Webquest
-
Onderwerp
China
-
Schooltype
VMBO
-
Doelgroep
Niveau 1 & 2
-
Vakgebieden
Overig
-
Aantal personen
4 leerlingen
-
Totale tijd
5 tot 10 klokuren
?
1. Inleiding
China, een magisch land in het verre oosten. Het is een land waar je niet snel aan denkt. China is 240 keer groter dan Nederland en er wonen ongeveer 1338 miljoen mensen!
China liep in de geschiedenis altijd voor op andere landen. Toen wij in Nederland nog achter bizons aanrenden, hadden de Chinezen al papier gemaakt en dachten na over de zin van het leven. Dit maakt China een interessant land om eens goed te bekijken.
Met hulp van deze webquest ga je kennis maken met China en ga je iets leren over de geschiedenis, de cultuur, de economie en de geografie/topografie van dit magische land.
?
2. Taak
Opdracht 1: Het werkstuk.
Elke leerling zal zelfstandig een onderwerp gaan bestuderen. Dit gebeurt aan de hand van drie leervragen waar antwoord op moet worden gegeven. Jullie moeten zelf beslissen wie welk onderwerp gaat doen, lukt dit niet dan helpt de docent mee. De vier onderwerpen met leervragen zijn:
1. De geschiedenis van China.
- China was van 221 voor christus tot 1911 na christus een keizerrijk, een hele lange tijd dus. Deze lange tijd kan je verdelen in verschillende dynastieën. Leg in deze eerste vraag de volgende woorden uit: Keizerrijk en Dynastie. Vertel hierna kort wat over de eerste dynastie van China.
- In 1912 kwam er dus een einde aan het keizerrijk. China kreeg een nieuwe naam, de Republiek China. Deze Republiek was helemaal niet zo'n mooie tijd, waarom niet? ?
- In 1928 kwam er een einde aan de Republiek China, de naam werd veranderd naar Volksrepubliek China en de bekendste man was Mao Zedong. Wie was Mao Zedong?
2. De cultuur van China.
- De Chinese draak is een echt Chinees figuur die in veel verhalen voorkwam. Schrijf een stukje over de Chinese draak en maak er een (serieuze) tekening van.
- Er zijn in China heel veel bekende volksverhalen. Zoek er twee uit en vertel ze in je eigen woorden.
- In China is er de één kind politiek, wat betekend dit? Waarom is dit?
3. De economie van China.
- In heel veel producten staat "made in China". Zoek zelf vijf producten op die je thuis hebt liggen waar made in China opstaat. Schrijf deze op en schrijf waarom je denkt dat er veel producten in China worden gemaakt?
- Het gaat steeds beter met de Chinese economie. Maar dit kan ook voor gevaren zorgen, noem er drie en leg ze uit.
- Vroeger ging het niet zo goed met de Chinese economie. De president Mao Zedong wilde het land opbouwen door de campagne "De grote sprong voorwaarts". Wat hield deze campagne in?
4. De geografie en de topografie van China.
- In China zijn er een andere klimaten dan in Nederland. Zoek uit welke soorten klimaat China heeft, leg deze klimaten goed uit aan de hand van voorbeelden.
- De Yangtze is de langste rivier van China. Zoek uit waar deze rivier precies stroomt en welke planten (2) en dieren (2) je langs de rivier zou kunnen zien.
- Wat is de hoofdstad van China? Noem drie parken, gebouwen of bekende plaatsen die je hier zou willen zien, vertel hier ook iets over.
Opdracht 2: De presentatie.
Als je klaar bent met je verslag dan ga je de presentatie voorbereiden. Elke groep doet een presentatie over alle vier de onderwerpen. De bedoeling is om één leervraag over je onderwerp te kiezen en daar iets over te vertellen.
Elke groep moet iets kunnen laten zien over hun land. Dit kan een PowerPoint presentatie zijn, maar ook een poster over het land, een product of speciaal geld uit het land wat jullie groepje heeft. Als je een ander idee hebt overleg dit even met de docent.
