Wat is dat voor vogel?
Inleiding
Een gewone straat. Daar vind je nauwelijks planten en dieren. In een rand langs een weggetje is meer afwisseling.
Daar kan een muis prima leven. En een torenvalk eet muizen. Dus: een torenvalk op straat? Die weet wel beter.
Met deze webquest ga je op zoek naar informatie over de torenvalk en zijn leefgebied. Hieronder zie je een filmpje over de torenvalk.
Taak
Je gaat onderzoeken hoe de torenvalk leeft en hoe hij afhankelijk is van zijn omgeving.
Je zoekt antwoorden op 3 van de volgende hoofdvragen en voegt daar een eigen onderzoeksvraag aan toe.
- Waar leeft de torenvalk vooral van?
- In wat voor soort omgeving woont hij graag?
- Leven torenvalken in groepen?
- Wat voor nest maakt een torenvalk?
- Blijft de torenvalk het hele jaar in ons land?
Je kunt er ook nog een eigen onderzoeksvraag aan toe voegen.
De antwoorden zoek je op in verschillende bronnen:
het internet, de schoolbibliotheek of andere bronnen gebruiken.
Met de antwoorden maak je een werkstuk.
Je weet dan hoe de torenvalk leeft en hoe hij afhankelijk is van zijn omgeving.
Werkwijze
Om deze webquest te maken ga je het volgende doen:
- Informatie en plaatjes verzamelen over de torenvalk
- Verslag of werkstuk maken
- Inleveren
Stap 1: informatie en plaatjes verzamelen
- Bekijk de verschillende bronnen.
- Verzamel informatie en plaatjes. Let er op dat je straks antwoord kunt geven op de vijf hoofdvragen van deze webquest zie taak ).
- Je kunt ook eigen vragen toevoegen en daar informatie over zoeken.
Stap 2: werkstuk maken
- Bedenk een passende titel (dat kun je ook later doen).
- Maak een indeling in hoofdstukken. Let hierbij op de hoofdvragen van de webquest.
- Maak je werkstuk. Zorg voor een goede afwisseling tussen tekst en plaatjes. Zorg ervoor dat de plaatjes goed bij de tekst passen.
- Controleer je tekst op spelling, grammatica en schrijfstijl. Neem niet letterlijk tekst van internet over.
Stap 3: Inleveren
- Controleer eerst of je werkstuk voldoet aan de eisen (zie beoordeling).
- Lever je werkstuk in bij je leerkracht, juf of meester.
Bronnen
Je zoekt antwoorden op de volgende hoofdvragen:
- Waar leeft de torenvalk vooral van?
- In wat voor soort omgeving woont hij graag?
- Leven torenvalken in groepen?
- Wat voor nest maakt een torenvalk?
- Blijft de torenvalk het hele jaar in ons land?
- Je eigen vraag
Hier staan een paar sites waar je kunt rondneuzen om antwoorden te vinden:
Spreekbeurt over de torenvalk
De torenvalk als roofdier
Soortenbank
Braakballen
Wikiwijs.nl (Widget)
Als je nog meer te weten wilt komen, kun je ook in de schoolbibliotheek zoeken naar informatie.
Terugblik
Misschien vind je het leuk om meer roofvogels te bekijken. Dan is deze site een tip:
Valkerij
Of misschien ben je geïnteresseerd in vogels in het algemeen. Je kunt dan zelf nog eens op zoek gaan op Internet.
Docentenpagina
Diversen
|
In deze Webquest maken de leerlingen een werkstuk over de torenvalk, waarin zij de belangrijkste kenmerken van deze vogel leren. Daarnaast leren leerlingen meer over de eisen die de torenvalk aan zijn omgeving stelt.
|
Vakgebied
|
Natuuronderwijs en Taal
|
Leerdoel 1
|
Vragen correct beantwoorden
|
Leerdoel 2
|
informatie verzamelen, verwerken en verbanden aangeven. Kennis opdoen van natuurlijke verschijnselen.
