Talententraject CineKid

Talententraject CineKid

Inleiding

De CinekidStudio is een website waarop je zelf korte films kunt maken. Met verschillende programma’s is het mogelijk tekeningen, filmpjes, tekenfilms, stop motion animatie, geluidsmixen en montages te maken. Daar ga je de komende tijd mee aan de slag.

 

Wat ga je doen?

In de komende vijf lessen word je opgeleid tot CinekidStudio Talent. Je leert zelf met de CinekidStudio werken in doe opdrachten. In de doe opdrachten ga je een korte film maken van maximaal drie minuten. Je kunt in CinekidStudio voor verschillende technieken kiezen: gewone film, stop motion animatie of tekenfilm. Daarnaast leer je ook hoe je de programma’s uit de studio aan andere kinderen uit kunt leggen in leren presenteren opdrachten.


Met hoeveel personen?

Je kunt in tweetallen werken of zelfstandig. Als je in tweetallen werkt, let er dan op dat je het werk eerlijk verdeeld en goede afspraken maakt over wie wat doet.

Wat ga je leren?

Door het uitvoeren van deze leeractiviteit leer je het volgende:

  • Je leert werken met de programma's uit CinekidStudio.
  • Je leert over de techniek en werking van bewegendbeeld door zelf een korte film te maken.
  • Je leert hoe je de programma's uit CinekidStudio aan anderen uit kunt leggen.

Wat heb je nodig?

Benodigdheden

Bij de opdrachten heb je naast de computer de volgende algemene materialen nodig:

  • Computer met internetverbinding(als je samenwerkt één computer per twee leerlingen)
  • Eén webcam per computer
  • Speelgoed (Lego, klei of Playmobil)
  • Afdrukken van het leerlingenblad -> Kijk bij het begin van de opdrachten

 

Benodigde tijd

Ongeveer 10 uur.

Aanpak

Bij deze leeractiviteit ga je als volgt te werk:

  1. De opdrachten zijn verdeeld in vijf lessen. Begin met les 1 en doe ze in de juiste volgorde.
  2. Lees de opdrachten bij elke les goed.
  3. Bij de opdrachten werk je met de programma's in Cinekidstudio. Maak je eigen CinekidStudio aan op www.cinekidstudio.nl, klik op 'maak je eigen CinekidStudio', vul je gegevens in en klik op versturen. Je kunt daarna meteen inloggen.
  4. Kijk voor uitleg en extra informatie bij de opdrachten in het onderdeel 'Theorie'.
  5. Kijk als je klaar bent nog even terug hoe alles is gegaan.
  6. Zorg dat de links naar je opdrachtresultaten op een pagina in de eindpresentatie komen te staan.
  7. Upload je eindpresentatie in Acadin of lever dit in bij je leerkracht.

 

Veel leerplezier!

Opdrachten

Je kunt de opdrachten ook downloaden.

Klik hiervoor op:

Open bestand Leerlingenhandleiding workshop talententraject CinekidStudio

 

Voor je eigen filmpje maak je een storyboard. Druk zoveel exemplaren van het lege storyboard af als je nodig hebt.

Open bestand Lege storyboardpagina

 

Tip

Als je er even niet uitkomt, kun je in de uitgebreide CinekidStudio handleiding kijken. Ook is er in ieder programma een help-knop. In de help wordt stap voor stap uitgelegd hoe de knoppen werken.

Kom je er echt niet uit? Mail je vraag dan naar de redactie van CinekidStudio, via redactie@cinekid.nl.

1. Introductie

Deze eerste les maak je kennis met de TekenFilmMaker en de FilmMakers in CinekidStudio. Je kunt met deze programma's van alles maken: tekenfilms, gewone filmpjes, videoclips en stop motion films. Ook leer je in deze les over verhalen en hoe deze in films gemaakt worden.

 

LEREN PRESENTEREN 1: DE TEKENFILMMAKER ONTDEKKEN

Voordat je de programma's uit CinekidStudio aan andere kinderen uit kunt leggen, is het belangrijk dat je ze zelf goed leert kennen. Oefen in deze opdracht met de TekenFilmMaker en kijk of je begrijpt wat je met de verschillende knoppen kunt doen. Probeer een groep aan te maken van verschillende objecten en laat iets bewegen.

