Heb jij schrik van het schrikkeljaar?

Heb jij schrik van het schrikkeljaar?

Inleiding

Eens in de vier jaar is er iets bijzonders aan de hand: na 28 februari komt niet zoals in andere jaren 1 maart, maar 29 februari. Het jaar telt dan geen 365 maar 366 dagen. Waar komt deze extra dag vandaan?

 

Wat ga je doen? 

 

Je gaat ontdekken waar schrikkeldag vandaan komt. Maar je leert ook wat er allemaal bij komt kijken bij zo’n extra dag en wat 29 februari wel niet tot gevolgen kan hebben.

 

Met hoeveel personen?

 

Je doet deze opdracht alleen.

 

Wat ga je leren?

Na het maken van deze leeractiviteit heb je het volgende geleerd:

 

Je weet ... 

 

  • hoe het jaar verschillend wordt ingedeeld
  • de geschiedenis over kalenders
  • wat Caesar en Augustus gedaan hebben
  • hoe vroeger schrikkeldag beleefd werd

 

Je kunt ... 

 

  • berekeningen doen over schrikkeldagen
  • een liedje maken over schrikkeldag
  • je inleven in vroegere tijden
  • een stripverhaal maken over schrikkeldag

Wat heb je nodig?

Benodigdheden


Bij de opdrachten heb je naast de computer de volgende algemene materialen nodig:

  • pen
  • schrijfpapier
  • tekenpapier
  • (kleur) potloden
  • internetverbinding

 

Handige Hulp

 

Benodigde tijd


Ongeveer 4 uur.

Aanpak

Bij deze leeractiviteit ga je als volgt te werk:

 

1. Download het werkdocument bij de opdrachten, sla het op en open het in Word.

 

2. Lees de opdrachten bij deze leeractiviteit goed.

 

3. Bekijk de informatie bij de opdrachten in het onderdeel 'Theorie' of zoek verder op internet in de websites bij 'Meer informatie'.

 

4. Verwerk je antwoorden op de opdrachten zoveel mogelijk in het werkdocument. Dit kan in tekst en door het invoegen van afbeeldingen, tabellen en grafieken. Maak ook gebruik van foto's en scans om alles wat je doet digitaal in het werkdocument te kunnen opslaan.

 

5. Kijk als je klaar bent nog even terug hoe alles is gegaan. Beantwoord de vragen bij EVALUATIE.

 

6. Upload jouw werkdocument in Acadin of lever dit in bij je leerkracht.

 

 

 

Veel leerplezier!

Opdrachten

In dit deel staan de opdrachten bij deze leeractiviteit.

  • Lees de opdrachten zorgvuldig.
  • Maak bij het uitvoeren van de opdracht gebruik van de informatie bij het onderdeel 'Theorie'.
  • Download het werkdocument om de antwoorden van de opdrachten in te verwerken.
     

Open bestand Heb jij schrik van het schrikkeljaar? - werkdocument

1. Met passen en meten

1.1

Beschrijf wat een maand is aan de hand van de stand van de maan.


 

1.2

Voor moslims is het in sommige jaren makkelijker om in de maand Ramadan te vasten, dan in andere jaren. Hoe komt dat?

 

1.3

‘Door die extra maanden gaan het zonnejaar en de Romeinse kalender steeds meer uit elkaar lopen’, staat er in de theorie bij deze leeractiviteit. Wat zijn de gevolgen van het uit elkaar lopen voor bijvoorbeeld een wijnfestival of een oogstfeest?


2. Caesar & Augustus

2.1

De extra dag in het schrik­kel­jaar heeft bij de Juliaanse kalender geen eigen naam. Wat zijn hiervan de nadelen?

 

2.2

Welke naam zou jij hebben geven aan die ene dag die vroeger geen naam had? Waarom heb je die naam gekozen?

