Helofytenfilter

Helofytenfilter

Wat is waterzuivering?

In huishoudens, maar ook bij bedrijven, wordt water gebruikt en daarbij wordt dat water vervuild. Denk bijvoorbeeld aan de WC, schoonmaken, de wasmachine, vaatwasser en douchen. Het vuile water gaat in de meeste woningen naar de riolering. De riolering zorgt ervoor dat het vuile afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) gaat. Hier wordt het afvalwater gezuiverd en stroomt dan naar een rivier en uiteindelijk naar de zee.

Mechanische zuivering

Mechanische zuivering is de eenvoudigste vorm van waterzuivering. In afvalwater zitten vaak vaste stoffen (zand, wc-papier, etensresten, haar) en olieën en vetten (jus, zonnebloemolie, margarine). Deze stoffen kun je gemakkelijk uit het water halen. Dit kan bijvoorbeeld door het afvalwater te zeven of door de vaste stoffen te laten bezinken of te laten drijven en dan af te scheiden.

Proefje: neem een fles water en doe daar zand bij. Schud de fles en laat hem dan een tijdje staan: het zand zinkt naar de bodem en je kunt weer voorzichtig helder water afgieten.

Proefje: neem een kan water met een kraantje aan de onderkant. Doe daar wat olie bij (zonnebloemolie b.v.). Schud de kan en laat hem dan even staan. De olie komt bovendrijven. Via het kraantje aan de onderkant kun je water zonder olie aftappen.

Proefje: neem een fles water en meng hier fijn zand bij. Even schudden en het water wordt helemaal troebel. Giet het water daarna door een koffiefilter. Er komt helder water uit. Het zand wordt tegengehouden in het filter.

Dit zijn voorbeelden van mechanische zuivering.

Biologische zuivering

Niet alle vervuiling die in afvalwater zit kun je eruit halen via mechanische zuivering. Sommige stoffen zijn opgelost en zullen niet gaan drijven of bezinken (b.v. zepen). Andere stoffen zijn te fijn om uit het water te filteren of het wordt te duur omdat telkens het filter verstopt zou raken. Gelukkig kun je water ook op andere manieren zuiveren en wel met behulp van de natuur! In de natuur zijn bacteriën vaak de opruimers van afvalstoffen. Deze beestjes die zo klein zijn dat je ze niet kunt zien zonder microscoop. De bacteriën eten de vervuiling in het afvalwater op. Voor de bacteriën zijn dit voedingsstoffen. De bacteriën zetten de afvalstoffen dan om in CO2 (koolzuurgas), water en soms in andere stoffen.

In een RWZI wordt het afvalwater na de mechanische zuivering naar een groot bassin gepompt en daar leven veel bacteriën. Deze bacteriën zweven gewoon in het water als vlokken en zuiveren het water. Hierbij hebben ze wel veel zuurstof nodig. Daarom wordt in de biologische zuivering lucht in het afvalwater gepompt. Vergelijk het met een aquariumpompje: vanaf de bodem van het bassin worden fijne luchtbelletjes in het water gepompt en zo kunnen de bacteriën ademen.

Omdat bacteriën maar kort leven, krijg je in het afvalwater ook veel dode bacteriën. Het beluchte bassin heeft daarom een overloop naar een nabezinkingstank. Daar zinken de dode bacteriën naar de bodem van de tank en kan het heldere, gezuiverde water overlopen naar de rivier. Op de bodem onstaat dan zuiveringsslib (een laag dode bacteriën) en dat slib wordt dan weer weggepompt en gedroogd en soms verbrand.

Chemische zuivering

In afvalwater zitten ook vaak stoffen die bacteriën niet kunnen verteren of omzetten. Daarom wordt soms ook nog gebruik gemaakt van chemische zuivering. De meest gebruikte chemische zuivering in een RWZI is bedoeld om fosfaat te verwijderen. Fosfaat kun je uit afvalwater verwijderen door ijzer toe te voegen. Dit is meestal in een RWZI een stof die ijzerchloride heet. Fosfaat bindt samen met ijzerchloride en zinkt dan naar de bodem als neerslag. Dit kan dan weer verwijderd worden.

