Van dag 1 tot het diploma
Inleiding
Inleiding
Je kijkt naar de studiewijzer voor jouw opleiding. In deze studiewijzer staat de weg beschreven naar jouw diploma, waar je allemaal aan moet voldoen en welke middelen daarvoor beschikbaar en noodzakelijk zijn. Je krijgt hierin uitleg over de opbouw van jouw opleiding, de kerntaken en werkprocessen, de BPV (stage), en het portfolio.
In de planning kun je lezen wanneer je bepaalde onderdelen af moet hebben en waar je aan moet voldoen. Tevens kun je lezen hoe opdrachten worden beoordeeld en hoeveel studiepunten je moet en kunt halen.
Tenslotte vind je in de studiewijzer de afspraken rondom examinering. Wanneer mag ik examen doen, waar moet ik eerst aan voldoen en hoe werkt zo’n examen.
Informatie over het beroep
TurningWheels.gif
1 . Het beroep
De inhoud van de opleiding Mediavormgever is gebaseerd op de beroepseisen die beschreven staan in het kwalificatiedossier én op de kwalificatie eisen op het gebied van burgerschap, leren en loopbaan van deelnemers. Wij maken gebruik van het competentiegericht opleiden.
Op dit moment zijn er vier uitstroomrichtingen die je bij het Da Vinci College kunt kiezen:
- Grafische vormgeving (niveau 4)
- Interactieve vormgeving (niveau 4)
- Animatie/audiovisuele vormgeving (niveau 4)
- Art & Design (niveau 4)
1.1. Waar werkt de Mediavormgever
De mediavormgever niveau 4 werkt vaak bij kleinere bedrijven als communicatiebureaus, reclamebureaus, gespecialiseerde ontwerpbureaus/ vormgeefstudio's, webdesignbureaus, multimediabedrijven, uitgeverijen en drukkerijen. Hij kan ook werkzaam zijn bij (middel)grote bedrijven met een aparte afdeling voor vormgeving en/of realisatie van media-uitingen. Tevens kan hij als zelfstandig ondernemer of freelancer werken. Hij kan terechtkomen in beroepen als designer, vormgever, ontwerper met allerlei toevoegingen zoals grafisch, animatie, audiovisueel, interactie, multimedia, crossmedia.
1.2. Wat moet een Mediavormgever kunnen?
Een mediavormgever houdt zich bezig met de vormgeving van allerlei media-uitingen. Dit kunnen zowel grafische, interactieve, animatie- als audiovisuele producten zijn.
De mediavormgever grafisch...
geeft vorm aan media met stilstaande beelden en teksten. Denk bijvoorbeeld aan advertenties, posters, huisstijldrukwerk, folders, brochures, kranten, boeken, foto’s, presentaties en verpakkingen. Daarnaast geef je ook vorm aan producten voor beeldschermen (o.a. websites)
Tot de werkzaamheden behoren:
- Ontwikkelen van het concept;
- Uitwerken van je concept ;
- Presenteren aan de opdrachtgever;
- Uitwerken van je definitieve ontwerp(onder andere de beeldbewerking en de opmaak, fotografie);
- Begeleiden van de productie (bijvoorbeeld het drukwerk).
De mediavormgever animatie/audiovisueel...
werkt met media waarin bewegend beeld en geluid centraal staan. Hij maakt bijvoorbeeld computeranimaties, av-producties, documentaires, reclamespotjes en videopresentaties.
Tot de werkzaamheden behoren:
- Ontwikkelen van het concept;
- Creëren van het ontwerp (storyboard);
- Presenteren aan de opdrachtgever;
- Uitvoeren van de realisatie (onder andere het maken van een animatie of film);
- Bewegende projecties (onder andere het maken van documentaires, reclamespotjes, videopresentaties en dergelijke).
- Het begeleiden van de productie (vooral de beeld- en geluidsopnames en -montage).
De mediavormgever interactief...
ontwerpt interactieve media zoals websites, interactieve cd-roms/dvd’s en games.
Tot de werkzaamheden behoren:
- Ontwikkelen van het concept;
- Creëren van het ontwerp;
- Presenteren aan de opdrachtgever;
- Uitvoeren van de realisatie
De mediavormgever Art & Design...
maakt werk met een eigen stijl, uniek en origineel. Dat kunnen strips zijn of illustraties maar ook beeldend werk of VJ-producties.
Tot de werkzaamheden behoren:
- Ontwikkelen van het concept;
- Creëren van het ontwerp;
- Uitvoeren van de realisatie (bijvoorbeeld het illustreren, schilderen of een video maken);
- Exposeren aan mogelijke klanten/presenteren aan opdrachtgever.
1.3. Welke taken verricht een mediavormgever?
Een mediavormgever heeft verschillende taken. Hij maakt het plan van aanpak; ontwikkelt het concept; creëert het ontwerp; bereidt de realisatie voor; begeleidt uitbestedingen en maakt de uiteindelijke media-uiting. Hierbij is van belang dat hij de opdrachtgever adviseert en aan hem zijn concepten en ontwerpen presenteert. Daarnaast beheert hij de hard- en software en beheert hij de database. Als zelfstandig ondernemer of freelancer stelt hij ook het ondernemingsplan op en voert dit uit, waarbij hij onder andere zijn bedrijf promoot en allerlei financiële zaken regelt.
1.4. Welke eigenschappen heeft een mediavormgever?
Een mediavormgever werkt meestal voor een opdrachtgever. Inspelen op zijn behoeften en wensen en hem adviseren, vereisen van de mediavormgever dat hij klantgericht, communicatief en initiatiefrijk is. Voor het ontwerpen van de media-uiting is creativiteit een onmisbare eigenschap, terwijl het realiseren van de media- uiting vraagt om technische kennis en vaardigheden. Om vervolgens zijn werk te ‘verkopen’ moet de mediavormgever overtuigend kunnen presenteren. Een mediavormgever moet ook kunnen organiseren om de werkzaamheden gedaan te krijgen binnen de eisen aan kwaliteit, tijd en budget. Voor een mediavormgever met een eigen bedrijf zijn bovendien ondernemersvaardigheden van belang.
Beschrijving van de opleiding
De eerste dag

Inloggen, hoe kan ik gebruik maken van de PC of mijn laptop?
Een tijdje gelden heb je een brief ontvangen met daarin de inlog informatie om op je laptop of op een PC in te loggen. Zodra je bent ingelogd op een PC kom je in het inlogscherm van mydavinci. Wanneer je een laptop gebruikt of thuis werkt ga je naar mydavinci.nl.
Op mydavinci vind je alle informatie die je nodig hebt voor je opleiding zoals je roosters, je resultaten en diverse links naar websites. Ook kun je op mydavinci allerlei software vinden die je kunt gebruiken op school en thuis.
Roosters, waar moet ik zijn?
Op mydavinci vind je een link (bij services) naar je rooster. In de brief waar ook je inloggegevens staan staat ook in welke klas je zit. Je klascode bestaat uit 6 cijfers en letters. In het rooster is te lezen wanneer je waar moet zijn, welke les je krijgt en van welke docent. De docenten staan d.m.v. een 3-lettercode aangegeven. Wie welke docent is leer je snel genoeg op school. De roosters wijzigen wel eens en ook die wijzigingen vind je op mydavinci. Het is daarom belangrijk elke vrijdag te kijken zodat je ’s maandags niet te vroeg of te laat op school komt.
Boeken, welke boeken moet ik bij me hebben?
Nadat je je hebt ingeschreven in de opleiding heb je een boekenlijst ontvangen. Daarop staat aangegeven welke boeken je moest bestellen/kopen voor de opleiding. Zonder deze boeken kun je niet starten aan de opleiding. Mocht een boek niet leverbaar zijn moet je dat altijd melden op school. We zullen dan samen kijken naar een oplossing.
Deelnemerskaart, wat doe ik met dat pasje?
Bij de brief met inloggevens zat ook een deelnemerskaart. Met dat pasje moet je inloggen in elke les. Daarnaast kun je een printtegoed op het pasje (en van je pasje op je account) zetten om te kunnen printen, documenten te kopiëren en te scannen.
Het inloggen gebeurt bij het inlogapparaat dat in elk lokaal hangt. Ook bij binnenkomst in een gebouw van het da Vinci college log je met dat zelfde pasje in. Hoe dat inloggen allemaal in zijn werk gaat hoor je tijdens de eerste dag op school. Voor meer informatie over de kaart klik je op deelnemerskaart
De opleiding , basisinformatie
Beroep, kerntaken en werkprocessen, waar leer ik voor?
Toen jij de keuze maakte voor een opleiding deed je dat om verschillende redenen. De afstand naar school, de kwaliteit van de school en opleiding en de vrienden die ook voor dezelfde opleiding kozen. Daarnaast koos je de opleiding ook vanwege het beroep.
Wat houdt dat beroep nu precies in? Waar moet ik voor leren en wat moet ik allemaal leren?
Het beroep waar jij voor hebt gekozen staat uitvoerig beschreven in het kwalificatiedossier van de opleiding. Dat kwalificatiedossier kun je vinden op http://www.kwalificatiesmbo.nl/ .
Om in het beroep te kunnen werken moet je een aantal kerntaken en werkprocessen beheersen, bijvoorbeeld als timmerman moet je spijkers met een hamer in hout kunnen slaan. Dat laatste noemen we een werkproces. Zo moet je ook voor deze opleiding laten zien dat je alle werkprocessen die beschreven staan in het kwalificatiedossier beheerst.
Om die reden zijn alle projecten en de stage (BPV) ook gericht op die werkprocessen.
De werkprocessen zijn verdeeld over een aantal kerntaken. Zo’n kerntaak geeft aan wat de verzameling aan werkprocessen betekent. De timmerman moet bijvoorbeeld als kerntaak het volgende beheersen:
- Houtverwerking en verbindingen. Daar horen dan bijv. de volgende werkprocessen bij:
- Spijkers met een hamer in hout kunnen slaan.
- Hout kunnen zagen
- Hout met hout verbinden door middel van lijm.
Projecten
Om tijdens de opleiding te kunnen werken aan de werkprocessen, ze te oefenen, wordt er gewerkt aan projecten. Dat kunnen echte projecten zijn buiten de deur, in een leerbedrijf, tijdens de stage en/of op school in een simulatievorm (net alsof).
Deze projecten worden naar mate de opleiding vordert steeds moeilijker. Zo moet je ook voor sommige werkprocessen meerdere opdrachten of projecten maken. Voor jouw opleiding is in een matrix (een tabel) aangegeven welke projecten en opdrachten je moet maken voor welk werkproces.
Beoordelen van de werkprocessen
Wanneer je een opdracht uitvoert en daarmee werkt aan één of meerdere werkprocessen wordt ook gekeken hoe je dat doet. Je wordt dus beoordeeld. Hoe doen we dat?
Elk werkproces wordt beschreven en beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Deze criteria vertellen wat je moet doen om een werkproces te beheersen. Meer uitleg over het beoordelen vind je door op de link te klikken.
Laptop op school
Om op school zo flexibel mogelijk te zijn en overal te kunnen werken wordt een laptop dringend geadviseerd. Vrijwel al het esmateriaal wordt digitaal aangeboden en ook komen er steeds meer virtuele lesprogramma’s.
Omdat zoveel materiaal digitaal wordt aangeboden hoef je nog maar weinig boeken aan te schaffen. Die kosten die je daarmee bespaart kun je besteden aan een laptop.
De eisen aan de laptop zijn voor een mediavormgeveropleiding de volgende:
kwaliteit van het beeldscherm
Let op de kwaliteit van het beeldscherm, in verband met de kleurechtheid is het de moeite waard extra te investeren in een beeldscherm met kwalitatief goed, helder en ontspiegeld beeldscherm.
Systeemeisen
Minimale systeemeisen: Windows XP, Windows Vista of Windows 7
Besturingssystemen van Apple kunnen ook worden gebruikt.
Hardware
- processor die minimaal gelijkwaardig is of hoger dan een intelprocessor met een totale snelheid van minimaal 3,6 GHz. (dus alle cores opgeteld moeten gelijk zijn aan of meer dan 3,6 GHz)
- dual of quadcore wordt dringend geadviseerd.
- draadloos netwerk(WIFI) dat voldoet aan de N-standaard
- Minimaal 3, liever 4 GB geheugen
- Minimaal 15,4 inch scherm
- Harddisk van minimaal 250 geheugen.
De gemiddelde laptop die voor onze leerlingen wordt gebruikt kost €700,00
Verzekering
Omdat de laptop dagelijks gebruikt wordt kan de leerling in geval van storing niet lang zonder PC en is een verzekering aan te raden.
Een antivirusprogramma wordt dringend aangeraden.
Ook een programma voor het maken van backups wordt dringend aangeraden.
Software.
Om de opleiding te kunnen volgen moet op de laptop bepaalde software aanwezig zijn:
- Adobe Creative Suite 4 Wenb Premium Master Collection.
