Inleiding
Doelen
Ontwikkeling van de ondernemende houding....
- uitdagen;
- faciliteren;
- coachen;
- reflecteren;
- en meten.
Programma's
Minor Ondernemerschap
<inleidende tekst CAH minor, eventueel>
Studentenstichting
In diverse onderzoeksprojecten zijn tools ontwikkeld en bronnen aangegeven die ingezet kunnen worden voor de ontwikkeling van de ondernemende houding. In deze handreiking wordt voor een onderwijsinstelling aangegeven hoe de studentenstichting als organisatiemodel kan worden ingezet. Hierbij wordt ook de inzet van de tools voor het meten van leerwinst toegelicht.
Dit model is uitgetest met 4e jaars studenten niveau 4 van AOC Oost
Aan de slag met ondernemerschap in de studentenstichting
Verzameling leeractiviteiten
Voorafgaand en parallel aan de activiteiten in de studentenstichting kunnen bijvoorbeeld de volgende leeractiviteiten gepland worden:
•Ondernemersspel (bijv. ‘Plaza Challenge’ of 'Enterprise')
•Programma bij Rabobank
•Gastlessen van het bedrijfsleven en brancheverenigingen
•Teambuildingbijeenkomst (bijvoorbeeld bij een ‘outdoor challenge parc’)
•Workshop creëren en innoveren
•Bezoek KvK
Voor bovenstaande leeractiviteiten staan uitgebreide beschrijvingen in de backoffice van het Groene LAB. Via onderstaande link word je daar naartoe geleid:
Leeractiviteiten ontwikkeling ondernemende houding
Voor begeleiding van de studenten op het ondernemersvlak kunnen de studenten zelf het initiatief nemen en een netwerk van relaties opbouwen. Voor bijvoorbeeld het begeleiden van een studentenstichting in Almelo hebben de Rabobank, Gibo Accountants, branchevereniging VBW en de Kamer van Koophandel hiervoor hun medewerking toegezegd.
Ter illustratie volgen hieronder een aantal afspraken die hiervoor zijn gemaakt:
Met de Rabobank:
1. Voordat de deelnemers starten in het bestuur van de leerlingenstichting is er voor alle deelnemers een opstartbijeenkomst bij de Rabobank (maximaal 12 deelnemers, dus ongeveer 3 sessies plannen). De powerpoint ‘Presentatie_AOC_en _Rabobank_voor_onderneming’ kan hiervoor als leidraad dienen (zie bijlagen).
2. Bij de opstart (of eigenlijk doorstart) van de leerlingenstichting adviseert de Rabobank de deelnemers in het opstellen van het ondernemersplan. Dit kan telefonisch of via de mail maar er wordt sowieso een persoonlijk gesprek gepland tussen enkele vertegenwoordigers van de ll’n-stichting en de bedrijfsadviseur van de Rabobank. Er dient een ondernemersplan opgesteld te worden voor de twee ondernemingen in de stichting (Flower & Design en Terra Green Combination) en de overkoepende stichting zelf (Leerlingenstichting Almelo).
3. De adviseur van de Rabobank controleert het ondernemersplan en geeft feedback.
4. In de uitvoeringsfase daarna wordt minimaal één keer een afspraak gemaakt voor het bespreken van de voortgang. Aandachtspunten hierbij zijn niet alleen de financiële doelstellingen, maar ook de marketingdoelstellingen.
5. In de afrondingsfase (in mei of juni) gaan alle deelnemers opnieuw naar de Rabobank voor een evaluatie. Dit vindt plaats in dezelfde groepssamenstelling als in de opstartbijeenkomst (dus + 3 sessies). Als leidraad dient de powerpoint ‘Presentatie_AOC_en_Rabobank_na_onderneming’.
Met de Kamer van koophandel:
Met een nadrukkelijke e-mail worden leerlingen uitgenodigd om hun vragen bij deze opdracht inzake het starten van “fictief” bedrijf en het schrijven van een ondernemingsplan voor te leggen aan de KvK op één van de reguliere manieren: via de mail, via de telefoon of dmv een baliegesprek (waarvoor een afspraak gemaakt dient te worden). Om er voor te zorgen dat dit in goede banen verloopt en er niet voor elk wissewasje aangeklopt gaat worden bij de KvK, zullen alle vragen voordat ze aan de KvK worden gesteld voorgelegd worden aan de coach van de leerlingen in dit project.
Verzameling oefensituaties
Oefensituaties ontwikkeling ondernemende houding
Bronnen
Beoordeling
Met een reflectiegesprek, volgens Delta (*) en met toepassing van de STARR-methodiek, wordt een inschatting gemaakt van het niveau (5 puntsschaal) van de activiteit, de prestatie en het vermogen van de deelnemer. Gereflecteerd wordt op de kernopgaven (ofwel dilemma’s) waarmee de deelnemer in de praktijk werd geconfronteerd.
(*) m.b.v. het instrument DELTA-toets
Vervolgens worden deze scores vertaalt, m.b.v. de rubrics (zie link hieronder) en het getoonde niveau van realiteitszin, motivatie en beroepsidentiteit, naar de resultatenmatrix voor de SHL-competenties m.b.t. ondernemende houding met een score/rating op een 4-puntsschaal (zie link hieronder).
Het is aan te bevelen de reflectiegesprekken periodiek (bijvoorbeeld tweemaandelijks) uit te voeren. Van vier opvolgende gesprekken worden de ingevulde scores in een grafiek weergegeven. In één oogopslag zie je dan de competentieontwikkeling van de student.