2. Taak

A. Wat ga je doen?

Jullie werken in tweetallen. Sommige onderdelen doe je samen, andere eerst alleen om elkaar vervolgens feedback te geven. Feedback geven is commentaar geven in de vorm van suggesties en tips ter verbetering. Je mag ook je docent om feedback vragen.

Deze webquest bestaat uit acht onderdelen:

I. Je maakt voordat je aan de webquest begint allebei diagnostische toets 1. Vraag aan je docent waar je die kunt vinden.  Noteer de score. De scores worden vermeld in de inleiding van het verslag. Als je bijna klaar bent met de webquest maak je diagnostische toets 2 om de vooruitgang te kunnen meten.

II. Je bekijkt op internet verschillende manieren om werkwoordspelling uit te leggen. In de bronnenlijst   vind je een aantal websites die je kunt bekijken. Je schrijft op wat je goed vindt van bepaalde websites en waarom je dat vindt. Je bespreekt samen op welke manier je het bepalen van de vorm en de schrijfwijze van werkwoordsvormen het best met behulp van een schema of stappenplan kunt uitleggen

III. Je maakt een stappenplan of schema over werkwoordspelling aan de hand van de gevonden informatie bij I. In een toelichting leg je met voorbeelden uit hoe het stappenplan of schema werkt. 

VI. Je maakt samen 24 oefenzinnen waarin  een persoonsvorm, een infinitief, een gebiedende wijs en een voltooid of onvoltooid deelwoord (wel en niet bijvoeglijk gebruikt)moet worden ingevuld.

V. Je maakt een antwoordmodel voor de oefenzinnen.

VI. Je geeft een ander tweetal het schema of stappenplan met de oefening en vraagt of ze allebei de oefening willen maken en of ze feedback willen geven op het schema/stappenplan. Was het een handig schema/stappenplan? Waarom wel of waarom niet? 

VII. Je kijkt allebei een oefening na. Je markeert de fouten, maar verbetert ze niet. Je zoekt uit hoe het komt dat deze fouten zijn gemaakt. Roep indien nodig de hulp van je docent in. Deze foutenanalyse  zet je op papier. Je controleert en bespreekt elkaars werk. Daarna geef je het werk terug aan de makers en je bespreekt het met hen.

VIII. Je  maakt allebei de tweede diagnostische toets en je noteert opnieuw de score Je vergelijkt de score met je eerste score en je verwerkt de uitslag in het slot.  

Deze acht onderdelen samen vormen het verslag dat je bij je docent inlevert.Kijk bij werkwijze welke hoofdstukken je verslag moet hebben.