Maak tijdens je ontdekkingstocht aantekeningen van de dingen die je opvallen. Misschien zijn er wel knoppen waar je zelf moeite mee hebt. Of ontdek je een handig trucje.

 

LEREN PRESENTEREN 2: DE FILMMAKERS ONTDEKKEN

In de FotoMaker, FotoFilmmaker, FlitsFilmMaker en FilmpjesMaker werk je met een webcam. Ga naar de FotoFilmMaker en maak een eenvoudig stop motion-filmpje met speelgoed (bijvoorbeeld met LEGO, klei of PLAYMOBIL). Wissel rustige en snelle momenten af. Hierdoor wordt het spannender voor de kijker. Laat iets ook eens helemaal stilstaan. Vraag je af wat je hoofdpersoon denkt. Misschien kun je dat zelfs laten zien. Voor tien seconden film heb je wel vijftig foto’s nodig, dus maak het niet te lang.

Maak ook nu weer aantekeningen van dingen die je kunt gebruiken in je eigen CinekidStudio les.

 

DOEN: BEDENK EEN VERHAAL

Maak in deze opdracht eerst een opzet van het verhaal voor je film. Help jezelf op weg door naar je eigen favoriete verhalen te kijken.

  • Wat is de kern van deze verhalen?
  • Wat is het doel van het personage?
  • Wat zijn de obstakels die moeten worden overwonnen?

Denk van hieruit verder en maak je eigen verhaal. Verzin ook een hoofdpersonage en bedenk wat hij of zij wil bereiken.

Maak een lijstje met eigenschappen, bijvoorbeeld: naam, leeftijd, woonplaats, beroep, haat /houdt van, is goed/slecht in, enzovoort. Gebruik je fantasie; het mag best iets geks of overdrevens zijn.

Werk je in tweetallen? Bedenk dan allebei een verhaal en beslis de volgende les samen welk verhaal jullie gaan uitwerken.

 

HUISWERK

Werk je verhaal uit de doe opdracht verder uit. Probeer ook alvast na te denken over hoe je iets kunt laten zien in beelden. In de volgende les leer je meer over de manieren waarop je een film kunt maken.

2. Een les maken & verhalen in beeld

Deze les leer je hoe je de CinekidStudio het beste uit kunt leggen aan andere kinderen. Daarnaast leer je meer over de manieren waarop je een verhaal in beeld kunt brengen.

 

LEREN PRESENTEREN: ZELF EEN LES MAKEN

Maak een CinekidStudio les voor je klasgenoten (op school, niet van de plusklas). Onthoud dat het voor de meeste kinderen de eerste keer is dat ze op deze manier een film maken, dus maak het niet te moeilijk. Schrijf de les uit op papier. Verwerk in de opdrachten in ieder geval het maken van een beweging in de TekenFilmMaker en het gebruiken van één van de FilmMakers.

Bespreek daarna in tweetallen elkaars lessen. Oefen in het uitleggen van de opdrachten. Ga ook aan de slag met elkaars opdrachten om te testen of het goede opdrachten zijn.

 

DOEN: STORYBOARD MAKEN

Bespreek het verhaal voor je korte film met de anderen uit je plusklas en begin daarna met het uitwerken van je verhaal in beeld. Gebruik hiervoor het storyboardblad. Probeer de belangrijkste momenten uit je verhaal te tekenen en laat zien hoe het in beeld wordt gebracht. Het gaat erom dat de plaatjes duidelijk maken hoe je film gaat worden. Mooi tekenen hoeft dus niet.

 

HUISWERK

  • Geef op je eigen school een korte presentatie over de CinekidStudio met behulp van de les die je hebt gemaakt. Maak aantekeningen over hoe de presentatie is gegaan.
  • Maak je storyboard af tot het verhaal in grote lijnen is omgezet in beelden.
  • Je kunt in de CinekidStudio ook bestaand beeldmateriaal gebruiken. Zoek een aantal geschikte beelden en bewaar deze op de computer.

3. Presenteren & opnemen

Je wordt opgeleid tot CinekidStudio Talent: iemand die de CinekidStudio goed kent en kan uitleggen aan andere kinderen. In deze les leer je meer over hoe je dingen uit kunt leggen in een presentatie. Ook ga je verder met het uitwerken van je verhaal in een film.

