Hieronder staan de opdrachten beschreven. Het antwoord moet je invullen op het uitgeprinte werkblad. Bij de opdrachten staat informatie die je nodig hebt. Bij deze opdrachten heb je bronnen nodig (deze zijn onder het kopje bronnen te vinden)
Opdracht 1: In welke plaats liggen de campings??
De familie Marling wil van de zomer op vakantie gaan naar één van de drie campings. Gebruik de bronnen en zoek op in welke plaats de campings liggen.
Camping De Twee Bruggen
Camping Scheldeoord
Camping De Schatberg
Opdracht 2: Wat is de afstand tussen Huizen en de campings?
De familie Marling woont in Huizen (Noord-Holland). Zoek uit wat de afstand is tussen Huizen en de campings.
Ga naar Google Maps (bronnen) en klik op routebeschrijving. Vul bij A Huizen in en bij B de plaatsnaam van de camping,
druk op enter en lees af hoeveel kilometer het van Huizen naar de camping is.
Opdracht 3: Hoeveel euro is de familie Marling ongeveer kwijt aan benzine voor de heen- en terugreis?
De familie Marling gaat met de auto op vakantie. De auto van de familie rijdt 1 op 12. De benzine kost € 1.70 per liter.
Opdracht 4: Hoeveel kost het verblijf op de camping voor de familie Marling?
De familie huurt een stacaravan op de camping. Ze gaan op vakantie van 21 juli tot 28 juli. Reken uit hoeveel dit op de
verschillende campings kost en hoeveel kost het als ze 1, 2, 4, 6 of 10 nachten gaan? Vul het schema op het werkblad in.
Opdracht 5: In welke periode zijn de campings het goedkoopst?
Niet altijd is het huren van een stacaravan even duur. Kijk bij alle campings wanneer het huren van een stacaravan het
goedkoopst is.
Opdracht 6: Welke camping is met reis en verblijf het duurst en welke het goedkoopst?
Tel de reiskosten bij de verblijfkosten op en kijk welke camping het duurst en welke het goedkoopst is.
Opdracht 7: Welke camping(s) passen bij de wensen van de familie?
Op het werkblad staan allemaal uitspraken en wensen van de famlilie Marling. Kijk bij de campings en kijk of de wensen
passen bij de camping. Wanneer twee campings of zelfs alle drie campings bij de wens passen, schrijf je alle namen
achter de wens.
Opdracht 8: Welke camping wordt gekozen?
Als werknemers van het reisbureau hebben jullie nu alles over de drie campings uitgezocht. Nu zijn jullie even de familie Marling en gaan een camping kiezen. Hou met het kiezen rekening met de wensen van de familie. Niet alle wensen kunnen vervuld worden, kies zelf welke het belangrijkst zijn.
Opdracht 9: Vergelijken van antwoorden.
Vergelijk de antwoorden met een ander tweetal. Bij verschillende antwoorden gaan jullie samen overleggen tot jullie tot
één antwoord zijn gekomen.
Opdracht 10: Ontwerpen van een eigen camping.
Ontwerp in je tweetal een eigen camping. Jullie weten nu wat er allemaal te vinden is op een camping en gaan er nu zelf één ontwerpen op A3 papier. Denk aan alles wat op een camping nodig is. Zoals plaatsen voor caravans en tenten, wc en doucheruimte enzovoort. Bedenk ook iets bij de camping wat jullie camping bijzonder maakt (iets wat niet elke camping heeft). Bedenk ook een leuke naam een een plaats waarde camping ligt.