?
3. Werkwijze
Om de hele opdracht duidelijk te maken is er gekozen voor een verdeling is verschillende stappen. Volg de juiste stappen om te zorgen dat je niets vergeet.
Stap 1)
Lees de inleiding.
Stap 2)
Kijk met je groep naar de verschillende onderwerpen, de geschiedenis van China, de cultuur van China, de economie van China en de geografie/ topografie van China. Iedereen kiest een onderwerp uit, doe dit in overleg met de docent.
Stap 3)
Lees de opdracht goed door, vooral de leervragen over jouw onderwerp. Als je een leervraag niet begrijpt vraag dan je groepsgenoten om hulp. Als je er nog niet uit komt dan vraag je het aan je docent.
Stap 4)
Kijk bij de informatie bronnen voor informatie over jouw onderwerp. Hier staat alles in wat je moet weten. Soms staan er stukjes tekst, maar er kunnen ook websites staan waar je op moet klikken. Let er goed op dat je wel werkt aan jouw leervraag, dus lees de informatie goed.
Stap 5)
Als je klaar bent met je verslag is het de bedoeling dat je gaat werken aan je presentatie. Bespreek met je groepje hoe jullie de presentatie gaan doen. Bedenk daarna wat je wilt gaan vertellen (dus kies één of twee leervragen uit). Als iedereen in het groepje dit heeft gedaan gaan jullie de presentatie oefenen.
Stap 6)
Als het verslag en de presentatie af zijn dan ga je een Terugblik schrijven. Neem de vragen die in de terugblik staan over en geef hier antwoord op.
Stap 7)
Voordat je het verslag uitprint en de presentatie gaat geven kijk dan in het beoordelingsschema of je alles hebt gedaan wat er in het schema staat. Alle punten die in het schema staan moeten te vinden zijn in jullie verslag of in jullie presentatie.
?
4. Bronnen
De Geschiedenis van China.
China, een land wat al duizenden jaren bestaat. China was vroeger een keizerrijk met 16 verschillende dynastieën, ook wel vorstenhuizen genoemd. De eerste dynastie was de Qin Dynastie, vanaf 221 voor christus. De eerste keizer van China was Qin Shi Huangdi, hij zorgde ervoor dat China één groot rijk werd. Keizer Qin vond het heel belangrijk dat mensen hard werkten, boeken vond hij maar nutteloos. Daarom liet hij alle boeken verbranden. Ook was deze keizer erg paranoia, hij was bang voor iedereen en had daarom spionnen in dienst. Wel was deze keizer erg belangrijk, want hij liet de Chinese muur bouwen. Toen deze keizer stierf kreeg hij beelden van krijgers mee, om hem in het hiernamaals te beschermen. Er werden 9099 beelden in zijn graf gezet, dit terracotta leger was enorm groot.
Toen Qin overleden was kwamen er nog heel wat verschillende dynastieën. Maar in 1900 begon de macht van de keizer af te brokkelen. Er was een hele jonge keizer aan de macht en de mensen waren hier niet blij mee. Er waren veel oorlogen in het rijk en het was tijd voor opstand. In 1912 riep Sun Jat-sen de Republiek China uit, hij benoemde zichzelf tot president. Maar het ging helemaal niet zo goed met deze Republiek China, de eerste wereldoorlog brak uit en China besloot om Frankrijk te gaan helpen. Na deze oorlog werd het nog chaotischer in China, er brak een tijd aan van krijgsheren. Deze krijgsheren waren mannen die de baas waren over een gebied, ze wilden hun gebied uitbreiden dus ze raakten allemaal in oorlog met elkaar. In 1925 kwam er een einde aan deze vervelende periode. Chiang Kai- Shek versloeg deze krijsheren en werd de nieuwe president. Chiang Kai-Shek had een hekel aan het communisme dus hij regeerde het land op zijn eigen manier. Er kwam hierdoor een burgeroorlog tussen de communisten en de niet-communisten.
