Geniet jij van de winter?

Geniet jij van de winter?

Inleiding

Elk jaar bestaat uit de kringloop van seizoenen. Altijd heeft de mens overgang van de seizoenen gevierd. Ieder seizoen heeft invloed op het leven van plant, dier en mens. Hoewel veel mensen minder afhankelijk van de natuur geworden zijn, geeft ieder seizoen toch een ander gevoel. In deze les willen we je laten nadenken over de veranderingen in de natuur en het dagelijks leven, die in de winter plaatsvinden. Daarnaast krijg je uitleg en informatie over enkele opvallende winterverschijnselen.

 

Wat ga je doen? 

Je gaat opdrachten doen over het winterweer, bomen, dieren en vogels in de winter.

 

Met hoeveel personen?

Je doet deze opdracht alleen of met een groepje.

Wat ga je leren?

Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:

 

Je weet ... 

  • de loop van de seizoenen.
  • het verband tussen de seizoenen en de lengte van de dagen.
  • dat seizoenen en klimaat niet overal op de wereld hetzelfde zijn.
  • dat in de natuur planten en dieren zich aanpassen bij het naderen van de winter.
  • algemene zaken over bomen en vogels in de winter.

 

Je kunt ... 

  • veranderingen van de natuur in eigen omgeving waarnemen.

 

Wat heb je nodig?

Benodigdheden

Bij de opdrachten gebruik je de volgende materialen:

  • computer met internet
  • papier
  • tekenmaterialen

 

Wijzers

  • Een woordweb maken
  • Een muurkrant maken
  • Een folder of brochure maken
  • Een (PowerPoint) presentatie maken


Benodigde tijd

Ongeveer 4 uur.

 

Aanpak

Bij deze leeractiviteit ga je als volgt te werk:

 

1. Download het werkdocument bij de opdrachten, sla het op en open het in Word.

 

2. Lees de opdrachten bij deze leeractiviteit goed.

 

3. Bekijk de informatie bij de opdrachten in het onderdeel 'Theorie' of zoek verder op internet in de websites bij 'Meer informatie'.

 

4. Verwerk je antwoorden op de opdrachten zoveel mogelijk in het werkdocument. Dit kan in tekst en door het invoegen van afbeeldingen, tabellen en grafieken. Maak ook gebruik van foto's en scans om alles wat je doet digitaal in het werkdocument te kunnen opslaan.

 

5. Kijk als je klaar bent nog even terug hoe alles is gegaan. Beantwoord de vragen bij 'Evaluatie'. Deze staan ook in je werkdocument.

 

6. Upload jouw werkdocument in Acadin of lever dit in bij je leerkracht.

 

 

 

Veel leerplezier!

 

Opdrachten

In dit deel staan de opdrachten bij deze leeractiviteit.

  • Lees de opdrachten zorgvuldig.
  • Maak bij het uitvoeren van de opdracht gebruik van de informatie bij het onderdeel 'Theorie'.
  • Download het werkdocument om de antwoorden van de opdrachten in te verwerken.
     

Open bestand Werkdocument Geniet jij van de winter?

1. Winter

1.1

Tel op een kalender na hoeveel dagen de winter dit jaar duurt. Let op of het een schrikkeljaar is.


1.2

Waaraan denk je bij het woord winter? Schrijf alle woorden op die bij je opkomen als je het woord winter hoort. Doe dit in de vorm van een woordweb.

Wil je meer weten over het maken van een woordweb? Bekijk dan de Handige Hulp 'Een woordweb maken'.


IJssculpturen - Hoe worden beelden van ijs gemaakt?

1.3

Bekijk de video over het maken van ijssculpturen. Wat zou jij maken van ijs? Beschrijf of teken jouw ijssculptuur.

 

1.4

Heb je wel eens gehoord van een ijshotel? Zoek zoveel mogelijk getallen op bij het ijshotel. Zoek bijvoorbeeld op waar een ijshotel staat, hoe lang ze er aan bouwen, hoeveel kilo ijs ze gebruiken, hoeveel mensen eraan werken, hoeveel gasten er komen, hoe duur het is, hoe lang je er naartoe reist vanuit Nederland. Geef bij de getallen ook aan waar je deze hebt gevonden.

 

1.5

Kijk goed naar het plaatje hiernaast. Schrijf er een kort verhaal over. Denk daarvoor eerst aan de volgende dingen:

  • Wie zijn de personen op de slee?
  • Hoe begint het verhaal?
  • Hoe eindigt het verhaal?

 

2. Winterweer

2.1

Wat is de overeenkomst tussen ijs, ijzel, sneeuw, regen en hagel?