3. Schrikkeltijd

 

3.1

Wat is de meest recente datum die je ziet staan op de atoomklok hiernaast? Let er op dat het niet een datum mag zijn in de toekomst!

 

3.2

Op welke dag in de toekomst duurt het precies acht jaar voordat het weer een schrikkeldag is?

4: Kansberekening

Kansberekening is een onderdeel van de wiskunde dat zich bezighoudt met situaties waarin het toeval een rol speelt, met als gevolg dat er geen zekerheid is over allerlei uitkomsten. In een situatie waarin het toeval een rol speelt zal vooraf vaak niet bekend zijn wat de uitkomst van een waarneming of meting is. Wel kan meestal aangegeven worden wat de mogelijke uitkomsten zijn. Welk ogenaantal boven zal komen bij een worp met een dobbelsteen, weten we vooraf niet - dat is ook juist de bedoeling - maar we weten wel dat er slechts de mogelijkheden 1 tot en met 6 zijn.

 

Bij informatiebronnen staan tips over kansberekening. Wil je eerst oefenen met kansberekening voordat je deze opdrachten gaat maken, ga dan HIER heen.


4.1

Hoe groot is eigenlijk de kans dat je op 29 februari geboren wordt? Probeer dit te berekenen in percentages. Bedenk goed waar je rekening mee moet houden.

 

4.2

Er is een klein verschil tussen theorie en praktijk. Waarom worden er minder mensen geboren op 29 februari dan volgens de theorie zou moeten?

 

4.3

Hierboven heb je uitgerekend wat de kans is dat je op 29 februari geboren wordt. Waarom klopt dat getal eigenlijk niet helemaal?

 

4.4

En waarom mag je er nu toch vanuit gaan?


KEUZE-OPDRACHT


4.5

Schrijf zelf een tekst voor een liedje met als onderwerp schrikkeldag. HIER kun je tips lezen over het proces om tot een liedje te komen. In het filmpje hieronder zie je een voorbeeld van een liedje. De songtekst staat eronder.


De San Diego band Rookie Card met het liedje "2/29"


SONGTEKST

 

I could walk and talk on my first birthday

And by the next I was reading at the 4th grade level

And by number 3,

I felt so pre-teen

And that's a tender early age to get so disenchanted

But all the other kids seemed to take theirs for granted.

It's "Time To Change" forever.

Peter Pan would be better.

I hang my head and sigh and calendars pass me by. Ahead of my time

on 2/29. 2/29. Sorry 'bout your belated valentine.

2/29. It's never too late to say that you'll be mine.

So you think it's rough being born near Christmas?

Try coming out on a day that doesn't exist in 3 years out of 4.

I'll have faith no more in my god given right to closing eyes and making wishes.

 The combo of the hats and those stupid paper dishes.

Call me on March 1st, if you've got the nerve.

I could stand the test of time if they graded on a curve.

And don't go counting candles. That's more than I can handle.

 I might live long but won't get to see 29.

Oh 2/29. Sorry 'bout your belated valentine.

2/29. It's never too late to say that you'll be mine.

Privileges of youth have been revoked sooner than I hoped.

I'm aging faster at a quarter of the speed.

My will to live don't have a lifetime guarantee.

I wanna leap off the deep end. I hope I fall on a weekend...

5: Verstoppertje spelen

 

5.1

Ben je een jongen? Waar of hoe zou jij je gaan verstoppen voor de dames als jij vroeger in Hondenveldje had gewoond samen met de heilige Bridget? Wat zou jij hebben bedacht om de dames te ontwijken want als ze het aan je gevraagd hadden, moest je trouwen!

 

Ben je een meisje? Wat zou jij bedacht hebben om ervoor te zorgen dat je een man tegen kon komen in het dorpje Hondenveldje, net als de heilige Bridget? Welke sluwe oplossing zou jij bedacht hebben om er toch 1 tegen te komen en HET te vragen?