 

Helofytenfilter

Een helofytenfilter in een tuin

Wat is een helofytenfilter?

gemaakt door ROC West-Brabant Marketing en Communicatie

Helofyten is de latijnse naam voor een groep planten die je vaak aan wateroevers kunt vinden. De planten wortelen in de bodem onder water. Maar de stengels, bladeren en bloemen steken boven water uit. Riet, lisdodde, gele lis, zeggesoorten en biezen zijn voorbeelden van helofyten.

In de waterzuivering met een helofytenfilter wordt gebruik gemaakt van een bijzondere eigenschap van deze planten. Ze kunnen zuurstof uit de lucht opnemen via hun stengels en bladeren. Deze zuurstof wordt via kleine kanaaltjes in hun stengels naar de wortels gebracht. De planten werken dus als een soort snorkels. Rondom de wortels van de planten wordt de zuurstof weer afgegeven. De bacteriën die aan de wortels van de planten leven, kunnen op die manier ademen. En zo kunnen ze het afvalwater dat door het filter heen stroomt zuiveren.

Op deze manier krijg je een natuurlijke waterzuivering. Er zijn geen luchtpompen nodig die veel energie verbruiken om zuurstofbelletjes in het water te pompen. De planten doen het werk voor ons. Op zonne-energie eigenlijk.

Omdat meestal riet gebruikt wordt in een helofytenfilter, wordt een helofytenfilter ook wel een rietveld genoemd.

Het riet doet trouwens nog meer dan alleen zuurstof omlaag pompen. In de winter sterft het riet bovengronds af, maar de wortels blijven in leven. Het afgestorven riet zorgt er in de winter voor dat het rietveld niet bevriest. Het isoleert het rietveld aan de bovenkant tegen koude wind. Daarom werkt een helofytenfilter in de winter even goed als in de zomer.

En dan is er nog een laatste belangrijke taak die het riet heeft. Doordat riet altijd maar nieuwe wortels blijft vormen, maakt het kleine kanaaltjes in het zand. Op die manier zogt het riet ervoor dat het filter niet verstopt raakt en het afvalwater zelfs na vele jaren nog goed door het filterzand blijft lopen.

Voorzuivering: septic tank

Voordat het afvalwater in het helofytenfilter gezuiverd wordt, gaat het eerst door een septic tank. Die septic tank is zo groot dat het water hier wel een paar dagen voor nodig heeft. Omdat het water dus bijna stilstaat, kunnen deeltjes die zwaarder zijn dan water naar de bodem van de tank zinken. Stoffen die lichter zijn dan water gaan drijven en worden tegengehouden door een schot in de septic tank. Zo heb je dus een mechanische voorzuivering. De andere afvalstoffen die niet bezinken of drijven, stromen door naar de pompput.

De laag slib op de bodem van de septic tank en de drijflaag bovenin, worden natuurlijk steeds dikker. Dit gaat niet zo heel snel omdat een deel van het materiaal wegrot. Maar van tijd tot tijd moet de septic tank geleegd worden. Dit gebeurt met een tankwagen met een zuigpomp. Het slib dat uit de septic tank opgezogen wordt, gaat dan naar een RWZI waar het met de rest van het afvalwater gezuiverd wordt. 

Pompput

Het water dat in de septic tank al een stukje gezuiverd is, komt terecht in de pompput. De pompput is groot genoeg om het water van één dag op te slaan. Twee keer per dag wordt de pomp op de bodem van de put aangezet met een tijdklok. De put wordt dan leeggepompt naar het helofytenfilter.

Per dag pompt de pomp maar ongeveer 10 minuten in totaal. Dus het helofytenfilter gebruik maar heel weinig elektriciteit.

