Welke wind waait uit het Westen?

Welke wind waait uit het Westen?

Inleiding

Een windroos is een kruis waarop je de windrichtingen kunt aflezen. Je ziet een windroos voornamelijk terug in een kompas. Soms wordt de vorm van de windroos ook in gebouwen gebruikt, zoals in het nieuwe dak van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

 

Welke leeractiviteit gaat vooraf?

Deze leeractiviteit sluit aan op de leeractiviteit "Vind jij je weg met een kompas?".

 

Wat ga je doen? 

Je onderzoekt op hoeveel manieren een windroos afgebeeld kan worden. Daarna kies je één van de opdrachten waarin je een collage of muurkrant maakt, of een eigen T-shirt ontwerp met een (deel van een ) windroos.

 

Met hoeveel personen?

Deze opdracht doe je alleen.

Wat ga je leren?

Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:

 

Je weet ...

  • waar een windroos voor gebruikt wordt.
  • dat er verschillende ontwerpen er zijn van een windroos.
  • wat de kenmerkende elementen zijn van een windroos.


Je kunt ...

  • nieuwsberichten opzoeken op Internet met een specifiek onderwerp.
  • informatie in de vorm van een muurkrant presenteren.
  • vanuit een bestaande vorm een nieuw ontwerp maken.

 

Wat heb je nodig?

Benodigdheden

Bij de opdrachten gebruik je de volgende materialen:

 

Opdracht A:

  • tijdschriften
  • lijm
  • schaar
  • groot vel papier of karton


Opdracht B:

  • papier
  • tijdschriften of kranten
  • computer
  • printer

 

Opdracht C:

  • T-shirt
  • Textielverf of textielstiften
  • Eventueel Textiel transfer papier?


Wijzers

  • Een collage maken
  • Een muurkrant maken
  • Een knipselkrant maken


Benodigde tijd

Ongeveer 2 uur.

Aanpak

Bij deze leeractiviteit ga je als volgt te werk:

(Bij kleinere leeractiviteiten komen niet alle stappen voor!)

1. Oriënteer, kies en plan

Lees de opdrachten bij deze leeractiviteit goed. Kies één van de opdrachten uit. Doorloop per opdracht alle stappen. Bedenk welke informatie je nodig hebt om de gekozen opdracht goed uit te kunnen voeren. Leg vast hoeveel tijd je wilt besteden aan de opdracht en plan wanneer je de opdracht gaat uitvoeren. Voor sommige opdrachten zul je eerst materiaal moeten verzamelen.

Tip: Wil je meer opdrachten maken? Laat deze leeractiviteit dan nogmaals toekennen in Acadin door je begeleider.

2. Zoek informatie en bestudeer

Lees en bekijk de informatie bij de opdrachten in het onderdeel 'Theorie'. Zoek recente informatie over het onderwerp op internet. Kijk bijvoorbeeld op de websites die staan bij 'Meer informatie'. Maak aantekeningen, bijvoorbeeld in een mindmap, van de informatie die je wilt gebruiken. Hou ook een lijst bij van de door jou gevonden informatiebronnen.

3. Bedenk en maak

Ga nu creatief aan de slag met de opdracht. Heb je houvast nodig? Bedenk dan aan welke criteria jouw eindproduct moet voldoen. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de uitleg in de beschikbare wijzers. Let in deze fase goed op je planning. Het is makkelijk om hieraan veel tijd te besteden.

4. Test en verbeter

Probeer je ontwerp uit: laat het zien aan anderen. Gebruik de tips en opmerkingen om je ontwerp te verbeteren.

5. Presenteer

Bedenk nu hoe jij je resultaat wilt laten zien aan de leerkracht, de leerlingen of een andere groep. Sommige eindproducten kun je gewoon laten zien. Maar je kunt ook het hele werkproces vastleggen in een digitaal werkdocument met foto's of scans. Ook kun je kiezen om een les te geven waarin je aan anderen leert wat jij zojuist zelf hebt geleerd in de opdracht. Wil je ideeën hoe je een eindproduct kunt presenteren? Kijk dan ook bij de beschikbare wijzers, in de categorie presenteren.