- Een versie van Office Suite, office 7, Open Office (gratis) of Staroffice(gratis)
Educatieve prijzen van de pakketten zijn lager als je op school zit. Bij www.slim.nl zijn de aanschafkosten beduidend lager dan bij andere leveranciers.
Om op school je laptop maar ook je boeken en andere waardevolle spullen op te bergen kun je een kluisje huren voor 10 euro per jaar. Hiervoor kan je terecht bij de oranje balie op de begane grond van gebouw Bianco.
Op het terrein van het Da Vinci college is een winkel gevestigd (SES computers) waar leerlingen van het Da Vinci College goedkoop goede (nieuwe en tweedehands) laptops kunnen aanschaffen. Check de site voor meer informatie of mail ze met je vragen.
Roosters
De roosters voor de opleiding Mediavormgever vind je op de site van het Da Vinci College.
De roosters worden regelmatig veranderd. Kijk hier dus regelmatig naar. De klascode voor je opleiding is opgebouwd uit een aantal cijfers en letters. LP13JO41A Voor alle opleidingen en klassen van Art en Design Mediavormgeving zijn de eerste 7 karakters hetzelfde.
hieronder vind je een voorbeeld van een rooster:
In de linker kolom staan de lesuren. Deze duren een half uur. In de overige kolommen is te zien wat voor les je hebt, in welk lokaal (bijvoorbeeld R1.12, de R staat voor het gebouw Rosa. R1 betekent eerste verdieping) en van welke docent (bijvoorbeeld WWE, de heer van Wouwe). Elke docent heeft een drie-lettercode die je terug kunt vinden op It’s Learning.
Studieboeken
Omdat veel materiaal via digitale weg wordt aangeboden hoeven er niet veel boeken besteld te worden. Vooral voor de talen en rekenen blijft het noodzakelijk boeken aan te schaffen. Om precies te weten welke boeken je moet kopen en wat je dit kost kun je terecht op de site van Drukkerij Dekkers.
Hier kun je aangeven welke opleiding volgt. Als je hier je opleiding gevonden hebt, zie je een boekenlijst.
Voor de overige opleidingskosten krijg je een factuur met daarbij een brief welke kosten daaronder vallen.
Indien je voor 7 september 2012 de bestelling/ betaling van boeken geregeld hebt, krijg je een korting van 5% op de kosten van de boeken.
Deelnemerskaart
De deelnemerskaart die je hebt ontvangen is direct gekoppeld aan jou en is dus persoonlijk. Jij bent dus te allen tijde verantwoordelijk voor de kaart. De kaart mag niet uitgeleend worden aan andere personen.
(Bij misbruik van de kaart of uitlenen aan derden kunnen disciplinaire maatregelen als genoemd in het deelnemersstatuut worden getroffen.)
Als je je kaart bent kwijtgeraakt, kun je tegen betaling van € 15,- bij het facilitair meldpunt (telefoonnummer 6574040) een nieuwe kaart aanvragen.
De kaart wordt o.a. gebruikt om:
- Toegang tot lockers;
- Aan- en afwezigheid te registreren t.a.v. gevolgde lessen.
- Digitaal print- en kopieer tegoed te kopen.
- Te identificeren.
1. Toegang tot lockers (kluisjes)
In alle gebouwen van het da Vinci zijn kluisjes te vinden die je kunt huren voor 10 euro per jaar. Hiervoor kan je terecht bij de oranje balie op de begane grond van gebouw Bianco. De kluisjes kun je gebruiken om je laptop en andere waardevolle spullen in op te bergen.
Om de kluisjes te openen heb je de deelnemerskaart nodig.
2. Aan -en afwezigheid registreren
Bij binnenkomst registreer je jezelf aanwezig
De kaart dient ook als identificatiemiddel en voor het registreren van aanwezigheid bij lessen.
De deelnemerskaart wordt door jou gebruikt als middel om je aan- en afwezigheid te melden bij lessen. De lesruimten zijn voorzien van wandloggers.
Aan het begin van elke les log je in met jouw pasje bij de wandlogger.
Bij het verlaten van het gebouw klok je uit.
3. Printen en kopiëren
Binnen het Da Vinci College kan alleen geprint en gekopieerd worden via een
betaalsysteem.
Stap 1. Om gebruik te kunnen maken van het betaalsysteem moet je eerst een bedrag op je deelnemerskaart zetten. Je kunt dit met je bankpas doen via het internet (Ideal), of via de oplaadpalen.
Stap 2. Je kunt daarna met je opgewaardeerde deelnemerskaart een digitaal print- en kopieertegoed kopen. Dat doe je bij de pay-cubes die naast de printers staan.
Als je print of kopieert worden de kosten van je kopieertegoed afgeschreven. Op MyDavinci vind je meer informatie over printen en kopiëren.
4. Identificeren
Een groot aantal gebouwen binnen het Da Vinci College heeft toezicht bij de ingang.
Het toezicht wordt uitgevoerd door beveiligers. De beveiligers kunnen, alvorens toegang te verlenen tot het gebouw, vragen om een deelnemerskaart.
Je bent verplicht je kaart op verzoek van de beveiliger te tonen!
Opleidingsplanners
Bij elk afzonderlijk vak vind je de planner voor dat vak per blok. Hierdoor zie je wat er precies in een schooljaar gebeurt. Het jaar is onderverdeeld in 4 blokken. De opleiding duurt 4 jaar dus 16 blokken.
Ieder blok wordt afgesloten met een reflectieweek Tijdens deze weken heb je gesprekken met jouw trajectbegeleider over hoe het gaat, jouw resultaten en leerpunten. Maar er is ook ruimte voor inhaalwerk, toetsen of presentaties die bij opdrachten horen.Als je op stage bent heb je gesprekken met je stagebegeleider.
Uitstroomrichting
De eerste 2 leerjaren is de opleiding "breed" dat wil zeggen dat je uit alle 4 uitstroomvarianten onderdelen krijgt aangeboden. Aan het einde van het tweede leerjaar bespreek je met je trajectbegeleider welke uitstroomrichting je gaat kiezen.
Je gaat je dan twee jaar specialiseren in je uitstroomrichting:
- Animatie en Audiovisueel
- Art en design
- Grafisch vormgever
- Interactief vormgever
Je gaat in het tweede leerjaar en in het derde leerjaar een half jaar op stage ( BPV) je kunt daar meer over lezen onder het kopje "BPV"
Versneld afstuderen
Hoe doe je dat?
Als je de opleiding mediavormgever versneld af wilt ronden, d.w.z. in minder dan 4 jaar, zijn hier wat ideeën over hoe je het aan kan pakken. De inhoud van de opleiding blijft hetzelfde en natuurlijk ook de eisen en criteria waar aan je moet voldoen. Door onze flexibele en geïndividualiseerde opleidingsstructuur , zijn er wel mogelijkheden om naast het reguliere traject onderdelen door zelfstudie eerder af te ronden.
Belangrijke punten:
- Mediavormgever is een 4 jarige MBO opleiding. Als je de ambitie hebt om het in minder tijd te doen is dat je eigen beslissing. Het initiatief, de inzet en bewijslast zijn jouw eigen verantwoordelijkheid.
- Versneld afstuderen is geen RECHT het docententeam moet ermee akkoord gaan.
- De totale omvang van de BPV(stage) staat in proportie tot de opleidingsduur. Dat betekent dat wanneer de opleiding eerder afgerond wordt, ook evt. het hoeveelheid stagedagen minder kunnen worden.
Wat kan je al in de eerste 2 leerjaren doen?
- Bespreek je ambitie om versneld af te studeren zo vroeg mogelijk met je trajectbegeleider.
- Maak een POP ( Persoonlijke Ontwikkeling Plan ) inclusief een tijdsplanning voor de activiteiten die je uit gaat voeren en bespreek dit met je TJB. Belangrijk is dat je participeert in de les totdat je dat onderdeel af hebt.
- De programma’s onder de knie krijgen door zelfstudie( er is veel materiaal online of koop zelf een tutorial pakket). Je kunt je voortgang bewijzen door toetsen te maken tijdens de inhaal dagen. Wel van te voren met de desbetreffende docent(en) regelen.
- Veel prestaties aannemen. Het is belangrijk dat je voor iedere prestatie een begeleider hebt en dat ze tijdig beoordeeld worden.
- Je kunt aan je competenties werken door met alles mee te doen. ( workshops, excursies, grote prestaties enz)
- Maak de opdrachten voor LLB versneld af.
- Verdien bewijs voor je competenties/werkprocessen door proactief bezig/aanwezig te zijn.
- Vraag aan docenten extra opdrachten en maak deze via zelfstudie af. Je wordt nog in alle lessen verwacht en moet nog participeren in groepsopdrachten totdat het vak klaar is.
- Overleg met je differentiatie docenten welke opdrachten er versneld gemaakt kunnen worden.
- Auteursrechten en hard en software worden aangeboden in de derde fase Het is handig als je die al in de 2de fase af kan ronden mits je rooster het toelaat.
Wat kan je in het derde leerjaar doen?
Als aan alle onderdelen van leerjaar 1,2, en 3 voldaan zijn en je trajectbegeleider een akkoord geeft, kan je meedoen aan de GO/NOGO presentaties van het 4de jaar, en daardoor versneld met je afstudeer traject starten.
Algemene vakken
Nederlands

Het vak Nederlands bestaat uit 5 taalvaardigheden:
- Lezen
- Schrijven
- Luisteren
- Gesprekken voeren
- Spreken
Tijdens je opleiding ga je met deze vaardigheden oefenen en in het derde of vierde jaar van je opleiding doe je in elke vaardigheid examen op niveau 3F.
Materialen
We werken met de methode van uitgeverij Deviant, die bestaat uit een handboek, een werkboek en een website. Aanvullend krijg je opdrachten van je taaldocent, die je kunt vinden op It’s Learning. De materialen die je aan moet schaffen, zijn:
- VIA Handboek
- VIA Werkboek 3F Mbo-breed (dit boek wordt herzien en kan dus nog niet besteld worden)
- Licentie VIA Starttaal op www.studiemeter.nl
- Een schrift
In een van de eerste weken op school maak je een digitale test op www.studiemeter.nl. Deze test heet TNT (Taal Niveau Test) en meet je leesvaardigheid, je woordenschat en je inzicht in stijl, spelling en structuur (grammatica). Naar aanleiding van deze test bekijken we op welk niveau je in VIA Starttaal gaat werken.
Later in het jaar doe je het onderdeel luisteren van de TNT.
Voor deze testen geldt dat je ze serieus moet maken omdat wij naar aanleiding van deze testen bepalen wat jij moet gaan doen voor Nederlands!
Taalportfolio
Tijdens je lessen Nederlands maak je opdrachten. Deze opdrachten staan in je werkboek en op It’s Learning. Op It’s Learning komen de opdrachten, die je verzamelt voor je taalportfolio. Dit zijn bewijsstukken van jouw taalniveau op het gebied van lezen, schrijven, luisteren, spreken en gesprekken voeren. Deze opdrachten worden beoordeeld door de docent, je verbetert ze als dat nodig is, de docent geeft voor een tweede keer feedback, waarna je de opdracht opslaat in een digitaal portfolio.
Leerjaar 1
In leerjaar 1 verzamel je uit de opdrachten tenminste tien uitgebreide bewijsstukken voor je taalportfolio. Op It’s Learning komt te staan welke opdrachten verplicht zijn. De opdrachten worden verdeeld over de vijf taalvaardigheden. Een belangrijk onderdeel is het sollicitatiedossier, dat bestaat uit een sollicitatiebrief, een cv, een gesprek en verschillende leesteksten.
- Studiemeter, VIA Starttaal
Je werkt op je eigen niveau, maar aan het eind van het schooljaar moet je niveau 2F behaald hebben. Dit bewijs je door voor de eindtoets 2F voldoende te halen. Je kunt de eindtoets 3F al doen, dat geeft je de mogelijkheid om de opleiding te versnellen.
Leerjaar 2
Dit leerjaar ga je een half jaar op stage, er is dus minder tijd beschikbaar dan in leerjaar 1.
Je verzamelt uit de opdrachten tenminste vijf uitgebreide bewijsstukken voor je taalportfolio. Op It’s Learning komt te staan welke opdrachten verplicht zijn. De opdrachten worden verdeeld over de vijf taalvaardigheden.
- Studiemeter, VIA Starttaal
Je werkt op niveau 3F, en sluit het programma af met de eindtoets 3F, waarvoor je een voldoende moet halen. Dit is voorwaarde om mee te kunnen doen aan de examentraining voor lezen en schrijven in leerjaar 3.
Leerjaar 3
Ook dit leerjaar ga je een half jaar op stage, er is dus minder tijd beschikbaar dan in leerjaar 1.
Je bereidt je voor op drie examens die dit jaar afgenomen worden: schrijven, spreken en gesprekken voeren. Om te kunnen deelnemen aan de examens stel je uit de oefeningen in de les een schrijfdossier, een spreekdossier en een gespreksdossier samen. Deze onderdelen moeten als voldoende beoordeeld zijn.
