Werkwoordsvormen

Werkwoordsvormen

Webquest

Onderwerp Spelling werkwoordsvormen
Schooltype VO (havo/vwo)
Doelgroep Klas 3 & 4
Vakgebieden Nederlands
Aantal personen 5 leerlingen
Totale tijd 2 tot 3 klokuren

Correct spellen. Lekker belangrijk? Jazeker, want jouw tekst is beter te begrijpen en makkelijker leesbaar als je foutloos kunt spellen. De bedoeling van deze webquest is dat jullie expert worden in de spelling van werkwoordsvormen. Jullie weten precies hoe werkwoorden geschreven moeten worden en kunnen ook nog eens aan anderen uitleggen waarom dat zo moet.

1. Inleiding

Is dit goed gespelt of goed gespeld? Gebeurt of gebeurd het nogal eens dat er spelfouten in berichten staan? Vind of vindt jij het moeilijk om correct te spellen? Dan ben je niet de enige. Heel veel mensen vinden correct spellen lastig, ook al hebben ze allemaal op de basisschool uitgebreid les in spelling gehad. Ze passen regeltjes toe, maar denken niet na over de vorm van het werkwoord. Gebeurt is goed gespeld als het een persoonsvorm is, maar niet als het een voltooid deelwoord is. Experts op het gebied van werkwoordsvormen kunnen uitleggen welke vorm een werkwoord heeft, hoe ze dat kunnen zien en volgens welke regels het werkwoord geschreven moet worden. Het is de bedoeling dat jullie na afloop van deze webquest experts zijn die aan anderen uit kunnen leggen hoe het nou zit met de spelling van de werkwoorden.

2. Taak

A. Wat ga je doen?

Jullie werken in tweetallen. Sommige onderdelen doe je samen, andere eerst alleen om elkaar vervolgens feedback te geven. Feedback geven is commentaar geven in de vorm van suggesties en tips ter verbetering. Je mag ook je docent om feedback vragen.

Deze webquest bestaat uit acht onderdelen:

I. Je maakt voordat je aan de webquest begint allebei diagnostische toets 1. Vraag aan je docent waar je die kunt vinden.  Noteer de score. De scores worden vermeld in de inleiding van het verslag. Als je bijna klaar bent met de webquest maak je diagnostische toets 2 om de vooruitgang te kunnen meten.

II. Je bekijkt op internet verschillende manieren om werkwoordspelling uit te leggen. In de bronnenlijst   vind je een aantal websites die je kunt bekijken. Je schrijft op wat je goed vindt van bepaalde websites en waarom je dat vindt. Je bespreekt samen op welke manier je het bepalen van de vorm en de schrijfwijze van werkwoordsvormen het best met behulp van een schema of stappenplan kunt uitleggen

III. Je maakt een stappenplan of schema over werkwoordspelling aan de hand van de gevonden informatie bij I. In een toelichting leg je met voorbeelden uit hoe het stappenplan of schema werkt. 

VI. Je maakt samen 24 oefenzinnen waarin  een persoonsvorm, een infinitief, een gebiedende wijs en een voltooid of onvoltooid deelwoord (wel en niet bijvoeglijk gebruikt)moet worden ingevuld.

V. Je maakt een antwoordmodel voor de oefenzinnen.

VI. Je geeft een ander tweetal het schema of stappenplan met de oefening en vraagt of ze allebei de oefening willen maken en of ze feedback willen geven op het schema/stappenplan. Was het een handig schema/stappenplan? Waarom wel of waarom niet? 

VII. Je kijkt allebei een oefening na. Je markeert de fouten, maar verbetert ze niet. Je zoekt uit hoe het komt dat deze fouten zijn gemaakt. Roep indien nodig de hulp van je docent in. Deze foutenanalyse  zet je op papier. Je controleert en bespreekt elkaars werk. Daarna geef je het werk terug aan de makers en je bespreekt het met hen.

VIII. Je  maakt allebei de tweede diagnostische toets en je noteert opnieuw de score Je vergelijkt de score met je eerste score en je verwerkt de uitslag in het slot.  

Deze acht onderdelen samen vormen het verslag dat je bij je docent inlevert.Kijk bij werkwijze welke hoofdstukken je verslag moet hebben.

3. Werkwijze

Je maakt de webquest in tweetallen. Dat betekent dat je samen één verslag inlevert. Het verslag bestaat uit een inleiding, zes hoofdstukken en een slot. Voordat je begint maak je eerst allebei de diagnostische toets 1.  Noteer je score.

Doorloop vervolgens de volgende stappen.