Opbouw van het helofytenfilter

Hierboven zie je een tekening van hoe het helofytenfilter bij het Prinsentuincollege is opgebouwd. Het rietveld is opgebouwd uit verschillende lagen. Van boven naar beneden;

  1. Een laag van 10 cm grind. In deze laag worden de plantjes geplant. Maar ook de bevloeiingsbuizen liggen hierin, netjes afgedekt met grind. Omdat de buizen in grind liggen, zie je nooit iets van het afvalwater en ruik je ook niets. De bevloeiingsbuizen liggen op een afstand van 1 meter van elkaar. In elke buis zitten aan de onderkant ook weer gaatjes op een afstand van 1 meter. Zo krijg je dus op elke vierkante meter van het helofytenfilter een gaatje. Op deze manier wordt het afvalwater uit de pompput netjes over het hele oppervlak van het rietveld verdeeld.
  2. Een laag van 25 cm schoon zand. De wortels van de rietplanten groeien steeds dieper dit zand in. De bovenste laag zand is het belangrijkste voor de biologische zuivering: hier leven het meeste bacteriën die het afvalwater schoonmaken.
  3. Een laag van 25 cm zand, gemengd met ijzervijlsel. Het ijzervijlsel zorgt ervoor dat het fosfaat in het afvalwater tegengehouden wordt. Fosfaat blijft dus in het filter achter, gebonden aan het ijzer. Dit is een vorm van chemische zuivering in het helofytenfilter. In het filter zit genoeg ijzer om 25 jaar lang fosfaat te binden. Daarna moet het ijzer vervangen worden.
  4. Een laag van 50 cm zand met kalksteen. Bij de zuivering door bacteriën wordt het water een beetje zuurder. Het kalksteen zorgt ervoor dat het water niet te zuur wordt. Als het filter te zuur wordt, gaat het minder goed werken. Het onderste stukje van deze zandlaag staat altijd onder water. Hier is bijna geen zuurstof meer aanwezig. Dit zorgt er dan weer voor dat een speciaal soort bacterie die geen zuurstof nodig heeft hier kan leven en het water nog extra kan zuiveren.
  5. Een filterdoek (geotextiel). Dit doek zorgt ervoor dat het zand wat er bovenop ligt niet gemengd raakt met de onderste grindlaag. De doek is zo fijn dat zandkorreltjes er niet doorheen gaan, maar het gezuiverde water wel.
  6. Een grindlaag van 10 cm met de drainagebuizen. De drainagebuizen zijn flexibele buizen met talloze kleine gaatjes. Deze buizen vangen het gezuiverde water op en dat kan dan via een opening in de folie naar het monsternameputje lopen.
  7. De folie waarin het rietveld ingebouwd is. Dit is een erg stevige vijverfolie van 1 mm dik van PE (poly-ethyleen). Deze folie zorgt ervoor dat het filter aan alle kanten waterdicht is en tegelijk dat de rietplanten niet buiten het helofytenfilter gaan groeien. Rietplanten hebben heel sterke wortels met scherpe punten. Daarom moet de folie erg stevig zijn, anders groeien de wortels er gewoon doorheen.

Werking van het helofytenfilter

Het helofytenfilter combineert 3 soorten zuivering. En dat zijn precies de soorten zuivering die al genoemd zijn in het hoofdstukje over waterzuivering.

