De werking van het oog

De werking van het oog

De opdracht

Deze opdracht gaat over de werking van het oog. Klik op inleiding om verder te lezen.

Inleiding

Wouter komt bij de oogarts. Hij heeft te horen gekregen dat hij een bril moet. Voor het linker oog moet het glas -1 zijn en het rechter -2. Hij vraagt zich af of hij nu bijziend of verziend is?

 

In deze webquest ben jij de oogarts die Wouter antwoord geeft op zijn vraag. Je gaat ook een blog voor hem maken zodat Wouter thuis nog eens rustig de informatie kan doorlezen.

 

In de blog krijgt Wouter de volgende informatie :

 

Allereerst vertel je hem hoe het oog werkt.

Dan ga je uitleggen wat er aan de hand als iemand een bril nodig heeft met glazen -1.

Je vertelt wat een brillenglas van -1 doet.

Je legt uit wat betekend als iemand bijziend of verziend is  

Deze ontdekkingstocht start je door te klikken op 'Taak'.

Taak

Jullie gaan in groepjes van 2 personen een blog maken over de werking van het oog. Je zult 6 verschillende opdrachten maken die je zult gaan verwerken in de blog.

De leerkracht zal jullie verdelen in groepjes.

De 6 omschrijvingen van de 6 verschillende opdrachten vind je door te klikken op 'Handelingen'. Iedere opdracht betekent een nieuw bericht op je blog. Hoe je een blog aanmaakt zie je in het filmpjpe hieronder:

 

Hoe maak ik een blog?

Handelingen

Opdracht 1: Een doorsnede

De onderstaande afbeelding is een doorsnede van het oog. De verschillende onderdelen (1 t/m 13) zijn nog niet benoemd. Zoek uit om welke onderdelen het gaat en leg ook uit wat de functie is per onderdeel.

Leg dit uit in een nieuw bericht op je blog. Voeg de afbeelding bij het bericht.  

 

 

 

Opdracht 2: Werking oog

Bestudeer de onderstaande afbeeldingen. Noem de verschillen op. Beschrijf op je blog in een nieuw bericht wat er gebeurt, gebruik hierbij de woorden afstand, object, lens en accommodatie. Neem de afbeelding ook mee in je bericht.

 

 

 

Opdracht 3: Woordweb

Een woordweb kan handig zijn om verschillende begrippen met elkaar te verbinden. Maak het onderstaande woordweb af, gebruik minimaal 15 begrippen of woorden waarvan jij denkt dat die te maken hebben met het oog. Je mag ook nieuwe vakjes toevoegen. Je kan het woordweb het beste maken op http://www.bubbl.us (Een andere manier mag ook).

Je hoeft je daar niet aan te melden, de afbeelding kan je opslaan op je computer en vervolgens in je blog gebruiken. Ook hiervoor maak je weer een nieuw bericht.

 

 

 

Opdracht 4: Beeldconstructie

Voor deze opdracht maak je gebruik van een simulatieprogramma op internet. Hierin wordt gesimuleerd hoe licht het oog binnenkomt:

Oog simulatie

Als je op de link geklikt hebt voer je de volgende stappen uit:

De simulatie bedienen.

  • Let op! De afstanden in deze simulatie zijn niet overeenkomstig de werkelijkheid.
  • Met de schuifbalk kun je de ooglens laten accommoderen. De brandpuntafstand kun je varieren tussen 0,7 en 2,0 a.u.. Als de ooglens scherp stelt op een dichtbij staand voorwerp wordt de ooglens boller en de brandpuntafstand kleiner.
  • Het voorwerp kun je verslepen met de muis.  Als je op de bril klikt zie je beide brandpunten F. De brandpunten F kun je verslepen. Als je F versleept door de bril heen verandert de bril van positief in negatief (of omgekeerd)

Ongeaccommodeerd oog.