 

LEREN PRESENTEREN: PRESENTEREN

Bespreek hoe je presentatie op school ging. Kwam de klas met vragen die je niet kon oplossen? Waren er dingen die je nog niet had uitgezocht? Lukte het je om op een duidelijke manier uit te leggen wat je met de CinekidStudio kunt doen? Wat werkte goed? En wat ging er minder goed?

Wissel oplossingen en trucs met elkaar uit en maak voor jezelf een lijstje met dingen die je volgende presentatie beter kunnen maken. Presenteer daarna om beurten het idee voor je film. Bespreek ook hoe je van plan bent om je verhaal te gaan maken. Als je twijfelt over hoe je sommige dingen moet aanpakken, deel dat dan met de anderen, zodat jullie elkaar tips kunnen geven.

 


DOEN: SCÈNES OPNEMEN

Neem nu per scène je film op aan de hand van je storyboard. Bewaar iedere scène apart. Je hoeft niet per se de volgorde van je storyboard aan te houden. Als bijvoorbeeld de eerste en de laatste scène zich in het zelfde decor afspelen, neem je deze achter elkaar op. Later zet je de scènes in de goede volgorde.

Je zult merken dat dingen er soms anders uitzien dan je je had voorgesteld. Dat is niet erg. Probeer het nog een keer of bedenk een andere oplossing. Het maken van films is een creatief proces waarbij vaak nogal wat onverwachte problemen langskomen. Kom je ergens niet uit, vraag dan je begeleider om hulp.

 

HUISWERK

Maak een overzicht van wat je tot nu toe hebt geleerd in de CinekidStudio. Denk na over hoe je dit aan andere kinderen kunt uitleggen. Bekijk ook alle andere programma’s in de CinekidStudio en schrijf eventuele vragen die je daarover hebt op. In de volgende workshop kun je die vragen in de klas bespreken.

4. De scholenpagina & monteren

Scholen kunnen op de website van CinekidStudio een eigen pagina aanmaken. Op deze pagina kunnen opdrachten en filmpjes van leerlingen worden geplaatst. Via het beheersysteem van de pagina kan ook beeldmateriaal voor opdrachten worden geüpload. In deze les leer je hoe jij een scholenpagina kunt beheren voor je eigen school. In de doe opdracht begin je met het monteren van je film.

 

LEREN PRESENTEREN: SCHOLENPAGINA & BEELDMATERIAAL

Maak een scholenpagina aan voor je eigen school met behulp van de uitgebreide Schoolbeheer handleiding. Bespreek met de andere plusleerlingen hoe je de pagina zou kunnen beheren. Wat zet je er op? En wat niet? Bedenk ook waarom iemand de gemaakte filmpjes goed- of af moet keuren. Koppel je eigen CinekidStudio aan jouw school. Vanuit het schoolbeheer kun je ook beelden uploaden. Doe dit met de beelden die je zelf op een USB stick hebt meegenomen. De beelden kun je nu via de Mediatheek gebruiken in je film.

 

DOEN: MONTEREN

Monteer de scènes die gemaakt hebt tot een film in de MontageMaker. Experimenteer eerst met de mogelijkheden van de MontageMaker met een klein stukje van je film. Maak vervolgens je film zo ver mogelijk af.

 

HUISWERK

Maak als dat nodig is de montage van je film af. In de volgende les geven jullie een eindpresentatie over de afgelopen lessen. Denk alvast na over hoe je aan de hand van je film kunt vertellen wat je hebt geleerd. Vertel bijvoorbeeld hoe je je film hebt gemaakt en wat je leuk vond of juist heel lastig. Laat zien dat je de CinekidStudio begrijpt en weet hoe je het moet uitleggen aan andere kinderen. Als je in tweetallen werkt, presenteer je ieder een deel, dus maak daarvan alvast een verdeling. Tijdens de volgende les heb je nog tijd om de presentatie voor te bereiden.

5. De eindpresentatie

In deze laatste les geef je een eindpresentatie aan de hand van de korte film die je in de doe opdrachten hebt gemaakt.

