CM-JA-MM TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1

CM-JA-MM TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1

CM-JA-MM TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1

Inhoud TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1

Planning TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1

Periodeplanner

 

week Twixx Opdracht In te leveren product(en) Formatieve toets theorie
1        
2        
3        
4        
5        
6        
7        
8        
B        

 

KAM-zorg

KAM-zorg

Kwaliteit, Arbo en Milieuzorg.

Op elk bedrijf waar je als startend beroepsbeoefenaar terecht zult komen, krijg je te maken met werkprocedures op het gebied van de Kwaliteit, Arbo en Milieuzorg. Je zult dan ook competenties moeten verwerven over beroepshouding, werkhouding, verantwoord ondernemen, milieubewust werken, voldoen aan kwaliteitseisen en protocollen en nog veel meer.

Regels

Als je in het bedrijfsleven werkt, krijg je bewust en onbewust te maken met heel veel regels. Denk bijvoorbeeld aan:

-          Minimumlonen

-          Cao-afspraken (collectieve arbeidsovereenkomst)

-          HACCP-regels (hygiëne en voedselveiligheid)

-          Richtlijnen en verordeningen van e EU

-          Milieuwetgeving

-          Arbeidstijdenbesluit

-          Arbeidsomstandighedenwet

Regels rond 1850

Honderdvijftig jaar geleden waren er in Nederland nauwelijks regels voor bedrijven. Een handelaar kon verkopen wat hij wilde, tegen de prijs die hij er zelf voor dacht te kunnen krijgen. De bedrijfskwaliteit speelde geen belangrijke rol. Veel werknemers (in die tijd werd gesproken van arbeiders) werkten tussen de tien en twaalf uur per dag. Kinderen vanaf vijf jaar moesten ook meewerken. Er werd niet gelet op de veiligheid van de werkplek.

Regels nu

Inmiddels is er een heleboel verander. Moderne ondernemers letten op de kwaliteit van hun producten en van het bedrijfsproces. Ze bewaken de milieueisen en zorgen voor een arbeidsomstandighedenbeleid. Bedrijven die het heel goed aanpakken, hebben deze drie elementen kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu (KAM) voortdurend bij de beleidsbepaling van het bedrijf worden betrokken. Zo ontstaat een geïntegreerd zorgsysteem.

Alle drie de zorgsystemen werken volgens een cyclisch proces. De ene stap volgt daarbij automatisch op de andere. Als alle stappen zijn ingezet, ben je weer bij de erste stap en begint het proces dus weer opnieuw.

ledere ondernemer weet dat de kwaliteit van zijn handelswaar tegenwoordig een belangrijke rol speelt. Als de producten niet aan de eisen van de afnemers voldoen, zal hij weinig afzetten en in hoog tempo klanten verliezen. Kwaliteit is dus van levensbelang voor een ondernemer. Ook de kwaliteit van het bedrijf, en dan met name van de processen in het bedrijf, kan worden gemeten. Bijvoorbeeld de kwaliteit van het proces van de afhandeling van binnengekomen goederen, of de kwaliteit van het verkoopproces, de levering en de nazorg. Ook deze kwaliteit is voor bedrijven van groot belang.

Met kwaliteit bedoelen we de mate waarin de eigenschappen van een product of dienst voldoen aan de behoeften van de afnemer(s). Daarbij moet je in het oog houden dat het begrip kwaliteit onder andere te maken heeft met:

-                     de eisen die de afnemer stelt aan een artikel

-                     de serviceverlening

-                     de eisen die de onderneming stelt aan het product (artikel en service, nazorg enzovoort)

-                     de eisen die derden stellen (zoals de Nederlandse overheid, Europese richtlijnen, mondiale normen).

Het hoort bij de taak van alle medewerkers van een handelsbedrijf om te zorgen dat het bedrijf kwaliteit levert. Als de kwaliteit afneemt, zullen er klanten wegblijven. Hier- door daalt de omzet en zouden er op den duur zelfs arbeidsplaatsen verloren kunnen gaan. Het is dus in ieders belang dat er kwaliteit geleverd wordt.

Het management (de leiding) van het bedrijf heeft de taak de kwaliteitszorg in te voeren. Het management moet er dus ook voor zorgen dat iedereen weet wat er van hem of haar wordt verwacht. Ook dienen de juiste middelen ter beschikking te staan.

Onder kwaliteitszorg verstaan we dat deel van de managementtaken dat gericht is op het bepalen en invoeren van kwaliteitsbeleid.

Kwaliteitszorg is voor een bedrijf van levensbelang. Een bedrijf dat geen kwaliteit levert zal haar afnemers immers snel verliezen. Een goede kwaliteitszorg maakt daarom deel uit van alle onderdelen van het bedrijf. De kwaliteitszorg dient voortdurend een belangrijke rol te spelen op alle afdelingen van het bedrijf, in iedere fase van het bedrijfsproces. Dus zowel bij de inkoop als bij de verkoop, de administratie en de aftersales, overal moet de kwaliteit voortdurend bewaakt worden. Het management dient uit te dragen dat kwaliteitszorg voor iedereen van belang is. Als de handelsonderneming de kwaliteit levert die de afnemer wenst, dan zal dit de omzet doen toenemen en de winsten laten stijgen. Wanneer iedereen binnen het bedrijf hier ook van overtuigd is, kunnen we spreken van integrale kwaliteitszorg.