 

2.2

Bedenk en teken kleine icoontjes voor ijs, ijzel, sneeuw, regen en hagel.

Welke vond jij het moeilijkste om te tekenen? Leg uit waarom.

Welke vond jij het makkelijkste om te tekenen? Leg uit waarom.

 

2.3

Bekijk het weerbericht in de krant of op internet.

In welke landen sneeuwt het?

In welke landen vriest het?

Is er ergens storm of onweer?

 

2.4

Verzamel recente nieuwsberichten over het winterweer, bijvoorbeeld sneeuwval of ijzel, of over ingestorte daken door de sneeuw, of wegen die niet begaanbaar zijn. Maak (samen) een muurkrant met leuke sneeuwberichten en een met vervelende sneeuwberichten.

Wil je meer weten over het maken van een muurkrant? Bekijk dan de Handige Hulp 'Een muurkrant maken'.

 

2.5

Als het weer kouder wordt, gaan we ons anders kleden. Wat is het verschil tussen winter- en zomerkleding?

Noem nu 5 typische winterkledingstukken en 5 typische zomerkledingstukken.

 

3. Dieren in de winter

3.1

Zoek op wat de volgende dieren doen in de winter:

  • eekhoorn
  • muis
  • vleermuis
  • mol
  • egel
  • vlinder
  • worm
  • insect naar keuze

Kies één dier uit als je alleen werkt. Werk je in een groepje? Kies dan elk een ander dier uit.

Maak een (Powerpoint)presentatie van de informatie die je over het dier gevonden hebt.

Wil je meer weten over het maken van een presentatie? Bekijk dan de Handige Hulp 'Een (PowerPoint) presentatie maken'.

 

3.2

Wat is het nut van een dikke en witte vacht voor dieren die in de sneeuw leven?

Ken je meer dieren die zich aanpassen aan hun omgeving? Schrijf de naam van het dier op en beschrijf hoe het zich aanpast.

 

3.3

Bekijk de onderstaande video van Little snow bear.

Schrijf zoveel mogelijk Engelse woorden uit het verhaal op. Schrijf de Nederlandse vertaling naast het Engelse woord.

Little snow bear - Where is the sun?

3.4

Zoek afbeeldingen van drie van de volgende vogelsoorten op. Als je in een groepje werkt kun je de soorten verdelen.

  • Grutto
  • Ooievaar
  • Zwaluw
  • Gans
  • Eend
  • Roodborstje
  • Mees
  • Merel
  • Mus
  • Spreeuw

 

 

Evaluatie

Klaar met alle opdrachten? Beantwoord dan kort de evaluatievragen in je werkdocument!

 

Wat vind je van het onderwerp? 

  1. Het onderwerp van deze leeractiviteit vind ik …
    omdat  …
  2. Ik wil nog wel andere leeractiviteiten doen over dit onderwerp JA/NEE

Wat vind je van de opdrachten?

  1. De opdrachten bij deze les zijn HEEL LEUK/LEUK/MINDER LEUK om te doen,
    omdat  …
  2. De leukste opdracht vind ik  …
    omdat  …
  3. Een minder leuke opdracht vind ik  …
    omdat …
  4. Mijn favoriete opdracht is …
    omdat  …
  5. De moeilijkste opdracht is  …
    omdat  …
  6. De makkelijkste opdracht is …
    omdat  …

Wat heb je van deze opdrachten geleerd?

  1. Het belangrijkste wat ik nieuw geleerd heb in deze leeractiviteit vind ik …
  2. Wat ik nog wil weten over dit onderwerp is …
  3. De belangrijkste vaardigheid die ik voor mijzelf verbeterd heb met deze leeractiviteit is …
  4. Een vaardigheid die ik nog verder wil verbeteren is  …
    en dat wil ik doen door  …

Theorie

In dit deel vind je informatie over het onderwerp van deze leeractiviteit.

Bekijk en lees de informatie goed. Het helpt je bij de uitvoering van de opdrachten.

Het begin van de winter

Vanaf 21 juni worden de dagen weer langzaam korter. De zomer duurt tot 22 of 23 september. Dan zijn de dag en de nacht overal even lang. Met andere woorden: het is even lang licht als donker (allebei 12 uur).

Bij het begin van de winter (21 of 22 december) is de dag het kortst en dus de nacht het langst. De zon komt dan op om 08.46 uur en gaat om 16.30 uur onder. De dag duurt dan slechts 7 uren en 44 minuten. De nacht is maar liefst 16 uren en 16 minuten.

Daarna worden de dagen weer langzaam langer tot 21 juni, het begin van de zomer. Bij het begin van de lente (19, 20 of 21 maart) zijn dag en nacht weer even lang.