- Studiemeter, VIA Starttaal en Examencoach
In de lessen maken we ook gebruik van de mogelijkheden die Studiemeter biedt.
Leerjaar 4
De onderdelen lezen en luisteren worden afgenomen als centraal examen.
Je bereidt je voor door uit de oefeningen in de lessen een lees- en luisterdossier samen te stellen, dat als voldoende beoordeeld moet zijn.
- Studiemeter, VIA Starttaal en Examencoach
In de lessen maken we ook gebruik van de mogelijkheden die Studiemeter biedt.
Extra ondersteuning
Als uit de TNT en de opdrachten blijkt, dat Nederlands erg moeilijk voor je is, zijn er de volgende mogelijkheden:
In kleine groepjes krijg je extra hulp. Deelname aan de workshops is vrijwillig, maar kan verplicht worden gesteld als dat nodig is in verband met je niveau.
Vaak individueel krijg je hulp als je een specifiek probleem hebt, zoals bijvoorbeeld dyslexie.
Versnellen
Als uit de TNT en jouw opdrachten blijkt dat je niveau hoog is, kun je de opleiding misschien versnellen. Je krijgt echter geen vrijstelling voor het vak. Versnellen gaat het makkelijkst met het programma op studiemeter, dat kun je helemaal op je eigen niveau en tempo doen. Als de producten in jouw taalportfolio een goed niveau hebben, zou je examen kunnen doen tegelijk met de hogerejaars leerlingen. Versnellen doe je altijd in overleg met je trajectbegeleider.
It’s Learning Nederlands
Op It’s Learning vind je de inlevermappen voor jouw klas, waar de opdrachten in staan. Daarnaast vind je er nog veel handige hulpmiddelen zoals schema’s bij de onderdelen op studiemeter, een jaarplanning voor het vak Nederlands, PowerPoints met de lessen en informatie over examenvoorbereiding.
Organisatie les
Per week heb je twee uur Nederlands, soms aaneengesloten, soms apart. In leerjaar 1 en 2 besteden we één uur aan het programma op studiemeter en één uur aan praktische opdrachten voor het taalportfolio. De verdeling en de onderdelen die behandeld worden vind je in de planning. Ook Studiemeter wordt begeleid met uitleg, dus als je daar plezier van wilt hebben, volg je de planning. De ervaring leert dat je een belangrijk deel van het werk in de les kunt doen, mits je doorwerkt. Toch zal er vaak een stukje huiswerk overblijven. Neem de gewoonte aan om de planning te blijven volgen, zodat je niet aan het eind van het jaar voor verrassingen komt te staan.
Rekenen
Voor elke opleiding is het belangrijk dat je goed kunt rekenen. Daarom moet je een bepaald rekenniveau behalen.
Voor opleidingen op MBO niveau 4 is dat op rekenniveau 3F.
Je werkt met Startrekenen van Deviant. Hierbij maak je gebruik van de boeken Startrekenen 2F of 3F en de digitale versie van Startrekenen.
De eerste les wordt een Reken Niveau Toets (RNT 2.0) afgenomen om te kijken welk startniveau je hebt. Daarna maak je een instaptoets voor de volgende vier onderdelen:
- Getallen
- Verhoudingen
- Meten en meetkunde
- Verbanden
Deze instaptoetsen bepalen welk boek je gaat aanschaffen om in te werken en welke onderdelen je digitaal nog moet doornemen om dat niveau af te sluiten met een niveau eindtoets. Daarnaast worden er ook schriftelijke opgaven gemaakt uit de boeken Startrekenen 2F of 3F. Als je op alle vier de onderdelen het juiste niveau hebt mag je de examentoest maken op het eindniveau 3F.
Mocht je problemen hebben met rekenen, dan wordt je dringend geadviseerd om extra lessen te volgen. Soms wordt het verplicht gesteld als je een VMBO KB opleiding hebt afgerond.
Deze examentoets is een landelijk examen d.w.z. dat je op alle ROC’s aan dezelfde voorwaarden moet voldoen.
- Getallen: 3F
- Verhoudingen: 3F
- Meten en meetkunde: 3F
- Verbanden: 3F
Blok/variant
|
1
|
2
|
3
|
4
|
1e leerjaar
2 klokuren per week
|
RNT toets
Instaptoets
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 1 t/m 10
|
RNT toets
Instaptoets
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 1 t/m 10
|
RNT toets
Instaptoets
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 1 t/m 10
|
RNT toets
Instaptoets
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 1 t/m 10
|
|
7
|
8
|
9
|
10
|
|
2e leerjaar |
2e leerjaar |
3e leerjaar |
3e leerjaar
|
|
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 10 t/m 20
|
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 10 t/m 20
|
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 10 t/m 20
|
Startrekenen 2FA/3FA:
Opdrachten hst 10 t/m 20
|
|
|
|
|
|
Go/No-go, voorwaarden voor examinering
Onderdeel
|
Voorwaarde(n)
|
Wanneer
|
Waar/
hoe
|
Rekenen
Getallen 3F
|
Eindtoetsen Startrekenen Getallen 3F minimaal een 5.5
|
Twee momenten per blok
|
Deviant computer toetsen
|
Rekenen
Verhoudingen 3F
|
Eindtoetsen Startrekenen Verhoudingen 3F minimaal 5,5
|
Twee momenten per blok
|
Deviant computer toetsen
|
Rekenen
Meten 3F
|
Eindtoetsen Startrekenen Meten en meetkunde 3F minimaal een 5.5
|
Twee momenten per blok
|
Deviant computer toetsen
|
Rekenen
Verbanden 3F
|
Eindtoetsen Startrekenen Verbanden 3F minimaal een 5.5.
|
Twee momenten per blok
|
Deviant computer toetsen
|
Engels
Omdat Engels een heel belangrijke taal is heeft Da Vinci gekozen voor een speciale ruimte voor Engels. Dit noemen we het talencentrum. De docenten Engels zullen je alles uitleggen over afspraken die daar gelden en over de studiepunten die daar gehanteerd worden.
Voordat je aan het programma Engels kunt beginnen moet je eerst een niveautoets doen (de LLA = Language Level Assessment). Deze toets geeft het startniveau aan van je programma. Je volgt hierna een programma op je eigen niveau. Het niveauprogramma is opgebouwd uit lessen en toetsen. Voor het werk dat je tijdens de lessen doet, het inleveren van het werk en de toetsen kun je studiepunten behalen.
Het aantal studiepunten wordt per lesperiode (=10 weken) omgerekend naar een periodecijfer. Aan het eind van het cursusjaar moet het gemiddelde cijfer van de lesperiodes voldoende zijn om je niveauprogramma af te ronden zodat je door kunt gaan naar het volgende niveau of kunt deelnemen aan de eindtoetsen.
De eindtoetsen worden afgenomen in de volgende vaardigheden: leesvaardigheid, spreekvaardigheid, gespreksvaardigheid, schrijfvaardigheid, luistervaardigheid. Het niveau dat je per vaardigheid moet behalen is afhankelijk van de opleiding die je hebt gekozen.Tijdens de introductieperiode krijg je in het Talencentrum verdere uitleg over de niveaus, de programma’s, de studieplanning en de studiepunten.
Het niveau wat je nodig hebt voor Engels is voor jouw opleiding het volgende:
• Luisteren: B1
• Lezen: B1
• Gesprekken voeren: B1
• Spreken: A2
• Schrijven: A2
Planning per blok, de toetsweken zijn indicatief en kunnen afwijken.
Blok/variant
|
1
|
2
|
3
|
4
|
|
|
|
|
|
1e jaar
2 klokuren per week
|
Week 45: TOETS 1
A1
A2
B1
|
Week 5: TOETS 2
A1
A2
B1
|
Week 16: TOETS 3
A1
A2
B1
|
Week 22: TOETS 4
A1
A2
Week 23, 24, 25
B1: EXAMEN
|
|
7
|
8
|
9
|
10
|
|
2e leerjaar
|
2e leerjaar |
3e leerjaar
|
3e leerjaar
|
|
Week 16 : TOETS 1
A2
B1
|
Week 22: TOETS 2
A2
B1
|
Week 45: TOETS 3
A2
B1
|
Week 5: TOETS 4
A2
A2: EXAMEN
B1: EXAMEN
|
Go/No-go, voorwaarden voor examinering
Onderdeel
|
Voorwaarde(n)
|
Wanneer
|
Waar/
hoe
|
Engels Luisteren B1
|
Het eindgemiddelde voor het formatieve programma Engels B1 moet voldoende zijn om aan de examens te kunnen deelnemen. De go/no-go wordt dus niet per vaardigheid bepaald.
|
Juni 2014 of 2015 afhankelijk van het niveau.
|
ROC schriftelijk toetsen
|
Engels
Lezen B1
|
Juni 2014 of 2015 afhankelijk van het niveau.
|
ROC schriftelijk toetsen
|
Engels Gesprekken voeren B1
|
Juni 2014 of 2015 afhankelijk van het niveau.
|
ROC mondeling toetsen
|
Engels
Spreken A2
|
Juni 2014 of 2015 afhankelijk van het niveau.
|
ROC mondeling toetsen
|
Engels Schrijven A2
|
Juni 2014 of 2015 afhankelijk van het niveau.
|
ROC schriftelijk toetsen
|
Trajectbegeleiding
Begeleiding op school
Vanaf de 2e week word jij gekoppeld aan een persoonlijke begeleider, jouw trajectbegeleider (TJB). De TJB begeleidt jou tijdens de hele opleiding (het formatieve deel) tot aan en tijdens het examen (het summatieve deel).
De TJB is jouw eerste aanspreekpunt en zal zeer regelmatig, maar minstens 4 keer per jaar samen met jou je ontwikkeling doornemen. Hij of zij zal jou begeleiden en coachen bij het vullen van jouw portfolio, zodat jij aan het eind van het formatieve gedeelte kunt aantonen dat je de werkprocessen en competenties beheerst. Hij of zij zal je helpen te reflecteren en evalueren en helpt je dus om te kijken naar je eigen leerproces. Mocht er nog meer hulp nodig zijn die wij jou niet kunnen bieden zorgt de TJB voor de contacten met onze zorgcoördinator.
Daarnaast is de TJB ook het aanspreekpunt voor je ouders.
Als klas heb je een vast trajectmoment in het rooster en er kunnen ook gedurende de week individuele gesprekken plaatsvinden. Jouw TJB vertelt je precies hoe en wanneer.
Beroepsgerichte vakken eerste leerjaar
Projecten
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
Projecten |
Projecten |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
Ontwikkelen van algemene vaardigheden |
Fase 1 |
integraal |
|
|
> conceptmatig denken; |
aangaande ontwerpmethodiek en |
Totaal |
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
vormgevingstechnieken/-theorie |
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
& |
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
opdrachten / oefeningen |
|
|
|
|
|
met formatieve beoordeling |
|
|
|
|
Nadruk (reflectie) op 2 wp'en per project |
|
|
|
|
|
|
|
|
verplicht |
|
|
|
|
|
Reclamecampagne |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(grafisch) |
|
|
1.2 Maak Plan van Aanpak |
(hele taak) |
|
|
|
|
1.4 Maakt ontwerp |
|
|
Kerstkaart A&D |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op 2 wp: |
idem |
|
(grafisch) |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
|
|
|
|
|
|
Kalender |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(diff. naar keuze) |
|
|
|
(hele taak) |
|
|
|
|
1 naar keuze leerling |
|
|
Logo's |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
advocaten + kapper |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
(grafisch) |
|
|
|
|
|
keuze (aangeboden) |
|
|
|
|
Geanimeerde banner |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(interact./anim.) |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
|
|
|
|
|
|
Modeboek |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(algemeen) |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
|
|
|
|
|
|
Etaleren |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(algemeen) |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
|
|
|
|
|
|
Vrij werk |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(algemeen/ |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
diff. naar keuze) |
|
|
|
|
|
Wenskaarten |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(algemeen/ |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
diff. naar keuze) |
|
|
|
|
|
keuze/verplicht (extern) > individueel/groep/klas, aangeboden/zelf gevonden |
|
|
Divers |
It's Learning |
kerntaak 1 en 2 |
nadruk op wp: |
idem |
|
(algemeen/ |
|
|
naar keuze leerling |
(hele taak) |
|
diff. naar keuze) |
|
|
|
|
|
voorbeelden: |
|
|
|
|
|
> stichting |
|
|
|
|
|
ambulancewens |
|
|
|
|
|
> 'ontwerpen voor |
|
|
|
|
|
geld' (website) |
|
|
|
|
Vormgeving
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
Vormgeving |
Opdrachten |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
Ontwikkelen van algemene vaardigheden |
Fase 1 |
(beoordeeld) |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
aangaande ontwerpmethodiek en |
Totaal |
|
|
1.5 Presenteert de mediauiting |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
vormgevingstechnieken/-theorie |
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> theoretische kennis betreffende kleurenleer, opmaak, en druktechnieken; |
& |
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> het ontwerpproces |
opdrachten / oefeningen |
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
met formatieve toetsing (gemiddelde score) |
Opdrachten |
Opdracht 0 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Filmposter |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
(hele taak) |
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 1 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Persoonlijk Symbool |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 2 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Letters als vormen |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 3 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
logoverandering |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 4 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Kerstkaart Art & Design |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
(hele taak) |
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 5 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Beeld en betekenis |
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 6 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Snoepje |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
(hele taak) |
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Blok vormleer |
|
|
|
|
|
Opdracht 7 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Vormstudie 1 |
|
|
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
Vorm en betekenis: |
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
Amorphe vormen en hun emotie |
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 8 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
Patronen |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
Amorphe vormen en hun emotie |
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Blok kleurenleer |
|
|
|
|
|
Opdracht 9 |
It's Learning |
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
idem |
|
stalenkaarten |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Formatieve opdracht |
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> theoretische kennis betreffende kleurenleer, opmaak, en druktechnieken; |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 10 |
It's Learning |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
idem |
|
onderzoeksverslag kleurruimten |
|
|
> theoretische kennis betreffende kleurenleer, opmaak, en druktechnieken; |
Formatieve opdracht |
|
Blok typografie |
|
|
|
|
Photoshop
Vak
|
Inhoud
|
Waar te vinden
|
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen
|
Extra informatie
|
Plaats in het curriculum
|
Rapportage /beoordeling
|
DTP
|
Photoshop 1
(5 lessen)
|
It’s Learning:
Opdrachten +
toets
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever)
1.3 Maakt een concept
1.4 Maakt het ontwerp
2.1 Bereidt de realisatie voor
2.3 Realiseert de media-uiting
|
Ontwikkelen van vaardigheden in het werken met van toepassing zijnde softwareprogramma’s met name
vormgevings-/opmaaksoftware
|
Deeltaakoefening –
Ontwikkelen van routinematige vaardigheden +
formatieve toets
|
Formatieve beoordeling (praktijktoets)
|
|
|
Inhoud:
interface van PS; pixels; pixelvormen; pixelgereedschappen; selecties maken; linealen, hulplijnen en raster; maatvoering; alias/anti-alias; transparantie; vrijstaand maken; (beeldscherm)resolutie; tekst; (pixel)maskers.