  1. Klik op "Alleen het oog zien"
  2. Zet het voorwerp oneindig ver weg en accommodeer. Hoe groot is F(oog) dan?
  3. Maak een verziend oog (plattere ooglens) door F(oog) gelijk aan 2,0 a.u. te maken. Wat voor bril is er nu nodig? Klik op "Bril", klik op de brille-lens en versleep F(bril) tot het beeld scherp is. Hoe groot is F(bril) dan? Maak een screenshot en voeg het in je bericht toe.
  4. Haal de bril weg. Maak een bijziend oog (bollere ooglens) door f(oog) gelijk aan 0,9 a.u. te maken. Wat voor bril is er nu nodig? Klik op "Bril", klik op de brille-lens en versleep F(bril) tot het beeld scherp is. Hoe groot is F(bril) dan? Maak een screenshot en voeg het in je bericht toe.

 

 

 

 

Opdracht 5: De digitale camera

Er zijn veel overeenkomsten tussen de bouw en de werking van een fototoestel en de bouw en de werking van je eigen ogen. Door het bestuderen van een fototoestel kun je meer leren over de werking van het oog.

 

Een fototoestel legt het origineel (iets of iemand waarvan een foto wordt gemaakt) vast in een beeld. Bij een digitale fotocamera wordt het beeld omgezet in een digitaal bestand op een chipkaart.

 

  1. Benoem minimaal 3 onderdelen van het fototoestel. Geef bij elk onderdeel aan wat hiervan de functie is.
  2. Probeer bij ieder genoemd onderdeel van de camera een onderdeel van het oog te noemen met een vergelijkbare functie.
  3. Als een foto wordt gemaakt van het origineel, waar wordt dan een beeld gevormd: in het fototoestel of op de foto?
  4. Als iemand ergens naar kijkt, waar wordt dan een beeld gevormd: in het oog of in de hersenen?
  5. Noem minimaal 2 verschillen tussen digitale opslag van foto’s en de opslag van beelden in je hersenen.
  6. Noem een overeenkomst tussen digitale opslag van foto’s en de opslag van beelden in je hersenen.
  7. Als je een foto hebt gemaakt, maar deze niet wilt bewaren kun je deze weggooien. Bewaren de hersenen wel alle beelden? Waarom denk je dat?
  8. Met welk proces in de hersenen kun je het bladeren in een fotoboek vergelijken?
  9. Op welke manier kun je de foto’s bewerken? Kun je herinneringen ook bewerken? Zo ja: Hoe?
  10. Op welke manieren kun je de foto’s delen? Kun je herinneringen ook delen? Zo ja: Hoe?

 

 

 

Opdracht 6: Doordenkertjes

Bij deze opdracht krijg je een aantal vragen die je niet direct kan beantwoorden door je boek of het internet te gebruiken. Je zal hierover moeten nadenken of op zoek gaan naar informatie op het internet:

 

  1. Katachtigen jagen meestal ’s nachts. Hun ogen zijn hier ook heel geschikt voor. De meeste nachtdieren zien vooral in zwart-wit. Leg uit hoe dit komt.
  2. Leg uit waarom oudere mensen vaker een leesbril nodig hebben dan jongere mensen.
  3. Zijn deze oudere mensen dan verziend of bijziend, licht toe met een afbeelding.
  4. Leg uit waarom huilen gezond kan zijn.
  5. Waarom hebben drugsgebruikers vaak last van veel licht en hoe voorkomen ze dat?

Bronnen

Beoordeling

Onderdeel

Heel goed (3 punten)

Voldoende (2 punten)

Onvoldoende (1 punt)

Opdracht 1

Jullie hebben alle namen juist ingevuld

Jullie hebben de meeste namen goed ingevuld

Jullie hebben weinig (minder dan de helft) van de namen juist ingevuld

Opdracht 2

Je hebt veel verschillen benoemd. Je hebt duidelijk uitgelegd wat er gebeurt en je hebt alle aangegeven woorden gebruikt.

. Je hebt minder verschillen benoemd. Je hebt ongeveer uitgelegd wat er gebeurt en je hebt een deel van de aangegeven woorden gebruikt.

Je hebt weinig verschillen benoemd. Je hebt niet uitgelegd wat er gebeurt en je hebt weinig van de aangegeven woorden gebruikt.