De groep communisten was niet blij met Chiang Kai-Shek en wilde van hem af. De communisten luisteren allemaal naar de praatjes van een man genaamd Mao Zedong. Hij wilde dat er goed voor de boeren werd gezorgd en dat alle bedrijven van de staat zouden worden. Iedereen moest gelijk zijn. Chiang Kai-Shek voelt nattigheid en besluit te vluchten, in 1949 neemt Mao Zedong de macht over en wordt president. Mao Zedong veranderd de naam naar De Volksrepubliek China. Mao was erg bang om ook weg gejaagd te worden door mensen die ook graag macht zouden willen hebben. Om te zorgen dat dit niet zou gebeuren moesten mensen gaan werken in een Danwei (een leef en werk gemeenschap, soort dorp). Als mensen hier samen zouden zijn, kon hij ze makkelijk controleren. Mao kwam met allerlei vreemde acties om te zorgen dat China een goede economie zou krijgen. Eén van zijn acties was de grote mussenactie. Hij vond dat mussen een plaag waren, want ze aten het graan op. Hij riep iedereen op om alle mussen dood te schieten. Maar mussen eten insecten, en toen kwam er een grote insectenplaag. Miljoenen mensen stierven van de honger. In 1976 overleed Mao.
http://www.g-h.be/nl_dynasty25.html
http://www.geledraak.nl/html/page176.asp
De cultuur van China.
Overal in de wereld heeft men een eigen cultuur, ook China heeft een eigen cultuur. Elk land heeft zijn eigen symbolen die ze belangrijk vinden. In China is dit belangrijke symbool een draak. De draak staat voor geluk en ziet er in China heel anders uit dan hoe wij de draak kennen. De Chinese draak spuugt geen vuur en ze hebben geen vleugels. Ze kunnen vliegen door het gebruiken van magie, ook kunnen ze onzichtbaar worden. Een groot verschil dus met de Westerse draken. Ook zijn er volksverhalen geschreven over draken, want Chinezen vinden volksverhalen erg belangrijk.
Niet alleen de verhalen in China zijn anders dan in Nederland. In China kennen ze nog iets wat wij in Nederland niet hebben, de één kind politiek. Dit betekend dat elke Han-Chinees (92% van de bevolking) maar één kind mag hebben. Als je een tweede kind krijgt pleeg je een strafbaar feit. Dit is ook de rede waarom er veel kinderen uit China worden geadopteerd.
http://home.tiscali.nl/adoptie/chinachild/eenkindpolitiek.html
http://www.beleven.org/verhalen/thema/china
De economie van China
Heel veel producten die we elke dag gebruiken zijn "Made in China". Denk maar aan speelgoed, elektronica en kleding. Overal zie je dat er veel producten uit China komen, maar waarom komen er zoveel producten uit China? In China zijn de lonen van de arbeiders laag. Als de lonen van de arbeiders laag zijn, dan hoeft een baas van een fabriek daar niet zoveel geld aan te besteden, dus worden de producten goedkoper. China kan hierdoor veel producten exporteren en dit zorgt ervoor dat het steeds beter gaat met de Chinese economie. Maar als een land te snel groeit kan het ook voor problemen zorgen, er zijn drie grote problemen in China.:
1. In China is er een groot verschil tussen het platteland en de steden. De mensen die op het platteland wonen willen ook rijker worden en hierdoor komen ze in opstand.
2. In China zijn er niet genoeg grondstoffen voor alle fabrieken, dus de fabrieken kunnen niet op 100% draaien.
3. Ook is er in China niet genoeg energie om alle fabrieken goed te laten draaien. Hierdoor wilt China werken aan waterenergie en worden er grote dammen gebouwd. Hierdoor moeten veel mensen het huis uit, ook is het slecht voor het milieu.