Met integrale kwaliteitszorg wordt bedoeld dat het leveren van kwaliteit voortdurend en door iedereen in het hele bedrijf wordt nagestreefd.

Als kwaliteit zo belangrijk is voor een bedrijf, dan is het verstandig om die kwaliteit regelmatig te laten controleren. Dat kan op verschillende manieren. In de eerste plaats kan het bedrijf zelf een controlesysteem opzetten. We spreken in zo'n geval van interne controle. Het management is hiervoor verantwoordelijk. Bij heel veel bedrijven is het gebruikelijk dat afgeleverde goederen onmiddellijk bij binnenkomst worden gecontroleerd. Grootverpakkingen worden opengemaakt en er wordt onder andere bekeken of de juiste producten geleverd zijn, of de hoeveelheid klopt en of de kwaliteit in orde is. Als de goederen niet binnen korte tijd (vaak gaat men uit van 24 uur) zijn gecontroleerd, dan is reclameren ook niet meer mogelijk. Met reclameren bedoelen we dat je bezwaar maakt tegen de zending. De leverancier is in zo'n geval verplicht om te leveren wat afgesproken was, en wel in goede staat.

De ondernemer wil door controle zeker weten dat de kwaliteit van de levering in orde is. Soms moeten daarom alle dozen worden geopend. In de meeste gevallen kan met een steekproef worden volstaan. Datgene wat nodig is om als bedrijf en als afnemer overtuigd te zijn van de kwaliteit noemen we kwaliteitsborging.

Ten tweede bestaan er externe kwaliteitssystemen. Denk aan organisaties die keurmerken verlenen als een bedrijf of een bepaald product aan de kwaliteitseisen voldoet. Zo kennen we het Wolmerk, Kemakeur, Milieukeur, het EKO-keurmerk enzovoort.

Externe kwaliteitssystemen kunnen ook worden opgelegd door overheden, of door het maken van afspraken binnen een branche. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat producten aan bepaalde standaarden voldoen. Stel je maar eens voor dat de dvd's van Philips niet in een toestel van een ander merk zouden passen. Zo kennen we nationale, maar vooral ook internationale afspraken voor de kwaliteit van producten. Er worden dan afspraken gemaakt over eenheid op het gebied van afmeting, gewicht, samenstelling enzovoort. We noemen dit normalisatie. Normen zijn niet nieuw. Al rond 250 voor Christus normaliseerde de eerste keizer van China de lengte van wagenassen. Tegenwoordig kun je het zo gek niet verzinnen of er is wel een norm voor. Neem bijvoorbeeld de hoekpunten van de ISO-container. Doordat deze zijn genormaliseerd, zijn snelheid, kostenreductie en gemak tijdens het transport enorm toegenomen. Elke dienst, elk productonderdeel, of elk bedrijfsproces kan worden genormaliseerd. In deze tijd van globalisering groeit de vraag naar afspraken over specificaties. Voor transportbedrijven, logistieke dienstverleners en verladers zijn normen van belang, zodat alle partijen weten welke kwaliteit kan worden verwacht en wat gebruikelijke handelsmaten zijn.

Normaliseren heeft vooral te maken met eenheid. Het gaat nog steeds over kwaliteit, maar in dit geval om de kwaliteit van het product, afgemeten aan uniformiteit.

Je kunt overal normen voor vastleggen. Dat is bijvoorbeeld ook gebeurd voor de kwaliteit van bedrijfsprocessen. Deze kunnen worden afgemeten aan de hand van ISO-normen. ISO staat voor International Organization for Standardization. De door ISO vastgestelde normen worden wereldwijd gehanteerd en erkend.

ISO 9001-normering levert een kwaliteitsmanagementsysteem. Je zou kunnen zeggen: een geheel van regels waaraan een bedrijf zich dient te houden, zodat de kwaliteit van het bedrijfsproces gewaarborgd is. Enkele van die regels zijn:

-                     Het management zorgt voor taakverdeling en middelen om kwaliteit te leveren.

-                     Er dient een kwaliteitshandboek te zijn.

-                     Afspraken met klanten moeten ook waargemaakt kunnen worden.

-                     Leveranciers dienen regelmatig te worden gecontroleerd.

-                     Er wordt gestreefd naar zo weinig mogelijk bedrijfsfouten.

-                     Er is zorg voor goed onderhoud van middelen (denk aan heftrucks, het wagenpark enzovoort).

-                     Klachten van klanten dienen goed en snel te worden opgelost.

-                     Alle artikelen moeten in goede staat worden afgeleverd.

-                     Het bedrijf controleert regelmatig het eigen kwaliteitsmanagementsysteem.

-                     Medewerkers dienen gekwalificeerd te zijn voor het werk.

-                     Kwalificatie kan worden bereikt door scholing.

-                     De klant moet kunnen rekenen op garantie.

Bedrijven die aan de normen voldoen, kunnen in aanmerking komen voor een certificaat. Een gecertificeerde onderneming wordt regelmatig gecontroleerd tijdens een audit.

Tijdens een audit wordt het bedrijf gecontroleerd aan de hand van de ISO-normen. Als het bedrijf hieraan blijkt te voldoen, dan is het felbegeerde certificaat gegarandeerd. Dit zorgt voor duidelijkheid en vertrouwen binnen het bedrijf, maar ook richting afnemers.