Opdracht 3

Je hebt een woordweb gemaakt van minimaal 15 begrippen of woorden.

Je hebt een woordweb gemaakt met 10 begrippen of woorden

Je hebt een woordweb gemaakt van minder dan 10 begrippen of woorden.

Opdracht 4

Je hebt het beeld goed geconstrueerd en alle vragen goed en duidelijk beantwoord.

Je hebt het beeld goed geconstrueerd maar  alle vragen niet juist beantwoord

Je hebt het beeld niet goed geconstrueerd  en niet alle vragen juist beantwoord.

Opdracht 5

Je hebt alle vragen juist beantwoord.

Je hebt minimaal 3 onderdelen benoemt en uitgelegd wat hiervan de functie is.

Je hebt drie onderdelen benoemd maar niet juist uitgelegd wat hiervan de functie is.

Opdracht 6

Jullie hebben alle vragen beantwoord.

Jullie hebben af en toe een vraag overgeslagen.

Jullie hebben veel vragen overgeslagen

 

Jullie hebben zelf nog een aantal bronnen gevonden.

Jullie  hebben  zelf 1 bron extra  gevonden.

Je hebt geen enkele andere bron gevonden.

Blog

 De blog ziet er duidelijk en overzichtelijk  uit. Het ziet er mooi uit met functionele plaatjes en is aantrekkelijk om te bekijken.

 De blog ziet er duidelijk en overzichtelijk uit.

 De blog is onduidelijk en onoverzichtelijk uit

samenwerking

Je hebt een grote bijdrage aan het groepswerken gegeven.

Je bent soms in de groep bezig geweest.

je bent alleen met je eigen bezig en niet met de groep.

 

Je hebt echt als een groepslid aan het debat deelgenomen, dus ook je medegroepsgenoten aangevuld waar nodig.

Je hebt wel aan het debat deelgenomen maar niet samen met de groep.

Je hebt niet deelgenomen aan het debat maar eerder tegengewerkt

Terugblik

Als je de webquest gemaakt hebt

Moet je de organen rondom een oog en de delen van een oog kunnen noemen met hun functies en kenmerken.

 

Je moet kunnen beschrijven hoe de ogen ervoor zorgen dat op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

 

Je moet kunnnen beschrijven hoe de ogen ervoor zorgen dat op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

 

Je moet de bouw en de werking van het netvlies kunnen beschrijven.

 

Je moet kunnen beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.

 

Je moet weten hoe de ooglens zorgt voor een beeld op je netvlies.

 

Je moet het verschil tussen bijziend en verziend kunnen aangeven.

 

Je moet weten hoe positieve en negatieve brillenglazen het beeld corrigeren.

Docentenpagina

Deze opdracht is bedoeld als een activerende opdracht om uit te voeren op lespleinen.

De inhoud van de webquest richt zich op de leergebieden van Natuurkunde (onderwerp licht) en Biologie( onderwerp:zintuigen).

Het niveau waar deze opdracht voor bedoeld is is VMBO Theoretisch leerjaar 3. 

De opdracht is zo opgezet dat hij aansluit bij de leefwereld van de leerling door onder andere gebruik te laten maken van multimedia. De opdracht is daardoor leuk en interactief. 

De opdracht is zoveel mogelijk voorzien van taalondersteuning door de volgende punten:

  • Eenduidige layout
  • Vetgedrukte begrippen
  • Consequent taalgebruik
  • Oefeningen die zich richten op het gebruik van vaktaal
  • Begrippen verbinden door middel van een woordweb

 

  • Het arrangement De werking van het oog is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Gerlinda Gerth Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2012-06-05 10:59:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De werking van het oog is een vakoverstijgende opdracht voor Biologie en Nask. De naam zelf zegt het al, het is een webquest waarbij je in verschillende opdrachten gaat uitzoeken hoe het oog werkt.
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Natuurkunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    het oog

    Bronnen

    Bron Type
    Hoe maak ik een blog?
    https://youtu.be/ey6n0FJTWKE
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.