6. Evalueer: kijk terug én vooruit

Kijk als je klaar bent nog even terug hoe alles is gegaan. Wat heb je zelf geleerd? Wat kun je aan anderen leren? Wat wil je nog meer leren? Deze stap helpt je om volgende opdrachten beter uit te voeren.

Tip: Bij het kopje "Evaluatie" vind je hulpvragen. Deze vragen kun je gebruiken om deze leeractiviteit voor jezelf te evalueren.

 

Veel leerplezier!


Opdrachten

Open bestand Werkdocument Welke wind waait uit het westen?

Beantwoord eerst de vragen bij "Wat weet jij al?"

Bekijk daarna de 3 creatieve opdrachten hieronder over de windroos.

Kies de opdracht die je het meest aanspreekt, of waar je het meest van denkt te leren. Of durf jij te kiezen voor een opdracht waarbij je iets moet doen of maken wat je nog nooit hebt gedaan?

 

Opdracht A: Collage met windrozen

Eindproduct: Collage

 

Opdracht B: Muurkrant over het Scheepvaartmuseum

Eindproduct: Muurkrant

 

Opdracht C: Een windroos T-shirt ontwerp

Eindproduct: Product (T-shirt) of ontwerp

 

Tip: Wil je meer opdrachten maken? Laat deze leeractiviteit dan nogmaals toekennen in Acadin door je begeleider.

Wat weet je al?

Wat weet jij al over de windroos?

Na het beantwoorden van de vragen heb je voldoende basiskennis om aan de door jou gekozen opdracht te kunnen beginnen.

 

Opdracht 1:

Met hoeveel graden komt zuidoost overeen, met welke windrichting 225 graden?

 

Opdracht 2:

Als er in een weerpraatje gezegd wordt dat er een zuidwestenwind staat, waar waait de wind dan naartoe?


Opdracht 3:

Beredeneer waarom de volgende bedrijven de bedrijfsnaam ‘Windroos’ gekozen hebben:

  • Basisschool
  • Begeleidingsdienst voor jongeren met psychische klachten
  • Makelaar
  • Reisbureau
  • Paardenrusthuis

Bij welk soort bedrijf vind jij de naam het beste passen? Beschrijf waarom.
Bij welk bedrijf past volgens jou de naam het minst goed? Beschrijf waarom.

A: Collage met windrozen

Opdracht: Collage met windrozen

Eindproduct: Collage

Bij deze opdracht maak je een collage van windrozen.

MI: Visueel-ruimtelijk

 

Benodigdheden:

  • tijdschriften
  • lijm
  • schaar
  • groot vel papier of karton


 

Stap 3: Bedenk en maak

Verzamel zo veel mogelijk afbeeldingen van windrozen of producten waar windrozen op staan. Denk bijvoorbeeld ook aan logo's van bedrijven.

Scheur de afbeeldingen uit of knip ze uit. Rangschik ze en plak ze op een groot vel papier of karton. Maak er een mooie collage van!

Wil je meer weten over het maken van een collage? Kijk dan bij de wijzer 'Een collage maken'.

 

Stap 5: Presenteer

Hang je collage op een goed zichtbare plek in de klas of op school op.

B: Muurkrant over het Scheepvaartmuseum

Opdracht: Muurkrant over het Scheepvaartmuseum

Eindproduct: Muurkrant

Bij deze opdracht maak je een muurkrant over het nieuwe glazen dak van het Scheepvaartmuseum.

MI: Visueel-ruimtelijk, Verbaal-linguïstisch

 

Benodigdheden:

  • papier
  • tijdschriften of kranten
  • computer
  • printer

 

Stap 2: Zoek informatie en bestudeer

Het Scheepvaartmuseum heeft in 2011 een glazen dak gekregen met de vorm van een windroos erin. Zoek op Internet 'kranten' artikelen over het nieuwe dak en de heropening van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.

 

Stap 3: Bedenk en maak

Maak van alle informatie die je gevonden hebt een muurkrant of knipselkrant. Schrijf eventueel ook zelf een artikel.

Wil je meer weten over het maken van een knipselkrant of muurkrant? Bekijk dan de Wijzers 'Een knipselkrant maken' of 'Een muurkrant maken'.