  1. Mechanische zuivering. Het filterzand in het rietveld werkt als een fijne zeef. De kleine stukjes vervuiling die in de septic tank niet verwijderd zijn, blijven hangen tussen de zandkorrels en worden zo uit het water gefilterd. Dit is tegelijk handig voor de bacteriën want die krijgen zo alle tijd om op hun gemak de kleine vervuilingsdeeltjes te verteren.
  2. Biologische zuivering. De bacteriën aan het werk! De meeste bacteriën leven dicht bij de wortels van de rietplanten want daar krijgen ze zuurstof en kunnen ze ademen. Verder van de rietplanten vandaan en dieper naar de bodem van het filter is veel minder zuurstof en daar leven dan weer andere soorten bacteriën. Deze bacteriën hebben weinig of geen zuurstof nodig en kunnen weer andere vervuiling afbreken dan de bacteriën bij de wortels. Dit gaat dan vooral over nitraat. De bacteriën zetten de meeste afvalstoffen om in water en in CO2 (koolzuurgas, hetzelfde gas als de belletjes in frisdranken). Zo wordt de vervuiling onschadelijk gemaakt. Dit is erg belangrijk omdat als het afvalwater in een rivier komt zonder het te zuiveren, dan moeten bacteriën in de rivier het werk doen. Hierbij gebruiken ze dan zoveel zuurstof uit het water, dat vissen en andere waterdiertjes niet meer kunnen ademen en doodgaan.
  3. Chemische zuivering. Allerlei stoffen in het afvalwater die niet door bacteriën verteerd kunnen worden blijven achter in het filter. Fosfaat wordt bijvoorbeeld gebonden aan het ijzer dat in de zandlaag met ijzervijlsel zit. Maar ook andere stoffen zoals zware metalen, worden in het filter chemisch gebonden en blijven in het filter achter.

Het ijzer in het filter gaat snel roesten

De bouw van een helofytenfilter

Hier zie je wat spullen die voor de bouw van een rietveld gebruikt worden. De pomp, buizen, rietplanten en zakken met kalksteen.

Hoe groot moet het zijn? Inwoner-equivalent

Voordat een helofytenfilter gebouwd kan worden, moet eerst precies uitgerekend worden hoe groot het filter moet worden. Dat is erg belangrijk want als het filter te groot is krijgen de planten te weinig water en groeien ze niet goed. Als het filter te klein is, kunnen de bacteriën de vervuiling niet allemaal afbreken en raakt het filter verstopt.

Om de berekening eenvoudig te houden, hebben de experts in waterzuivering een reken-eenheid bedacht, de inwoner-equivalent of IE. Eén inwoner-equivalent is het afvalwater dat één gemiddelde persoon in een normaal huishouden per dag veroorzaakt bij alles wat die persoon doet. Dus naar de WC gaan, douchen, de was, afwas, schoonmaak en eten koken. In West-Europa gebruiken we gemiddeld per persoon ongeveer 150 liter water per dag. Het grootste deel hiervan wordt ook afvalwater.

Voor een helofytenfilter heb je per inwoner-equivalent drie vierkante meter nodig. Voor een normaal gezin is de berekening dan heel gemakkelijk. Als er in huis 4 personen wonen, maken die samen 4 IE aan afvalwater. Het rietveld moet dan dus 4 x 3 = 12 m2 groot zijn. Maar hoe zit dat nu bijvoorbeeld bij een school? Op school ga je vaak wel naar de WC maar je doucht er niet, eet er meestal niet en daar wordt ook niet de was voor je gedaan. Dus hoe weet je dan met hoeveel afvalwater je rekening moet houden?

Hiervoor zijn dan door deskundigen tabellen gemaakt. In zo'n tabel staat bijvoorbeeld dat op een normale school, je voor elke 10 leerlingen één IE moet tellen. En voor de leerkrachten geldt dat 3 leerkrachten tellen voor 1 IE. In dit soort tabellen staan ook zulke cijfers voor bijvoorbeeld restaurants, vergaderzalen en kantoorgebouwen. Zo kun je voor veel situaties gemakkelijk uitrekenen hoeveel IE aan afvalwater er naar de waterzuivering gaat.

Opgave: Hoe groot moet een rietveld zijn voor een school met 240 leerlingen en 18 leerkrachten?

Voor sommige speciale situaties bestaan er geen tabellen. Dan wordt het een beetje moeilijker. Je moet dan meten hoeveel afvalwater er per dag vuil gemaakt wordt en ook hoe vuil het dan precies is. Om dat te kunnen doen worden er dan meestal een aantal monsters genomen van het afvalwater en dit wordt dan onderzocht in een laboratorium. Daarna kun je dan weer uitrekenen hoeveel IE dat is. Maar dat is dus echt specialistenwerk.

