23 Onderwijsdingen

23 Onderwijsdingen

Inleiding

Oefenmaterie voor de Wikiwijs training

Bron: www.23onderwijsdingen.nl

23 Onderwijsdingen biedt docenten een uitgelezen kans om aansluiting te vinden bij de (beleef)wereld van leerlingen. De meest gebruikte toepassingen die tegenwoordig gebruikt worden, komen tijdens de cursus uitvoerig aan de orde. Docenten, mediathecarissen en andere enthousiaste deelnemers krijgen uitgebreid de kans om in hun eigen tempo de verschillende Dingen te ontdekken en uit te proberen.

Het doorlopen van de cursus zorgt er bovendien voor dat je middelen in handen krijgt om de kennis die je hebt opgedaan toe te passen in de praktijk. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om wijzigingen in het lesrooster te automatiseren, het online bijhouden en corrigeren van werkstukken of het opzetten van een eigen wiki. De mogelijkheden van de cursus zijn eindeloos aangezien de deelnemers juist ook worden uitgenodigd om zelf na te denken over mogelijke toepassingen met betrekking tot hun eigen werkzaamheden.

Vrijwel de gehele bibliotheeksector in Nederland heeft 23 Dingen, de versie voor de bibliotheeksector, inmiddels doorlopen of doet dit momenteel vol enthousiasme. Het wordt nu dus hoog tijd voor het onderwijs om ook te beginnen aan hun digitale ontdekkingsreis!

De cursus
De cursus wordt inmiddels aangeboden via deze openbare cursussite en via scholing. Onder ‘Blogs’ zie je de eenpitters. Dit zijn mensen die deze cursus zelfstandig zijn gestart. Kijk maar eens op deze blogs!

Door middel van scholing bij de bibliotheek is deze cursus ook te volgen. Je volgt deze cursus in een speciale, besloten cursussite in groepsverband. Verschillende leerkrachten in het Voortgezet Onderwijs en mediathecarissen hebben de cursus afgerond. De looptijd is doorgaans een periode van vijf maanden, waarbij de groep 2 á 5 maal bij elkaar komt. Maar het is ook mogelijk om dit in overleg in te korten. Voor informatie over het programma en de wijze waarop je school kunt deelnemen kun je een mail sturen aan 23onderwijsdingen@gmail.com of contact opnemen met je eigen bibliotheek.

Het programma van 23dingen, de bibliotheekversie, kun je hier bekijken.

Om je alvast een beeld te geven van een aantal enthousiastelingen uit het werkveld kun je via deze pagina eens kijken wat een groot aantal edubloggers (webloggers die bloggen over het educatieve werkveld) schrijven. Wie weet maakt het je enthousiast om alvast van start te gaan.

 

Mediawijsheid

Sinds minister Plasterk begin 2008 aankondigde dat leerlingen op school meer en beter les behoren te krijgen over internet en het verantwoord gebruik ervan, neemt de betekenis van het begrip ‘mediawijsheid’ toe.
Voor Openbare Bibliotheken en het onderwijs is een grote en belangrijke rol weggelegd om burgers (en dus ook kinderen) op een bewuste manier om te leren gaan met media.

Maar wat is ‘mediawijsheid’ nou eigenlijk? De definitie van de Raad voor Cultuur in hun advies (leestip: p.1-5 en 25-30) in 2005 luidde: ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Deze definitie legt de noodzaak en het doel van mediawijsheid niet in de omgang met de media zelf, maar in het kunnen participeren in het maatschappelijke proces. Opdat men in die wereld actief kan opereren. Mediawijsheid is een zaak voor iedereen. Overal waar media gemaakt of gebruikt wordt, zou aandacht moeten zijn. Daarnaast heeft mediawijsheid alles te maken met geletterd zijn.

‘De rol en functie van taal en communicatie veranderen de laatste decennia sterk onder invloed van televisie, internet en mobiele communicatie. Deze aard van veranderingen voor geletterdheid is vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst in de middeleeuwen.’ Prof. Dr J. van der Horst, taalhistoricus KU Leuven. Congres Onze Taal 2007.??