Maar vroeger ging het helemaal niet zo goed met de Chinese economie. In 1949 toen Mao Zedong aan de macht kwam veranderde het land compleet (zie Geschiedenis China). Mao Zedong was een machtige man die China wilde veranderen. Hij wilde van China een rijk land maken. Dit deed hij met verschillende campagnes. Een van die campagnes was "De grote sprong voorwaarts", in 1958. Deze campagne was een vijf jaren plan en bestond uit verschillende acties. Hij zorgde ervoor dat mensen in grote groepen gingen wonen en samen moesten gaan werken om het land op te bouwen. Hij liet mensen in groepen werken, want als iemand dan iets achter wilde houden, werd hij verraden door de rest. De twee belangrijkste acties van deze campagne waren: de staal productie van het land verhogen (en dus kunnen verkopen aan het buitenland) en zorgen voor een betere landbouw. Mao dacht dat hij de staalproductie kon verhogen door alle mensen oventjes te geven. Als mensen dan een oventje hadden moesten ze hier alles in gooien om te verbranden, denk aan deurknoppen en bestek. Al dit staal zou dan worden opgehaald en dat was dan voor de overheid. Mao dacht er niet aan, dat wanneer je verschillende soorten staal bij elkaar gooit dit niet werkt. Want allerlei soorten staal bij elkaar wordt een vieze plakzooi die je niet kan gebruiken. Ook wilde hij zorgen voor een betere landbouw. Mao had een hekel aan mussen, want die eten graan. Hij riep alle mensen op om alle mussen dood te schieten. Toen mensen dit deden waren er nog heel weinig mussen, maar mussen eten insecten. Toen kwam er een grote insectenplaag en werd het graan als nog opgegeten. Door deze campagne stierven er tussen 1959 en 1962 heel veel mensen, er wordt geschat op 20 tot 43 miljoen mensen.
http://www.kennislink.nl/publicaties/made-in-china-1
http://www.voorbeginners.info/china/economie.htm
http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/26599997/
De geografie en topografie van China.
In Nederland hebben we een zeeklimaat, maar in China is dit anders. China is een heel groot land waar het klimaat verschilt. Zo is het in het noorden erg koud, maar in het zuiden tropisch warm. Er zijn in China drie klimaten duidelijk te vinden. In de meeste gebieden in China is januari de koudste maand en juli is de warmste maand.
Naast klimaat is er in China ook een mooi landschap te vinden met dieren, planten en rivieren. De rivier waar de Chinezen het meest trots op zijn is de Yangtze. Dit is een rivier van 6380 kilometer lang! Langs de Yangtze liggen veel verschillende plaatsen, bijvoorbeeld de grote stad Sjanghai. Als je op de Yangtze vaart dan vaar je door de regenwouden. Hier zijn veel planten en dieren te zien. Er leven hier veel bedreigde diersoorten, verschillende dieren zijn: de panda, de sneeuwpanter, olifanten, de civet kat en heel veel soorten apen. Ook zijn er veel soorten planten en bomen. Zo groeien in de Chinese regenwouden bananenbomen en bamboe, maar ook kan je er lianen zien, waar de apen aan slingeren.
De hoofdstad van China is Peking, hier wonen ruim 15 miljoen mensen. Het is een enorm grote stad, maar ook een belangrijke stad. Peking is heel belangrijk omdat hier veel spoorwegen en snelwegen samen komen. In Peking is er heel veel te bekijken, zo is er bijvoorbeeld de verboden stad. Deze plaats is al honderden jaren oud, omdat hier de keizers vroeger het land bestuurden. Het heette de verboden stad omdat de gewone mensen er niet mochten komen, het was alleen voor de keizer en zijn bedienden.
http://www.vwkweb.nl/cms/index.php?option=com_content&task=view&id=152
http://www.evd.nl/zoeken/showbouwsteen.asp?bstnum=850&location
http://chinareis.marionbutcher.nl/yangtze.html
http://www.landenweb.net/china/planten/
?
5. Beoordeling
Verslag
Waar moet je op letten in het verslag?
|
Punten.
|
1. Is het totaalverslag netjes?
- Overal zelfde lettertype.
- Leuke plaatjes?
- Overzichtelijk met:
* Begin pagina met de namen.