De bouw van het filter

Als eenmaal de maat van het rietveld bepaald is, kan begonnen worden met de bouw. Hierbij wordt voor een groot deel van het werk een graafmachine gebruikt.

Eerst wordt een kuil uitgegraven op de maat van het rietveld. Daarna wordt in die kuil de folie gelegd. Bij het Prinsentuincollege is in de kuil ook nog een bak van houten platen gezet om een mooie rechthoekige vorm te krijgen. De folie is over de randen van die bak omgevouwen. Waar bij de bouw goed op gelet moet worden, is dat de bodem van het rietveld niet te diep ligt. Anders kan het water uit het filter niet meer weglopen naar de sloot of de vijver waar het heen moet. Daarom ligt het rietveld bij het Prinsentuincollege een beetje in een heuveltje boven de grond. Het zand dat uitgegraven is uit de kuil, wordt dan gebruikt om rondom het rietveld een schuin talud aan te leggen. Hier kunnen dan later weer plantjes op gezet worden of er kan gras ingezaaid worden.

Als de folie geplaatst is wordt aan de onderkant een gat gemaakt om de afvoerbuis doorheen te steken. Dit gat moet natuurlijk daarna weer waterdicht gemaakt worden rond de buis. Daarna worden de drainagebuizen in het filter gelegd en aangesloten op de afvoerbuis. De drainagebuis wordt dan met behulp van de graafmachine afgedekt met een laag grind.

Op de grindlaag komt dan vervolgens de filterdoek en dan wordt het rietveld verder gevuld met de zandlagen. De onderste helft wordt gevuld met zand gemengd met kalksteen. Dan komt een laag zand met ijzervijlsel en dan nog een laag schoon zand. Het mengen van zand met ijzer en met kalksteen gebeurt voordat het zand in de foliebak wordt gebracht. Ook dit gebeurt weer met de graafmachine.

Het is belangrijk dat bij de aanleg van een helofytenfilter het juiste zand gekozen wordt. Te fijn zand, bijvoorbeeld leem of lemig zand, kan niet gebruikt worden omdat het water daar heel slecht doorheen zou zakken. Te grof zand zoals metselzand is ook weer niet goed. Als het afvalwater te snel door het filter zakt, hebben de bacteriën te weinig tijd om het te zuiveren.

Als het filter helemaal met zand opgevuld is, wordt de bovenkant van de zandlaag heel precies waterpas gemaakt. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat het water als het op het rietveld gepompt wordt niet allemaal naar één kant stroomt maar heel gelijkmatig over het hele oppervlak verdeeld wordt.

Na het waterpas maken van het zand worden de bevloeiingsleidingen gelegd en afgedekt met een nieuwe laag grind. En als laatste worden in dat grind de plantjes gezet. Meestal gebruiken we alleen rietplanten. Riet is het meest geschikt voor zuivering van afvalwater omdat het diep wortelt en goed tegen vervuling kan. Maar ook andere helofyten kunnen gebruikt worden. Dit kan zeker als het water niet teveel vervuild is, zoals bij het vijverfilter bij Prinsentuin. Hier zijn ook andere helofyten gebruikt.

 

De putten en de pomp

Naast het rietveld wordt de pompput geplaatst. Meestal wordt een pompput van beton gebruikt, maar er zijn ook putten van kunststof. Die zijn natuurlijk lichter van gewicht, maar niet zo stevig. Daarom moet rondom een kunststof put vaak nog gestabiliseerd zand gebruikt worden. Dat is een mengsel van zand met cement dat hard wordt en de kunststof put beschermt tegen indeuken.

Om de put te plaatsen wordt eerst weer een kuil gegraven. Als het grondwater erg hoog staat, zoals bij het Prinsentuincollege, moet vooraf een bronbemaling geplaatst worden. Dit betekent dat er filterbuizen in de grond gebracht worden rondom de plaats waar gegraven moet worden. Daarna wordt dan met een pomp het water een tijd lang weggepompt, tot het grondwater genoeg gedaald is om te kunnen graven. Als dat niet gebeurd, moet er in te nat zand gegraven worden en zal de kuil gemakkelijk instorten.