 


5.2

Maak een stripverhaal over Sawdie Hawkins Day. Doe dit vanuit het perspectief (= door de ogen van) van een vrijgezel of van een vrijgezellin. Je kan zelf een strip gaan tekenen maar je kan ook strips online maken. Bij informatiebronnen zie je een paar tips. Tevens zie je hieronder een filmpje over strips maken. Na een intro van 1 minuut krijg je uitleg en tips.

 

Misschien kun je wel de Handige Hulp: Een stripverhaal maken gebruiken.


Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Maak een stripverhaal

EVALUATIE

Klaar met alle opdrachten? Beantwoord dan kort de evaluatievragen in je werkdocument!

 

Wat vind je van het onderwerp? 

  1. Het onderwerp van deze leeractiviteit vind ik …
    omdat  …
  2. Ik wil nog wel andere leeractiviteiten doen over dit onderwerp JA/NEE

Wat vind je van de opdrachten?

  1. De opdrachten bij deze les zijn HEEL LEUK/LEUK/MINDER LEUK om te doen,
    omdat  …
  2. De leukste opdracht vind ik  …
    omdat  …
  3. Een minder leuke opdracht vind ik  …
    omdat …
  4. Mijn favoriete opdracht is …
    omdat  …
  5. De moeilijkste opdracht is  …
    omdat  …
  6. De makkelijkste opdracht is …
    omdat  …

Wat heb je van deze opdrachten geleerd?

  1. Het belangrijkste wat ik nieuw geleerd heb in deze leeractiviteit vind ik …
  2. Wat ik nog wil weten over dit onderwerp is …
  3. De belangrijkste vaardigheid die ik voor mijzelf verbeterd heb met deze leeractiviteit is …
  4. Een vaardigheid die ik nog verder wil verbeteren is  …
    en dat wil ik doen door  …

Theorie

In dit deel vind je informatie over het onderwerp van deze leeractiviteit.


Bekijk en lees de informatie goed. Het helpt je bij de uitvoering van de opdrachten.


Kalenders

 

Al heel lang geleden merken de mensen dat gebeurtenissen in de natuur zich steeds herhalen; men onderscheidt seizoenen die met een vaste regelmaat terugkomen: lente – zomer – herfst – winter – lente – zomer – herfst – winter.


De tijd die bijvoorbeeld tussen het begin van de lente en het begin van de volgende lente zit, noemt men een jaar. Uit de bewegingen van de aarde, zon en maan kan men afleiden hoelang een jaar ongeveer duurt.

Van links naar rechts:

nieuwe maan, eerste kwartier,

volle maan en laatste kwartier.

 

De eerste kalenders zijn op de bewegingen van de maan gebaseerd. Aan de hemel ziet men nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan en laatste kwartier. Meestal was er een priester die uitkeek naar het eerste zichtbare teken van de nieuwe maan. Zodra die zichtbaar was, kondigde hij de nieuwe maan aan.

De maan

 

Een maand was steeds 29 of 30 dagen. Men ontdekt dat ieder seizoen na ongeveer 12 maanden van 29 of 30 dagen terugkomt. En jaar dat op waarnemingen van de maan gebaseerd is duurt dan (12 x 29½ =) 354 dagen. Al snel merkt men echter dat een maanjaar niet klopt. De seizoenen blijven steeds met ongeveer een halve maand (11 dagen) verschuiven. Om de twee of drie jaar moet men een ‘schrikkelmaand’ invoeren om de kalender kloppend te krijgen = gelijk te laten lopen met een zonnejaar van 365 dagen.

 

De islamitische kalender is nog steeds gebaseerd op een maanjaar. Belangrijke religieuze feesten (zoals de vastenmaand Ramadan, waarbij men tussen zonsopgang en zonsondergang niet mag eten) verschuiven in onze kalender dan ook elk jaar elf dagen naar voren.

 

Overal in de wereld gebruikt men verschillende manieren om het zonnejaar van 365 dagen in te delen.

