Welke feestdagen vier je in de lente?

Welke feestdagen vier je in de lente?

Inleiding

Deze brede leeractiviteit gaat over meerdere feestdagen in de lente. In de theorie worden Pasen, Moederdag, 1 april, Çocuk Bayrami (de Turkse dag van het kind) en Boomfeestdag uitgelegd. Ook wordt het Holi feest van de Hindoes aangestipt in de theorie over 1 april.

 

Welke leeractiviteit gaat vooraf?

Deze leeractiviteit sluit aan op de leeractiviteiten "Lente", "Moederdag", "1 april", "Çocuk Bayrami" en "Boomfeestdag". 

 

Wat ga je doen? 

Je onderzoekt de herkomst van de feestdagen in de lente. Je kunt een presentatie over alle feestdagen maken, een tijdlijn van één feestdag maken of zelf een nieuwe lentefeestdag bedenken.

 

Met hoeveel personen?

Deze opdracht doe je alleen of met een groepje.

Wat ga je leren?

Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:

 

Je weet ...

  • welke feestdagen er in de lente zijn
  • de herkomst van de feestdagen


Je kunt ...

  • informatie zoeken over de herkomst van feestdagen
  • een presentatie maken
  • informatie overzichtelijk op een tijdlijn plaatsen
  • zelf een feestdag bedenken

 

Wat heb je nodig?

Benodigdheden

Bij de opdrachten gebruik je de volgende materialen:

 

Opdracht A:

  • computer met internet


Opdracht B:

  • papier
  • schrijfmaterialen
  • tekenmaterialen
  • afbeeldingen van de feestdagen

 

Opdracht C:

  • zelf te bepalen

 

Wijzers

  • Een tijdlijn maken
  • Een (PowerPoint) presentatie maken


Benodigde tijd

Ongeveer 2 uur.

Aanpak

Bij deze leeractiviteit ga je als volgt te werk:

(Bij kleinere leeractiviteiten komen niet alle stappen voor!)

1. Oriënteer, kies en plan

Lees de opdrachten bij deze leeractiviteit goed. Kies één van de opdrachten uit. Doorloop per opdracht alle stappen. Bedenk welke informatie je nodig hebt om de gekozen opdracht goed uit te kunnen voeren. Leg vast hoeveel tijd je wilt besteden aan de opdracht en plan wanneer je de opdracht gaat uitvoeren. Voor sommige opdrachten zul je eerst materiaal moeten verzamelen.

Tip: Wil je meer opdrachten maken? Laat deze leeractiviteit dan nogmaals toekennen in Acadin door je begeleider.

2. Zoek informatie en bestudeer

Lees en bekijk de informatie bij de opdrachten in het onderdeel 'Theorie'. Zoek recente informatie over het onderwerp op internet. Kijk bijvoorbeeld op de websites die staan bij 'Meer informatie'. Maak aantekeningen, bijvoorbeeld in een mindmap, van de informatie die je wilt gebruiken. Hou ook een lijst bij van de door jou gevonden informatiebronnen.

3. Bedenk en maak

Ga nu creatief aan de slag met de opdracht. Heb je houvast nodig? Bedenk dan aan welke criteria jouw eindproduct moet voldoen. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de uitleg in de beschikbare wijzers. Let in deze fase goed op je planning. Het is makkelijk om hieraan veel tijd te besteden.

4. Test en verbeter

Probeer je ontwerp uit: laat het zien aan anderen. Gebruik de tips en opmerkingen om je ontwerp te verbeteren.

5. Presenteer

Bedenk nu hoe jij je resultaat wilt laten zien aan de leerkracht, de leerlingen of een andere groep. Sommige eindproducten kun je gewoon laten zien. Maar je kunt ook het hele werkproces vastleggen in een digitaal werkdocument met foto's of scans. Ook kun je kiezen om een les te geven waarin je aan anderen leert wat jij zojuist zelf hebt geleerd in de opdracht. Wil je ideeën hoe je een eindproduct kunt presenteren? Kijk dan ook bij de beschikbare wijzers, in de categorie presenteren.

6. Evalueer: kijk terug én vooruit

Kijk als je klaar bent nog even terug hoe alles is gegaan. Wat heb je zelf geleerd? Wat kun je aan anderen leren? Wat wil je nog meer leren? Deze stap helpt je om volgende opdrachten beter uit te voeren.

Tip: Bij het kopje "Evaluatie" vind je hulpvragen. Deze vragen kun je gebruiken om deze leeractiviteit voor jezelf te evalueren.

 

Veel leerplezier!


Opdrachten

Bekijk de creatieve of open opdrachten hieronder.

Kies de opdracht die je het meest aanspreekt, of waar je het meest van denkt te leren. Of durf jij te kiezen voor een opdracht waarbij je iets moet doen of maken wat je nog nooit hebt gedaan?

 

Tip: Wil je meer opdrachten maken? Laat deze leeractiviteit dan nogmaals toekennen in Acadin door je begeleider.

A: Maak een presentatie over lentefeestdagen

Opdracht: Presentatie lentefeesten

Eindproduct: Presentatie

Bij deze opdracht maak je een presentatie over belangrijke feesten in de lente.

 

Benodigdheden:

  • computer met internet


Stap 1: Orienteer, kies en plan

Bedenk welke feesten je wilt presenteren. Kies ook het programma waarin je de presentatie gaat maken. Je kunt bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie maken of een Prezi-presentatie.

 

Stap 2: Zoek informatie en bestudeer

Zoek informatie over de feestdagen. Kies welke aspecten van de feesten je wilt laten zien. Is dat de geschiedenis? Of juist de manier waarop het tegenwoordig gevierd wordt?