 

Stap 5: Presenteer

Maak reclame voor je knipselkrant of muurkrant. Zorg ervoor dat de hele klas het gaat lezen!

C: Een windroos T-shirt ontwerp

Opdracht: Ontwerp een T-shirt met een windroos

Eindproduct: Product (T-shirt) of ontwerp

Bij deze opdracht maak je een T-shirt met jouw eigen ontwerp van een windroos.

MI: Visueel-ruimtelijk 

 

Benodigdheden:

  • T-shirt
  • Textielverf of textielstiften
  • Eventueel Textiel transfer papier

 

Stap 2: Zoek informatie en bestudeer

Zoek zoveel mogelijk afbeeldingen op van een windroos. Bedenk welk (deel van) de windroos jij wilt gebruiken in jouw ontwerp.

 

Stap 3: Bedenk en maak

Ontwerp een T-shirt met (delen van) een windroos erop. Maak eerst schetsen. Neem dan een T-shirt mee van huis en teken jouw ontwerp op je eigen T-shirt. Gebruik hiervoor textielstiften.

Je kunt je ontwerp ook op de computer maken. Je hebt dan een textiel-transfer nodig om de print op je T-shirt te strijken. Bekijk wat de mogelijkheden zijn thuis of op school.

 

Stap 5: Presenteer

Laat je T-shirt zien in de klas. Doen meer leerlingen deze opdracht? Organiseer dan een modeshow om alle T-shirts te laten zien.


Evaluatie

Klaar met de door jou gekozen opdracht? Sta dan eens stil bij het onderwerp en bij wat je geleerd hebt. Bedenk wat je anderen kunt leren en kijk vooruit naar wat je nog meer wilt leren.

 

Wat vind je van het onderwerp? 

  1. Het onderwerp van deze leeractiviteit vind ik …
    omdat  …
  2. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ...
  3. Ik wil nog wel andere leeractiviteiten doen over dit onderwerp JA/NEE

 

Wat heb je van deze opdracht geleerd?

  1. Het belangrijkste wat ik nieuw geleerd heb in deze leeractiviteit is …
  2. Het leukste onderdeel van deze opdracht vind ik ...
  3. De belangrijkste vaardigheid die ik voor mijzelf verbeterd heb met deze leeractiviteit is …

 

Wat kun je anderen leren? 

  1. Wat andere leerlingen zouden moeten weten over dit onderwerp is …
  2. Wat ik in deze leeractiviteit zelf geleerd heb kan ik overdragen aan de klas door ...
  3. Mijn onderwerp is geschikt voor een presentatie aan jongere leerlingen JA/NEE

 

Wat wil je nog meer leren? 

  1. Wat ik nog wil weten over dit onderwerp is …
    omdat  …
  2. Een vaardigheid die ik nog verder wil verbeteren is  …
  3. Ik wil deze vaardigheid verbeteren door ...

Theorie

In dit deel vind je informatie over het onderwerp van deze leeractiviteit.

Bekijk en lees de informatie goed. Het helpt je bij de uitvoering van de opdrachten.

Hoe werkt een kompas?

Zeevaarders en piloten gebruiken een kompas om de juiste richting te zoeken en de houden. Mensen die speur- en verkenningstochten maken op het land, doen dat soms ook, vooral als het donker of mistig is of als het uitzicht door bergen of bossen wordt belemmerd. Ieder kompas heeft een kompasnaald. Die draait rond in een doosje genaamd kompashuis, boven een wijzerplaat. Op de wijzerplaat staat een wind- of kompasroos. Daar staan de windrichtingen op of je kunt de richting aflezen in graden. Meestal gaat de schaal van 0 tot 360 graden. Het noorden is dan gelijk aan 0 graden, het oosten aan 90, het zuiden aan 180 en het westen aan 270 graden. Van de naald wijst één punt altijd naar het noorden. Je kunt dus altijd zien waar het noorden is en in welke richting het schip of het vliegtuig reist of in welke richting je loopt. Om dat nauwkeurig te kunnen doen, moet de wijzerplaat plat liggen of recht hangen. Het kompashuis zit in een kast waar een richtingzoeker aan vastzit. Hiermee kun je de richting die je volgt of wilt meten bepalen als de noordpunt van het kompas naar het noorden wijst.

