Deze leerlijn is bedoeld voor leerlingen die de werkwoordspelling moeten onderhouden.
Visie
Veel leerlingen hebben meer oefening nodig dan een methode biedt. Na een goede uitleg van de docent kennen de leerlingen de stof, maar voor echte beheersing (inslijpen) is meer oefening nodig.
Omdat de uitleg van de docent vooraf gaat aan het werken met deze leerlijn, kan hij gebruikt worden door leerlingen die werken met een stroomschema werkwoordspelling en door leerlingen die werken met ik-hij-wij-rijtjes.
Deze leerlijn hoort bij het domein taal à taalverzorging à spelling van werkwoorden.
Inhoud:
Het werkwoord is de persoonsvorm.
-Tegenwoordige tijd
-Verleden tijd
Spelling van andere werkwoorden.
-Voltooid deelwoord
-Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
-Gebiedende wijs
-Ontvoltooid deelwoord
Leeractiviteiten
Het werken met deze leerlijn kan het best individueel gebeuren, na uitleg van de docent.
Rol docent
De docent heeft de betreffende stof aan de leerling uitgelegd. De oefeningen kunnen gebruikt worden door leerlingen die meer oefenstof nodig hebben. In principe kan de leerling dit zelfstandig.
Tijd
De benodigde tijd zal per leerling verschillen. Leerlingen van verschillende niveaugroepen kunnen gedurende alle jaren van het mbo onderdelen van de leerlijn gebruiken.
Toetsing
Er is geen toetsing in deze leerlijn. Er zijn voldoende toetsen aanwezig op scholen, zowel voor onderdelen, als voor de totale werkwoordspelling.
de begrippen
Uitleg van de begrippen.
o.t.t. = onvoltooid tegenwoordige tijd.
ik-vorm = eerste persoon enkelvoud = stam
hij-vorm = derde persoon enkelvoud = stam + t
wij-vorm = hele werkwoord = infinitief = woordenboekvorm
De tweede persoon enkelvoud is: jij en u.
o.v.t. = onvoltooid verleden tijd.
zwakke werkwoorden: krijgen –te(n) of –de(n)
sterke werkwoorden: veranderen van klank
Voltooid deelwoord = het voltooid deelwoord begint vaak met het voorvoegsel ge-, behalve woorden die al beginnen met de voorvoegsels: be-, ver- of ont-.
vb. gelopen, gewerkt, beantwoord, vergeten.
Bij het voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord van de voltooide tijd.
Vb.
Ik heb gelopen.
Hij heeft gewerkt.
Ik had de brief beantwoord.
Wij waren de afspraak vergeten.
v.t.t. = voltooid tegenwoordige tijd
In deze zin staat een voltooid deelwoord en een hulpwerkwoord van de voltooide tijd in de tegenwoordige tijd.
vb.
Ik heb gelopen.
v.v.t. = voltooid verleden tijd
In deze zin staat een voltooid deelwoord en een hulpwerkwoord van de voltooide tijd in de verleden tijd.
vb.
Ik had geholpen.
Gebiedende wijs = een bevel of gebod.
vb.
Maak je huiswerk!
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord = het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandige naamwoord.
vb.
De gelopen route.
De gewerkte uren.
Onvoltooid deelwoord
vb.
Hij ging lopend naar huis.
ww is persoonsvorm
De spelling van het werkwoord als het werkwoord de persoonsvorm is.
Vink aan: VERLEDEN TIJD, VOLTOOID DEELWOORD en GEMENGD.
Klik op oefenen.
Klik op start.
9. bijv. gebr. volt. deelw.
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
Dit is een voltooid deelwoord dat je gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en staat er vaak direct voor.
vb.
Hij heeft geld gekregen. --> gekregen is hier het voltooid deelwoord.
Het gekregen geld. --> gekregen zegt hier iets over het geld en is een bijvoeglijk naamwoord gevormd van een voltooid deelwoord.
Hoe schrijf je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?
Het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord is van een zwak werkwoord:
- Schrijf het zo simpel mogelijk:
De vraag is beantwoord. De beantwoorde vraag. --> maar één d (of t)
De weg wordt verbreed. De verbrede weg. --> in een open lettergreep maar één klinker.
- Alleen dubbele letters als het woord anders fout gelezen wordt.
Het plafond is gewit. Het gewitte plafond.
Het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord is van een sterk werkwoord:
De schrijfwijze is precies hetzelfde als van het voltooid deelwoord.
Kies VD ALS BIJV. NMW / OVT voor oefeningen met zwakke werkwoorden (enkelvoud en meervoud) in de verleden tijd en het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord door elkaar.
De gebiedende wijs gebruik je bij een bevel of gebod.
De zin heeft geen onderwerp en de gebiedende wijs staat altijd voorop. Het werkwoord is de persoonsvorm, dus eigenlijk hoort de gebiedende wijs bij de spelling van het werkwoord als dit werkwoord de persoonsvorm is.
vb.
Ga naar huis!
Blijf eraf!
Zwem naar de overkant.
Maar, let op:
Werkt u verder!
Hoe schrijf je de gebiedende wijs?
Gebruik de ik-vorm van het werkwoord, behalve als er -u- in de zin staat.
Het arrangement Leerlijn werkwoordspelling - kopie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.