 

Stap 3: Bedenk en maak

Maak nu je presentatie.

 

Stap 4: Test en verbeter

Vraag of een mede-leerling naar je presentatie kan kijken. Begrijpt hij of zij alles? Verwerk eventuele verbeterpunten in je presentatie.

 

Stap 5: Presenteer

Laat je presentatie zien aan de klas. Misschien kun je het op het Smartboard laten zien?

B: Onderzoek de herkomst van een lentefeestdag

Opdracht: Onderzoek de geschiedenis van één van de lentefeesten

Eindproduct: Tijdlijn

Bij deze opdracht maak je een tijdlijn van de geschiedenis van één van de feesten die je viert in de lente.

 

Benodigdheden:

  • papier
  • schrijfmaterialen
  • tekenmaterialen
  • afbeeldingen van de feestdagen

 

Stap 1: Orienteer, kies en plan

Kies eerst één van de feestdagen uit. Je mag ook een lentefeest kiezen dat niet in de theorie van deze leeractiviteit voorkomt. Zoek bijvoorbeeld eens op wat een Meiboom, een Fabergé-ei, Palmpasen of het Holi-feest is. 

 

Stap 2: Zoek informatie en bestudeer

Zoek informatie over de geschiedenis van de door jou gekozen feestdag. Hoe is de feestdag ontstaan? Wordt het feest nu nog op dezelfde manier gevierd?

 

Stap 3: Bedenk en maak

Leg alle belangrijke data vast op een tijdlijn. Bekijk ook voorbeelden van tijdlijnen om te bepalen hoe je jouw tijdlijn gaat vormgeven. Gebruik ook afbeelding op de tijdlijn, of filmpjes als je een digitale tijdlijn maakt.

Hier kun je voorbeelden van tijdlijnen bekijken.

 

Stap 4: Test en verbeter

Vraag of een mede-leerling naar je tijdlijn kan kijken. Is de tijdlijn duidelijk? Verwerk eventuele verbeterpunten in je tijdlijn.

 

Stap 5: Presenteer

Presenteer de door jou gekozen feestdag aan de klas.

C: Bedenk zelf een lentefeestdag

Opdracht: Bedenk zelf een lentefeestdag

Eindproduct: Naar keuze: evenement, presentatie, Wikipedia beschrijving, tijdlijn, handboek, lied, toneelstuk, ...

Bij deze opdracht maak je een eindproduct naar keuze. In dit eindproduct moet je jouw zelf bedachte feestdag beschrijven.

 

Benodigdheden:

  • vrij te kiezen


Stap 3: Bedenk en maak

Bedenk een eigen feestdag met alles erop en eraan.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

  • Wat is de datum en de reden van de feestdag?
  • Wat is de geschiedenis van de feestdag?
  • Wie viert de feestdag? Waar wordt de feestdag gevierd?
  • Is er speciaal eten op die dag?
  • Hoort er muziek bij?

Gebruik je fantasie! Uiteraard mag je elementen ´lenen´ van al bestaande feestdagen.

Kies zelf een manier om jouw feestdag aan anderen te beschrijven.

 

Stap 5: Presenteer

Presenteer nu jouw eindproduct aan de klas.

Misschien kunnen jullie de dag zelfs vieren op de juiste datum!

Evaluatie

Klaar met de door jou gekozen opdracht? Sta dan eens stil bij het onderwerp en bij wat je geleerd hebt. Bedenk wat je anderen kunt leren en kijk vooruit naar wat je nog meer wilt leren.

 

Wat vind je van het onderwerp? 

  1. Het onderwerp van deze leeractiviteit vind ik …
    omdat  …
  2. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ...
  3. Ik wil nog wel andere leeractiviteiten doen over dit onderwerp JA/NEE

 

Wat heb je van deze opdracht geleerd?

  1. Het belangrijkste wat ik nieuw geleerd heb in deze leeractiviteit is …
  2. Het leukste onderdeel van deze opdracht vind ik ...
  3. De belangrijkste vaardigheid die ik voor mijzelf verbeterd heb met deze leeractiviteit is …

 

Wat kun je anderen leren? 

  1. Wat andere leerlingen zouden moeten weten over dit onderwerp is …
  2. Wat ik in deze leeractiviteit zelf geleerd heb kan ik overdragen aan de klas door ...
  3. Mijn onderwerp is geschikt voor een presentatie aan jongere leerlingen JA/NEE

 

Wat wil je nog meer leren? 

  1. Wat ik nog wil weten over dit onderwerp is …
    omdat  …
  2. Een vaardigheid die ik nog verder wil verbeteren is  …
  3. Ik wil deze vaardigheid verbeteren door ...

Theorie

In dit deel vind je informatie over het onderwerp van deze leeractiviteit.

Bekijk en lees de informatie goed. Het helpt je bij de uitvoering van de opdrachten.

1: Pasen

Bij Pasen horen eieren. Veel etalages zijn met eieren versierd. Het is gewoonte om die eieren in felle kleuren te schilderen. Andere traditie zijn paasvuren en het verstoppen van eieren.

De paashaas

De paashaas bestaat al heel lang. De eerste verhalen over de Paashaas komen uit de 14e eeuw. De paashaas werd vooral gezien als een kindervriend en kinderen 'geloofden' echt in de haas. Wie braaf was, kreeg van de paashaas een nest gekleurde eieren. De kinderen maakten zelf een nestje in de tuin, de paashaas bezorgde de eieren bij de brave kinderen. Zo springt de paashaas al jaren rond over de hele wereld.