|
Leerdoelen:
- Introductie op gebruik van Photoshop voor beeldbewerking/manipulatie
- Nauwkeurig leren werken
|
|
|
|
|
Vak
|
Inhoud
|
Waar te vinden
|
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen
|
Extra informatie
|
Plaats in het curriculum
|
Rapportage /beoordeling
|
DTP
|
Photoshop 2
(5 lessen)
|
It’s Learning:
Opdrachten +
toets
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever)
1.3 Maakt een concept
1.4 Maakt het ontwerp
2.1 Bereidt de realisatie voor
2.3 Realiseert de media-uiting
|
Ontwikkelen van vaardigheden in het werken met van toepassing zijnde softwareprogramma’s met name
vormgevings-/opmaaksoftware
|
Deeltaakoefening –
Ontwikkelen van routinematige vaardigheden +
formatieve toets
|
Formatieve beoordeling (praktijktoets)
|
|
|
Inhoud:
Bestandsformaten; alias/anti-alias; drukwerkresolutie; vrijstaand maken m.b.v. selecties; tekst en tekstopmaak in PS; (pixel)maskers.
|
Leerdoelen:
- Basis beeldbewerking met Photoshop, tekstopmaak, effecten
|
|
|
|
|
|
Vak
|
Inhoud
|
Waar te vinden
|
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen
|
Extra informatie
|
Plaats in het curriculum
|
Rapportage /beoordeling
|
DTP
|
Photoshop 3
(5 lessen)
|
It’s Learning:
Opdrachten +
toets
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever)
1.3 Maakt een concept
1.4 Maakt het ontwerp
2.1 Bereidt de realisatie voor
2.3 Realiseert de media-uiting
|
Ontwikkelen van vaardigheden in het werken met van toepassing zijnde softwareprogramma’s met name
vormgevings-/opmaaksoftware
|
Deeltaakoefening –
Ontwikkelen van routinematige vaardigheden +
formatieve toets
|
Formatieve beoordeling (praktijktoets)
|
|
|
Inhoud:
- integratie met InDesign;
- pixelmaskers, vectormaskers, quick mask, selecties opslaan in kanaal, paden maken,
- paden opslaan, paden toepassen als vectormasker;
- blending modes (lagen) selecties toepassen met aanpassingslagen;
- resolutie,crop, canvas size, image size, printmaat, resample;
- Kleuraanpassingen (duotoon, grijswaarden, kleurruimtes, bitmap,
- kleurdiepte/bitdiepte, gamut).
|
Leerdoelen:
- Beeldbewerking met Photoshop, DTP-vaardigheden toepassen
|
|
Vak
|
Inhoud
|
Waar te vinden
|
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen
|
Extra informatie
|
Plaats in het curriculum
|
Rapportage /beoordeling
|
DTP
|
Photoshop 4
(5 lessen)
|
It’s Learning:
Opdrachten +
toets
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever)
1.3 Maakt een concept
1.4 Maakt het ontwerp
2.1 Bereidt de realisatie voor
2.3 Realiseert de media-uiting
|
Ontwikkelen van vaardigheden in het werken met van toepassing zijnde softwareprogramma’s met name
vormgevings-/opmaaksoftware
|
Deeltaakoefening –
Ontwikkelen van routinematige vaardigheden +
formatieve toets
|
Formatieve beoordeling (praktijktoets)
|
|
|
Inhoud:
Toepassen maskers en kanalen; filters; laagstijlen; smart objects. Resolutie, printmaat, pixelafmeting, canvas size, image size, crop, resample.
|
Leerdoelen:
- Beeldbewerking met Photoshop, DTP-vaardigheden toepassen
|
Illustrator
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
DTP |
Illustrator 1 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
Illustrator 2 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
Illustrator 3 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& eindopdracht |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve eindopdracht |
Indesign
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
DTP |
InDesign 1 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
InDesign 2 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
InDesign 3 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& eindopdracht |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve eindopdracht |
Flash
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
DTP |
Flash 1 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
Flash 2 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
Dreamweaver
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
DTP |
DW 1 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
DTP |
DW 1 |
It's Learning: |
1.4 Maakt het ontwerp |
Ontwikkelen van vaardigheden in het |
Deeltaakoefening - |
|
|
Opdrachten |
2.1 Bereidt de realisatie voor |
werken met van toepassing zijnde |
Ontwikkelen van |
|
|
& toets |
2.3 Realiseert de mediauiting |
softwareprogramma's met name |
routinematige vaardigheden |
|
|
|
(1.1 Adviseert de opdrachtgever) |
vormgevings-/opmaaksoftware |
& |
|
|
|
|
|
formatieve toets |
Audiovisueel en Fotografie
In het eerste leerjaar werk je 20 weken aan AV.
Hieronder zie je een voobeeld van welke lessen je kunt verwachten. De opdrachten worden door de vakdocenten beoordeeld en afgetekend.
Er worden een aantal opdrachten gegeven met daarin een duidelijke opbouw in de basistechnieken die een Avér moet beheersen. Voor de wat gevorderde filmers is het mogelijk om gedifferentieerde lessen te volgen of bestaande opdrachten uit te breiden.
Elke les zal bestaan uit een klein stukje theorie met oa. filmpjes en voorbeelden. Daarna ga je zelf aan de slag met een opdracht om de theorie in praktijk uit te voeren. De les erop behandelen wij de gemaakte opdrachten en gaan dan door naar het volgende onderdeel.
Wij behandelen in de Av lessen de volgende onderdelen :
- Planning
- Storyboard
- Synopsis (korte beschrijving van wat je gaat filmen)
- Rode draad
- Camera techniek (Hardware)
- Montage techniek (Software)
- Belichting
- Productieleiding
- Samenwerking
Deze thema's en aspecten komen in verschillende lessen naar voren. De docenten zullen vooraf aangeven op welke werkprocessen jij getoetst wordt. Ook ga je sommige producties aan de klas presenteren (WP 1.5).
Hieronder zie je een voorbeeld welke lessen je kunt verwachten. De opdrachten worden door de vakdocenten beoordeeld en per opdracht en leerjaar afgetekend.
MEDIAVORMGEVING - AV - FASE 1 |
|
|
Vak |
Inhoud |
Waar te vinden |
Koppeling aan kerntaken en werkprocessen |
Extra informatie |
Plaats in het curriculum |
AV (Video) |
Opdrachten |
|
1.1. Beoordeelt de opdracht |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
Ontwikkelen van algemene vaardigheden |
Fase 1 |
> 1 Van huis naar school |
|
1.3 Maakt een concept |
> Verantwoord eigen keuzes |
|
|
> 2 Filmtrailer |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
Aandacht voor : introductie met AV en |
|
|
|
1.5 Presenteert de mediauiting |
> video- presentatietechnieken (gebruik van presentatiemiddelen, onderbouwing en verantwoording van gemaakte keuzes); |
productieprocess |
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> theoretische kennis betreffende cameratechniek, shots, compositie, kleur. |
|
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> Storyboard, Beeldverhaal en Concept |
|
|
|
|
|
Les 1 : |
Kennismaking, namen doornemen, voorstellen van leerlingen en docent. |
|
|
|
Ik vraag de leerlingen waar ze wonen, wat hun hobby';s zijn en of ze al iets met Video hebben gedaan of doen. |
|
|
Ook vraag ik wat ze later willen worden en wat ze van de opleiding verwachten. |
|
|
|
|
|
|
|
Les 2 : |
Ze mogen filmpjes meenemen (youtube of op stick) die ze leuk vinden. Deze filmpjes bekijken wij en ik leg ze uit hoe zo'n filmpje gemaakt is en bespreek het doen van |
|
de filmpjes. Ook wil ik bereiken dat video begint 'te leven'in de klas. En natuurlijk probeer ik te introduceren dat mensen iets durven te laten zien en te bespreken. |
|
Werkprocessen toets ik niet in deze lessen, maar behandel al wel een beetje persoonlijke vaardigheden |
|
|
|
|
|
|
|
Opdrachten / lessen |
Opdracht 1 Les 1 |
|
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: Doel, klant, eigen kwaliteiten |
|
|
Concept / Synopsis |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> verantwoording keuzes |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 1 Les 2 |
|
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: Realisatie, Planning en Productie |
|
|
Storyboard |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 1 Les 3 |
|
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
|
|
Planning / Teamplan |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
1.2 Maakt plan van aanpak |
> plannen en teamplan maken |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 1 Les 4 en 5 |
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
|
|
Uitvoering |
|
|
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
|
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 1 Les 6 |
|
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
Beoordeling op alle boven genoemde werkprocessen en volgens CTI |
|
Opleveren eindproduct / Presentatie |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
|
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 2 Les 1 / 2 |
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
|
|
Techniek / Premiere |
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> vormgevingstechnieken (gebruik van kleur, vorm, compositie en typografie); |
|
|
|
|
1.1 Beoordellt de opdracht en bespreekt deze met opdrachtgever |
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
|
> verantwoording keuzes |
|
|
Opdracht 2 Les 3 / 4 |
|
1.3 Maakt een concept |
Ontwikkelen van vaardigheden aangaande: |
Beoordeling op alle genoemde werkprocessen en volgens CTI |
|
- |
|
1.4 Maakt het ontwerp |
> conceptmatig denken; |
|
|
|
|
2.1 Bereidt de realisatie voor |
> techniek (gebruik van perspectief, kader, kleur, compositie en) |
|
|
|
|
2.3 Realiseert de mediauiting |
> het ontwerpproces |
|
|
|
|
1.2 Maakt plan van aanpak |
> verantwoording keuzes |
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht : Van huis naar School
|
|
|
|
|
Doel : Kennismaken met AV en in het kort even alle stappen van het produceren van een filmpje doorlopen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Les 1 : Uitleg wat een concept (synopsis) precies is en waar een concept handig voor is. |
|
|
Les 2 : Nu er een idee ( Concept) bedacht is, gaan wij dat idee omzetten in een Grafische voorstelling ( Storyboard ) |
|
|
Les 3 : Voordat je kan beginnen met de realisatie van het eindproduct zal er een team samengesteld moeten worden ( in de AV werk je vaak in teamverband) |
|
Les 4 : Nu het idee vast staat, je storyboard in orde is en je een planning hebt gemaakt gaan wij beginnen met de realisatie van je concept. |
|
Les 5 : Vervolg op realisatie en natuurlijk ook een stukje post-productie behandelen. Ze moeten het materiaal wat ze filmen ook bewerken in diverse AV Programma's |
|
Les 6 : Het opleveren en presenteren van jou eindproduct (opleveren aan de klant) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht : Filmtrailer
|
|
|
|
|
|
Doel : De techniek wat meer aandacht geven, en het productieprocess verhogen/versnellen ( terugkijkend naar opdracht 1) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Les 1 : Materiaal monteren in Premiere, dit materiaal krijgen ze van mij. Op deze manier behandelen wij alleen de eindstappen van het productieprocess. |
|
Les 2 : Materiaal monteren in Premiere, dit materiaal krijgen ze van mij. Op deze manier behandelen wij alleen de eindstappen van het productieprocess. |
|
Les 3 : Nu ze de techniek een klein beetje beheersen, maken wij nog een filmpje met dezelfde stappen, maar dan een stuk sneller |
|
Les 4 : Nu ze de techniek een klein beetje beheersen, maken wij nog een filmpje met dezelfde stappen, maar dan een stuk sneller |
Je krijgt dus een beoordeling op het hele ontwerpproces (van een plan van aanpak tot het opleveren van het eindproduct), maar wij zullen ook een aantal punten uit het totale ontwerpprocess eruit halen en die behandelen. Dat zijn dan de werkprocessnummers die achter de opdracht staan.