 

LEREN PRESENTEREN: DE EINDPRESENTATIE

Geef een eindpresentatie aan de hand van de korte film die je hebt gemaakt. Vertel over hoe je het verhaal in beelden hebt omgezet, over de technieken die je hebt gebruikt en over de keuzes die je tijdens het hele proces moest maken. Laat ook zien hoe je met de CinekidStudio hebt gewerkt.

Iedereen geeft nu een eindpresentatie. Geef elkaar na afloop van de presentatie feedback over hoe het is gegaan. Wat vond je goed aan de presentatie? Heb je tips over hoe het beter kan? Is de presentatie klaar om op school te worden gegeven?

 

HUISWERK

Geef – als het kan – je eindpresentatie ook op je eigen school. Gebruik daarbij de tips die van de andere plusleerlingen hebt gekregen.

Achtergrondinformatie

Hier vind je meer uitleg over onderwerpen die in de opdrachten aan de orde komen.

Stop motion animatie

Stop motion is een filmtechniek waarbij een film is gemaakt van losse foto’s die achter elkaar zijn geplakt. In stop motion films is van alles mogelijk. Een ei gaat zomaar rollen en verandert in een knikker. Of een beer kan in een auto rijden.

Er zijn heel veel foto’s nodig om een film te maken. Bij professionele stop motion films bestaat iedere seconde uit 24 foto’s. In de FotoFilmMaker wordt met vijf foto’s per seconde gewerkt. Wanneer je bijvoorbeeld een autootje van links naar rechts wilt laten rijden, dan maak je een foto, verplaats je de auto een beetje, maak je weer een foto en ga je zo door. Als je wilt dat de auto eerst één seconde stilstaat, dan maak je eerst vijf foto’s van de stilstaande auto. Verplaats je je autootje kleine stukjes dan gaat hij langzaam, bij grotere stukken gaat hij snel.

Verhalen in films

Al zolang mensen bestaan, worden er verhalen verteld. In deze les gaat het om verhalen vertellen via film. Een filmverhaal kan net als alle andere verhalen in verschillende stukken worden opgedeeld. Ieder verhaal heeft een begin, midden en eind. Aan het einde is de ontknoping. Ook wordt dan vaak de bedoeling duidelijk die de maker heeft met een verhaal. In één film kunnen meerdere verhalen voorkomen die door elkaar lopen, dit noemen we verhaallijnen. Verhaallijnen worden niet altijd in de goede volgorde of achter elkaar verteld in een aflevering. Ze worden soms door elkaar gehusseld.

Films gaan meestal over personages. Er is vaak één hoofdpersonage die een bepaald doel heeft. Om het doel te bereiken moet het personage iets oplossen of overwinnen. Dat kan van alles zijn: een berg die moet worden beklommen, een wedstrijd die moet worden gewonnen of misschien wel de eigen angst of verlegenheid waarover de hoofdpersoon heen moet stappen. Het kan ook iets veel simpelers zijn, bijvoorbeeld een lekke kraan die moet worden gerepareerd.

Hoe breng je iets in beeld?

Om een film te maken moet je dingen die je met woorden zegt in beelden duidelijk maken. Hieronder vind je informatie over wat beeld kan 'zeggen'.

 

Perspectief: Waar staat de camera?

Het perspectief is het punt waaruit de camera filmt.

Laag: als de camera schuin omhoog filmt of fotografeert en het 'cameraoog' omhoog kijkt, lijkt alles en iedereen groot en overweldigend. Dit heet een kikvorsperspectief.

Hoog: als je op iets neerkijkt lijkt het kleiner en minder indrukwekkend. Maar het kan een situatie ook overzichtelijk maken (bijvoorbeeld bij een doolhof). Dit heet een vogelperspectief.

Op ooghoogte: aan dit perspectief is iedereen gewend omdat je in het echte leven ook zo kijkt. Het beeld is dus neutraal.

 

Kadrering: Waar komt het in beeld?

Een kader is een soort lijstje om de werkelijkheid. Een maker probeert met kadreren zo goed mogelijk te laten zien waar het om gaat. Alles wat afleidt wordt weggelaten.