Mediawijsheid : typografische animatie door Michael Spaans

Docenten worden gestimuleerd om in hun lessen aandacht te besteden aan mediawijsheid. Uiteindelijk gaat het erom dat leerlingen kritischer kijken naar informatie die zij vinden op het internet, zien op televisie en horen op de radio. Dat zij vaardiger worden in het gebruik van internet en computers en beter leren zoeken naar informatie. Maar ook dat zij zich bewust zijn van de mogelijke gevaren die op de loer liggen op sociale netwerksites en wat er met je gegevens kan gebeuren die je invult op een formulier op het web. Het denken over de manieren waarop dat moet gaan gebeuren is nog volop in ontwikkeling. Veel organisaties zijn hiermee bezig.

Het Expertisecentrum Mediawijsheid dat door de minister is opgericht, bundelt initiatieven en organisaties die zich op dit terrein actief opstellen.

Extra

Mediawijsheid vraagt om begeleiding en het aanscherpen van normen en waarden. Kinderen moeten leren hun grenzen aan te geven, zijn virtuele vrienden echte vrienden? Welke filmpjes zijn geschikt om te plaatsen op Youtube? Hoe gedraag je je op internet? Internetten is vaak een individuele bezigheid, maar toch sociaal. Het grootste verschil met het schoolplein is dat kinderen alleen achter het beeldscherm zitten en soms niet weten wie er daadwerkelijk aan de andere kant zit.

Mediagebruik en internetten gebeurt op school, maar nog veel meer in de thuissituatie. Het is een gedeelde opvoeding tussen school en ouders.

Het rapport Bits & Bites van Walrave, ook opgenomen bij de achtergrondinformatie, omschrijft de specifieke problemen van cyberpesten. Cyberpesten gebeurt via mogelijkheden van internet, maar ook pesten via mobiele telefonie mag niet vergeten worden.

Cyberpesters kunnen niet altijd geïdentificeerd worden omwille van hun anonimiteit en / of identiteitsvervalsing. In Vlaanderen kent 48,5 van de online slachtoffers hun belagers niet. Ook buitenlands onderzoek bevestigt dit. Vroeger, en nu nog steeds, was de fysieke interactie tussen pester en gepeste een vereiste om te kunnen pesten. Deze ‘beperking’ is vandaag niet langer aan de orde.

Gepeste leerlingen vormen hierdoor 24/7, waar ze ook maar via computer of gsm bereikbaar zijn, een target voor cyberpesters. Een ander opvallend feit is dat het non-verbale aspect ontbreekt. Het bijgevolg is dat het voor het slachtoffer moeilijk uit te maken is of het om een misplaatste grap of echte pesterijen gaat. Verder durven kinderen, maar ook volwassenen, extremer te schrijven in e-mails en sms of via de chat.??

Leesvoer


Ontdekoefening


  1. Schrijf een bericht waarin je jouw mening geeft over de rol van mediawijsheid als onderdeel van de dagelijkse schoolpraktijk.
  2. In Nederland geeft 20% aan één of meerdere keren per maand slachtoffer te zijn van cyberpesten. (Vives 2011). Verrast het percentage of denk je er anders over. Heb je in jouw rol ervaring met cyberpestgedrag van leerlingen?

Internetbronnen

The Whole Internet Truth

Informatievaardigheden hebben we nodig om een bepaalde taak of klus uit te voeren op school, werk, in het dagelijkse leven, en om blijvend te leren en onszelf te ontwikkelen. Informatievaardigheden helpen ons om niet te verdwalen in het grote aanbod aan informatie.

Informatievaardigheden gaat over omgaan met informatie. En dat wordt heel breed opgevat. Allereerst gaat het om het herkennen van een informatiebehoefte en het formuleren van een zo specifiek mogelijke informatievraag, gevolgd door het selecteren van bronnen, die de benodigde informatie op kunnen leveren. Kennis over deze bronnen en de manieren waarop je in deze bronnen kunt zoeken zijn belangrijk voor een geslaagde zoekactie. Verder gaat het over een kritische beoordeling van de gevonden informatie op bruikbaarheid, kwaliteit en betrouwbaarheid en de verwerking van deze informatie.

Vormen

Informatie is beschikbaar in verschillende vormen: persoonlijke ervaringen, boeken, onderzoeksverslagen, krantenberichten, weblogs, tijdschriftartikelen, (bibliografische) bestanden en nog veel meer. Sommige van deze bronnen zijn online, sommige helpen je om verdere informatie te vinden (“hulpbronnen”). Welke bronnen geschikt zijn, hangt af van het soort informatie dat je wilt vinden.

Als je op zoek bent naar een boek over een bepaald onderwerp, raadpleeg je de catalogus van de bibliotheek. Boeken zijn niet meer alleen beschikbaar op papier, maar ook online te raadplegen. Verder zijn veel boeken of stukken eruit gratis beschikbaar als gevolg van grote digitaliseringsprojecten, bijv. Google Book Search.