Het verhaal bij Pasen: Een belangrijk verhaal uit het Christendom

Pasen: Voorjaarsfeest van Christenen

2: 1 april

1 April kenmerkt zich door grappen. Je hebt hele flauwe grappen, waar bijna niemand meer in trapt: “Je schoenveter zit los” bijvoorbeeld. Flauw zijn ook grapjes als de telefoonhoorn insmeren met schoensmeer of ongemerkt een briefje op iemands rug plakken.

Echt goede 1 aprilgrappen zijn de grappen die de media met hun lezers en kijkers uithalen en waar duizenden mensen intrappen. Zo had de krant De Gelderlander enkele jaren geleden een artikel over een uniek experiment in Nijmegen. Automobilisten zouden op z’n Amerikaans met hun auto naar een groot plein midden in Nijmegen mogen rijden om in een drive-in bioscoop vanuit hun auto een film op een heel groot doek te kunnen bekijken. Als de opkomst groot genoeg was, zouden er in de toekomst meer drive-in films getoond worden. Honderden automobilisten zijn erin getrapt…


Het Jeugdjournaal heeft elk jaar wel een goede grap. In 1993 meldde het Journaal dat men het hart van een mummie weer aan het kloppen had gekregen. Duizenden mensen reisden daarvoor naar het museum in Leiden.

In de uitzending van 1 april 2000 was een item te zien over het Little Brother Huis, de jeugdvariant van Big Brother. In Big Brother werden enkele volwassenen lange tijd bij elkaar in een huis opgesloten. Alles wat ze deden en zeiden werd met een camera geregistreerd. Big Brother was een afvalrace. Om de zoveel tijd moest er iemand het huis uit. Degene die als laatste overbleef, kreeg een smak geld. Het publiek mocht meestemmen over wie er moest vertrekken. Big Brother was het gesprek van de dag onder voor- en tegenstanders van het programma. Ook de Big Brother-website werd volop bezocht. Het Jeugdjournaal bracht het nieuws dat er een nieuwe variant zou komen waarbij geen volwassenen, maar kinderen een tijd lang in een huis zouden worden op­ge­sloten en gefilmd: Little Brother.

Er was een persconferentie belegd door de bedenker van het programma. Hij legde uit wat het programma inhield: zeven kinde­ren zouden zes weken lang in de zomer­vakantie in een huis worden opgesloten. Elke week zou er één kind moeten afvallen totdat er twee kinderen over zouden zijn. Het publiek zou dan mogen stemmen over wie van de twee kinderen als winnaar zou worden aangewezen. De winnaar zou maar liefst € 45.000,- krijgen!

Het Little Brother Huis was van binnen en van buiten in een filmpje te zien. Na een vraag van een journalist werd een telefoonnummer vermeld waar kinderen zich konden aanmelden. Meteen nadat het tele­foon­nummer in beeld kwam, stonden de telefoons op de redactie van het Jeugdjournaal roodgloeiend. Duizenden kinderen trapten erin en belden. Pas toen hen naar de datum gevraagd werd, hadden de meeste kinderen door dat het om een 1 april-grap ging. De grap was zo geslaagd dat zelfs het journaal voor volwassenen er een uur later aandacht aan besteedde en aan kinderen vroeg om niet meer te bellen.


Op 1 april 2003 bracht het Jeugdjournaal het bericht naar buiten dat premier Balkenende, van wie gezegd wordt dat hij zoveel op Harry Potter lijkt, in de volgende film over Harry Potter, ‘De gevangene van Azkaban’, de vader van Harry Potter zou spelen. Balkenende speelde het spelletje mee en liet zich voor de camera interviewen.

In 2004 kwam het Jeugdjournaal met het bericht dat het mogelijk was om via een medische ingreep iets op je stembanden te laten aanbrengen waardoor je nooit meer vals kon zongen. Iedereen zou dan de hoofdprijs kunnen winnen van het talentenprogramma Idols. Het item was goed gemaakt, inclusief beelden van een ingreep, iemands stembanden en commentaar van een van de juryleden van Idols.

De Geuzen in Den Briel

De Geuzen veroveren Den Briel

‘Op 1 april verloor Alva zijn bril’. Misschien heb je dat gezegde wel eens gehoord. Maar wie was Alva en hoe zit het met die bril?

In de zestiende eeuw (tussen 1500 en 1600) bestaat Nederland zoals we dat nu kennen nog niet. Het grootste deel van ons land wordt bestuurd door het katholieke Spanje. In de loop van die eeuw gaan steeds meer Nederlanders over van het katholieke geloof naar het protestantisme. De Spaanse koning neemt hiertegen strenge maatregelen. Veel mensen komen in opstand en sluiten zich aan bij Willem van Oranje. Samen met een aantal andere edelen biedt hij in 1566 een zogenaamd Smeekschrift aan de land­voogdes (commisaris van de koning) aan.

Daarin vragen ze meer vrijheid en stopzetting van de vervolging van voormalige katholieken. Een van haar adviseurs noemt de edelen een stelletje ‘gueux’ (bedelaars). Een van de edelen stelt voor de opstandelingen voortaan de naam Geuzen te geven: bedelaars voor de zaak van de koning en het vaderland. Er wordt ook een munt geslagen: de geuzenpenning waarop een bedeltas staat afgebeeld.

Twee jaar later begint de Tachtigjarige Oorlog zoals de opstand van Nederland tegen Spanje heet. In een aantal Nede­r­landse steden worden de Spanjaarden verjaagd. Dan stuurt de Spaanse koning de hertog van Alva naar Nederland om de opstand met harde hand neer te slaan. Hij heeft daarvoor geld nodig en besluit in 1569 dat iedereen een tiende deel van alle bezittingen (vee, graan, lande­rijen) als belasting moet afstaan (de zoge­naamde tiende penning).