Er zijn interne en externe audits. Externe audits worden gehouden door instanties die regelmatig blijven controleren of een handelsonderneming wel aan alle in het handboek vastgelegde kwaliteitseisen voldoet. Om het eenmaal verkregen ISO-certificaat te blijven behouden, moeten regelmatig externe audits plaatsvinden. Voldoet een onderneming daarbij op onderdelen niet aan de vereiste kwaliteitseisen, dan krijgt zij daarvoor een ‘gele' of 'rode’ kaart. Die onderdelen waarvoor een kaart wordt uitgereikt, moeten op termijn verbeterd worden. Bij te veel rode kaarten kan het ISO-certificaat worden ingetrokken.

Bijvoorbeeld: bij de audit blijkt dat de binnengekomen klachten van afnemers van het Iaatste half jaar niet goed zijn verwerkt en afgewerkt. De klacht is niet altijd duidelijk op papier gezet. De data waarop de klachten binnenkwamen waren niet altijd correct genoteerd. Ook de termijn waarbinnen klachten moeten worden afgehandeld (afgesproken was dat dit maximaal vijf werkdagen zou zijn), is niet altijd gehaald of niet goed bijgehouden. Hiervoor kan dan een gele kaart gegeven worden. Deze tekortkomingen moeten zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval bij een volgende audit, zijn opgelost.

Onder het personeel worden ook regelmatig interne audits gehouden door de kwaliteitsmanager, of binnen een klein bedrijf door de- gene die deze functie in deeltijd vervult. Daarbij wordt met behulp van bijvoorbeeld vragenlijsten gecontroleerd of iedereen zich houdt aan datgene wat afgesproken is in het kwaliteitshandboek.

ISO 9001-certificaten worden afgegeven door certificatie-instellingen die door de Raad voor Accreditatie (RvA) zijn goedgekeurd. Zo'n instelling dient dan natuurlijk ook weer aan bepaalde normen te voldoen.

Arbozorg

In deze paragraaf houden we ons bezig met arbeidsomstandigheden. We bekijken veiligheid, gezondheid en welzijn in je toekomstige beroepssituatie.

Arbeidsomstandigheden worden behandeld in de Arbowet. De Arbowet gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen werkgever en werknemer. De Arbowet schetst de hoofdlijnen waaraan de arbeidsomstandigheden moeten voldoen. Daar dienen werkgevers en werknemers zich aan te houden. In de praktijk wordt de Arbowet dus nog verder ingevuld. Er worden afspraken gemaakt hoe men in de praktijk met de Arbowet moet omgaan. Veel afspraken worden op het niveau van de bedrijfstakken gemaakt. In de bedrijven moeten die afspraken dan worden nagekomen. Op de werkvloer moeten de arbeidsomstandigheden dus echt worden bewaakt. De Arbowet heeft als kernpunt het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en het welzijn van werknemers.

Gezondheid

De Arbowet is onder andere bedoeld om de gezondheid van werknemers te garanderen. Er zijn veel richtlijnen die ziekte en arbeidsongeschiktheid door het werk moeten proberen te voorkomen.

Werknemers kunnen onder andere ziek worden door:

-                     Iichamelijk zwaar werk, bijvoorbeeld veel tillen

-                     geestelijk zwaar werk, denk aan stress

-                     ongezonde werkomstandigheden, zoals te veel lawaai

-                     werken met schadelijke en/of gevaarlijke materialen (asbest, oplosmiddelen).

De Arbowet stelt dat die gezondheidsbedreigende situaties tot een minimum moeten worden beperkt. Sommige situaties zijn zelfs verboden.

Veiligheid

Veiligheid en gezondheid hebben natuurlijk veel met elkaar te maken. Onveilige situaties kunnen leiden tot ziekte, of zelfs arbeidsongeschiktheid van werknemers. Vandaar dat ook de veiligheid op de werkplek in de Arbowet een belangrijke plaats inneemt. De veiligheid in de handel kan natuurlijk op vele manieren in het gedrang komen, zoals door:

-                     losliggende elektriciteitskabels

-                     geblokkeerde nooduitgangen

-                     onbevoegden laten rijden op een heftruck

-                     anderen laten meerijden op een heftruck

-                     niet verzekerde of verankerde stellingen

-                     verkeerd gebruik van schoonmaak- en desinfecteermiddelen

-                     geen gebruikmaken van beschermingsmiddelen.

Veiligheid is voor een groot deel afhankelijk van de werknemer zelf. In de eerste plaats is de werknemer verplicht om onveilige situaties te melden aan de werkgever. In de tweede plaats is de werknemer verplicht om alle richtlijnen ten aanzien van veiligheid in acht te nemen. En met name dat laatste gaat wel eens fout. Even snel meerijden met een heftruck. Verschillende schoonmaakmiddelen mengen. En ga zo maar door.

Welzijn

In de wet is bepaald dat welzijn op het werk afhankelijk is van de ergonomie van de werkplek en van de inhoud en organisatie van het werk.

Onder de ergonomie van de werkplek verstaan we de manier waarop de werkplek is ingericht en de factoren die op de werkplek van invloed kunnen zijn. De Arbowet stelt dat de werkplek aangepast moet worden aan de werknemer en niet andersom. Dat wil zeggen, dat als een vertegenwoordigster last heeft van haar rug omdat de kwaliteit van de autostoel onvoldoende is, er een aangepaste stoel besteld moet worden. Het is dus verboden de vertegenwoordigster te vervangen door iemand die (nog) geen rugklachten heeft.