|
Leerdoel 3
|
Hoofdzaken van een informatieve tekst weergeven. Meningsvorming en op basis van informatie een werkstuk maken
|
Type Webquest
|
Kortlopend, alleen of een kleine groep
|
Tijdsduur
|
2 - 3 uur
|
Aandachtspunten voor de beoordeling
|
Voor de beoordeling kunt u gebruik maken van het schema. Het eindproduct wordt vooral beoordeeld op:
- schrijfstijl, spelling en grammatica;
|
Materialen
|
- Computer met internetaansluiting;
- Materialen voor het maken van een werkstuk (geschreven of op de computer);
- Mogelijkheid tot digitale opslag voor het bewaren van teksten en plaatjes.
|
Toelichting WebQuestonderdelen
|
Inleiding
Voor de inleiding kunt u verschillende aanleidingen zoeken. Een krantenbericht, een bericht op internet of een vraag van een leerling.
Opdracht
Als de leerlingen weinig ervaring hebben met het maken van een webquest, is het handig om vooraf de onderdelen opdracht en handelingen toe te lichten. Dan weten leerlingen precies wat er van hen wordt verwacht.
Handelingen
Het is van belang om leerlingen zich aan de volgorde van de stappen te laten houden. Laat ze even een werkplan en/of taakverdeling maken.
Bronnen
Bij het bekijken van de bronnen is het goed dat leerlingen terug kunnen grijpen op de hoofdvragen van de webquest. Laat ze die apart noteren of de vragen even printen. Wellicht heeft u standaard afspraken en aanwijzingen voor het maken van een werkstuk. Herinner leerlingen hier weer aan (hoofdstukken, spelling en grammatica, afwisseling tekst en plaatjes).
Beoordeling
Het schema biedt u een handreiking voor de beoordeling. Het kan interessant zijn om de leerling ook het eigen werkstuk met het schema te laten beoordelen. Als u beide beoordelingen naast elkaar legt en bespreekt kan er bij de leerling meer inzicht ontstaan in sterke en zwakke kanten.
Afsluiting
Koppel de beoordeling zo snel mogelijk terug naar de leerling om de leeropbrengst vast te stellen.
Alternatieve verwerkingsopdrachten
U kunt de leerlingen ook een verslag laten maken, een spreekbeurt laten samenstellen of een Powerpoint presentatie laten houden. Wellicht kunt u eens een valkenier in de klas laten komen.
|
Tot slot
|
Op- en aanmerkingen, aanvullingen en suggesties zijn van harte welkom. De kwaliteit van deze webquest kan hiermee verbeterd worden.
|
Beoordeling
- bij 10 - 13 punten is het resultaat goed
- bij 14 en meer punten is het resultaat goed en kan misschien zelfs als voorbeeld dienen.
|
Onvoldoende
(1 punt)
|
Gemiddeld
(2 punten)
|
Goed werk
(3 punten)
|
Score 1, 2 of 3
|
Informatie
|
Het werkstuk informeert de lezer onvoldoende over het onderwerp.
|
Het werkstuk informeert de lezer voldoende over het onderwerp.
|
Het werkstuk informeert de lezer uitgebreid over het onderwerp.
|
|
Hoofdvragen
|
Het werkstuk geeft antwoord op één van de vijf hoofdvragen.
|
Het werkstuk geeft antwoord op drie van de vijf hoofdvragen.
|
Het werkstuk geeft antwoord op alle vijf hoofdvragen.
|
|
Eigen vraag
|
er is geen eigen vraag aan het werkstuk toegevoegd.
|
er is één eigen vraag aan het werkstuk toegevoegd.
|
er zijn twee eigen vragen aan het werkstuk toegevoegd.
|
|
Schrijfstijl
|
Het werkstuk is niet prettig om te lezen. De opbouw van het verhaal is niet helder.
|
Het werkstuk is goed te lezen. De opbouw van het verhaal had beter gekund.
|
Het werkstuk was prettig te lezen. Het verhaal is goed opgebouwd.
|
|
Spelling/grammatica
|
Het werkstuk bevat nog veel taal- en grammaticafouten.
|
Het werkstuk bevat weinig taal- en grammatica fouten.
|
Het werkstuk bevat nauwelijks taal- en grammatica fouten.
|
|
Totaalscore
|
|
|