Piloten, zeevaarders en mensen die een tocht over land maken gebruiken het kompas samen met een kaart van het gebied waar ze hun reis maken. Op die kaart geven ze de plaats aan waar ze vertrekken en de plaats waar ze naar toe willen gaan. Daartussenin trekken ze een lijn die een hoek maakt met de lijn die van noord naar zuid loopt. Met het kompas meten ze die hoek om na te gaan waar ze heen moeten. Onderweg gaan ze soms na of ze nog steeds de goede richting volgen, vooral als ze om grote hindernissen (bergen bijvoorbeeld) heen hebben moeten gaan. Ze gaan na waar ze zijn aan de hand van de afstand die ze hebben afgelegd en de richting die ze daarbij hebben gevolgd. De plaats waar ze zijn wordt op de kaart aangegeven. Van daaruit zetten ze een nieuwe koers uit naar de plaats waar ze willen zijn.

Een kompas: hoe werkt een kompas?

De kompasnaald wijst niet precies naar het noorden maar een klein stukje ernaast. Op alle kompassen is op de wijzerplaat een punt aangegeven vlakbij de punt van het noorden of 0 graden. Als de naald precies naar dat punt wijst, dan wijst het punt waar Noord of 0 graden bij staat precies naar het noorden. Als een kompasnaald in het midden aan een touwtje wordt opgehangen, gaat de naald niet alleen naar het noorden wijzen, maar ook schuin naar beneden.

Kaarten maken en gebruiken

Landkaarten maken gaat nu veel sneller dan vroeger. Vroeger werd het land opgemeten door landmeters. Uit hun metingen werden dan kaarten afgeleid. Voor het opmeten van een gebied van 8 bij 8 kilometer moesten vijf mensen vijf weken werken. Als de kaart af was, moest nog gecontroleerd worden of alles klopte.
Vanaf 1931 worden kaarten met behulp van luchtfoto’s gemaakt. Veertig jaar later gaan kaartenmakers ook satellietfoto’s gebruiken. Hieronder zie je een satellietfoto en een topografische kaart van hetzelfde gebied.

Een overzichtskaart: vind je weg met een kaart

Meer informatie

Meer informatie vind je op de volgende websites:


Het Scheepvaartmuseum.

Schooltv weekjournaal met item over het Scheepvaartmuseum

Afsluiting

Wil je meer weten over de windroos, het kompas of de scheepvaart? Zoek binnen Acadin dan in deze reeks ook eens de leeractiviteiten over:

  • Het kompas
  • Magneten
  • Piet Hein
  • Havens
  • Bontekoe
  • Landkaarten

Voor de leerkracht

Open bestand Handleiding Welke wind waait uit het westen?

Criteria bij de beoordeling:

 

Opdracht A: Collage met windrozen

  • Is de collage netjes afgewerkt?
  • Laat de collage meerdere verschillende stijlen van windrozen zien?
  • Is de stijl van de collage (knippen of scheuren) consistent doorgevoerd?

 

Opdracht B: Muurkrant over het scheepvaartmuseum

  • Is duidelijk wat het thema van de muurkrant is?
  • Is de muurkrant netjes afgewerkt?
  • Zijn alle teksten leesbaar?
  • Staan er ook plaatjes op de muurkrant?


Opdracht C: Een windroos T-shirt ontwerp

  • Herken je de windroos in het ontwerp?
  • Is het ontwerp netjes gepresenteerd?
  • Spreekt het kleurgebruik van het ontwerp aan?

 

Bronvermelding

Deze leeractiviteit is speciaal ontwikkeld voor gebruik binnen Acadin, dé digitale leeromgeving voor talentvolle leerlingen in het basisonderwijs.

Deze leeractiviteit is gebaseerd op de lesbrieven 'Het kompas' en 'Havens - en de reis van Bontekoe' uit de serie Per Dag Wijzer, uitgegeven door het Centrum voor Mondiaal Onderwijs (CMO) in samenwerking met Kennisnet.