Jongerentaal

Jongerentaal

Jongerentaal

1. Inleiding

Jullie gaan een informatieve tekst schrijven over jongerentaal. Hierin leg je uit wat jongerentaal is. Ook vertel je iets over de geschiedenis van jongerentaal. Verder vertel je wat jij denkt over de invloed van jongerentaal op de Nederlandse taal.

Je gaat eerst op onderzoek uit, daarna ga je je opdracht voorbereiden en dan schrijf je de tekst.

2. Taak

Je gaat bij deze webquest een onderzoek doen naar jongerentaal. Uiteindelijk schrijf je een informatieve tekst over dit onderwerp.

Doel: het schrijven van een informatieve tekst van 1 A4

- Je zoekt informatie over jongerentaal, wat is het, de geschiedenis en een paar voorbeelden.
- Je kijkt welke informatie bruikbaar is voor de tekst die je gaat schrijven.
- Je maakt een bouwplan voor je tekst. (Bouwplan kan je vinden bij 'bronnen'). Je hebt het bouwplan nodig, omdat je daaraan je tekst kan 'ophangen'. Zie bronnen.
- Je schrijft de tekst.

Veel plezier met de opdracht!

Tip: schrijf alle informatiebronnen die je gebruik op! Dat scheelt een hoop werk voor later.

3. Werkwijze

Op deze pagina kan je vinden wat je in de les precies moet doen. Natuurlijk zijn er ook docenten waar je vragen aan kan stellen.

 

 

Les 1:   Je leest de webquest door en begint met het zoeken naar informatie. Schrijf alle bronnen van je informatie op! (waar je de informatie vandaan hebt)

Huiswerk voor les 2:   Je kan natuurlijk niet alle informatie die je vindt verwerken in je tekst. Daarom moet je gaan kiezen wat je wel en niet wilt gebruiken. Volgende les moet je dat bepaald hebben. Schrijf dit dus op.

Les 2:   In deze les doet iedereen iets anders. Sommigen van jullie hebben het bouwplan al gestuurd en kunnen beginnen aan de tekst. Anderen hebben het bouwplan wel gestuurd, maar moeten deze nog verbeteren. Je hebt deze les in ieder geval je bouwplan af. Deze moet al zijn goedgekeurd. Pas als hij is goedgekeurd mag je beginnen aan je tekst. Het bouwplan kan je vinden bij bronnen.  

Huiswerk voor les 3:   Alles wat je tot nu toe hebt gemaakt moet je naar je docent opsturen. Dit is dus in ieder geval: bronvermelding van informatie en je bouwplan , eventueel het begin van je tekst.

Les 3:   In deze les maak je je tekst af. Lees je tekst nog even door en verbeter hem. Laat ook een klasgenoot naar de tekst kijken! Als je denkt dat hij goed is, dan stuur je hem op naar je docent. Je levert een exemplaar in via de mail bij je docent.

Huiswerk:   Als je het in de les niet hebt gered, dan kan je je tekst afmaken en alsnog opsturen. Doe dit vandaag nog! Een dag later is punt eraf, twee dagen later twee punten enz.

4. Bronnen

De volgende bronnen kan je gebruiken:

Internet:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Jongerentaal
http://www.heinpragt.com/communicatie/communicatie.php#Deel2
http://www.kennislink.nl/web/show?id=179273
http://www.dropjelyrics.nl/home.asp

Boeken: (hoef je niet te gebruiken, mag wel)
Vet!  Wim Daniels
Turbotaal   Jeroen Kuitenbrouwer

Zo maak je een bouwplan:

Het bouwplan

 

Een bouwplan is eigenlijk precies wat het woord zegt. Het is een plan waarin je de bouw van je tekst  opschrijft. Je zorgt daardoor dat je gaat nadenken over je tekst. Ook helpt het bouwplan je om bij het onderwerp van de tekst te blijven. Zo wordt je tekst een stuk beter!

 

Hieronder zie je een voorbeeld van een bouwplan. Deze tekst gaat over alcoholgebruik onder jongeren.

 

Bouwplan

Onderwerp:                            Alcoholgebruik onder jongeren

Publiek:                                   Jongeren

 

Inleiding:                                  Probleem omschrijven

Vertellen waar ik het over ga hebben (routeplanner)

Kern:                                       Wat is precies het probleem?

                                               Wat zijn oplossingen?

                                               Wat kunnen school en ouders doen?   

Slot:                                        Samenvatting

 

Niet over hebben:                    Alcoholgebruik bij ouderen

                                               Overheid

                                              

 

Als je een bouwplan maakt, moet je met jezelf afspreken dat je je hieraan houdt, anders heeft het natuurlijk geen zin. Gebruik het bouwplan hieronder voor je eigen tekst. Je mag natuurlijk dingen toevoegen.

 

Bouwplan

Onderwerp:

Publiek:

 

Inleiding:

Kern:

Slot:

 

Niet over hebben: (hierdoor ga je bijvoorbeeld niet over de geschiedenis van jongerentaal schrijven, als je het alleen over de jongerentaal van nu wilt hebben)

 Tip: Maak je bouwplan concreet, dit helpt je enorm bij het schrijven van je tekst.

5. Beoordeling

Je tekst wordt zo snel mogelijk nagekeken. Je wordt beoordeeld op de inhoud, de stijl en de structuur van je tekst.

-Bij de inhoud wordt erop gelet dat je je houdt aan de opdracht. Je moet er dus op letten dat je tekst informatief is en dat de inhoud waar is. 
-Je tekst wordt ook beoordeeld op de stijl. De zinnen moeten goed lopen en de spelling moet goed zijn. 
-Ook je structuur moet goed zijn. Maak alinea's en zorg dat die goed op elkaar aansluiten. Behalve alinea's moet er ook een duidelijke indeling in je tekst zijn, dus: inleiding, kern en slot.  

Verzorg je tekst goed, dan krijg je geen minpunten. Let hiervoor ook op de spelling!


Tip: je werkt aan de computer, dus gebruik de spellingscontrole!

6. Terugblik

Wat heb je nu eigenlijk geleerd als je deze webquest hebt gemaakt?

-Je weet wat jongerentaal is.
-Je kan een goed bouwplan maken.
-Je kan een goede informatieve tekst schrijven.

7. Docentpagina

-Onderwerp: jongerentaal
- Leerdoelen: leerlingen leren informatie zoeken en ordenen. 
                     leerlingen leren een lesactiviteit planmatig en gestructureerd voor te bereiden.
- Schooltype en -niveau: 3 havo. Kan worden uitgebreid voor andere schooltypes. Een hogere klas kan bijvoorbeeld de tekst nogmaals herschrijven of van elkaar nakijken.
- Vakgebied: Nederlands
- Wat het eindproduct van de webquest wordt: een tekst.
- Wie de WebQuest gemaakt heeft: I. de Wit

Aanvullingen zijn van harte welkom en kunnen worden gestuurd naar: iwit@ashram.nl

  • Het arrangement Jongerentaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Iris Wit
    Laatst gewijzigd
    2011-05-31 11:44:08
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Webquest jongerentaal
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Team Wikiwijs. (z.d.).

    Sjabloon Webquest

    https://maken.wikiwijs.nl/28246/Sjabloon_Webquest

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.