  • De Oude Egyptenaren hadden 12 maanden van 30 dagen met 5 extra dagen aan het einde van het jaar.
  • In het oude Romeinse Rijk (vanaf 700 v. Chr.) gebruikt men een kalender die bestaat uit 10 maanden met in totaal 304 dagen: In totaal heeft de Romeinse kalender 355 dagen. Om de twee jaar wordt een extra maand ingevoerd (Mercedonius) van 22 of 23 dagen. Sommige machthebbers voeren een extra maand in, omdat ze zo langer aan de macht kunnen blijven. Door die extra maanden gaan het zonnejaar en de Romeinse kalender steeds meer uit elkaar lopen.
  • De Maya’s in Midden-Amerika hadden een kalender met 18 maanden van 20 dagen en 5 restdagen. De maanden hebben 29 of 31 dagen. De 51 dagen die men aan het einde van de winter overhield, kregen geen naam.

Op de foto rechts zie je de namen en afbeeldingen van de Maya's bij de 18 maanden (van Pop t/m Cumku) en Uayeb, de 5 restdagen.


De Maya's

Juliaanse kalender

Julius Caesar constateert dat de oude Romeinse kalender een rommeltje is geworden. Hij geeft de Griekse astronoom Sosigenes opdracht een nieuwe kalender te ontwikkelen. Die voegt twee maanden aan de kalender toe:

  • Januarius     
  • Februarius    

 

De Juliaanse kalender wordt op 45 v. Chr. Ingevoerd.  De Juliaanse kalender heeft 365 of eens per vier jaar 366 dagen (de astronomen weten intussen dat een zonnejaar onge­veer 365,25 dagen duurt). Er zijn zes maanden van 31 dagen, vijf maanden van 30 dagen en één maand van 29 of 30 dagen (februari).

 

De 7e maand vernoemt Caesar naar zichzelf: julius (juli).

 

 

Zijn opvolger Augustus wil niet achter­blijven en vernoemt de 8e maand ook naar zichzelf: augustus. Omdat juli 31 dagen heeft, moet augustus (dat onder Julius tot dan toe 30 dagen heeft) ook 31 dagen krijgen. Keizer Augustus pakt die ene extra dag af van februari dat voortaan nog maar 28 of 29 dagen heeft.

 

De maand februari krijgt om de vier jaar tussen 23 en 24 februari een extra dag die geen eigen naam krijgt, zodat 28 februari altijd de laatste dag blijft.

Gregoriaanse kalender

Een jaar is de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien. In de oudheid berekende men al dat die tijd 365,25 dagen is. Maar dat is niet helemaal correct. De tijd die de aarde nodig heeft om de zon te draaien is 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 45,1814 seconden. We weten dat zo precies omdat we dat tegenwoordig met atoomklokken kunnen meten.

 

Als we ons niets aantrekken van het verschil tussen een kalenderjaar (365 dagen) en een zonnejaar (365 dagen, 5 uren, 48 minuten,  45 seconden) komen we na 4 jaar bijna een dag tekort.


Om dat op te lossen krijgt ieder vierde jaar (ieder jaartal dat deelbaar is door 4) er in februari een dag bij. Maar een zonnejaar is 11 minuten en bijna 15 seconden korter. Dat lijkt heel weinig, maar in 128 jaar  verlies je zo één dag.


 

In 1580, meer dan 1600 jaar na de invoering van de Juliaanse kalender, zit de kalender er dan ook 10 dagen naast. Paus Gregorius XIII is hier erg bezorgd over. Hij kan steeds moeilijker de datum van Pasen uitrekenen. Pasen (de eerste zondag na de volle maan na het begin van de lente) komt steeds dichter bij Kerstmis (25 december) te liggen.