Alle werkprocessen komen dus in elke opdracht aan bod, maar de beoordeling zal voornamelijk gericht zijn op de genoemde werkprocessen.
De werkprocessen:
1.1 Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de klant.
1.2 Maakt Plan van aanpak
1.3 Maakt concept
1.4 Maakt ontwerp
1.5 Presenteerd concept/ontwerp
2.1 Bereidt realisatie voor
2.2 Begeleidt uitbesteding aan 'derden'
2.3 Maakt de media-uiting
2.4 Levert de media-uiting op
2.5 Houdt het archief bij
Tekenen
De studenten maken kennis met het vak tekenen/schetsen. Zij leren een aantal basisprincipes toe te passen, maken kennis met verschillende technieken en materialen. De studenten worden aangemoedigd om een eigen stijl te ontwikkelen.
De student leert basisprincipes van het tekenen toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen in een eigen, persoonlijke stijl.
Tekenen/schetsen wordt dan ook als vaardigheid genoemd bij werkprocessen 1.3, maakt het concept en 1.4, maakt het ontwerp. Daarnaast is er de mogelijkheid de lerarenopleiding 'tekenen en handenarbeid' te volgen aan het HBO.
Fase
|
Blok
|
Werkprocessen
|
Opdracht
|
Extra informatie
|
Plaats in curriculum
|
1
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Organische vormen
|
Thema, dieptewerking/perspectief
|
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Rechthoekige vormen
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Cilindrische vormen
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Kikvors perspectief
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Vogelvlucht perspectief
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Eénpunts perspectief
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Tweepunts perspectief
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Klein à Groot
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Overlapping
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Doorkijk
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
|
Toetsing: 1x per blok, verslag per opdracht/tekening wordt opgenomen in het portfolio
|
|
Toetsing |
1
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Portret frontaal
|
Thema, portret –en modeltekenen
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Portret profiel
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Portret boos + blij
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Handen
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Staand model
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Zittend model
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Bewegend model
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Mensenmenigte
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Silhouet
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
2
|
1.3 en 1.4
|
Mensen bladvullend
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
|
Toetsing: 1x per blok, verslag per opdracht/tekening wordt opgenomen in het portfolio
|
Eindresultaat fase 1, afgetekend teken-portfolio fase 1
|
Toetsing |
2
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Warhol portret
|
Thema, kleur
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Licht à Donker contrast
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Grijstonen
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Complementair contrast
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Warm à koud contrast
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Kwaliteits contrast
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Primaire kleuren
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Secundaire kleuren
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Tertiaire kleuren
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
1
|
1.3 en 1.4
|
Kleur à sfeer en betekenis
|
Id
|
Deeltaakoefening
|
|
|
Toetsing: 1x per blok, verslag per opdracht/tekening wordt opgenomen in het portfolio
|
Eindresultaat fase 2, afgetekend teken-portfolio fase 1 en 2
|
Toetsing |
Kunstgeschiedenis
Tijdens kunstgeschiedenislessen kom je in aanraking met de volgende stromingen:
1.Egypte 2.Grieken 3.Romeinen 4.Byzantijnen 5.Romaanse stijl 6.Gotiek 7.Renaissance 8.Barok 9.Roccoco 10.Classicisme+Empire 11.Romantiek 12.Impressionisme 13.Arts&Crafts / Jugendstil 14.Expressionisme 15.Kubisme 16.De Stijl + Bauhaus 17.Le Corbusier 18.Dada + Surrealisme 19.Cobra 20.Abstract Expressionisme 21.PopArt 22.Minimal Art + Land Art 23.Postmodernisme 24.Graffiti / Street art 25. Kunstbeschouwing/kijkwijzer
Beschrijving
De lessenreeks kunstgeschiedenis geeft een eerste, intensieve kennismaking met de verschillende aspecten van de kunstgeschiedenis en de belangrijkste begrippen die daarbij worden gebruikt. Tijdens de lessen worden diverse perioden behandeld. Zoveel mogelijk verschillende media (bouwwerken, schilderijen, sculptuur etc.) komen hierbij aan bod.
Als invalshoek is gekozen voor de verschillende manieren waarop in het Westen telkens wordt teruggegrepen op kunstvormen uit de Klassieke Oudheid.
De studenten maken kennis met het vak kunstgeschiedenis. Zij leren een aantal belangrijke kunstenaars, vormgevers, kunstwerken,stijlen en stromingen te plaatsen in de geschiedenis van de westerse kunst en vormgeving. Tevens worden zij bekend gemaakt met een aantal fundamentele vragen die binnen de kunstgeschiedenis gesteld worden.
Plaats van Kunstgeschiedenis in het Kwalificatiedossier 'Mediavormgeving'
Omdat kunstgeschiedenis als basiskennis noodzakelijk is voor alle uitstroomrichtingen is het vak niet direct te koppelen aan één of meerdere werkprocessen.
Toetsing
Toetsing 1, klassiek onderwerp en modern onderwerp.
Product: Kijkwijzer.
Beoordeling: Onvoldoende/Voldoende
Dit product moet voldoende zijn afgerond, voordat toetsing 2 kan worden gemaakt.
Toetsing 2, kunstgeschiedenis
Product: cover kunstgeschiedenisboek, studenten zetten informatie kunstgeschiedenis om in een grafisch product
beoordeling: 1. Inhoud, verwerking informatie kunstgeschiedenis, taalgebruik, stijl, grammatica, Nederlands, grafisch ontwerp en uitvoering: Voldoende/onvoldoende
beoordeling: 2. presentatie: Voldoende/onvoldoende
Voor toetsing 1 en 2 geldt dat bij onvoldoende resultaat 2 herkansingen kunnen worden gedaan.
Beroepsgerichte vakken tweede leerjaar
In het tweede leerjaar ga je het eerste halfjaar op Beroeps Praktijkvorming (stage)
Hoe dit werkt kun je vinden onder het kopje "BPV"
Projecten
Ook in het tweede jaar werk je aan aan projecten en prestaties.
Dit kunnen opdrachten zijn die je van een docent krijgt of opdrachten die door anderen als opdracht aan ons worden gegeven. Daardoor kun je werken aan "echte" opdrachten en opdrachtgevers.
Hieronder zie je welke prestaties je kunt maken verdeeld over de uitstroomrichtingen.
De projecten/prestaties worden door de vakdocenten beoordeeld en afgetekend. De 20 projecten/prestaties uit het eerste en het tweede leerjaar tellen mee voor je overgang naar het derde leerjaar.
Leerjaar 2: Verdieping Minimaal 10 prestaties met een voldoende beoordeling. Deze 10 prestaties hebben betrekking op minimaal 5 verschillende producten. (zie onderstaand productoverzicht)
|
Productenoverzicht
|
|
Productomschrijving
|
Verplicht
|
uitstroom:
|
1
|
Logo
|
Ja
|
Grafisch
|
2
|
Huisstijl (bijv. briefpapier+visitekaartje+ envelop)
|
Ja
|
Grafisch
|
3
|
Affiche of poster
|
Ja
|
Grafisch/ A&D
|
4
|
Folder / brochure / flyer
|
Ja
|
Grafisch/ IA
|
5
|
(Product)verpakking
|
Ja (simulatie)
|
Grafisch/3D
|
6
|
Film/video
|
Ja
|
AV
|
7
|
(Flash) animatie of game of banner
|
Ja (simulatie)
|
AV/IA
|
8
|
Fotomontage/reportage
|
Ja (simulatie)
|
AV? A&D
|
9
|
Etaleer/assemblageopdracht
|
Ja (simulatie)
|
3D/A&D
|
10
|
Website (ontwerp)
|
Ja
|
IA
|
11
|
3d-objecten/decoraties
|
Ja (simulatie)
|
3D/A&D
|
12
|
Schilderij, beeldend werk (vrij werk) eigen visie
|
Ja (simulatie)
|
A&D
|
13
|
Trend/modeboek
|
Ja (simulatie)
|
3D /RPC
|
14
|
Kaart (ansicht/wens/felicitatie)
|
Ja
|
Grafisch
|
Vormgeving
Het vak "Vormgeving" heeft als doel om je in een aantal verschillende vormgevingsopdrachten een beeld te geven van de diverse uitstroomrichtingen die je kunt kiezen aan het eind van de 2e Fase. Dit is dus een oriëntatie op de uitstroom en op het vakgebied waarin je wilt gaan werken (Grafisch, Audio-visueel, Interactief en Art&Design). Daarnaast is het doel om je verder te verdiepen in het ontwerpproces. Hierbij staat de vraag centraal: hoe kom je tot kwalitatief goeie ontwerpen?
- Welke elementen spelen daarbij een rol?
- Hoe kom je aan goeie ideeën (idee-ontwikkeling)?
- wat is een concept en hoe gebruik je die bij het ontwerpproces?
- hoe presenteer je je resultaten op een professionele, inzichtelijke manier?
Dit ga je onderzoeken in vormgevingsodrachten waarin je bijv. grafische producten gaat maken, maar ook filmpjes, een interactief product en een ruimtelijk ontwerp.
Ongeveer halverwege het jaar richt je een tussenpresentatie in waarin je laat zien wat je aan resultaten hebt geboekt. Ook aan het eind van het jaar sluit je het vak af met een tafelpresentatie van het gehele jaar.
Audiovisueel en Fotografie
Fotografie
In het tweede leerjaar werk je 20 weken aan Fotografie.
Hieronder zie je welke lessen je kunt verwachten. De opdrachten worden door de vakdocenten beoordeeld en afgetekend.
Er worden een aantal opdrachten gegeven met daarin een duidelijke opbouw in de basistechnieken van fotografie. Voor de wat gevorderde fotograven is het mogelijk om gedifferentieerde lessen te volgen of bestaande lessen uit te breiden.
Elke les zal bestaan uit een klein stukje theorie en powerpoint met voorbeelden en daarna ga je zelf aan de slag met een fototoestel om de theorie in praktijk uit te voeren. De les erop behandelen wij de gemaakte foto's en gaan dan door naar het volgende thema.
Wij behandelen de volgende thema's van fotografie :
- Regel van de derde (Gulden snede)
- Horizontale compositie
- Verticale compositie
- Perspectie - Kikvors en vogelvlucht
- Ritme en structuur
- Diepte werking - Scherpte/diepte
- Helder / Vaag
- Macro
- Momentopname
- Product fotografie (RAW)
Deze thema's en aspecten komen in verschillende lessen naar voren. De docenten zullen vooraf aangeven op welke werkprocessen jij getoetst wordt. Ook ga je elke foto die je maakt aan de klas presenteren (WP 1.5).
Een aantal opdrachten (waar de verschillende thema's aan bod komen) zijn:
- Maak diverse foto's van de verschillende behandelde thema's. (WP 1.1)
- Fotografeer een stuk fruit (thuis en in de studio) Daarna verwerk je deze foto in een vooraf gegoogled plaatje.(1.3/2.3)
- Maak een foto reportage (6 foto's) van hoe jij het Leerpark ziet (1.2 / 2.1)
- Nu dezelfde reportage, maar vang dan dat zelfde verhaal in 1 foto (1.4)
- Fotografeer jezelf zonder herkenbaar in beeld te zijn (1.1 / 1.2 / 2.1)
- Fotografeer een product en verwerk deze in een advertentie 2.3 / 2.4)
- Maak in groepsverband een fotoreportage met een duidelijke verhaallijn. (2.2/2.4)
- Laat in een fotoreportage zien hoe jouw ideale vakantie eruit ziet. (1.2 / 2.5)
- Presenteer jouw foto's in een net portfolio met duidelijke en heldere beschrijving van de gepresenteerde foto's (1.1 / 1.4 / 2.1 / 2.5)
Je krijgt dus een beoordeling op het hele ontwerpproces (van een plan van aanpak tot het opleveren van het eindproduct), maar wij zullen ook een aantal punten uit het totale ontwerpprocess eruit halen en die behandelen. Dat zijn dan de werkprocessnummers die achter de opdracht staan.
Alle werkprocessen komen dus in elke opdracht aan bod, maar de beoordeling zal voornamelijk gericht zijn op de genoemde werkprocessen.