Veel opstandelingen vluchten in schepen de zee op. We noemen hen Watergeuzen. Als echte zeeschuimers overvallen ze andere schepen. Ook houden ze strooptochten op het land waarbij ze dorpen en steden overvallen en beroven. Van Willem van Oranje mogen ze in zijn naam roven en zijn oranje-wit-blauwe vlag voeren.?

Op 1 april 1572 belegeren de Watergeuzen het stadje Den Briel of Brielle in Zuid-Holland. Onder het uitroepen van ‘In naam van Oranje, doe open de poort’ eisen ze de stad op. De geschrokken stadsbestuurders geven zich over en de Geuzen beginnen de stad te versterken. In de maanden daarna vallen veel steden in Holland en Zeeland in handen van de opstandelingen. De ver­overing van Den Briel is de eerste stap in de verovering van Nederland op de Spanjaarden.

 

Den Briel is de ‘bril’ uit de spreuk ‘Op 1 april verloor Alva zijn bril’.


Onrust in de Nederlanden

De inname van Den Briel door de Watergeuzen; gravure van F. Hogenberg

 

Over de Geuzen zijn heel veel liedjes gemaakt. Een voorbeeld daarvan is ‘Slaat op den trommele’:

Slaat op den trommele van dirredomdeine,

Slaat op den trommele van dirredomdoes;

Slaat op den trommele van dirredomdeine,

Vive le Geus is nu de loes (= leus).


Een van de bekendste en populairste Geuzenliederen is het Wilhelmus. Het telt maar liefst 15 coupletten. Wist je trouwens dat het Wilhelmus pas sinds 1932 ons officiële volkslied is??

In de Tweede Wereldoorlog worden ook Geuzen­liederen gezongen, waarin opgeroepen wordt tot verzet of waarin de vijand wordt bespot. Nog elk jaar wordt door de Stichting Geuzenverzet 1940-1945 de Geuzen­penning uitgereikt aan mensen of organisaties die strijden tegen onderdrukking.

Amnesty International en de Anne Frank Stichting hebben de penning al eens gekregen. Dit jaar is hij uitgereikt aan de kinderrechtenorganisatie Defence for Children Internatinal (DCI).

Internationale narrendag

Hebben de dag waarop we elkaar voor de gek houden en de dag is waarop de Water­geuzen Den Briel op de Spanjaarden veroverd hebben iets met elkaar te maken of is het louter toeval?

Daar zijn verschillende theorieën over. Volgens sommigen komt de gewoonte om elkaar voor de gek te houden van de blijdschap die de Watergeuzen hadden na het veroveren van het eerste stukje Nederland.

Volgens de meeste deskundigen hebben beide gebeurtenissen echter niets met elkaar te maken. Hoe is volgens hen de narrendag dan wél ontstaan?

Sommige mensen denken dat 1 april ontstaan is uit het Hilaria-feest. Dat feest vieren de Romeinen voor het begin van de christelijke jaartelling ieder jaar op 25 maart. Het is een nieuwjaarsfeest. Het nieuwe jaar begint dus niet op 1 januari zoals we nu gewend zijn. Het is ook het feest van het begin van de lente en van Attis, de god van de plantenwereld. Attis is het zinnebeeld van bloei (lente) en afsterven. Hij is de geliefde van Cybele, de godin van vruchtbaarheid en moederschap, maar hij is ook smoorverliefd op de nimf Sagaritis. Tot wanhoop gedreven verwondt hij zichzelf, waarna hij sterft. Dat herdenken de Romeinen op 22 maart. Cybele dwaalt in opperste verdriet rond totdat zij Attis in levende lijve ontdekt; die is dan weer uit de dood herrezen. Samen trekken ze rond door het land. Dat vieren de Romeinen op 25 maart. Dan dansen en zingen zij en ze houden elkaar voor de gek.

Anderen menen dat 1 april komt van het Holi-feest van de Hindoes. Ook dit is een nieuwjaarsfeest dat in maart wordt gevierd. Dan wordt de komst van de lente gevierd en de overwinning van het goede op het kwade. De mensen vieren enkele dagen lang feest en besprenkelen elkaar met gekleurde poeders, water, reukwater en parfums.


Holi: vrolijk voorjaarsfeest van de Hindoes

Het verhaal bij Holi

Ook houden ze elkaar voor de gek door elkaar met onzinnige boodschappen op pad te sturen. In India trekken mensen dan gele en groene kleding aan. Deze kleuren zijn het symbool van de lente en de aarde. Daardoor kun je ook aan niemand meer zien tot welke stand of rang hij behoort. Het feest wordt niet alleen gevierd in India waar de meeste mensen Hindoes zijn, maar ook in Suriname en in Nederland. In Suriname is het één van de nationale feestdagen.

Een derde verklaring, ten slotte, wordt dichter bij huis gezocht, namelijk in Frankrijk. Tot in de 16e eeuw valt nieuwjaarsdag daar niet op 1 januari maar op 1 april. In de week vóór 1 april geven familieleden en vrienden elkaar geschenken en op 1 april viert iedereen buiten feest, ook weer om de komst van de lente te vieren. Nog steeds geven familieleden en vrienden elkaar geschenken op nieuwjaarsdag en ze houden nu een maaltijd op oudejaarsavond, de réveillon. In 1582 schaft paus Gregorius XIII de Juliaanse kalender af. Die is ingevoerd door Julius Caesar. Daarvoor in de plaats komt de naar de paus genoemde Gregoriaanse kalender. Volgens de nieuwe kalender valt nieuwjaar op 1 januari. Als in Frankrijk deze kalender wordt ingevoerd, willen sommige mensen nieuwjaardag tóch op 1 april blijven vieren. Mensen die zich wél aan de nieuwe kalender houden, drijven met hen de spot. Ze noemen hen poissons d’avril (aprilvissen), geven hen malle geschenken en sturen hen met onzinnige boodschappen op pad. Of ze nodigen hen uit voor een feestje dat dan helemaal niet plaatsvindt. Ook ontstaat het gebruik dat Franse kinderen op 1 april papieren vissen op de rug van hun kameraadjes plakken.