I. Bekijk en beoordeel verschillende manieren waarop je werkwoordspelling kunt uitleggen. Je bekijkt minimaal 5 verschillende websites met uitleg over werkwoordspelling. Je kunt hierbij gebruik maken van de bronnen van deze webquest. Natuurlijk ben je vrij om zelf ook andere bronnen te zoeken en te raadplegen. je kunt ook je boek Nederlands of andere methodes  als bron gebruiken. Je maakt een bronvermelding van websites of andere bronnen die je bekeken hebt.

Geef aan welke website je het beste vindt en waarom je dat vindt. Geef ook aan welke website je het slechtste vindt en waarom je dat vindt. Dit gedeelte is hoofdstuk 1 van je verslag.

II. Maak samen een handig schema of stappenplan voor werkwoordspelling. Geef als toelichting bovendien voorbeelden om duidelijk te maken hoe het schema of stappenplan werkt. Je maakt het schema of stappenplan zo duidelijk en aantrekkelijk mogelijk en zorgt ervoor dat het te printen is. Je kunt gebruik maken van de informatie die je bij onderdeel 1 gevonden hebt.
Het schema of stappenplan met de toelichting is hoofdstuk 2 van je verslag.

Let op: het is niet de bedoeling dat je websites gaat kopiëren. Je maakt je eigen schema.

III. Maak samen 24 oefenzinnen werkwoordspelling
Als je het schema of stappenplan hebt gemaakt, maak je per persoon 12 oefenzinnen voor werkwoordsspelling.  Per tweetal heb je uiteindelijk dus 24 oefenzinnen.
Deze zinnen zien er zo uit: Ik .... (wachten) gisteren wel erg lang op de bus. 
Nog nooit had hij zich zo beroerd …… (voelen).
Zorg dat alle vormen in je oefening aan bod komen. Voor 6 van de 12 oefenzinnen kies je een werkwoord uit deze lijst: worden, vinden, vrezen, beleven, bonzen, vertellen, herinneren, blussen, ontmoeten, gebeuren, betalen, verven.Voor de andere 6 oefenzinnen mag je zelf werkwoorden bedenken.

IV. Maak een antwoordmodel.
Je wisselt jouw 12 oefenzinnen uit met die van je maatje.
Je maakt bij de oefenzinnen van jouw maatje het antwoordmodel. Jouw maatje doet dat voor jouw oefenzinnen. Je controleert  met behulp van jullie schema of stappenplan elkaars antwoordmodellen. Jullie moeten zeker weten dat de antwoorden goed zijn.  Voeg de oefenzinnen en de bijbehorende antwoordmodellen bij elkaar zodat je één oefening hebt en één antwoordmodel van 24 zinnen. Je zorgt dat die oefening printbaar is  De oefening met 24 zinnen is hoofdstuk 3. Het antwoordenmodel is hoofdstuk 4.

V. Nakijken van oefening
Je hebt twee kopieën van de oefening en het schema  of stappenplan  gemaakt en je hebt een ander tweetal gevraagd de oefening te maken en op hetzelfde papier feedback te geven op jullie schema of stappenplan. 

Je kijkt allebei een  oefening na  en markeert de fouten. Let op: je verbetert ze niet. Je controleert elkaars werk. Zijn alle fouten gemarkeerd?
De gemarkeerde oefeningen zijn hoofdstuk 5

VI.  Het maken van een foutenanalyse.
Jullie verdelen de oefeningen en maken een foutenanalyse  Op een apart vel met drie kolommen noteer je in de eerste kolom het verkeerd gespelde werkwoord en leg je in de tweede kolom uit hoe het volgens jou komt dat de fout is gemaakt. Het kan zijn dat er niet goed is nagedacht over de vorm, de regels, `t kofschip, enkelvoud of meervoud, etc.. In de derde kolom laat je zien hoe je tot de juiste schrijfwijze van het werkwoord komt.  Kijk naar het voorbeeld om te zien hoe de foutenanalyse eruit kan zien. Noteer je naam bij de foutenanalyse en voeg de twee foutenanalyses toe aan het verslag als hoofdstuk 6. 

VII. Maak  allebei de tweede diagnostische toets om te kijken of je vooruit bent gegaan.Noteer de score.

VIII Schrijf de inleiding en het slot en voeg dat aan je verslag toe. Kijk hieronder wat daarin moet staan.  

De inleiding en het slot:  Ieder van jullie vertelt in een aparte alinea zijn of haar eigen ervaring.
In de inleiding schrijf je wie je bent en in welke klas je zit. Je vertelt of je over het algemeen veel of weinig fouten maakt bij de spelling van werkwoordsvormen en welke regels of stappen je nog weet van de basisschool. Het kan ook zijn dat je altijd op je gevoel afgaat. Je noteert in de inleiding de score die je had bij de diagnostische toets 1.

Je noteert in het slot opnieuw allebei apart de scores die je had bij de diagnostische toets 2. Je geeft antwoord op de volgende vragen:
Ben je nu beter geworden in de spelling van werkwoordsvormen? Vond je het moeielijk of makkelijk om een foutenanlyse te maken. Waarom? Durf je jezelf expert te noemen? Kun jij aan anderen uitleggen hoe het zit met de werkwoordsvormen?

