIGHEID
uitzendingen newsround
In deze map vind je site waarmee je zelfstandig uitzendingen van Newsround kunt volgen. In de bijlage vind je een tweetal verwerkingsopdrachten.
NIEUWSSITES
CNN
Op deze site vind je artikelen (te lezen, te beluisteren, te bekijken) over het nieuws
BBC
BBC Worldservice
Op deze site kun je allerlei nieuwszaken lezen, beluisteren, bekijken.
BBC Learning
Op deze site vind je allerlei artikelen. Klik de artikelen aan die je interesse hebben en lees ze.
CNN International.
Deze site verbindt met CNN. Je kun, als inlogt, allerlei artikelen lezen of programma's bekijken.
MAKING CARTOONS , COMICS , FILMS AND POSTERS
making cartoons 1
Via onderstaande link kom je terecht op een site waar je informatie krijgt over het maken van een cartoon.
making cartoons 2
Via deze link kom je op een site waar je cartoons kunt maken.
making comics 01
making comics 02
Via onderstaande link kom je terecht op de site van Cambridge English. Je krijgt hier informatie over het maken van korte cartoons.
making comics 03
Download for PC
making comics 04
making comics 05
Maak eerst een account aan.
make your own text
Spellingcity
Op deze site vind je een aantal onderdelen die te maken hebben met spelling.
Engelse taalspelletjes
Op deze site kun je in de vorm van games oefenen met allerlei taalaspecten van de Engelse taal.
amara
making a poster
lyrics training
Lyrics Training: A great site to learn Spanish as well as other languages, through music videos. Lyrics Training lets you learn the lyrics to songs through fill in the blank questions.
WEBQUESTS
webkwesties
Op deze site vind je een aantal titels van webquests. Je kunt in overleg met de docent bepalen welke je doet.
DICTIONARIES / WOORDENBOEKEN.
Woordenboek Engels - Nederlands.
Woordenboek Engels-Nederlands.
Op deze site vind je een woordenboek Engels - Nederlands.
Woordenboek Nederlands - Engels.
Woordenboek Nederlands - Engels
Op deze site vind je een woordenboek Nederlands - Engels.
ABBREVIATIONS / AFKORTINGEN
Abbreviations / Afkortingen
Op deze site vind je een groot aantal, veel voorkomende afkortingen in de Engelse taal. Achter elke afkorting staat het volledige Engels met een Nederlandse vertaling.
STRATEGIES
Luister- en leesstrategieen
Op deze site vind je een aantal tips die je zouden kunnen helpen bij de vaardigheden luisteren en lezen.
ENGLISH PHRASES
English phrases and their meanings
ENGLAND AND THE ENGLISH LANGUAGE
British Council
STERCOLLECTIE 3HV
Stercollectie 3hv
MARY GLASGOW MAGAZINES
Magazines b2 / c1