Vanuit Frankrijk verspreidt 1 april zich naar Vlaanderen (Verzenderkensdag), naar Duitsland (Narrentag), naar Nederland en naar Engeland (April Fools Day of All Fools Day). In Schotland wordt net als in Frankrijk een dier symbool van 1 april. Wie daar op 1 april voor de gek wordt gehouden is een gowk, een ander woord voor ‘cuckoo’, of in het Nederlands ‘koekoek’.

Engelse emigranten die zich in Amerika vestigen, blijven daar 1 april vieren. Amerikanen nemen de gewoonte over en vieren net als de Engelsen April Fools Day. Niet alleen foppen ze elkaar met onware verhalen en malle geschenken, ze sturen elkaar ook malle briefkaarten.

3: Moederdag

 

Wanneer je op straat  aan voorbijgangers zou vragen: “Weet u waar Moederdag vandaan komt?”, is de kans groot dat je als antwoord “Amerika” krijgt. Mensen die niet van deze feest­dag houden, vertellen er dan bij dat het vast een uitvinding is van de bonbonin­dus­trie, van bloemisten of van de wenskaartenmakers. Die mensen hebben het mooi mis.


 

 

Moederdag begint al bij de oude Grieken. De eerste viering van Moederdag is ter ere van Rhea, de moeder van de goden. Vervolgens duikt er een dag met de naam Mothering Sunday in Engeland op, rond 1600. Deze dag wordt op de vierde zondag in de vastentijd met bloemen, cadeautjes en taart gevierd, maar het is geen officiële feestdag. Vervolgens komt de Amerikaanse Julia Ward Howe in beeld. Zij neemt in 1872 het initiatief tot Mothers Day. Het bijzondere van haar initiatief is dat deze Moederdag is opgedragen aan de vrede. Het duurt uiteindelijk tot 1907 tot het idee van Julia opgepikt wordt door een onderwijzeres die Anna Maria Reeves Jarvis heet. Ook zij komt uit Amerika. Haar moeder is pas overleden en mevrouw Jarvis doet haar best om een nationale dag van de grond te krijgen, een Moederdag, ter herdenking van haar eigen moeder.


 

 

De eerste Moederdag in 1907, waar onze Moederdagen nog steeds op lijken, wordt gevierd op de tweede zondag in mei. Dat is de dag waarop de moeder van mevrouw Jarvis is overleden. Duizenden brieven schrijft mevrouw Jarvis, samen met allerlei vrijwilligers die haar idee sympathiek vinden,  en zo probeert ze mensen enthou­siast te maken voor een nationale Moederdag. Veel politici en zakenmensen worden door haar groep aangeschreven, totdat ze uiteindelijk haar zin krijgt. Op 8 mei 1914 wordt de eerste nationale Moederdag in Amerika gevierd.


 

 

Het is de bedoeling van mevrouw Jarvis dat op Moederdag iedereen aan zijn of haar moeder denkt en haar laat weten hoe belangrijk ze is. Helaas loopt het een beetje anders dan ze verwacht. Moederdag wordt vooral een dag voor de winkeliers, voor de commercie (= handel). Haar protesten dat het bij Moederdag alleen nog maar gaat om cadeautjes en dat deze dag gebruikt wordt om geld te verdienen worden niet gehoord. Mevrouw Jarvis spant zelfs een proces aan tegen de commercialisering van Moederdag. Dat proces verliest ze. Het Moederdagfestival van 1923 probeert ze tegen te houden. Ze wordt zelfs gearresteerd omdat ze de openbare orde verstoort.

 


Aan het eind van haar leven vertelt ze aan een journalist dat ze er spijt van heeft dat ze deze dag ooit opgezet heeft. Uiteindelijk vervreemden de mensen om haar heen van haar en laten haar in de steek. In 1948 overlijdt mevrouw Jarvis op vierentachtigjarige leeftijd eenzaam in een ver­zor­gings­tehuis. In het doodsbericht van Jarvis in de New York Times stond geschreven dat ze verbitterd raakte omdat te veel mensen hun moeder een gedrukte ansichtkaart stuurden. Ze beschouwde een kaart als "een slecht excuus omdat men te lui is om een brief te schrijven".

Moederdingen

 

In de tijd van mevrouw Jarvis doen moeders alleen nog maar ‘moederdingen’: koken, wassen, strijken, sokken stoppen, poetsen: kortom zorgen. Zorgen dat haar gezin fatsoenlijk over straat kan er dat er niets op haar werk valt aan te merken.

 

Zorgen voor een gezin is in die tijd een dagtaak, aan­ge­zien een gezin veel groter is dan het gemid­delde gezin van nu. Gezinnen met zeven of meer kinderen zijn niet ongewoon. Een gezin in Nederland heeft op dit moment ge­middeld 1.6 kinderen.

 

 

Daarnaast zijn er ten tijde van mevrouw Jarvis nog niet veel huishoudelijke apparaten die het werk van een huisvrouw vergemakkelijken. En alles moet glimmen en glan­zen. Van diverse woningbouwverenigingen is het bekend dat ze huizen alleen aan ‘nette’ mensen verhuren. Er komt dan ook regelmatig een juffrouw kijken of alles wel schoon is.