Er zijn drie gebieden waarop aanpassingen gewenst kunnen zijn:

-                     omgevingsfactoren (zoals licht, geluid en klimaat)

-                     fysieke belasting

-                     informatieverwerking.

(Het welzijn van werknemers verbetert als de werkgever de werknemers voldoende informeert en wanneer de benodigde informatie op een begrijpelijke manier gepresenteerd wordt.)

Welzijn heeft niet alleen te maken met ergonomie, maar ook met de inhoud en organisatie van het werk. De Arbowet noemt hierbij zeven aandachtspunten:

  1. Monotone, kortcyclische arbeid dient zo veel mogelijk vermeden te worden.
  2. Een goede functie is een combinatie van voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken.
  3. Het is zinvol om werknemers te betrekken bij de organisatie van hun werk.
  4. Werk dient een mix te zijn van routine en denkwerk.
  5. De functie moet ruimte bieden om het werk naar eigen inzicht te verrichten en in te delen.
  6. Een werknemer heeft recht op volledige informatie over het doel en de resultaten van zijn werk.
  7. Er moet voldoende gelegenheid zijn voor functioneel en sociaal contact met collega’s.

Arbobeleid

Arbobeleid is de verantwoordelijkheid van de werkgever en de werknemers samen. Het kan zijn dat je werkgever je betrekt bij het arbobeleid, bijvoorbeeld als de chef werkplaats het onderwerp arbeidsomstandigheden ter sprake brengt tijdens een werkoverleg. Ook kun je zelf bepaalde knelpunten inbrengen. De werkgever is in het kader van de Arbowet verplicht om:

-                     voorlichting te geven aan medewerkers en erop toe te zien dat zij zich hieraan houden

-                     een preventiemedewerker aan te stellen die arbovoorlichting kan geven

-                     bed rijfshulpverlening te organiseren voor EHBO, brand en ontruiming

-                     een RI&E te laten uitvoeren.

Arbodienst

De arbodienst is een instelling die de ondernemer helpt op arbogebied. Bedrijven zijn verplicht zich aan te sluiten bij een gecertificeerde arbodienst.

 De RI&E (Risico-inventarisatie en -evaluatie) is voor ieder bedrijf verplicht.

Een RI&E bestaat uit drie stappen:

  1. het inventariseren van alle risico's binnen het bedrijf
  2. het sorteren en evalueren van de resultaten van de inventarisatie
  3. het opstellen van een plan van aanpak.

Stap 1 Het inventariseren van alle risico’s in het bedrijf

Zorg voor een lijst met risico’s binnen het bedrijf. Je kunt deze lijst zelf opstellen, maar je kunt ook gebruikmaken van bestaande lijsten. Op de website www.rie.nl is rechts op iedere branchepagina onder de button 'Overzicht RI&E's' een groot aantal lijsten te vinden voor verschillende soorten bedrijven. Veel van deze lijsten zijn gratis te downloaden.

Wanneer je kiest voor een bepaalde lijst, of er zelf een opstelt, houd er dan rekening mee dat een goed uitgevoerde RI&E altijd antwoord geeft op de volgende zes vragen:

  1. Zijn er in het verleden ongevallen gebeurd in mijn bedrijf?
  2. Wat kan er op dit moment fout gaan in mijn bedrijf, waardoor ongevallen of verzuim optreden?
  3. Hoe groot is de kans dat het gebeurt?
  4. Hoe beperk ik een risico, of de schade als het toch misgaat?
  5. Welke maatregelen zijn nodig? Hoe voer ik ze door?
  6. Hoe zorg ik ervoor dat de maatregelen blijven werken?

 

Stap 2. Het sorteren en evalueren van de resultaten van de inventarisatie.

Wanneer je klaar bent met het uitvoeren van de inventarisatie, vergelijk dan alle risico's van de lijst en zet ze in de goede volgorde onder elkaar. Zorg ervoor dat de belangrijkste risico's bovenaan staan.

Welke risico's zijn het meest dreigend? Zijn er situaties in je bedrijf die wettelijk niet zijn toegestaan? Welke risico's kunnen schade veroorzaken aan medewerkers, apparaten of het productieproces? Welke risico's willen medewerkers graag aangepakt zien? Welke aanpassingen zijn technisch mogelijk, en - ook belangrijk - hoeveel kosten de maatregelen?

Stap 3. Het opstallen van een plan van aanpak.

Je hebt nu een lijst met 'things to do' Vervolgens bepaal je wie er met elk risico aan de slag gaat en wanneer dat gebeurt. Kortom, je gaat een plan van aanpak opstellen, aan de hand waarvan je de risico's een voor een gaat aanpakken.

Werkgevers en werknemers samen.

De kern van de Arbowet is dat werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk zijn voor het arbobeleid. De overheid stelt alleen globale regels vast. Het is aan de branche om te bepalen op welke manier zij hieraan invulling geeft. Op landelijk niveau worden deze uitwerkingen, per sector, vastgelegd in een arbocatalogus.

Arbeidsinspectie

De Arbeidsinspectie moet erop toezien dat werkgevers en werknemers zich houden aan de Arbowet. De Arbeidsinspectie voert inspecties uit bij ondernemingen, om te kijken of ze zich houden aan de wet en brancheregels. De Arbeidsinspectie beoordeelt ook of een bedrijf een goed arbobeleid voert.