 

Gregorius brengt opnieuw wijzingen aan in de kalender. Voortaan is niet 1 maart de eerste dag van het jaar, maar 1 januari. De naamloze dag tussen 23 en 24 februari in een schrikkeljaar schuift op en komt na 28 februari te liggen en heet voortaan 29 februari.

 

 

De belangrijkste wijziging is echter wel dat Gregrorius twee nieuwe regels invoert om een schrikkeljaar te bepalen. We hadden er al een:

  •  Een schrikkeljaar is een jaar dat deelbaar is door 4.

 

Nieuw zijn de regels:

  • Een schrikkeljaar is niet deelbaar door 100.
  • Een schrikkeljaar is wel deelbaar door 400.


Onder de Juliaanse kalender waren de jaren 4, 8, 12 enz. uiteraard schrikkeljaren, maar ook 1700, 1800 en 1900. Bij de nieuwe Gregoriaanse kalender zijn 1700, 1800 en 1900, maar ook 2100 géén schrikkeljaren, maar 1600 en 2000 wel. Met de nieuwe regels zal het goed gaan tot ongeveer het jaar 5000. Dan moet er weer een wijziging komen.

 

Kort samengevat:


Wie op 29 februari geboren is, heeft dat –naast zijn of haar vader en moeder- ook te danken aan Julius Caesar en Paus Gegrorius XIII.

Schrikkeldagbaby

Het is maar weinigen gegeven om hun verjaardag op 29 februari te kunnen vieren. Iemand die dat wel kan, is Sarah. We hebben haar enkele vragen gesteld.


-Sarah, hoe oud ben je eigenlijk?

Ik kan je twee antwoorden geven:

  • Ik ben 3 en word dit jaar 4
  • Ik ben 15 en word dit jaar 16

-Vind je het bijzonder om op 29 februari jarig te zijn?

Nee, eigenlijk niet; het is ook niet vervelend of zo, tis wel grappig dat je kan zeggen dat je nog maar 3 jaar bent.

-Hoe reageren mensen als ze horen dat je op 29 februari jarig bent?

Mensen vinden het grappig om te horen dat ik eigenlijk nog maar 3 bent, maar verder krijg ik niet veel reacties.

-Wanneer vier je eigenlijk je verjaardag in een niet-schrikkeljaar?

Meestal vier ik mijn verjaardag op 28 februari, omdat ik in februari jarig ben en niet in maart, dus vind ik dat meer mijn verjaardag.

 

In het Engels is schrikkel­jaar leap year en schrik­kel­­dag leap year day. Leap wordt ook gebruikt voor het springen zoals kikkers doen. Ben je in Amerika of Engeland op 29 februari jarig, dan kun je er zeker van zijn dat je op een verjaardag wel een keer van iemand een speelgoed- of knuffel­kikker krijgt.

Mensen die op 29 februari jarig zijn, vinden het zelf helemaal niet zielig, zoals uit het interview met Sarah blijkt. Integendeel! In Amerika is er een speciale club waarvan je alleen lid kunt worden als je op 29 februari jarig bent: de  Honor Society of Leap Year Day Babies (Eregenootschap van Schrikkeldag Baby’s). Ben je op 29 februari geboren, dan kun je je bij hun aanmelden.


Enkele weetjes

* Beroemde mensen die op 29 februari geboren zijn:

  • 1468: Paus Paulus III (paus van 1534-1549)
  • 1940: Sonja Barend (tv-presentator bij de Vara)
  • 1952: Antonio Sabato (acteur)

* Beroemde mensen die op 29 februari gestorven zijn:

  • 468: Paus Hilarius (paus van 461-1468)
  • 1956: Elpidio Quirinio (president van de Filippijnen)
  • 1996: Wes Farrell (songwriter)

* Belangrijke gebeurtenissen op 29 februari

  • 1816: Koning Willem II trouwt met Anna Paulowna
  • 1880: opening van de Godhart-tunnel tussen Zwitserland en Italië
  • 1908: Nederlandse wetenschappers slagen er voor het eerst in vloeibaar helium te produceren
  • 1940: de film ‘Gone with the wind’ wint 8 Oscars.
  • 1952: de eerste voetgangerslichten ter wereld worden geplaatst in New York
  • 1956: Pakistan wordt onafhankelijk
  • 1960: een aardbeving in Agadir (Marokko) doodt 1/3e van de bevolking (= 12.000 mensen) in 15 seconden

We gaan trouwen!