Betonnen putten worden meestal met een speciale kraan geplaatst die op een vrachtwagen staat. Een betonnen put is vaak te zwaar om nog op te kunnen tillen met een graafmachine. Als de put geplaatst is wordt rondom weer aangevuld met uitgegraven zand of met gestabiliseerd zand. Daarna wordt het gat in de bovenkant van de put opgemetseld en wordt een deksel op de put gelegd. Op die manier kun je altijd in de put om bijvoorbeeld onderhoud te doen aan de pomp of om monsters te nemen van het vuile water.

In de pompput komt een speciale dompelpomp die geschikt is voor het pompen van vuil water. Deze pomp staat op de bodem van de put en pompt via een leiding het afvalwater naar de bevloeiingsbuizen op het rietveld. De pomp wordt bij het Prinsentuincollege twee keer per dag ingeschakeld door een tijdklok. Een vlotterschakelaar aan de pomp schakelt de pomp vanzelf uit als de put bijna leeg is. Verder zit er in de pompput ook nog een klein schakelaartje dat een alarm inschakelt als het water in de put te hoog komt: een teken dat er iets mis is met de pomp. De elektrische onderdelen voor het inschakelen van de pomp en het alarm zitten in een besturingskastje naast de pompput.

De pompput wordt meestal dicht bij het rietveld geplaatst. De septic tank kan ook bij het helofytenfilter geplaatst worden maar wordt vaak juist dichtbij het huis geplaatst. De reden hiervoor is dat het afvalwater als het via de rioolbuizen uit het huis komt, allerlei vuil bevat zoals papier, etensresten, haren en natuurlijk poep. En als dat vuil in een rioolbuis blijft liggen, krijg je snel verstoppingen. In de septic tank wordt dat vuil tegengehouden en achter de septic tank raken de rioolbuizen dus niet zo snel verstopt. Daarom is het slimmer om de leiding vóór de septic tank zo kort mogelijk te houden en na de septic tank langer. Dan heb je minder kans op verstoppingen.?

Milieu

Energiebesparing

Een helofytenfilter werkt met hulp van de natuur. De planten zorgen voor zuurstof in het filterzand. En de bacteriën doen de rest. Het enige wat energie verbruikt in een rietveld is de dompelpomp. Hierdoor is een helofytenfilter van alle technieken van waterzuivering het zuinigste met energie. En dat is belangrijk want elektriciteit wordt opgewekt in elektriciteitscentrales op olie, gas of kolen. Die brandstoffen worden fossiele brandstoffen genoemd omdat ze heel lang geleden, in de tijd van de dinosauriërs, ontstaan zijn. Het zijn dus een soort fossielen, ofwel: heel oud! En die fossiele brandstoffen beginnen langzaam aan op te raken.

Verder zorgt de verbranding van deze fossiele brandstoffen ervoor dat er steeds meer CO2 en andere vervuilende stoffen in de lucht komen. CO2 is op zichzelf niet giftig of schadelijk. Het is een gas dat van nature in lucht voorkomt. Ongeveer 4% van alle lucht die wij inademen bestaat uit CO2. Maar in de tijd van de dynosauriërs, zat er veel meer CO2 in de lucht. Dat koolzuurgas is in die tijd door bomen en planten opgenomen om van te groeien. En die bomen en planten zijn over een periode van miljoenen jaren omgezet in olie, gas en steenkool. Als je die branstoffen nu weer gaat opbranden, dan krijg je weer dezelfde lucht terug als in de tijd van de dinosauriërs. Want die CO2 komt weer terug in de lucht. Waarom is dat erg?