De werkprocessen:
1.1 Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de klant.
1.2 Maakt Plan van aanpak
1.3 Maakt concept
1.4 Maakt ontwerp
1.5 Presenteerd concept/ontwerp
2.1 Bereidt realisatie voor
2.2 Begeleidt uitbesteding aan 'derden'
2.3 Maakt de media-uiting
2.4 Levert de media-uiting op
2.5 Houdt het archief bij
Beroepsgerichte vakken derde leerjaar
Na 2 jaar algemene vakken te hebben gevolgd kies jij in het derde leerjaar voor een uitstroomrichting die bij jou past. In die uitsroomrichting ga jij dan uiteindelijk ook examen doen.
Uitstroomkeuze
In het derde leerjaar (derde fase) werk je aan specifieke taken/opdrachten met het accent op de gekozen uitstroomrichting.
De vier richtingen zijn:
- Audio-Visueel
- Grafisch
- Interactief
- Art & Design
Je werkt aan authentieke leeropdrachten en projecten in opdracht van en samen met het bedrijfsleven. Omdat het actuele opdrachten vanuit het bedrijfsleven betreft is het niet mogelijk van tevoren de opdracht al te beschrijven.
De opdrachten hebben altijd een duidelijke relatie met de kerntaken en werkprocessen van jouw uitstroomkeuze. Hieronder bij ‘projecten’ kun je lezen aan welke vaardigheden je gaat werken.
Projecten
Leerjaar 3 Differentiatie
In leerjaar drie kies je je uitstroomrichting.
- Minimaal 10 prestaties zijn met een voldoende beoordeeld. De prestaties zullen in de gekozen uitstroomrichting zijn. Deze worden beoordeeld door de vakdocent.
|
Uitstroomrichting Grafische vormgeving:
- Het maken van tijdschriften, huisstijlen en andere meer complexe grafische producten.
- Verbeteren softwarevaardigheden (m.n. Photoshop, Illustrator, InDesign en Acrobat).
- Typografie
- Prepress
- Visualiseren
- Conceptueel denken
- Doelgroep denken
- Geschiedenis van vormgeving
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Interactief:
- Verdieping interactieve vormgeving adhv. complexere interactieve ontwerpopdrachten
- Begrip “interactiviteit” (non-lineair ontwerpen, stroomschema, “usability” /gebruikerservaring
- Verbeteren softwarevaardigheden (m.n. Photoshop / Dreamweaver / Flash)
- Verdieping typografie en digitale kleurgebruik
- Visualiseren
- Conceptueel denken
- Doelgroep denken
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
- Bedrijfsvoering (administratie, KvK, offerte/factuur)
- Geschiedenis interactieve vormgeving
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Audio Visueel / Animatie:
- Leren werken met softwarepakketten
- Cameratechniek
- Geluidstechniek
- Lichttechniek
- Animatie
- Ergonomie
- Beroepsethiek AV
- Beroepsgeschiedenis AV
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Art en Design:
- Beeldend werken
- Experimenteren met technieken en materialen
- Uitbreiden van technische kennis
- Ontwikkelen van ondernemende houding
- Ontwikkelen eigen visie
- Verdiepen in kunstwereld
- Beroepsgeschiedenis Kunst
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van bekwaamheid - expositie van eigen werk
|
|
Ondernemerschap
In het 3de leerjaar werk je aan ondernemerschap. In de eerste half van het jaar start je samen met klasgenoten een mini-onderneming en je breng een zelfbedachte product op de markt - echt!
De mini-onderneming is ook gelijk de eindexamen voor kerntaak 3 - "voert ondernemerstaken uit."
Kerntaak 3 Voert ondernemerstaken uit
|
|
Werkprocessen bij kerntaak 3
3.1 Stelt een ondernemingsplan op
3.2 Promoot het bedrijf
3.3 Regelt financiele zaken
Beschrijving kerntaak:
De mediavormgever doet onderzoek of laat dit doen naar trends en ontwikkelingen op het gebied van markt en concurrentie, producten en diensten. Hij kent de markt en de concurrentie, hij maakt op basis van het marktonderzoek een ondernemingsplan met de onderdelen marketing, verkoop en financiering .
De mediavormgever werkt aan het uitbouwen van de commerciële positie van het bedrijf, hij bouwt en onderhoudt relaties en communiceert op kernachtige wijze de kwaliteiten van zijn bedrijf.
De mediavormgever maakt voorcalculaties, offertes, nacalculaties, facturen en houdt de financiële administratie bij volgens vaststaande procedures, hij zorgt ervoor dat de inhoud is afgestemd op de ontvanger.
|
|
Samen in een groep starten jullie een mini onderneming. De mini onderneming bestaat uit drie deelnemers van hetzelfde klas en hetzelfde uitstroomrichting. De opdracht is om een zelfbedachte product op de markt te brengen en te verkopen. Hiervoor stellen jullie een ondernemingsplan op. Elk onderdeel van dit plan wordt gepresenteerd aan de coach/docent van de groep. Als het voldoende is kun je door naar de volgende onderdeel. Na de goedkeuring van je ondernemingsplan kunnen jullie met produceren en verkopen van het product starten. Tijdens de verkoop, houden jullie een boekhouding bij. Na de verkoop zullen jullie het bedrijfsresultaat moeten berekenen en de boekhouding afsluiten. Als afsluiting van de mini onderneming houden jullie een eindpresentatie: hierin vertellen jullie hoe de groep te werk is gegaan, wat de opbrengsten zijn en hoe jullie het project hebben ervaren.
Proeve van Bekwaamheid 1
De minionderneming is een proeve van bekwaamheid en een verplicht onderdeel van de opleiding om je diploma te krijgen. Het wordt beoordeeld op basis van de ingeleverde documenten, observatie van het proces van elke kandidaat en de presentaties. Je werkt in een groep maar wordt wel individueel beoordeeld. Alle onderdelen moeten voldoende zijn.
Je wordt beoordeeld op de volgende onderdelen:
- Ondernemingsplan ( groep)
- Eindpresentatie ( groep)
- Proces per persoon adhv : ( individueel)
- Persoonlijk logboek en reflectieverslag
- Observatie
- Criterium gericht interview ( individueel)
Beroepsgerichte vakken vierde leerjaar
Uitstroom IA
Wat moeten studenten concreet kennen en kunnen na F3-B?
- Gehele ontwerpproces v.e. interactief ontwerp beheersen (PvE, PvA, offerte, concept, flowchart, wireframe, interactie-ontwerp, ontwerp, realisatie)
- redelijke kennis XHTML/CSS
- kunnen werken met 2 CMS-en (aanpassingen content, aanpassingen opmaak, grafische elementen kunnen inpassen)
- interactieve animatie maken
- vaktaal (vaktermen, vaktechnische argumenten) beheersen
- uitwerken ontwerp in Photoshop tot overdraagbaar ontwerp aan webdeveloper (pixelnauwkeurig werken, kleurwaardes RGB & hexadecimaal hanteren, slicen, eenvoudige prototyping)
- vakgeschiedenis
Projecten
Leerjaar 4 Differentiatie
In leerjaar 4 werk je nog steeds aan je differentiatie
Minimaal 10 prestaties zijn met een voldoende beoordeeld. De prestaties zullen in de gekozen uitstroomrichting zijn. Deze worden beoordeeld door de vakdocent.
|
Uitstroomrichting Grafische vormgeving:
- Het maken van tijdschriften, huisstijlen en andere meer complexe grafische producten.
- Verbeteren softwarevaardigheden (m.n. Photoshop, Illustrator, InDesign en Acrobat).
- Typografie
- Prepress
- Visualiseren
- Conceptueel denken
- Doelgroep denken
- Geschiedenis van vormgeving
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Interactief:
- Verdieping interactieve vormgeving adhv. complexere interactieve ontwerpopdrachten
- Begrip “interactiviteit” (non-lineair ontwerpen, stroomschema, “usability” /gebruikerservaring
- Verbeteren softwarevaardigheden (m.n. Photoshop / Dreamweaver / Flash)
- Verdieping typografie en digitale kleurgebruik
- Visualiseren
- Conceptueel denken
- Doelgroep denken
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
- Bedrijfsvoering (administratie, KvK, offerte/factuur)
- Geschiedenis interactieve vormgeving
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Audio Visueel / Animatie:
- Leren werken met softwarepakketten
- Cameratechniek
- Geluidstechniek
- Lichttechniek
- Animatie
- Ergonomie
- Beroepsethiek AV
- Beroepsgeschiedenis AV
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van Bekwaamheid
|
Uitstroomrichting Art en Design:
- Beeldend werken
- Experimenteren met technieken en materialen
- Uitbreiden van technische kennis
- Ontwikkelen van ondernemende houding
- Ontwikkelen eigen visie
- Verdiepen in kunstwereld
- Beroepsgeschiedenis Kunst
- Maken van een digitaal portfolio
- Voorbereiding Proeve van bekwaamheid - expositie van eigen werk
|
10 weken examinering.
Je rondt dit leerjaar af door het afleggen van een proeve van bekwaamheid. Voordat de proeve van bekwaamheid kan worden afgelegd wordt een go/nogo moment bepaald. Hieruit blijkt dat je opleiding is afgerond en dat je met afstuderen kunt beginnen door een proeve van bekwaamheid af te leggen.
|
Beroepspraktijkvorming (stage)
BPV (Beroepspraktijkvorming)
Tijdens de stage (BPV) leer je in de praktijk bij een bedrijf. In het bedrijf voer je verschillende werkzaamheden uit. Ook krijg je opdrachten van school, die je tijdens de stage gaat uitvoeren. Van deze werkzaamheden en opdrachten doe je verslag in een blog. Gedurende je stage kom je regelmatig terug op school:
De terugkomdagen. Op de terugkomdagen krijg je hulp bij de verschillende opdrachten.
Wij werken uitsluitend met GOC geaccrediteerde bedrijven.
Kenniscentrum GOC en de grafimediabranche
- De sociale partners van de grafimediabranche (KVGO, FNV KIEM, CNV Dienstenbond) vormen het bestuur van GOC.
- GOC zorgt voor een breed opleidingenaanbod voor de sector, vooral gericht op het verwerven van specifiek vakmanschap.
- GOC verzorgt met en voor de grafimediabranche economisch en arbeidsmarktonderzoek, innovatieprojecten.
- GOC maakt de beroepsprofielen voor alle specialisaties in het grafische vak. Ook zorgen we voor goede, erkende leerbedrijven voor de medewerkers van de toekomst.
BPV 2e leerjaar
BPV (Beroepspraktijkvorming)
Tijdens de stage (BPV) leer je in de praktijk bij een bedrijf. In het bedrijf voer je verschillende werkzaamheden uit. Ook krijg je opdrachten van school, die je tijdens de stage gaat uitvoeren. Van deze werkzaamheden en opdrachten doe je verslag in een blog. Gedurende je stage kom je regelmatig terug op school:
de terugkomdagen. Op de terugkomdagen krijg je hulp bij de verschillende opdrachten.
Dit moet je doen om een voldoende te krijgen voor je stage:
A. Praktijkovereenkomst (POK) inleveren bij de BPV-coördinator
B. Logboek wekelijks bijhouden op je blog: opdracht 1
C. De praktijkopleider leren kennen met een interview: opdracht 2
D. 2x POP (1 x maken en 1x bijstellen): opdracht 3
E. Het bedrijf leren kennen: opdracht 4
F. Bedrijfspresentatie houden: opdracht 5a en 5b
G. Prestatie vastleggen: opdracht 6
H. Reflectie en evaluatie: opdracht 7
I. Formulier ‘Urenverantwoording’
Dit vul je wekelijks samen met de praktijkopleider in (zie logboek).
J. 2x formulier ‘evaluatie loopbaancompetenties’
Je praktijkopleider beoordeelt jou twee keer met hetzelfde formulier, nl. voor de helft van de BPV en aan het eind van de BPV. Zelf vul je op die momenten ook een formulier in. Je gaat met je praktijkopleider in gesprek over verschillen en overeenkomsten.
K. 1x formulier ‘eindbeoordeling school’
Dit vult de BPV-begeleider van school in. Je stage kan ‘voldoende’ of ‘goed’ beoordeeld worden.
L. Formulier ‘prestatiebeoordeling opdrachtgever’
Met dit formulier beoordeelt de praktijkopleider je prestatie (opdracht 6).
OPDRACHT 1
Logboek bijhouden op de blog en urenverantwoording
In je logboek op de blog geef je iedere week antwoord op de volgende vragen:
- Wat waren mijn taken/opdrachten?
- Hoe heb ik die gedaan?
- Welke hulpmiddelen heb ik daarbij gebruikt?
- Aan welke werkprocessen heb ik hierbij gewerkt? (aanvinken)
- Waarover ben ik tevreden en wat kan ik de volgende keer verbeteren?
TIPS: Het is handig om dit dagelijks kort te noteren.