De aardbol

De seizoenen zijn niet overal op de wereld hetzelfde. Op het zuidelijk halfrond zijn de seizoenen precies omgekeerd als bij ons. Als het in Zuid-Afrika zomer wordt, begint in Noord-Europa de winter. Dit komt door de baan van de aarde om de zon en door de schuine stand van de aardas. De aardas is de lijn die loopt van Noord- naar Zuidpool. De evenaar is de cirkel over de aarde die precies tussen de Noordpool en de Zuidpool loopt. Het gebied ten noorden van de evenaar noemt men het noordelijk halfrond. Het gebied dat ten zuiden van de evenaar ligt, noemt men het zuidelijk halfrond.

Omdat de zon minder hoog komt en korter schijnt, is het in de winter kouder dan in de zomer. Als je heel ver naar het noorden gaat, naar het noorden van Noorwegen bijvoorbeeld, is het ’s winters helemaal niet meer licht. Nog verder naar het noorden, is het altijd winter. Het is daar altijd koud, en er is altijd sneeuw en ijs.

Dag en nacht: waarom is het 's winters langer donker?

 

Winterweetje

In Australië en Nieuw- Zeeland begint in december de zomer. Op kerstavond gaan de mensen de hele avond buiten zitten en wordt er gebarbecued. Een witte kerst zit er voor hen dus niet in. Maar toch zingen ze ook daar liedjes over een witte kerst. En ook daar versieren ze de kerstboom met namaaksneeuw.

Bekijk nu de video: Zomer in Australië – Als het bij ons winter is.

Winterweer

In de winter kan het behoorlijk koud worden. Als het zo koud is dat het water buiten in ijs verandert, dan zeggen we dat het vriest. Ook zeggen we dat de temperatuur onder nul graden is. De weerman op tv zegt dan bijvoorbeeld: "Morgen is het een koude dag, de temperatuur ligt tussen de min 2 en min 6 graden".

Als het koud is en het waait erg hard, dan voelt het extra koud aan. Men zegt dan dat de gevoels­temperatuur heel laag is.


Hoe ontstaat sneeuw?

In een wolk zit water­damp. Dit zijn piepkleine waterdruppeltjes. Als het plotseling gaat vriezen, veranderen die waterdruppeltjes in hele kleine ijsnaaldjes. Op weg naar beneden blijven deze naaldjes kleven aan stofdeeltjes (zandkorrels, rook- of asdeeltjes) die in de lucht zweven. Hierdoor vormen zich kristallen, een soort sneeuwsterren. Deze sterren kunnen allerlei vormen hebben, maar ze zijn altijd zespuntig.

Wanneer het waait, klitten de sneeuwsterren, op hun weg naar de aarde, samen en vormen een vlok. Zo'n vlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes. Zie het als een kussen vol veren met lucht ertussen. Vlokken zijn onregelmatig, klein of groot, maar wanneer het windstil is, dwarrelen ze één voor één naar beneden.

Als sneeuw smelt - Doe een proefje!

 

Hagel

Hagelstenen zijn stukjes ijs die heel hoog in de wolken ontstaan. Heel hoog, bijvoorbeeld hoger dan 7500 meter, vriest het bijna altijd, ook in de zomer. Hagel kan in alle seizoenen voorkomen.

Hagel gaat vaak samen met onweer. Wanneer het voor een onweersbui erg warm is, stijgt de wind krachtig op. Daardoor worden wolken die op 1, 2 of 3 kilometer hoogte drijven, plotseling door wervelwinden omhoog geblazen tot een hoogte van wel 15 kilometer. De waterdruppels in de wolken bevriezen en klonteren samen en dat worden dan hagelstenen. Nu heb je kleine, maar ook hele grote hagelstenen en dit heeft te maken met de hoogte van de wolken. Hoe hoger de wind de wolken geblazen heeft, hoe groter de hagelstenen zijn. Echt grote hagelstenen komen alleen in de zomer voor.

IJzel

IJzel ontstaat vaak aan het eind van een vorstperiode. Er zijn dan twee luchtlagen; in de onderste luchtlaag vriest het, in de bovenste luchtlaag zitten warme regenwolken. De regen daaruit heeft niet genoeg tijd om te bevriezen. Zodra de regen op koude voorwerpen of de bodem valt, bevriest deze. Er vormt zich een doorzichtig laag ijs. Erg gevaarlijk dus. Bij ijzel gebeuren er altijd veel on­gelukken.

Bomen in de winter

Er zijn bomen met bladeren en er zijn bomen met naalden. De bomen met bladeren worden loofbomen genoemd. De bomen met naalden heten naaldbomen. De meeste loofbomen verliezen in de herfst hun bladeren. De naaldbomen blijven groen. Sommige soorten naaldbomen worden als kerstboom gebruikt.