In een nieuwe alinea ga je verder. Wat ging goed bij de samenwerking? Wat ging minder goed en hoe kwam dat?
Vind je het leuk om met een webquest te werken of heb je de opdracht liever op papier?  Waarom?

IX Controleer je verslag op spelfouten voordat je het via n@tschool of op papier inlevert!

B. Het eindresultaat van deze webquest is dus een verslag dat uit de volgende hoofdstukken bestaat:

Inleiding: jezelf voorstellen en score diagnostische toets 1

Hoofdstuk 1: Lijstje van de vijf websites over werkwoordsspelling die je bekeken hebt. en de beoordeling.

Hoofdstuk 2: Het schema of stappenplan dat je hebt gekozen of hebt gemaakt.

Hoofdstuk 3: 24 oefenzinnen werkwoordsspelling waarbij alle verschillende werkwoordsvormen aan bod komen. 

Hoofdstuk 4: Het  antwoordmodel

Hoofdstuk 5: De door een ander tweetal ingevulde oefeningen waarbij de fouten gemarkeerd zijn.

Hoofdstuk 6: De foutenanalyse en eventueel de naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen verbeterde versie van het schema of stappenplan.

Slot: Jullie vertellen wat je hebt geleerd van deze webquest en hoe je de manier van werken vond.

4. Bronnen

5. Beoordeling

I. Het verslag

Je docent kijkt naar de volgende punten:

1. Opbouw en verzorging van je verslag

2. Inhoud van je verslag

  • lijstje met bekeken websites
  • motivatie bij jouw favoriete website
  • kwaliteit /originaliteit schema of stappenplan werkwoordspelling
  • kwaliteit oefenzinnen en juistheid antwoordenblad
  • foutenanalyse

3. Spelling/stijl

4. Op tijd inleveren.

Door hier te klikken kun je het beoordelingsformulier bekijken.

6. Terugblik

Het was de bedoeling van deze webquest dat jullie expert zouden worden in de spelling van werkwoordsvormen. is dat gelukt? Was de tweede score beter dan de eerste? Vond je het moeilijk of makkelijk om een foutenanalyse te maken? Hoe ging de samenwerking en wat vond je van deze opdracht? Als het goed is heb je deze vragen uitgebreid beantwoord in het slot van je verslag.

7. Docentpagina

Deze WebQuest is goed te gebruiken bij:

Deze webquest is gebaseerd op een door iemand anders gemaakte webquest voor brugklasleerlingen. De bedoeling van deze follow-up voor havo 3/4 en vwo 3/4 is dat leerlingen een foutenanaylse kunnen maken. Er wordt niet alleen een beroep gedaan op kennis van regels maar ook op het probleemoplossend vermogen van leerlingen. Dat vraagt wel enige begeleiding van de docent.

Diagnostische toetsen kunnen ook schriftelijk of via www.cambiumned.nl worden afgenomen.

De foutenanalyse kan schriftelijk maar ook mondeling worden gegeven. In dat geval leggen leerlingen aan het andere tweetal of aan de docent uit waarom woorden fout zijn geschreven.

Auteur: Anne-Marie Westdorp?

  • Het arrangement Werkwoordsvormen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    E Kiwijs
    Laatst gewijzigd
    2018-06-12 14:10:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Is dit goed gespelt of goed gespeld? Gebeurt of gebeurd het nogal eens dat er spelfouten in berichten staan? Vind of vindt jij het moeilijk om correct te spellen? Dan ben je niet de enige. Heel veel mensen vinden correct spellen lastig, ook al hebben ze allemaal op de basisschool uitgebreid les in spelling gehad. Ze passen regeltjes toe, maar denken niet na over de vorm van het werkwoord. Gebeurt is goed gespeld als het een persoonsvorm is, maar niet als het een voltooid deelwoord is. Experts op het gebied van werkwoordsvormen kunnen uitleggen welke vorm een werkwoord heeft, hoe ze dat kunnen zien en volgens welke regels het werkwoord geschreven moet worden. Het is de bedoeling dat jullie na afloop van deze webquest experts zijn die aan anderen uit kunnen leggen hoe het nou zit met de spelling van de werkwoorden.
    Leerniveau
    VO; HAVO 4; HAVO; VWO; HAVO 3; VWO 3; VWO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur 50 minuten
    Trefwoorden
    foutloos spellen, nederlands, persoonsvorm, spelling, voltooid deelwoord, werkwoord, werkwoordsvormen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Team Wikiwijs. (z.d.).

    Sjabloon Webquest

    https://maken.wikiwijs.nl/28246/Sjabloon_Webquest

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.