 Gedeelde verantwoordelijkheid

Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. Dus: meld gevaarlijke situaties, breng de gezondheid en veiligheid van jezelf en anderen niet in gevaar. Op lichamelijke verrichtingen en werkhouding heb je zelf bijvoorbeeld invloed. Je kunt zelf ook ergonomisch bezig zijn, door goed met je eigen lichaam om te gaan. Zoals in het algemeen bij het lopen, staan en zitten, of in bijzondere situaties bij het dragen, duwen, hurken, reiken en tillen. Daarbij moet je op de volgende zaken letten:

Lopen

 loop rechtop, met ontspannen schouders

til de voeten op en loop met de tenen recht vooruit

zwaai ontspannen met de armen

draag goed schoeisel

Staan

-                     kijk rechtop, met ingetrokken kin

-                     Ontspan de schouders en houd deze boven de heup

-                     Hef het borstbeen op en span de buikspieren aan

-                     Neem vaak een andere houding aan en houd de rug recht

 

Zitten`

-                     Zit altijd rechtop

-                     Stel de stoel in op de eigen maten

-                     Gebruik ondersteuning van lendenen, rug en voeten

-                     zet de voeten op de grond en verander van tijd tot tijd enigszins van houding.

Dragen

-                     houd het voorwerp zo dicht mogelijk tegen het lichaam

-                     verdeel de last over beide armen

-                     als het voorwerp op de schouders rust, plaats het dan zo dicht mogelijk bij de wervelkolom

-                     loop rechtop en verdraai de rug niet tijdens het dragen.

Duwen

-                     als het enigszins kan niet trekken maar duwen

-                     houd de rug recht

-                     duw vanuit de benen en gebruik het eigen lichaamsgewicht

-                     houd het voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam.

Hurken

-                     als het enigszins kan, niet bukken maar hurken

-                     ga steeds rechtstandig omhoog en omlaag

-                     buig de knieën en kom niet te snel omhoog

-                     neem een lichte spreidstand aan.

Reiken

-                     neem zo dicht mogelijk bij het voorwerp plaats

-                     zet de voeten in lichte spreidstand

-                     bij langdurig reiken voldoende pauze nemen

-                     gebruik goede hulpmiddelen.

Tillen

-                     ga recht voor het voorwerp staan en voorkom reiken

-                     houd de last tijdens het tillen tegen het lichaam

-                     buig de knieën en houd daarbij de rug zo veel mogelijk recht

-                     kijk uit waar je loopt.

Milieuzorg

Wist jij dat we in Nederland per jaar 6 miljard kg huisvuil, 2500 miljoen draagtassen en draagzakjes, 1 miljard wegwerpbekertjes, een half voetbalstadion vol groente-, fruit- en tuinafval en 23 miljoen kg chemisch afval in de vuilnisbak gooien? Dat is helemaal niet zo netjes.

In de natuur hangt alles met elkaar samen. Vervuiling van het land zorgt ook voor vervuiling van het (grond)water, verdampend water vervuilt op zijn beurt weer de lucht. Alle planten, dieren en mensen zijn afhankelijk van water, voedsel, zuurstof enzovoort. Bij een verstoring van het evenwicht worden velen de dupe. De samenhang tussen natuurlijke elementen noemen we een ecosysteem. Meestal bedoelen we dan gebieden, maar de natuur is een groot ecosysteem. Alle elementen van het systeem hebben elkaar nodig om te kunnen bestaan. Binnen het ecosysteem is een evenwicht noodzakelijk. Als dit evenwicht wordt verstoord, door bijvoorbeeld milieuverontreiniging, dan kan dit ernstige gevolgen hebben. De natuur werkt ook met kringlopen. Het hele ecosysteem ondervindt de gevolgen van een verstoring van een kringloop.

De hele aarde is een ecosysteem. Het evenwicht kan verstoord raken als ergens ter wereld iets gebeurt. Milieuproblemen zijn mondiale problemen. Dit betekent dat ze de hele wereld aangaan.

We kunnen niet spreken van een oorzaak van alle milieuproblemen en dus ook niet van een oplossing hiervoor. Toch zijn velen het erover eens dat het streven naar welvaart en welzijn milieuproblemen met zich meebrengt. We willen steeds meer goederen, het liefst luxegoederen. We willen op vakantie, niet een keer, maar het liefst meerdere malen per jaar. We willen een heleboel dingen en daarvoor is economische groei nodig. Meer productie zorgt voor een toename van de energiebehoefte. Meer consumptie zorgt ook voor meer afval. Economische groei kan gepaard gaan met het verdwijnen van natuur. Er is immers meer ruimte nodig voor fabrieken, handelsbedrijven, winkels, wegen enzovoort.

Duurzame ontwikkeling

Het zal je duidelijk zijn dat economische groei en milieu op gespannen voet met elkaar staan. Om die spanning weg te nemen streeft de regering naar duurzame ontwikkeling.

Duurzame ontwikkeling betekent zodanig voorzien in onze behoeften dat dit gedurende komende generaties ook mogelijk blijft. We bedoelen hiermee dat we verstandig moeten consumeren. We kunnen wel alle voorraden opmaken, maar dan kunnen onze (klein)kinderen niet meer leven.

Het nationale milieubeleidsplan

Meer dan 35 jaar geleden waarschuwden geleerden dat we bezig waren de aarde uit te putten, leeg te zuigen, te vergiftigen. Kortom: te vernietigen. De politiek reageerde Iangzaam, maar uiteindelijk werd het milieu een belangrijk thema.