 

Je mag vooral niet uit de toon vallen. Daarom doet iedere huisvrouw als bij afspraak elke maandag de was. Die wordt helemaal met de hand gedaan. Een van de eerste tijdsbespa­ren­de apparaten voor de huis­vrouw is de wasmachine. Voor­taan geen grote ketels meer op het fornuis waarin de witte was wordt gekookt, maar een elektrisch apparaat. Het lijkt nog niet echt op onze wasmachine van nu. De stofzuiger verdringt stoffer en blik, de koelkast maakt dat er meer efficiënt boodschappen gedaan kan worden. Er is groente uit blik, waspoeder in plaats van groene zeep, er komt voorgesneden brood enzovoort. Alle beetjes helpen om het huishouden minder tijdrovend te maken.

 

In het begin van de jaren zeventig komt misschien wel de grootste omwenteling in het Nederlandse huishouden, zonder dat er grote reclamecampagnes aan worden gewijd. Het betreft de warme maaltijd. Voortaan wordt er ’s avonds gegeten in plaats van tussen de middag. Huisvrouwen kunnen nu hun dag beter plannen. En buitens­huis gaan werken als ze willen. Er gaan echter heel wat jaren overheen voordat  overal  geaccepteerd is dat vrouwen een gezin hebben én een baan buitenshuis.

 

De moederdagversjes zijn echter een beetje blijven steken bij moeders die vooral zorgen. Ze zijn over het algemeen een beetje ouderwets. Alsof er helemaal geen vaders zijn die de was doen en koken en geen moeders die iets anders doen. Hieronder zie je 2 voorbeelden van hele oude moederdagversjes.


Cadeautjes

André van Duin: Moederdag

 

Kun je je nog iets herinneren van toen je een jaar of vier, vijf was? Op de speelzaal of in de onderbouw maakte je een cadeautje voor Moederdag dat je, als je moeder je op kwam halen, onder je jas verstopte of in een aparte plastic zak zodat je moeder het niet zag. Spannend was dat. Vlug verstop­pen als je thuis kwam. Misschien met hulp van je vader of een grote zus of broer. En geen gekochte ca­deaus: zelf ge­maakt!


Misschien leerde je een versje van buiten dat je voor je moeder op zei. Je moeder mocht niks doen natuur­lijk. Behalve dan lekker uitslapen terwijl de rest van het gezin voor het ontbijt zorgt.


 

Waarschijnlijk zou mevrouw Jarvis dát een echte Moederdag vinden. Maar ja, je bent nu een aantal jaren ouder en dan vind je het vaak kinderachtig om iets dat je zelf gemaakt hebt te geven, of je wordt er verlegen van als je een versje op zegt. Dus gebruik je wat van je zak - of spaargeld om een écht cadeau te kopen.

 

 

Maar waar doe je je moeder een plezier mee? Voor moederdag krijg je nooit een krantje van een doe-het-zelfzaak met foto’s van een dame die in een overall een deur verft of een muur behangt. Moeders moeten vooral mooi zijn en lekker ruiken. En ook af en toe nog een beetje poetsen. Maar dan wel met een spik­splinter­nieuwe stofzuiger. Of toch niet????


Wie geeft wat?

4: Çocuk Bayrami: Turkse dag van het kind

Een nationale herdenking, ingesteld door Mustafa Kemal Atatürk. Net als Nederland heeft Turkije nationale feest- en gedenkdagen. Één van die dagen is de Dag van het Kind of, in het Turks, Çocuk Bayrami. Die valt op 23 april (23 nisan). De dag is in 1920 ingesteld door een staatsman die Atatürk, de Vader van de Turken, wordt genoemd. Maar wie is Atatürk en hoe is hij aan die naam gekomen?

Atatük heet eigenlijk Mustafa Pasha. Hij wordt in 1881 in de stad Thessaloniki geboren. Nu is het een Griekse stad, maar in die tijd hoort het bij het Ottomaanse Rijk. Dat is een sultanaat (vorstendom) die zich uitstrekt over Turkije, de Balkan en het Midden-Oosten. Zijn vader is een douaneambtenaar. Nadat hij de lagere school heeft afgemaakt, gaat hij naar een school waar soldaten worden opgeleid. Hij is een knappe leerling; van één van zijn leraren krijgt hij de bijnaam “kemal” (volmaakt) en die heeft hij altijd gehouden. Daarna gaat hij naar de militaire academie in Istanbul. Dat is de hoofdstad van het Ottomaanse rijk en daar woont ook de sultan. In 1905 studeert hij af en gaat hij in het Ottomaanse leger.

In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Samen met Duitsland vecht het Ottomaanse rijk tegen Griekenland, Engeland en Frankrijk. Het Ottomaanse rijk en Duitsland verliezen de oorlog. In 1920 sluit de Ottomaanse regering vrede met de overwinnaars en staat het grote gebieden aan hen af. Dat vindt Mustafa Kemal verraad. Samen met andere officieren besluit hij de regering te verjagen. Hij wil een nieuwe staat stichten. Die moet de gebieden bevatten waar Turken wonen en in deze gebieden moet de regering van de Turkse staat het voor het zeggen hebben en niet die van een ander land. Met zijn legertroepen voert hij oorlog tegen de Ottomaanse regering. Ook vecht hij tegen Griekenland en Engeland om gebieden terug te veroveren waar veel Turken wonen. In Ankara richt hij een parlement op dat nog steeds bestaat, de Grote Nationale Vergadering. Die moet de staat helpen oprichten. Op 23 april 1920 komt die voor het eerst bijeen. Mustafa Kemal roept deze dag uit tot een nationale herdenkingsdag voor alle kinderen die tijdens de Eerste Wereldoorlog en de oorlog voor de nieuwe Turkse staat zijn omgekomen. Verder wil hij ieder jaar op 23 april blijven herdenken dat op die dag met de opbouw van de nieuwe staat is begonnen. Ten slotte wil hij ieder jaar op 23 april alle kinderen in de nieuwe staat in het zonnetje zetten want, zoals hij eens zei: “Kinderen zijn een nieuw begin voor wat morgen is.” Ze moeten als ze volwassen zijn geworden het land besturen.