 

Vroeger moest je als vrouw maar afwachten of iemand je ten huwelijk zou vragen. Werd je niet gevraagd, dan had je pech gehad. Als vrouw aan een man vragen of hij jou wilde trouwen, was uit den boze.

 

Er was één uitzondering: op 29 februari mocht dat wel! Er zijn verschillende verhalen waar dit vandaan komt.

 

Een heel oud verhaal is het verhaal van St. Patrick and St. Bridget in Ierland (5e eeuw). De heilige Bridget klaagde bij de heilige Patrick dat de nonnen in haar klooster gedoemd waren om non te blijven, omdat er geen mannen kwamen die hen ten huwelijk vroegen. Patrick hoorde dit aan en stond toe dat de nonnen eens in de vier jaar het klooster uit mochten om zelf een echtgenoot te zoeken. Op de volgende schrikkeldag, nam Bridget haar kans waar en vroeg Patrick ten huwelijk………maar hij weigerde!

Volgens anderen stamt dit gebruik uit de 20e eeuw. In de Amerikaanse strip ‘Li Abner’ van All Cap leeft Sadie Hawkins in het fictieve stadje Hondenveldje. Ze is zo lelijk dat ze geen man kan krijgen. Haar vader, de burgemeester, verklaart 29 februari tot Sadie Hawkins Dag. Op die dag mogen alle ongetrouwde vrouwen –letterlijk- achter ongetrouwde mannen aanrennen om ze ten huwelijk te vragen en wie gevraagd wordt, mag niet weigeren. Alle ongetrouwde mannen probeerden die dag onder te duiken en uit het zicht te blijven van de zoekende vrouwen.


In Amerika is 29 februari daarom ook wel bekend als Sawdie Hawkins Day.

Meer informatie

Nog meer informatie vind je op de volgende websites:

 

Wikipedia – zoekprogramma (1)

Google – zoekprogramma (2)

Encyclo – online encyclopedie

 

Bij de opdrachten:


Digiskar - geschiedenis van de kalender

Wikipedia – uitleg over schrikkeljaar

Kalender-365 - data schrikkeljaren

Wiswijzer - wat is kans?

Oncyclopedia - uitleg over kansberekening (1)

Wiskunst - uitleg over kansberekening (2)

Rekentoetsen - online oefenen met kansberekening

Leapzine - eregenootschap van schrikkeldag baby's

Infonu - stappenplan om songteksten te schrijven

Stripgenerator – maak strips met fantasiefiguren

Myths and Legends – maak strips toen en nu

Stripcreator – maak bijzondere strips

Voor de leerkracht

Handleiding bij deze leeractiviteit:

 

Open bestand Heb jij schrik van het schrikkeljaar? - handleiding

Bronvermelding

Deze leeractiviteit is speciaal ontwikkeld voor gebruik binnen Acadin, dé digitale leeromgeving voor talentvolle leerlingen in het basisonderwijs.

 

Deze leeractiviteit is gebaseerd op de lesbrief 'Schrikkeljaar' uit de serie Per Dag Wijzer, uitgegeven door het Centrum voor Mondiaal Onderwijs (CMO) in samenwerking met Kennisnet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sommige illustraties zijn ontleend aan CMO en zijn licentiegevers. We danken verder Sarah
Gregorie en de Honor Society of Leap Year Day Babies voor hun bijdrage.

 

Gebruikte afbeelding:

•             'Evaluatie': digitalart / FreeDigitalPhotos.net