In Nederland werd het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) opgesteld, een milieuprogramma voor de lange termijn. Het NMP bevat geformuleerde doelstellingen voor veel sectoren. De internationale handel/groothandel wordt niet als aparte sector genoemd. Voor ons is het echter wel interessant om de hoofdlijnen van de doelstellingen te bekijken.

De hoofdlijnen:

-                     Milieubeleid heeft zin. Er is in de afgelopen dertig jaar veel bereikt. Toch hebben we, vooral mondiaal, op een paar grote milieu problemen nog steeds geen vat gekregen.

-                     We onderscheiden zeven grote milieuproblemen. Klimaatverandering is daar een belangrijk voorbeeld van.

-                     Het NMP laat zien wat Nederland kan en moet doen om deze problemen binnen dertig jaar op te lossen en daarmee een duurzame samenleving te bereiken.

-                     De aanpak van die grote problemen vraagt om grote veranderingen. Zo zal de energievoorziening op de hele wereld anders moeten.

Milieubeleid in het handelsbedrijf

De handel heeft te maken met de Nederlandse overheid en haar regels, maar ook met internationale afspraken. Zo zijn er afspraken gemaakt die gelden voor alle landen ter wereld. Deze afspraken hebben bijvoorbeeld te maken met het verminderen van het broeikaseffect en met het terugdringen van het gat in de ozonlaag. Bedrijven die importeren en/of exporteren krijgen daarnaast ook nog eens te maken met milieuregels in andere landen.

Naast regels van bovenaf zijn er ook regels die de branche zichzelf oplegt. Producenten, internationale handel, groothandel en detailhandel kun je op milieugebied niet los van elkaar zien. En ook de consument heeft zijn verantwoordelijkheid en zijn invloed op de handel. Als de klant een milieuvriendelijk product wil, zal de ondernemer dat in het assortiment opnemen. Een milieuvriendelijk imago is goed voor de omzet! De (groot)handel is verplicht om milieuzorg in het beleid op te nemen. Als dit een vast onderdeel is van het management en als het milieubeleid getoetst wordt aan normen, kunnen we spreken van een milieuzorgsysteem. Het bekendste milieuzorgsysteem is ISO 14000. Hierin staan regels voor het management en de werknemers.

Enkele voorbeelden:

-              Interne transportmiddelen

In handelsbedrijven worden verschillende interne transportmiddelen gebruikt. Het gaat hierbij met name om steekwagens, reachtrucks en vorkheftrucks. Je kunt als je werkt, of stage loopt niet zomaar aan de slag met een intern transportmiddel. Met name voor het gebruik van reachtrucks en vorkheftrucks zijn speciale regels. Veel van die regels hebben te maken met veiligheid. Enkele voorschriften zijn ingevoerd om het milieu te ontzien. Zo is het binnen gebruiken van interne transportmiddelen met een verbrandingsmotor ten strengste verboden. Daarnaast werken reachtrucks en vorkheftrucks op elektriciteit. Het onderhoud van de interne transportmiddelen en het smeren van bewegende onderdelen gebeurt door de leverancier.

-              Energie

Om iets in beweging te krijgen heb je energie nodig. Veel interne transportmiddelen worden voortbewogen door spierkracht. Nu komt er bij het opwekken van spierkracht ook wel CO2 vrij, wat weer van invloed is op het broeikaseffect. Toch kunnen we bij transportmiddelen die door spierkracht worden aangedreven spreken van milieuvriendelijkheid. Veel interne transportmiddelen worden aangedreven door een energiebron anders dan spierkracht. Vaak gaat het dan om elektrische motoren. Aangezien elektriciteit in de meeste gevallen ook opgewekt wordt door het verbranden van fossiele brandstoffen, kun je die elektrische en verbrandingsmotoren best met elkaar vergelijken. Bij beide krachtbronnen is sprake van uitstoot van CO2 (broeikaseffect) en NO2 (zure neerslag). Wel mag je constateren dat elektrische heftrucks schoner zijn voor het milieu omdat bij het opwekken van die energie meer filtering plaatsvindt.

-                     Verontreiniging van de bodem

Vrijwel alle interne transportmiddelen moeten gesmeerd worden. Smeermiddelen kunnen milieubelastend zijn. Zo wordt een verbrandingsmotor gesmeerd door olie. Deze olie dient regelmatig ververst te worden. Het is verplicht om de gebruikte olie op te vangen en te scheiden van het andere afval, en er zijn speciale bedrijven die afgewerkte olie innemen. Je kunt je voorstellen dat het zeer slecht zou zijn voor het milieu als deze moeilijk afbreekbare stoffen zomaar gedumpt zouden worden. We spreken in het geval van dumpen van deze stoffen over verspreiding; als deze stoffen in de bodem terechtkomen is er sprake van verontreiniging van de bodem.

-              Verspilling

Met energieverbruik moeten we voorzichtig zijn. De fossiele brandstoffen zijn schaars. Olie en aardgas zijn delfstoffen die niet nieuw kunnen worden aangemaakt: op = op. Nu zijn er wel alternatieve energiebronnen (wind, water, zon), maar op dit moment leveren die slechts een klein deel van de benodigde energie. Slordig omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen valt dus onder verspilling.