* Voorwoord, over het onderwerp en de groep.
* Inhoudsopgave.
* Vier hoofdstukken met de leervragen.
* Terugblik
* Literatuurlijst: met websites en boeken.
|
20
|
2. Is er duidelijk antwoord gegeven op de leervragen?
- Elke leervraag minimaal een halve bladzijde.
- Is het geschreven in je eigen taal?
|
60
(15 punten per onderwerp)
|
3. Is er gebruik gemaakt van verschillende bronnen?
- Heb je naast de informatie op de webquest nog andere websites of boeken gebruikt?
|
10
|
4. Heeft iedereen (individueel) antwoord gegeven op de vragen in de terugblik?
|
10
|
De punten die je hebt gehaald worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door 10.
Presentatie.
Waar moet je op letten bij de presentatie?
|
Punten.
|
1. Is de informatie duidelijk verteld?
- Zit er een duidelijke lijn in het verhaal?
- Hoe is de houding voor de klas?
|
50
|
2. Wat heeft de groep laten zien over het land?
|
20
|
3. Was de presentatie leerzaam voor de rest van de groep?
|
30
|
De punten die je hebt gehaald worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door 10.
?
6. Terugblik
Bij de terugblik gaat het om een paar vragen die je gaat beantwoorden als je klaar bent met je verslag. Deze vragen en de antwoorden komen ook in je verslag.
1. Hoe vond je de opdracht?
2. Wat heb je van de opdracht geleerd?
3. Hoe ging de samenwerking in je groepje?
4. Wat vond je van de vragen die bij je onderwerp horen?
?
7. Docentpagina
Doelgroep:
Leerlingen M&M, kgt jaar 2.
Lestijd:
Drie lessen van 100 minuten.
Wat is het onderwerp van de webquest?
De webquest gaat over China. Aan de hand van vier onderwerpen maken de leerlingen kennis met het land. De vier onderwerpen zijn: de geschiedenis van China, de cultuur van China, de economie van China en de geografie/topografie van China.
Wat weten en kunnen de leerlingen al?
De leerlingen hebben in jaar 1 een wereldmarkt gehad waarbij ze in aanraking kwamen met aspecten van verschillende landen. Verder hebben de leerlingen nooit les gehad over China. Wel hebben ze klimaten over de hele wereld behandeld.
Wat wil je dat de leerlingen na afloop van de webquest geleerd hebben?
- Leerlingen kennen de globale geschiedenis van China, ze weten dat er drie belangrijke periodes zijn: de keizertijd, de republiek en de communistische volksrepubliek.
- De leerlingen herkennen een Chinese draak.
- De leerlingen weten wat de één kind politiek is.
- De leerlingen weten dat de Chinese economie groeit en dat deze in het verleden minder ontwikkeld was.
- De leerlingen begrijpen dat economische groei gevolgen heeft (sociaal en milieu).
- De leerlingen weten wat de hoofdstad is van China en wat hier te zien is.
-De leerlingen kunnen uitleggen wat de Yangtze is en welke planten en dieren er te vinden zijn langs de rivier.
Vakdidactische leerpunten:
- De leerlingen zijn in staat samenwerkend tot een totaalverslag te komen.
- De leerlingen zijn in staat informatie te verwerken tot hun eigen woorden.
- De leerlingen leren planmatig te werken.
- De leerlingen leren keuzes te maken.
- De leerlingen kunnen als groep een korte presentatie opzetten.
Didactische verantwoording.
De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met de webquest. Alle informatie is op de webquest te vinden. Als leerlingen vragen hebben kunnen ze terecht bij de docent, maar ze proberen er eerst als groep uit te komen. Begeleid de leerlingen op planmatige manier, zorg dat ze doelgericht aan het werk gaan. De docent kan volgens het beoordelingsschema nakijken. China vond ik een belangrijk land voor de kinderen aangezien China een enorme economische groei laat zien en ze op deze manier ook kennis maken met een "nieuw" land.
?