Mustafa Kemal
Het leger van Mustafa Kemal boekt grote successen in de oorlog. In juli 1923 sluit hij vrede met Griekenland en Engeland en op 29 oktober van dat jaar roept hij de Republiek Turkije uit. Dan wordt hij president van de republiek en hij blijft dat tot hij in 1938 sterft. Net als de Grote Nationale Vergadering woont en werkt hij in Ankara. Al  tijdens de oorlog van 1920 tot ‘23 wordt hij een volksheid. Als er in 1934 een wet komt die iedereen verplicht om een achternaam te hebben geeft het parlement Mustafa Kemal de achternaam Atatürk (= vader van alle Turken). Nog steeds zijn er overal in het land standbeelden en portretten van Atatürk te vinden. In stadhuizen, bibliotheken en andere gebouwen waar iedereen mag binnenkomen zijn vaak uitspraken van hem te zien. Vooral in armere streken in Turkije is de Dag van het Kind een eerbetoon aan Atatürk.

De Dag van het Kind wordt nu ook in Japan, Korea en enkele andere landen gevierd.

Een feest voor kinderen

De Dag van het Kind in Turkije is een groot feest dat in het hele land gevierd wordt. Om te beginnen krijgen alle kinderen die daar op de basisschool zitten die dag vrij. Verder is het een dag die door kinderen op school gevierd wordt (niet op de dag zelf natuurlijk, dan hebben ze immers vrij). Ook krijgen kinderen op die dag cadeautjes van hun ouders en moeten ouders wat extra aardig voor hun kinderen zijn. Ten slotte gaan kinderen die dag of een hele week met hun school er opuit om mee te doen aan grote feesten. Dan worden er in grote stadions sportwedstrijden gehouden en voorstellingen gegeven waar kinderen van verschillende scholen aan meedoen. Zo kun je kennismaken met kinderen van een andere school en uit een andere stad. In het volgende stukje kun je lezen hoe de universiteit van Bilkent vorig jaar aan het feest heeft meegewerkt.

De universiteit van Bilkent organiseert ter gelegenheid van de Dag van het Kind een weekendkamp op haar campus (= plaats waar studenten wonen en studeren), waar kinderen allerlei dingen samen doen. Hiervoor zijn 33 kinderen tussen tien en veertien jaar uit de stad Van uitgenodigd. Tijdens het weekend brengen de kinderen de nacht door in slaapzalen van studenten. Enkele studenten werken vrijwillig als groepsleiders voor de kinderen. De kinderen maken een uitstapje naar Ankara, ze gaan naar een bioscoop en ze krijgen een speciaal diner. Ook krijgen de kinderen uit Van de kans om kennis te maken met kinderen uit Blikent en dat past helemaal bij het kinderfeest.

Kinderen zijn de baas

Toen Atatürk 23 april uitriep tot de nationale Dag van het Kind zei hij: “Het kind van vandaag is morgen de bestuurder van het land.” Sindsdien krijgen kinderen op die dag de kans om eens zélf een ambtenaar te zijn, een nieuwslezer bij een TV-omroep, een bestuurder van één van de provincies in Turkije, een minister of zelfs de president van het land. Tijdens de grote feesten die overal in Turkije worden gehouden kiezen kinderen uit hun midden vertegenwoordigers uit die voor één dag zo’n baan krijgen. Die mogen dan uitmaken wat er gedaan wordt voor het onderwijs en het milieu in het land. Ook in de Grote Nationale Vergadering maken de leden die dag plaats voor kinderen. Die bespreken wat er gedaan moet worden voor de kinderen in het land.

5: Boomfeestdag

De eerste Nederlandse boom­­feest­dag vond plaats op 10 april 1957 in park Berg en Bos in Apeldoorn (toen nog boom­plant­dag geheten). 1600 leer­lingen plantten die dag een boom. Nederland reageerde hier­mee op een uitgave van de voedsel- en landbouworgani­sa­tie van de Verenigde Naties. In deze publicatie, Wereld­festival van Bomen, stond:

“Belang­stelling voor bomen is nood­zakelijk om in te kunnen zien dat bomen bijdragen aan het welzijn en de welvaart van een natie. Bomen versieren huizen en steden. Bossen beschermen de bodem, houden water vast, verzachten het klimaat, bieden een woonplaats aan het wild en vormen een rustpunt voor de mensen. De beschermende invloed van bossen houdt niet op bij de landsgrenzen, blijft niet beperkt tot één natie. Daar komt bij dat houttekorten kunnen worden aangevuld vanuit gebieden met een overschot. Om bosproducten zo goed mogelijk te verdelen over de wereld, opdat zoveel mogelijk mensen er van profiteren, is het nodig dat de hele wereld de waarde van bossen inziet.”