 

 

Hierboven ging het over de arbeidsomstandigheden in een bedrijf en over de Arbowet.

Als kwaliteit in het hele bedrijf een vooraanstaande rol speelt, is er sprake van integrale kwaliteitszorg. Met deze integrale kwaliteitszorg zorgt het bedrijf voor kwaliteitsborging. Je zou ook kunnen zeggen dat het bedrijf zorgt voor zekerheid bij de afnemers over de kwaliteit van zijn product(en).

Wanneer de handelsonderneming de kwaliteit laat toetsen aan de hand van opgestelde normen, noemen we dat een kwaliteitsmanagementsysteem.

Kwaliteitsmanagementsystemen kunnen ook een certificaat opleveren. Om gecertificeerd te worden, is een audit noodzakelijk. Het bedrijf wordt daarbij beoordeeld door een externe organisatie. Als het bedrijf voldoet aan de normen, wordt een certificaat afgegeven. Een gecertificeerd bedrijf kan het vertrouwen door de afnemers in het product vergroten.

Naast kwaliteitszorg spelen ook arbozorg en milieuzorg een rol in de onderneming.

Je hebt geleerd dat de Arbowet steunt op drie pijlers:

-                     veiligheid

-                     gezondheid

-                     welzijn.

Alle drie de onderdelen hebben invloed op de prestaties van werknemers. Vandaar dat werkgevers, en natuurlijk ook de werknemer zelf, er goed aan doen zich te houden aan de regels van de Arbowet. Omdat helaas niet alle werkgevers en werknemers zich aan die regels houden, is een arbosysteem bij wet verplicht gesteld.

Het is ook verplicht om aangesloten te zijn bij een arbodienst. Een arbodienst staat de werkgever met raad en daad terzijde op verschillende terreinen die te maken hebben met arbeidsomstandigheden, zoals veiligheid, gezondheid en welzijn in het bedrijf.

Om te controleren of bedrijven zich ook houden aan de arboregelingen, is er de Arbeidsinspectie. De Arbeidsinspectie is een overheidsinstantie. Zij kan bijvoorbeeld onderzoeken instellen, boetes uitdelen en zelfs, als dat nodig is, bedrijven sluiten.

TWIXX opdrachten

Opdracht 1 Kennisvragen KAM-zorg

  1. Geef de definitie van het begrip kwaliteitszorg.
  2. Wat wordt bedoeld met integrale kwaliteitszorg?
  3. Welk doel heeft integrale kwaliteitszorg?
  4. Beschrijf het belang van het streven naar kwaliteit voor een handelsonderneming.
  5. Wat zijn ISO-normen?
  6. Wat is een audit?
  7. Wat wordt in het NMP bedoeld met het begrip duurzame ontwikkeling?
  8. Leg uit dat interne transportmiddelen milieuvervuilend kunnen zijn.
  9. Leg uit dat schoonmaakmiddelen milieuvervuilend kunnen zijn.
  10. Zijn de handelsondernemingen van Nederland volgens jou bereid om                        milieumaatregelen te nemen? Motiveer je antwoord met ten minste twee praktijkvoorbeelden.
  11. Noteer drie milieubesparende maatregelen die je als commercieel medewerker zou kunnen nemen.
  12. Noteer vijf energiebesparende maatregelen die je als commercieel medewerker zou kunnen nemen.
  13. Wat bedoelen we met arbeidsomstandigheden?
  14. Op welke drie pijlers steunt de Arbo-wet?
  15. Noteer drie algemene omstandigheden op het werk waardoor werknemers ziek kunnen worden.
  16. Is de Arbowet alleen een zaak van werkgevers? Motiveer het antwoord.

Opdracht 2 Toepassingopdrachten KAM-zorg

1.a. Noteer drie voorbeelden van producten die je zelf ooit hebt aangeschaft en waarvan jij vindt dat de kwaliteit niet voldoende was.

b.Leg uit waarom het product niet voldeed.

2.       Vaak gebruiken bedrijven keurmerken om kwaliteit aan te tonen.

a.     Wat beloven Kemakeur en het EKO-keurmerk?

b.     Noteer zelf nog twee keurmerken.

c.     Geef aan wat deze keurmerken garanderen.

d.     Zoek op internet de illustratie van de keurmerken.

3.       Elektrische contactdozen en stekkers van elektrische apparaten zijn niet overal hetzelfde. Groot-Brittannië gebruikt bijvoorbeeld een ander systeem dan Nederland. Geef nog één voorbeeld van een artikel waarbij nog geen sprake is van een internationale standaard.

4.       Geef in je eigen woorden waarom bedrijven graag ISO-gecertificeerd zijn.

5.       Beschrijf een voorbeeld van de integratie van kwaliteitszorg, milieuzorg en  Arbozorg.

6.       Normalisatie: een belangrijk begrip

Je hebt vast wel eens van normalisatie of standaardisatie gehoord. Het betekent dat belanghebbende partijen een zo groot mogelijke uniformiteit vaststellen van bijvoorbeeld producten en verpakkingen.

De toepassing van normalisatie is nog niet zo oud en is begonnen op technisch gebied. Vooral bij op zich eenvoudige technische producten had je nogal eens problemen met het vervangen van onderdelen. Het bleek niet mogelijk deze onderdelen tussen de verschillende producten uit te wisselen. Producenten maakten daar een einde aan door afspraken te maken en normen te bepalen voor afmetingen en vormen van bijvoorbeeld onderdelen van machines. Daardoor kun je van verschillende merken over en weer beschadigde of versleten delen vervangen. Geleidelijk aan zijn soortgelijke afspraken gemaakt over een breder technisch gebied. Normalisatie is ook gebruikt op andere terreinen, zoals bij:

- de handel (leveringsvoorwaarden)

- de papierfabrieken (papierformaten)

- het verkeer (internationale verkeersborden).