Voeg waar mogelijk beeld- en geluidsfragmenten toe.
Geef je berichten een label met het weeknummer, bijvoorbeeld: ‘week 25’
Op terugkomdagen schrijf je kort op wat je gezien hebt bij de bedrijfspresentatie. Denk aan:
- Wat is het voor soort bedrijf?
- Welke werkzaamheden worden bij het bedrijf uitgevoerd?
- Waarom spreekt het bedrijf het mij wel/niet aan?
Dit doe je in één bericht, waaraan je telkens verder schrijft en dat je het label ‘bedrijfspresentaties’ geeft.
BEGELEIDING
De praktijkopleider leest regelmatig jouw blog. Jij zorgt ervoor dat hij/zij iedere week een paraaf zet op het formulier ‘urenverantwoording’.
De BPV-begeleider reageert iedere maand op jouw blog en tekent het onderdeel ‘logboek’ aan het eind van de BPV af op het formulier ‘eindbeoordeling school’.
NB: Het taalgebruik van alle producten op jouw blog is correct:
- Je gebruikt spellingscontrole.
- Je controleert apart op werkwoordspelling.
- Je schrijft woorden aaneen als het moet.
- Je gebruikt hoofdletters en leestekens waar dat vereist is.
OPDRACHT 2
De praktijkopleider leren kennen met een interview
Het doel van deze opdracht is erachter te komen wat je van de praktijkopleider kunt leren en wat het bedrijf van jou verwacht.
Je kunt vragen naar:
- Naam, opleiding en functie van de praktijkopleider
- Ervaring op het vakgebied van de praktijkopleider
- Ervaring binnen dit bedrijf van de praktijkopleider
- Ervaring met begeleiden van bijv. studenten en collega’s
- De verwachtingen die de praktijkopleider van jou heeft
- Afspraken over de begeleiding (hoe vaak, wanneer)
- Regels waar je je aan moet houden
Bereid het interview voor door de vragen op te schrijven. Je mag ook zelf vragen verzinnen. Werk het interview uit op schrift of in een videomontage en laat het zien aan de praktijkopleider.
Publiceer dit voor de tweede terugkomdag op je blog en geef er het label ‘interview’ aan.
BEOORDELING
De BPV-begeleider bekijkt het interview op je blog en tekent dit onderdeel binnen twee weken na de tweede terugkomdag af op het formulier ‘eindbeoordeling school’. Het interview is voldoende als het duidelijke informatie geeft.
OPDRACHT 3
Het POP
Voor je op stage gaat, denk je na over wat je wilt gaan leren in de praktijk, over je leerdoelen. Je leerdoelen hebben te maken met de werkprocessen bij kerntaak 1 en 2 en de beroepscompetenties die daarbij horen. Je vindt die bij ‘Kerntaak 1 & 2’. Verder zijn er competenties die te maken hebben met je houding: de loopbaancompetenties. Die vind je in het formulier evaluatie loopbaancompetenties. Met hulp van deze gegevens ga je een persoonlijk ontwikkelingsplan maken waarin je zo duidelijk mogelijk beschrijft wat jij wilt leren. Dit plan bespreek je in de eerste twee weken met je praktijkopleider en je past het daarna aan, als dat nodig is.
Je POP neem je op in jouw blog onder het label ‘POP’. Halverwege de BPV neem je samen met je praktijkopleider het POP opnieuw door. Je bespreekt welke doelen zijn behaald en welke nieuwe doelen erbij komen en past het POP aan.
BEOORDELING
Op de eerste terugkomdag komt het maken van het POP aan de orde. Jouw BPV-begeleider beoordeelt jouw POP binnen twee weken daarna en tekent dit onderdeel af op het formulier ‘eindbeoordeling school’. Het POP is voldoende als aan alle punten van het formulier ‘beoordeling POP’ wordt voldaan.
OPDRACHT 4
Het bedrijf leren kennen
Vraag één van de medewerkers je een korte rondleiding door het bedrijf te geven en maak daarbij foto’s. Stel vragen als dat nodig is. Daarna ga je je eigen werkplek beter bekijken. Je let vooral op de apparatuur en software die je gaat gebruiken. Vergelijk dat met het materiaal waar je op school mee hebt gewerkt. Ook hier kun je weer foto’s maken.
Laat het fotoverslag met toelichting aan je praktijkopleider zien en neem het op in je blog onder het label ‘bedrijf en werkplek’
BEOORDELING
Op de eerste terugkomdag komt deze opdracht aan de orde. Jouw BPV-begeleider bekijkt en leest jouw fotoverslag binnen twee weken na de tweede terugkomdag en tekent dit onderdeel af op het formulier ‘eindbeoordeling school’. De opdracht is voldoende als het fotoverslag een duidelijk beeld geeft van het bedrijf.
OPDRACHT 5a en 5b
Bedrijfspresentatie en advertentie
Deze opdracht bestaat uit twee delen: een bedrijfspresentatie van ongeveer vijf minuten en een advertentie voor een vacature ‘stagiair’ voor het bedrijf.
De bedrijfspresentatie. Tijdens één van de terugkomdagen presenteer je het bedrijf aan de groep. Als je met meerdere personen op één bedrijf stageloopt, mag je de presentatie samen maken, zolang uit je blog en de presentatie duidelijk blijkt wat ieders individuele onderdeel is. Je sluit de presentatie af met de advertentie.
De advertentie. Je stelt een advertentie op voor een vacature voor een stagiair voor jouw BPV- bedrijf. De advertentie heeft de uitstraling van het bedrijf en maakt duidelijk wat voor persoon het bedrijf zoekt. Je mag zelf het medium bepalen.
Voordat je de presentatie houdt, bespreek je deze met je praktijkopleider, zodat er geen foutieve informatie over het bedrijf aan derden wordt gegeven. Nadat jij de presentatie op school gehouden hebt, neem je de PowerPoint, Prezi of video op in je blog onder het label ‘bedrijfspresentatie’.
BEOORDELING
Op de eerste terugkomdag hangt er een intekenlijst, waarop je moet invullen wanneer jij jouw presentatie op school houdt. Jouw BPV-begeleider beoordeelt presentatie en advertentie binnen twee weken nadat je hem gehouden hebt en tekent dit onderdeel af op het formulier ‘eindbeoordeling school’. De opdracht is voldoende als aan tien punten op het formulier ‘beoordeling bedrijfspresentatie’ wordt voldaan.
OPDRACHT 6
Prestatie
Op het bedrijf voer je een prestatie uit op de manier zoals je op school geleerd hebt: je doorloopt het hele ontwerpproces, dat zijn alle werkprocessen. Dit is een oefening voor de Proeve van Bekwaamheid. Je legt het proces in woord en beeld vast in je blog en reflecteert op de werkprocessen.
Deze opdracht publiceer je op je blog onder het label ‘prestatie’.
BEOORDELING
Op de tweede terugkomdag staat de prestatie centraal. Je praktijkopleider beoordeelt de prestatie met het formulier ‘Prestatiefeedback opdrachtgever’.
OPDRACHT 7
Reflectie en evaluatie
Deze opdracht maak je aan het einde van je stageperiode. Je kijkt terug op je stage aan de hand van het POP die je aan het begin gemaakt hebt en gedurende de BPV een keer aangepast hebt. Je reflecteert op de werkprocessen en competenties, die jij in het POP als leerdoel hebt gekozen. Beschrijf wat er goed ging en wat minder goed ging. Beschrijf wat je geleerd hebt van je successen en tegenslagen. Vergeet niet aandacht te schenken aan wat je geleerd hebt buiten deze doelen om.
Deze opdracht publiceer je op je blog onder het label ‘evaluatie’.
BEOORDELING
Op de vierde terugkomdag staat deze opdracht centraal. In de laatste week van de BPV maak je deze opdracht af. Jouw begeleider beoordeelt de totale stage binnen twee weken na afloop van de BPV met het formulier ‘eindbeoordeling school’.
FORMULIEREN
Beoordeling POP
|
JA
|
NEE
|
Het POP is besproken met de praktijkopleider
|
|
|
De leerdoelen hebben betrekking op de beroepscompetenties en werkprocessen en op de loopbaancompetenties
|
|
|
De leerdoelen zijn specifiek
|
|
|
De doelen zijn meetbaar
|
|
|
De doelen zijn activerend geformuleerd
|
|
|
De doelen zijn realistisch
|
|
|
De doelen zijn binnen de tijd van de BPV te realiseren
|
|
|
POP 2 (halverwege de BPV)
|
|
|
Het POP is halverwege de BPV geëvalueerd en bijgesteld
|
|
|
Naam student:
Datum:
BPV-begeleider:
Evaluatie loopbaancompetenties
competenties
|
niet
|
soms
|
meestal
|
altijd
|
|
Is op tijd op het werk
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting datum:
2e meting datum:
|
Komt afspraken na
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Gaat respectvol om met anderen
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Vraagt tijdig om hulp of advies
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Volgt aanwijzingen en instructies op
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Kan omgaan met kritiek en complimenten
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Accepteert leiding
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Heeft een onderzoekende nieuwsgierige houding
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Werkt nauwkeurig en veilig
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Is behulpzaam en collegiaal
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Kan luisteren, samenvatten en doorvragen
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Kan in teamverband werken
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Kan zelfstandig werken
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Neemt initiatief
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
O
O
|
1e meting
2e meting
|
Naam student:
Handtekening praktijkopleider1e meting:
Handtekening praktijkopleider2e meting:
Beoordeling bedrijfspresentatie
|
JA
|
NEE
|
Presentatie (minimaal 2x JA)
|
|
|
De student spreekt verstaanbaar en begrijpelijk
|
|
|
De student maakt en houdt contact met het publiek
|
|
|
Het beeldmateriaal en gesproken woord vullen elkaar aan
|
|
|
Inhoud (minimaal 6x JA)
|
|
|
De student vertelt wat voor soort bedrijf het is
|
|
|
De student beschrijft de activiteiten van het bedrijf
|
|
|
De student beschrijft de functies in het bedrijf
|
|
|
De student beschrijft de werkzaamheden bij de verschillende functies
|
|
|
De student beschrijft de eigen werkzaamheden
|
|
|
De student noemt de klantengroep waarop het bedrijf zich richt
|
|
|
De student vertelt wat de positie van het bedrijf in de markt is
|
|
|
De student geeft zijn/haar eigen kijk op het beroepsbeeld door deze BPV
|
|
|
Advertentie vacature (minimaal 2xJA)
|
|
|
De advertentie past bij het bedrijf
|
|
|
Het Nederlands in de advertentie is foutloos
|
|
|
Prestatiebeoordeling opdrachtgever
Naam prestatie
|
|
|
ja/nee
|
toelichting
|
Is de klant (bent u) tevreden over het gemaakte product?
|
|
|
Is het product op de afgesproken manier afgeleverd? (bijv. digitaal, via drukker)
|
|
|
Wilt u bij de toelichting in één woord een oordeel geven over het product?
|
|
|
WERKPROCESSEN
|
Heeft de student verhelderende vragen gesteld over de opdracht?
|
|
|
Heeft de student de afspraken mondeling of schriftelijk bevestigd?
|
|
|
Heeft de student een logisch plan van aanpak gemaakt?
|
|
|
Heeft de student een doelgroeponderzoek gedaan?
|
|
|
Heeft de student rekening gehouden met de wensen van de klant?
|
|
|
Heeft de student de klant verschillende concepten/ontwerpen voorgelegd?
|
|
|
Kon de student de gemaakte keuzes verantwoorden?
|
|
|
Kon de student tot overeenstemming komen met de klant over het ontwerp?
|
|
|
Heeft de student het ontwerp aantrekkelijk en overzichtelijk gepresenteerd?
|
|
|
Heeft de student de uitvoering van het ontwerp systematisch voorbereid?
|
|
|
Heeft de student het ontwerp duidelijk aangeleverd aan derden?
|
|
|
Heeft de student effectief gecommuniceerd over het ontwerp met derden?
|
|
|
Heeft de student zich aan de instructies en procedures van het bedrijf gehouden?
|
|
|
Heeft de student zich aan de afspraken gehouden?
|
|
|
Heeft de student zich aan de planning gehouden?