In de winter zijn de meeste loofbomen dus kaal. Je kunt dan alle takken en takjes goed zien. Ook zie je de knoppen waaruit in het voorjaar nieuwe takjes, bladeren of bloemen (of bloesem) groeien.


Weetjes

  • Bladeren maken zuurstof zolang ze groen zijn, maar zorgen er ook voor dat veel water verdampt. Door de koude in de winter zuigt de boom bijna geen water meer op uit de bodem. Als de boom zijn bladeren zou houden in de winter, zou al het vocht verdampen. De boom zou sterven!
  • Op de plaats waar het blad afbreekt van de twijg, ontstaat een kurklaagje. Zo blijft het vocht in de boom. De boom is dan klaar voor de winter.

Naaldbomen: ze zijn de hele winter groen

Dieren in de winter

Als de winter nadert, passen de dieren zich aan. Sommige dieren krijgen een dikkere vacht. Dieren die in de sneeuw leven krijgen bovendien een witte vacht.

Eekhoorns, hamsters, muizen en bevers leggen voedselvoorraden voor de winter aan. Egels, vleermuizen, marmotten en mollen houden een winterslaap. Vogels en sommige vlindersoorten gaan naar warmere gebieden. Insecten en wormen kruipen diep onder de grond. Daar komt de vorst niet.

Bekijk onderstaande video's over dieren in de winter: de egel en de vleermuis.


Egel op jacht - Lekker vet de winter in.

Vleermuizen in winterslaap: De hele winter hangen ze op hun kop!

Vogels in de winter

Veel vogelsoorten trekken naar het warme zuiden. Bijvoorbeeld grutto’s, ooievaars en zwaluwen.

Er zijn vogels die hier het hele jaar blijven. Ook zijn er vogels die vanuit het koude noorden in Nederland overwinteren. Bijvoorbeeld ganzen, eenden, rood­borstjes en mezen. De meest voorkomende vogels in de winter zijn merels, mussen en spreeuwen.

Vogels zijn warmbloedig. Dat wil zeggen dat ze hun lichaamstemperatuur gelijk blijft als het kouder wordt. Om zo weinig mogelijk warmte te verliezen, hebben ze een heerlijk warm verenpak. Bovendien kunnen zij hun veren uitzetten, zodat er een isolatielaag van lucht tussen de veren ontstaat. Maar hoe kleiner de vogel is, hoe sneller hij zijn warmte verliest en des te meer hij 's winters zal moeten eten om te overleven.

Er is heel wat brandstof nodig om zo'n vogellijf 's winters op temperatuur te houden. Een kleine vogel moet als het koud is iedere dag wel twee keer zoveel eten als hij zelf weegt. Als het vriest en er een dik pak sneeuw ligt, hebben veel vogels moeite om aan genoeg eten te komen. Daarom helpen veel mensen de vogels een handje door ze bij te voeren.

Meer informatie

Nog meer informatie vind je op de volgende websites:

 

KNMI - Website van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Designedtoat - Plaatjes/clipart over het winterweer


Nu.nl - vrouw zet vlinder op vliegtuig
Opmerkelijk bericht over een vrouw die per vliegtuig een vlinder naar het Zuiden brengt om te overwinteren.

Verdieping

Bij deze leeractiviteit horen de volgende verdiepingsarrangementen:

  • Hoe creatief ben jij in de winter?
  • Hoe sportief ben jij in de winter?
  • Welk dier doe jij het beste na?

 

Wil je meer weten over de seizoenen of de winter? Zoek binnen Acadin dan ook eens de leeractiviteiten over:

  • Lente
  • Zomer
  • Herfst
  • Elfstedentocht
  • Kerstmis
  • Kerst
  • Het weer

Voor de leerkracht

Handleiding bij deze leeractiviteit:

 

Open bestand Handleiding Geniet jij van de winter?

Bronvermelding

Deze leeractiviteit is speciaal ontwikkeld voor gebruik binnen Acadin, dé digitale leeromgeving voor talentvolle leerlingen in het basisonderwijs.


Deze leeractiviteit is gebaseerd op de lesbrief 'Winter' uit de serie Per Dag Wijzer, uitgegeven door het Centrum voor Mondiaal Onderwijs (CMO) in samenwerking met Kennisnet.


 

 

Afbeeldingen

• http://www.kidsdomain.com/clip/index.html
http://www.designedtoat.com/weather2.shtml 
http://www.biologie.uni-hamburg.de/b-online/birds/regengl.htm
http://digitalmedia.fws.gov/