Vroeger had papier andere maten dan nu. Dat was op zich niet zo’n probleem, maar elke papierfabriek week met een of meer millimeters van deze maten af. De drukkerijen namen het vaak ook niet zo nauw. Briefpapier gekocht bij bedrijf A en vensterenveloppen gekocht bij firma B gaven soms een flink ongemak.

a.       Welk ongemak bedoelen we hier?

b.       Zouden mensen toen ook problemen met het opbergen van brieven en formulieren hebben gehad? Motiveer je antwoord.

c.       Door welke standaardmaten zijn voor papier de zorgen weggenomen?

Doelmatigheid

Harmoniseren, normaliseren, standaardiseren en uniformeren: kretologie of een manier om optimale economische, logistieke en technische voordelen te bereiken?

De woorden harmonie, normaal, standaard en uniform doen denken aan één, eenheid, eensgezindheid, eenvormigheid, overeenstemming of vereenvoudiging. De vier begrippen zijn nagenoeg synoniemen en hebben alle vier te maken met het verminderen van onnodige verschillen.

Die verschillen kunnen spelen op allerlei terreinen, zoals:

- communicatie

- gezondheid

- kwaliteit

- veiligheid

- afmetingen

- eigenschappen

- formulieren

- gewichten

- inhouden

- maten

- samenstellingen

- verpakkingen

- vormen

- werkwijzen.

Orde scheppen

Om doelmatiger te werken is de enorme onoverzichtelijke verscheidenheid beperkt tot meer functionele verschillen. Daarvoor hebben de belanghebbenden vrijwillige maar wel volledige regels opgesteld en toegepast. Deze regels betekenen een alles omvattende samenwerking.

Doel van de normalisatie is optimale economische voordelen te bereiken: met een minimaal gebruik van energie en materiaal kun je maximale doelmatigheid, verhoging van de kwaliteit, productiviteit en veiligheid bereiken. Alle betrokkenen hebben enorme voordelen van deze harmonische ordening.

d.     Zoek in een woordenboek de verklaringen op van:

- harmoniseren

- normaliseren

- standaardiseren

- uniformeren.

e. Geef drie verschillende woorden waarmee je de kern van het begrip normalisatie weergeeft.

f. Normalisatie biedt vele voordelen op het gebied van productie en transport. Als je er even over nadenkt, kun je er zo een aantal noemen. Geef drie voorbeelden.

g. Normalisatie biedt vele voordelen bij het werken in de handel zowel bij het transport als bij de opslag. Je hebt er vaak mee te maken. Geef drie voorbeelden.

7.a.     Het evenwicht binnen ecosystemen is onder andere afhankelijk van kringlopen. Teken de waterkringloop van de natuur.

b.     Maak in je tekening duidelijk dat een verstoring van het evenwicht in de kringloop het gehele ecosysteem aantast.

8.       Bij duurzame ontwikkeling horen duurzame artikelen.

a.     Kijk thuis rond en noem tien wegwerpartikelen.

b.     Door welke duurzame producten zou je deze wegwerpartikelen kunnen vervangen? c.     Vind jij dat een vertegenwoordiger of een inkoper de taak heeft milieuonvriendelijke producten uit zijn assortiment te weren, of moet hij de afnemers zelf laten kiezen? Leg uit waarom je dat vindt.

9. Ook op school kom je arbeidsomstandigheden tegen. Loop door de school en vul de controlelijst in:

 

Ja

Nee

Het is duidelijk waar je moet zijn voor EHBO.

 

 

Medewerkers gebruiken waar nodig persoonlijke beschermingsmiddelen.

 

 

Er zijn voldoende blusmiddelen aanwezig.

 

 

Er zijn rookwerende deuren.

 

 

De vluchtrichting is duidelijk aangegeven.

 

 

Er zijn voldoende (nood)uitgangen.

 

 

Het ontruimingsplan wordt jaarlijks geoefend.

 

 

De school heeft een Arbo-coördinator.

 

 

In het lesprogramma is de Arbo opgenomen.

 

 

Regels voor computergebruik zijn goed zichtbaar in werkkamers opgehangen.

 

 

Kopieerapparaten staan in een goed geventileerde ruimte.

 

 

Het meubilair voldoet aan ergonomische normen.

 

 

Alle lokalen en werkruimtes kunnen worden geventileerd.

 

 

Alle lokalen en werkruimtes hebben uitzicht op ‘buiten’.

 

 

  • Het arrangement CM-JA-MM TWIXX KAM-zorg KT3 wp 3.1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Cor de Jong Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2013-05-05 08:24:43
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    de Jong, Cor. (z.d.).

    CM-JA-MM TWIXX Onderhandelen KT2 wp 2.1

    https://maken.wikiwijs.nl/44325/CM_JA_MM_TWIXX_Onderhandelen_KT2_wp_2_1

    de Jong, Cor. (z.d.).

    Signaleert en behandelt klachten

    https://maken.wikiwijs.nl/36511/Signaleert_en_behandelt_klachten