De voedsel en landbouworganisatie riep ieder land op jaarlijks een boomplantdag te organiseren. In 1956 richtte professor G. Houtzagers in Nederland het Landelijk Comité Boomplantdag op. Nederland was hiermee het eerste land buiten Amerika met een dergelijke organisatie. In 1980 is de naam veranderd in Stichting Nationale Boomfeest­dag.

Herdenkingsbossen

Geboortebos

Sinds 1990 organiseert de Stichting Nationale Boomfeestdag organiseert de actie 'Geboorteboom'. Het doel van deze actie is om te laten zien en beleven dat elk kind moet kunnen opgroeien in een gezonde groene wereld. Tijdens de actie kan iedereen zelf zijn aangevraagde geboorteboom planten. De namen van de kinderen waarvoor in dat jaar een boom is geplant komen op plaquettes te staan. Die plaquettes worden tijdens de dag onthuld.

Samen met Staatsbosbeheer zijn er 5 Geboortebossen aangeplant. Je kunt de geboortebossen vinden in Ucghelen, Winschoten, Utrecht, Mierlo/Nuenen en Tilburg. Het vierde geboortebos is extra in het nieuws geweest. Op 3 december 2002 is het namelijk geopend door de Prinsessen Laurentien, Marilène en Annette. Zij hebben daar een boom geplant voor hun kinderen Eloïse, Isabella, Anna en Lucas.

Koningin Wilhelminabos

Het Koningin Wilhelminabos is een levend monument voor mensen die aan kanker zijn overleden. Het bos is genoemd naar Koningin Wilhelmina omdat zij aan de basis heeft gestaan van de oprichting van het huidige KWF Kankerbestrijding. In 1948 heeft zij het Nationaal Geschenk dat zij kreeg vanwege haar Gouden Regeringsjubileum bestemt voor de kankerbestrijding. Met dit geld kon er een speciaal fonds opgericht worden.

Tijdens het 50-jarige jubilieum van KWF Kankerbestrijding, in 1999, is dit bos aangeboden door de Stichting Nationale Boomfeestdag en Staatsbosbeheer. De aanleg van het bos is vervolgens begonnen op 9 december 2000. Het bos ligt in het Roggebotzand bij Dronten tegenover Kampen.

Elk jaar is er een 'Bomen voor het Leven'-dag waarin de aangevraagde bomen aangeplant kunnen worden. De namen van de overledenen worden, met jaartal, op glaspanelen geschreven. Door het planten van een boom in Het Wilhelminabos steun je de bestrijding van kanker. Een deel van de bijdrage gaat naar wetenschappelijk onderzoek. Door dit onderzoek zijn snellere diagnoses en betere behandelingen tegen kanker mogelijk. Dit verbetert de kwaliteit van leven van patiënten en hun familie.

 

Nationaal kinderbomenbos

Een nieuw initiatief is het Nationaal Kinderbomenbos. Op de site van de stichting kun je hierover lezen: “Het wordt het eerste bos in ons land, waarin Geboortebomen én Gedenkbomen voor kinderen groeien. Deze bomen gaan groeien in 5 Bomenkamers: 2 Geboorteboom-kamers en 3 Gedenkboom-kamers. De 5 Bomenkamers staan symbool voor de 5 zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen en getracht wordt om dit ook uit de beelden in het aan te planten plantsoen. De centrale plek wordt gevormd door een cirkel bestaande uit 12 bomen: een link naar de grenzeloosheid van de natuur én van het leven én een verwijzing naar de 12 provincies, de 12 maanden van het jaar en de 12 sterrenbeelden. In de 5 Bomenkamers en in de centrale cirkel komt een walnoot te groeien met rondom een boombank.”

Het bos én het ontwerp van het bos symboliseren weer het belang van bossen voor het leven. Het bos komt te liggen in de gemeente Rijnwoude (bij Zoetermeer). Het bos is onderdeel van Het Bentwoud en wordt eigendom van Staatsbosbeheer.

Meer informatie

Meer informatie vind je op de volgende websites:

 

Meer over de achtergronden van 1 april

Nog meer over de achtergronden van 1 april

Alle feiten op een rij

1 April-viering in Den Briel (you tube)

April fools day (Engels)

Alva en de Beeldenstorm (beeldbank)

De beste 1 april grappen

Wikipedia 1 april

1 aprilgrappen van het jeugdjournaal

Boomfeestdag - Officiële website van de Stichting Nationale Boomfeestdag

Kids4trees - kinderwebsite van de Stichting Nationale Boomfeestdag

Koningin Wilhelmina bos - Offciële website van het Koningin Wilhelmina bos

Geboortebos - Officiële website van het Geboortebos

8-12 info: Tijdlijnen

Feesten almanak: Cocuk Bayrami

Afsluiting

Wil je meer weten over feestdagen? Zoek binnen Acadin dan in deze reeks ook eens de leeractiviteiten over:

 

  • Sinterklaas
  • Kerstmis
  • 1 april
  • Pasen
  • Moederdag
  • Cocuk Bayrami
  • Boomfeestdag

Voor de leerkracht

Criteria bij de beoordeling:

 

Opdracht A:

  • Is de presentatie overzichtelijk?
  • Worden alle feestdagen duidelijk beschreven?
  • Zijn er afbeeldingen of videos toegevoegd aan de presentatie?
  • Schrijft de leerling de informatie in zijn of haar eigen woorden?

 

Opdracht B:

  • Is de tijdlijn overzichtelijk?
  • Kloppen de data op de tijdlijn?
  • Is de tijdlijn netjes uitgevoerd?

 

Opdracht C:

  • Is er een origineel eindproduct gekozen?
  • Is het eindproduct netjes uitgevoerd?
  • Is het eindproduct duidelijk gepresenteerd aan de klas?