Je hebt misschien wel eens gehoord van het broeikas-effect. Als er veel CO2 in de lucht zit, gaat de lucht om de aarde werken als een soort broeikas. In plaats van een glazen kas, hebben we dan een kas van CO2 die de zonnewarmte bij de aarde vasthoudt. Omdat er steeds meer CO2 in de lucht komt, stijgt langzaam de temperatuur van de aarde. En doordat de temperatuur langzaam stijgt, verandert ook het klimaat. Gletsjers en het ijs bij de noord- en zuidpool gaan smelten. En daardoor komt er zoveel water bij in de zeeën en oceanen dat het waterpeil stijgt en grote stukken land onder water kunnen lopen. Dit kan grote problemen opleveren. Niet alleen hier in Nederland waar de dijken dan verhoogd moeten worden. Maar vooral in ontwikkelingslanden waar het geld niet is om dijken aan te leggen.

Daarom is het belangrijk dat we minder energie gaan verbruiken. En dat we de energie die we verbruiken zo veel mogelijk opwekken zonder fossiele brandstoffen maar bijvoorbeeld met zonne-energie of windmolens.

Als je een helofytenfilter vergelijkt met een RWZI, dan blijkt dat een helofytenfilter ongeveer maar 1/4 van de energie verbruikt per persoon. Dit verschil zit vooral in het energieverbruik van de luchtpompen die bij een RWZI nodig zijn. Dat is dus een flinke besparing. Je bespaart met een helofytenfilter meer energie dan je bespaart als je alle gloeilampen in huis door spaarlampen vervangt.

CO2-balans

Er is nog een reden waarom helofytenfilters zo milieuvriendelijk zijn. Door de energiebesparing van het systeem wordt er veel minder CO2 geproduceerd dan in een RWZI. Maar daar komt nog iets bij.

De rietplanten die groeien op een helofytenfilter, nemen voor hun groei ook nog CO2 uit de lucht op. Ze gaan dus voor een klein stukje het broeikas-effect tegen. Het beetje CO2 dat ontstaat bij het opwekken van elektriciteit voor de pomp, wordt door de planten weer opgenomen. Hiermee is het helofytenfilter het enige systeem van waterzuivering dat helemaal niets bijdraagt aan het broeikas-effect.

Bij grote rietvelden is het zels mogelijk om het riet te oogsten en te drogen en als brandstof te gebruiken om energie op te wekken. Zo kun je rietvelden gebruiken om groene stroom op te wekken en zijn er minder fossiele brandstoffen nodig.

Biotoop

Natuurlijk is een helofytenfilter heel wat anders dan een technische waterzuivering. In plaats van betonnen bakken met pijpen en gebouwen, is het een stukje natuur. In grotere rietvelden vind je allerlei planten, insecten en vogels die daar hun onderkomen vinden en nesten bouwen. Zo'n typisch stukje natuur waar allerlei planten en dieren samenleven, wordt een biotoop genoemd.

.

 

Steeds meer bedrijven en gemeenten kiezen ervoor om met helofytenfilters hun afvalwater te zuiveren of regenwater op te vangen en vast te houden. De rietvelden vormen steeds vaker een stukje groen op een industrie-terrein. En een stuk natuurgebied kan door een helofytenfilter extra nut krijgen. Het is dus geen verloren ruimte!

Dat blijkt nog eens extra uit onderzoek dat de laatste jaren gebeurt rond de invloed van de omgeving op mensen. Een mooie gezonde natuur rondom je, doet je goed. Ziekenhuizen en klinieken laten tuinen aanleggen omdat blijkt dat dat een goede invloed heeft op de gezondheid van mensen. Hierin kunnen helofytenfilters prima ingepast worden, samen met waterpartijen zoals vijvers en beekjes. Mooi, gezond en milieuvriendelijk. Een techniek van de toekomst.

.

Een stukje groen bij een bedrijf

  • Het arrangement Helofytenfilter is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Prinsentuin Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2012-10-09 07:40:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze wikiwijs hoort bij de helofytenfilter die is aangelegd bij Prinsentuin Oudenbosch. Het lesprogramma is echter zo opgezet dat ook buiten de school het programma is te volgen.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/dGhO_z8VThI
    https://youtu.be/dGhO_z8VThI
    Video
    https://youtu.be/0TkVSIi7zY0
    https://youtu.be/0TkVSIi7zY0
    Video