|
|
|
Naam student:
Datum:
Handtekening praktijkopleider:
Urenverantwoording
Week-
nummer
|
Gewerkte uren
|
Paraaf student
|
Paraaf praktijkopleider
|
36
|
|
|
|
37
|
|
|
|
38
|
|
|
|
39
|
|
|
|
40
|
|
|
|
41
|
|
|
|
42
|
|
|
|
43
|
|
|
|
44
|
|
|
|
45
|
|
|
|
46
|
|
|
|
47
|
|
|
|
48
|
|
|
|
49
|
|
|
|
50
|
|
|
|
51
|
|
|
|
52
|
|
|
|
50
|
|
|
|
01
|
|
|
|
02
|
|
|
|
03
|
|
|
|
04
|
|
|
|
Totaal
|
|
|
Naam student:
Naam bedrijf:
Naam praktijkopleider:
Datum:
Eindbeoordeling school
onderdeel
|
O / V / G
|
toelichting (vereist bij ‘onvoldoende’ en ‘goed’)
|
Opdracht 1
interview
|
|
|
Opdracht 2
logboek
|
|
|
Opdracht 3
POP
|
|
|
Opdracht 4
bedrijf
|
|
|
Opdracht 5
bedrijfspresentatie
|
|
|
Opdracht 6
prestatie
|
|
|
Opdracht 7
Reflectie en evaluatie
|
|
|
Urenverantwoording
(aantal invullen)
|
|
|
1e evaluatie loopbaancompetenties
|
|
|
2e evaluatie loopbaancompetenties
|
|
|
Naam student:
Naam bedrijf:
Datum:
Naam BPV-begeleider:
Handtekening BPV-begeleider:
De beoordeling van de BPV is:
O Onvoldoende (niet alle onderdelen zijn aanwezig)
O Voldoende (alle onderdelen zijn aanwezig en voldoende beoordeeld)
O Goed (vrijwel alle onderdelen zijn op alle punten positief beoordeeld)
KERNTAAK 1 EN 2
Kerntaak 1: ontwerpt de media-uiting
|
werkprocessen
|
competenties
|
1.1 Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de opdrachtgever
|
- Vakdeskundigheid toepassen
- Analyseren
- Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
|
1.2 Maakt een plan van aanpak
|
- Samenwerken en overleggen
- Formuleren en rapporteren
- Plannen en organiseren
|
1.3 Maakt een concept
|
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Analyseren
- Onderzoeken
- Creëren en innoveren
|
1.4 Maakt het ontwerp
|
- Samenwerken en overleggen
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Kwaliteit leveren
- Instructies en procedures opvolgen
|
1.5 Presenteert het concept en/of ontwerp van de media-uiting
|
- Samenwerken en overleggen
- Overtuigen en beïnvloeden
- Presenteren
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Met druk en tegenslag omgaan
|
Kerntaak 2: realiseert de mediauiting
|
werkprocessen
|
competenties
|
2.1 Bereidt de realisatie voor
|
- Aansturen
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Instructies en procedures opvolgen
|
2.2 Begeleidt uitbesteding aan derden
|
- Aansturen
- Plannen en organiseren
- Kwaliteit leveren
|
2.3 Maakt de media-uiting
|
- Vakdeskundigheid toepassen
- Materialen en middelen inzetten
- Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
- Kwaliteit leveren
|
2.4 Levert de media-uiting op
|
- Presenteren
- Vakdeskundigheid toepassen
|
2.5 Houdt het archief bij
|
- Kwaliteit leveren
- Instructies en procedures opvolgen
|
Examinering
3.1 Behalen diploma
Om bij het Da Vinci College een diploma te behalen, moet voldaan zijn aan de volgende eisen:
- de onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst(en) zijn door alle betrokkenen getekend
- er is voldaan aan de financiële verplichtingen
- het examen is voldoende afgesloten
- aan alle BPV verplichtingen is voldaan
3.2 Het examen
KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN
Kerntaak 1
|
Werkprocessen
|
1
|
Ontwerpt de media-uiting
|
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
|
Beoordeelt de opdracht en bespreekt deze met de opdrachtgever
Maakt een plan van aanpak
Maakt een concept
maakt het ontwerp
Presenteert het concept en/of ontwerp van de media-uiting
|
Kerntaak 2
|
Werkprocessen |
2
|
Realiseert de media-uiting
|
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
|
Bereidt de realisatie voor
Begeleidt uitbesteding aan derden
Maakt de media-uiting
Levert de media-uiting op
Houdt het archief bij
|
Kerntaak 3
|
Werkprocessen |
3
|
Voert ondernemerstaken uit
|
3.1
3.2
3.3
|
Maakt een plan voor het starten van een eigen bedrijf
Promoot zijn werk
Regelt financieel administratieve zaken
|
EXAMINERINGSPLAN
Kerntaak 1
|
Exameninstrument
|
Werkprocessen
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
PvB 1
|
1.1 - 1.2 - 1.3
1.4 - 1.5
|
beroepspraktijk
|
interne examinator
externe examinator
|
O-V-G
|
|
|
De beoordeling voor kerntaak 1 is:
|
O
|
wanneer de score voor PvB 1 "O" is.
|
V
|
wanneer de score voor PvB 1 "V" is
|
G
|
wanneer de score voor PvB 1 "G" is
|
|
Kerntaak 2
|
Exameninstrument
|
Werkprocessen
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
PvB 1
|
2.1 - 2.2 - 2.3
2.4 - 2.5
|
beroepspraktijk
|
interne examinator
interne examinator
|
O-V-G
|
|
|
De beoordeling voor kerntaak 2 is:
|
O
|
wanneer de score voor PvB 1 "O" is
|
V
|
wanneer de score voor PvB 1 "V" is
|
G
|
wanneer de score voor PvB 1 "G" is
|
|
Kerntaak 3
|
Exameninstrument
|
Werkprocessen
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
PvB 2
|
3.1 - 3.2 - 3.3
|
school
|
twee interne examinatoren
|
O-V-G
|
|
|
De beoordeling voor kerntaak 3 is:
|
O
|
wanneer de score voor PvB 2 "O" is
|
V
|
wanneer de score voor PvB 2 "V" is
|
G
|
wanneer de score voor PvB 2 "G" is
|
|
Nederlands 3F
|
Exameninstrument
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
Lezen
|
COE
|
school
|
twee interne examinatoren
|
cijfer
|
1
|
Luisteren
|
Schrijven
|
IE
|
school
|
gemiddeld cijfer
|
1
|
Spreken
|
Gesprekken voeren
|
|
De beoordeling voor Nederlands is voldoende wanneer het gemiddelde cijfer van het COE en het IE afgerond op een geheel getal ≥ 6.
Wanneer het eindcijfer voor Rekenen ≥ 6, mag het eindcijfer voor Nederlands een 5 zijn.
|
Rekenen 3F
|
Exameninstrument
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
Rekenen COE
|
school
|
twee interne examinatoren
|
cijfer
|
|
De beoordeling voor Rekenen is voldoende wanneer het gemiddelde cijfer afgerond op een geheel getal ≥ 6.
Wanneer het eindcijfer voor Nederlands ≥ 6, mag het eindcijfer voor Rekenen een 5 zijn.
|
Engels
|
Exameninstrument
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
Luisteren
|
B1
|
school
|
twee interne examinatoren
|
cijfer
|
|
Lezen
|
B1
|
cijfer
|
|
Gesprekken voeren
|
B1
|
cijfer
|
|
Spreken
|
A2
|
cijfer
|
|
Schrijven
|
A2
|
cijfer
|
|
|
De beoordeling voor Engels is voldoende wanneer voor minimaal drie vaardigheden een 6 is behaald.
|
Leren Loopbaan en Burgerschap
|
Exameninstrument
|
Waar
|
Wie beoordelen
|
Score
|
Weging
|
Portfoliobeoordeling
|
school
|
trajectbegeleider en interne examinator
|
voldaan
niet voldaan
|
|
|
3.3 Voorwaarden voor deelname aan de proeven van bekwaamheid
Proeve 1:
- De opleidingsfasen 1, 2 en 3 zijn afgerond
- LLB is afgerond
- Nederlands en Engels zijn met een voldoende afgesloten
- Het onderdeel BPV is voldoende afgesloten bij een erkend leerbedrijf
Proeve 2
- De opleidingsfasen 1 en 2 moeten zijn afgerond
- De onderwijsovereenkomst is ondertekend
3.4 Aanvragen van de proeve van bekwaamheid
- Je vraagt de proeve schriftelijk aan bij je trajectbegeleider.
- Je trajectbegeleider stelt samen met jou vast of je aan de bovengenoemde voorwaarden hebt voldaan.
- Als je aan de bovengenoemde voorwaarden hebt voldaan, legt de trajectbegeleider jouw aanvraag voor aan het opleidingsteam (alle docenten die bij jouw opleiding zijn betrokken). Het opleidingsteam controleert of inderdaad aan alle voorwaarden is voldaan. Als dat zo is, geeft het opleidingsteam een “go”.
- De trajectbegeleider informeert de secretaris van de examencommissie schriftelijk.
- De examencommissie wijst de examinatoren aan.
- De examinator van school benadert de examinator van het bedrijf en bezoekt het BPV-bedrijf om de uitvoering van de proeve voor te bereiden.
- De examinator van school nodigt jou vervolgens uit voor het startgesprek.
3.5 Herkansing
De proeven en iedere examentoets voor Nederlands, rekenen en Engels mag maximaal tweemaal worden herkanst, wanneer het resultaat onvoldoende is.
3.6 Aangepaste examens
Aanvragen t.b.v. aanpassingen voor gehandicapten tijdens examens kunnen schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie. Bij de aanvraag moet worden aangetoond dat de handicap door een deskundige is vastgesteld.
Op basis van de diagnose van de deskundige worden de nodige aanpassingen toegekend.
3.7 Kwaliteit van de examinering
De kwaliteit van de examinering wordt gecontroleerd en beoordeeld door de onderwijsinspectie aan de hand van de daarvoor geldende kwaliteitsstandaarden.
3.8 Examenreglement
Dit reglement bevat informatie over de regels bij examinering voor het Da Vinci College.
Hieronder staan een aantal belangrijke onderwerpen uit dit reglement.
- examencommissie
- vrijstellingen
- verhindering bij de examentoetsen
- richtlijnen voor de beoordeling van examens
- bekendmaking uitslagen examentoetsen en examens
- herkansing
- inzage en besprekingsrecht
- klachten, bezwaar en beroep
Het reglement is te vinden op internet: www.davinci.nl
Bijlage 1 Gedragsregels voor deelnemers bij toetsen of examentoetsen
1. Voor de deelnemer waarvan wordt vastgesteld dat deze zich niet heeft gehouden aan de gedragsregels zoals hieronder beschreven staan, wordt als resultaat voor de betreffende toets of examentoets een onvoldoende / niet-voldaan vastgesteld.
2. Bij alle gelegenheden van toetsen of examentoetsen is de deelnemer verplicht zich op verzoek van de toezichthouders te legitimeren.
(Indien de deelnemer niet aan het verzoek tot legitimering kan voldoen, kan deze onder voorwaarde aan de toets of examentoets deelnemen. De deelnemer plaatst in dat geval een handtekening op het proces-verbaal dat door de toezichthouders wordt opgesteld. De deelnemer dient zich vervolgens binnen een termijn van 5 werkdagen persoonlijk te legitimeren bij het examenbureau).
3. De deelnemer is uiterlijk 5 minuten voor de aanvang van de toets of examentoets aanwezig in het lokaal.
De deelnemer die bij een examentoets te laat komt, meldt zich bij de voorzitter van de examencommissie of een door deze aan te wijzen waarnemer. Deze beoordeelt of er sprake is van overmacht. In geval van overmacht wordt de deelnemer alsnog toegelaten tot de examentoets, met uitzondering van de volgende situaties:
- Indien een deelnemer inmiddels het lokaal waar de examentoetsing plaatsvindt heeft verlaten, kan de laatkomer niet meer aan deze examentoets deelnemen.
- Indien de tijd van de examentoets voor de helft verstreken is kan de laatkomer niet meer aan deze examentoets deelnemen.
4. De deelnemer neemt alleen de toegestane schrijfbenodigdheden en andere hulpmiddelen mee het lokaal in. GSM-apparatuur en dergelijke dient uit te staan.
5. Tijdens schriftelijke toetsen of examentoetsen en de daartoe aangewezen praktijktoetsen of -examentoetsen is het de deelnemers niet toegestaan te praten.
6. De deelnemer dient mogelijke vragen uitsluitend te stellen aan de examinatoren/toezichthouders.
7. Tijdens examentoetsen is het de deelnemers niet toegestaan zonder toestemming van de voorzitter van de examencommissie of van een van de toezichthouders het lokaal te verlaten. De deelnemer kan het lokaal pas definitief verlaten nadat het werk is ingenomen.
8. Verlaten examenruimte nadat het werk is ingeleverd.
De deelnemer die de examentoets af heeft en deze wil inleveren geeft dit te kennen door het gemaakte werk + opgaven + aantekeningen, met de onbeschreven kant naar boven, rechtsboven op tafel te leggen.
De toezichthouder haalt het werk op en laat de deelnemer voor inleveren tekenen op het daarvoor bestemde formulier.
Uitsluitend deelnemers van wie het werk is ingeleverd en afgetekend, mogen na toestemming van de toezichthouder de examenruimte verlaten.
In de regel gebeurt dit voor het eerst na 30 minuten, vervolgens telkens na 15 minuten.
De toezichthouder kan van deze regel afwijken indien hij/zij daarvoor gegronde redenen aanwezig acht.
9. De deelnemer die op de dag van de examentoets door ziekte verhinderd is, meldt zich (of laat zich) tussen 8.15 en 9.00 uur telefonisch (afmelden) bij de receptie.