Midden of zijkant: of een onderwerp in het midden, links of rechts in beeld staat is afhankelijk van wat het beeld moet vertellen. Als iemand ergens naartoe fietst, wordt dat duidelijker als je vóór het personage ruimte openlaat. Is hij er al langs gefietst, dan kun je achter hem ruimte open laten.

 

Close-up: hierbij is iets of iemand van heel dichtbij gefilmd. Hierdoor is dus goed te zien wat een persoon denkt of welke emoties hij / zij voelt. Een close-up van een voorwerp vestigt de aandacht op bepaalde details. Deze techniek komt veel voor in soaps en speelfilms
om de betrokkenheid van de kijker te vergroten. De kijker kan alles goed zien: iemand die ergens heel erg van schrikt, iets steelt, of een beest dat opeens verschijnt.

 

Totaalshot: hier is alles in beeld, je kunt de hele situatie overzien.

 

Medium shot: dit zit tussen een close-up en een totaalshot in.

Presenteren

Op school heb je vast al eens een spreekbeurt gegeven. Wanneer je CinekidStudio uit gaat leggen, lijkt dit een beetje op het geven van een spreekbeurt. Hieronder staan nog een paar handige tips om in gedachten te houden tijdens het presenteren:

  • Praat duidelijk en niet te snel.
  • Over CinekidStudio vertellen is leuk, maar het laten zien is nog leuker. Iedereen kan dan ook gelijk zien hoe het moet.
  • Probeer meteen de aandacht van iedereen te krijgen door iets spannends te vertellen over wat je met de CinekidStudio kunt.
  • Maak een lijstje op het (digitale) schoolbord met hoofdpunten of gebruik het (digitale) schoolbord juist tijdens het praten om iets ingewikkelds uit te leggen.
  • Gebruik voor jezelf een briefje met daarop steekwoorden van de belangrijkste stappen.
  • Wees af en toe even stil en kijk of iedereen het nog volgt.
  • Bedenk of je vragen tussendoor of aan het einde van je presentatie wilt beantwoorden. Als je het tussendoor doet raak je misschien de draad van je presentatie kwijt.
  • Schrik niet van vragen en denk even na over het antwoord voordat je antwoord geeft.

Monteren

Door je film te monteren bepaal je de volgorde van je verhaal. De volgorde waarin je je verhaal vertelt, maar ook de dingen die je wel en niet laat zien zijn heel belangrijk bij het vertellen van een verhaal. Als je eerst een bananenschil laat zien en dan een meneer die aan komt lopen, dan heeft de kijker voorpret omdat hij verwacht dat de meneer uitglijdt. Als je begint met een beeld van de man op de grond en daarna de bananenschil, dan leg je meer uit waarom hij is gevallen. Je kunt ook de verwachting van de kijker niet laten uitkomen en de meneer de schil laten oppakken en weggooien.

 

Waar let je op bij het monteren?

  • Maak het verhaal zo begrijpelijk mogelijk.
  • Voeg zo nodig tussentitels, tekstballonnen of een vertelstem toe.
  • Zorg dat het spannend is, bijvoorbeeld door de muziek die je gebruikt.
  • Wissel lange en korte fragmenten af.
  • Probeer bepaalde reacties en gevoelens bij het publiek op te roepen, door muziek, de beelden die je gebruikt en de volgorde van de fragmenten.

Voor de leerkracht

In de lesbrief die u hieronder kunt downloaden vindt u suggesties hoe u de leerlingen kunt begeleiden tijdens het CinekidStudio Talententraject.

Open bestand Leerkrachtenhandleiding

Bronvermelding

Deze leeractiviteit is ontwikkeld door CinekidStudio.

 

Auteurs: Olivier ten Kate, Robbert Weij, Wendy Koops, Vanessa Pattipeilohy, Gaby Wildenbos

Foto leerkrachtenhandleiding: Gerlinde de Geus

Redactie: Ilma van de Beek, Marlies van Hoek, Anoek Drieman

Eindredactie: Anet ter Horst

Vormgeving lesbrieven: Overburen

Opmaak: Laurens Uilenbroek

 

Met dank aan: Twin Film, SLO en Stichting kennisnet

 

website CinekidStudio

  • Het arrangement Talententraject CineKid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Martin Klein Tank Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2011-09-19 22:34:39
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    website CinekidStudio
    http://www.cinekidstudio.nl
    Link