Weblogs zijn vrij goede informatiebronnen, omdat de schrijvers van weblogs de intentie hebben hun lezers te informeren over nieuwe ontwikkelingen, congressen die bezocht zijn, artikelen of boeken die gelezen zijn en daar graag hun mening over geven. Zoekmachines om naar informatie in weblogs te zoeken zijn TechnoratiAsken Google Blogsearch.

Wiki’s kunnen goede bronnen zijn. De bekendste is Wikipedia, wat een populaire informatiebron is bij scholieren. Veel docenten zijn sceptisch over Wikipedia, omdat de kwaliteit per lemma verschilt. Over het algemeen geldt voor encyclopedieën, en Wikipedia in het bijzonder, dat ze zeer geschikt zijn als startliteratuur of naslagwerk, maar het moet nooit de enige geraadpleegde bron zijn.

Betrouwbaarheid

Bij de keuze van bronnen moet je letten op de betrouwbaarheid en kwaliteit ervan. Informatie in wetenschappelijke boeken, tijdschriften en rapporten is geselecteerd en gecontroleerd op kwaliteit. Uitgevers en editors van tijdschriften hebben een reputatie hoog te houden en zullen elk artikel voorleggen aan vakgenoten, die de kwaliteit van de tekst en het beschreven onderzoek beoordelen. Dit proces wordt ‘peer review’ genoemd.

Voor websites en weblogs bestaat zo’n peer review proces niet. Iedereen kan informatie op internet zetten en dat wordt met de dag makkelijker. Om te beoordelen hoe betrouwbaar en goed de informatie van webbronnen is, zijn er vier criteria waar je op kunt letten:

  1. Accuratesse
    Zijn de gegevens te verifiëren, is na te gaan wie de auteur is en is te zien op welke bronnen de tekst gebaseerd is?
  2. Objectiviteit
    Wat voor soort informatie is het: feiten, meningen of propaganda? Waarom is de informatie op internet gezet en voor welke doelgroep? Wordt de website gesponsord?
  3. Autoriteit
    Wie heeft de informatie geschreven en is die persoon of organisatie een expert op dat gebied? Wordt er veel verwezen naar deze site?
    Informatie over de auteur of organisatie vind je op de homepage of in het About-gedeelte van de website. Ook het internetadres kan informatie geven.
  4. Actualiteit
    Wanneer was de informatie geschreven en voor het laatst gewijzigd? Zijn er veel dode links? Klopt de informatie nog wel of is die inmiddels achterhaald?
    Wees er bedacht op, dat als de datum op een website vandaag is, de datum waarschijnlijk gegenereerd is door een script en dus niet de werkelijke publicatiedatum. Bij sommige websites kun je de datum van laatste wijziging achterhalen door javascript:alert (document.lastModified) te typen in de adresbalk.

Extra

Wikipedia heeft een overlegpagina. Deze pagina’s maken het mogelijk dat mensen met elkaar kunnen discussiëren over een artikel. Iedereen kan reageren, jij ook. Wikipedia houdt de pagina’s in de gaten, maar het kan voorkomen dat er iets staat wat niet klopt en deze informatie er lang blijft staan. Wikipedia heeft last van ‘vandalisme’, zoals onzinberichten. Daar zijn de overlegpagina’s voor bedoeld. Op elke pagina is een tab ‘overleg’ te vinden, linksboven naast ‘artikel’. Het is heel zinvol om bij artikelen de overlegpagina te bekijken. Waar zijn mensen het bijvoorbeeld niet over eens? Staat er twijfelachtige informatie op Wikipedia???

Leesvoer

 

Ontdekoefening

 

  1. Onderzoek wat er aan informatievaardigheden gedaan wordt in jouw instelling en in welke vakken dit aan bod komt. Blog over je bevindingen.
  2. Breng een bezoek een de bibliotheek of de mediatheek op school. Wist je dat je daar veel externe bronnen online kunt raadplegen? Blog over de meest interessante databanken/ externe bronnen.

Informatie halen

 

Op het internet staat onwijs veel informatie. Deze informatie staat op verschillende sites en in verschillende vormen: webpagina’s, PDF-bestanden, filmpjes op Youtube, blogberichten en nog veel meer. Deze informatie wordt er door verschillende mensen, instanties of bedrijven opgezet. Elke dag en elke minuut komt er nieuwe informatie bij. Die informatie kan ontzettend handig zijn.

Je hebt vast wel een lijst van favoriete websites die je dagelijks (of regelmatig) bezoekt om op de hoogte te blijven van alle nieuwste ontwikkelingen. Dat kost enorm veel tijd en soms was er geen nieuws op de site ofwel kwam je te laat en bleek een artikel geen nieuwswaarde meer voor je te hebben. Of het blijkt dat er nog meer interessante sites bijkomen over je hobby of over een nichtje die een wereldreis maakt. Je kunt deze sites elke dag bekijken om op de hoogte te blijven. Er is een snellere en slimmere manier.

RSS

Om altijd op de hoogte te blijven van veranderingen op deze site, is het goed om je te abonneren op de RSS feed. RSS staat voor ‘Really Simple Syndication’. RSS kun je inzetten wanneer je meteen informatie wil over onderwerpen die jou interesseren. De berichten waarop je je kunt abonneren heten RSSfeeds. Om te abonneren heb je een feedlezer nodig. Bekend zijn Pageflakes, het Nederlandse Symbaloo Google Reader en Netvibes.
In deze cursus maken we gebruik van Google Reader (gReader). Je hebt al een Google account aangemaakt. Wil je liever een andere reader gebruiken? Ga je gang!

Om optimaal gebruik te maken van RSS neem je het lezen van de feeds op in je dagelijkse routine. Blijf ook kritisch en bepaal regelmatig of de ontvangen feeds nog wel zinvol voor je zijn. Het regelmatig opschonen van RSS-abonnementen wordt aangeraden.

Je brengt orde aan in je RSS reader door bijvoorbeeld rubrieken aan te maken.

  • ‘Nieuws’ (ieder dagblad heeft RSS!)
  • ‘Privé’ (Marktplaats, de weblog van een kennis, je (sport)vereniging)
  • ‘Vaknieuws’. Wellicht tref je een RSS feed aan bij je vakorganisatie, een wetenschapssite, tijdschrift of een organisatie als ‘Beter Onderwijs Nederland

Extra

Weblogs in het onderwijs
Nu je weet wat RSS is, kun je op zoek gaan naar interessante feeds.

De onderwijssector kent een groot aantal actieve webloggers die het volgen zeker waard zijn. Door het lezen van hun weblogs word je in korte tijd en vooral ‘op tijd’ geïnformeerd over ontwikkelingen op onderwijs- en ICT-gebied. Doordat bloggers over het algemeen goed zijn met verwijzingen, kun je altijd nog de broninformatie vinden als je zelf een bericht over een onderwerp wilt schrijven.

De bekendste weblogs op onderwijsgebied op een rij:

Leesvoer

 

Ontdekoefening

 

  1. Gebruik Google Reader. Bekijk het filmpje van Lee LeFever bij de achtergrondinformatie.
  2. Bekijk enkele van de genoemde Edublogs.
  3. Voeg drie RSS feeds toe aan je Google Reader account. Het enige wat je hoeft te doen, is op zoek te gaan naar het RSS symbool, de onderliggende snelkoppeling te kopiëren en deze vervolgens te plakken in Google Reader. Dit doe je door op de knop ‘feed toevoegen’ te klikken.
  4. Voeg ook de RSS feeds toe van deze 23 Onderwijsdingen site, zodat je weet wanneer er nieuwe berichten zijn verschenen. Abonneer je daarnaast op je mede-cursisten.
  5. Schrijf een blogbericht over je ontdekkingen en maak links naar andere weblogs. Ook zijn we benieuwd naar je mening over weblogs voor het gebruik op school.
  • Het arrangement 23 Onderwijsdingen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    onbekend onbekend
    Laatst gewijzigd
    2012-02-16 10:34:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    in 23 doe-oefeningen kennis maken met sociale media
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VWO 2; VO; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 4; HAVO 1; VMBO theoretische leerweg, 4; VWO 6; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 5; Praktijkonderwijs; VWO 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; HAVO 2; VMBO gemengde leerweg, 4; VWO 5; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Informatica;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten
    Trefwoorden
    23 dingen, individu, maatschappij, mediawijsheid, rss, sociale media, studie en beroepsomgeving, toepassing in samenhang, web 2.0, wetenschap en technologie

    Bronnen

    Bron Type
    Mediawijsheid : typografische animatie door Michael Spaans
    https://youtu.be/qLE12WW8cj0
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.