Inleiding
Het woord "Robot" is geleend uit het Tsjechish. In die taal betekent het 'slaaf'.
Robots voeren werk uit dat zwaar, gevaarlijk of saai is voor mensen.
Soms lijken robots op mensen, maar dat is niet efficiënt. Een robot op twee benen valt bijvoorbeeld te snel om. Een robot op meerdere poten of wielen is veel steviger.
De meeste robots zien er dus vaak helemaal niet uit als een mens.
Soms is het alleen nog maar een robotarm, zoals in de montagehal van een autofabriek.
Een computer bestuurt de robotarm. De computer is geprogrammeerd door de mens.
De robot voert braaf de opdrachten uit.
Er zijn verschillende soorten robots. Op het plaatje hieronder zie je er 6.
Kun jij ontdekken welke robot bij welk plaatje hoort?
ruimtevaartrobot - brandweerrobot - chirurgische robot - autorobot - stratenmakersrobot - medische robot
Kun je ook aangeven waarom mensen hiervoor robots gebruiken?
te gevaarlijk - goedkoper - te zwaar - te ver - preciezer - te zwaar
Wat ga je doen?:
Met een groepje van 2 of 3 kinderen ga je een opdracht kiezen.
De opdrachten vind je links onder "Opdracht".
Er is een stappenplan dat je helpt de opdracht goed uit te voeren.
Wat er van je verwacht wordt, kun je lezen onder "Beoordeling".
Daar staat precies waarmee en hoe je beoordelingspunten kunt krijgen.
De bronnen kunnen je een eind op weg helpen, maar je mag ook eigen bronnen gebruiken.
Succes
Leerdoelen
Wat is het doel van deze opdracht?
Je doet mee aan een onderzoek. Voor de onderzoekers is het belangrijk dat je goed je best. Ze willen weten hoe kinderen leren van digitale opdrachten. Er worden aan het begin en aan het eind vragen aan je gesteld. Geef daar eerlijk antwoord op.
Wat is het doel van de opdracht Robots:
-
Je probeert je een beeld te vormen van de toekomst.
-
Je leert dat er veel verschillende robots zijn en wat hun functie is.
-
Je maakt een onderscheid tussen wat geloofwaardig is en wat onwaarschijnlijk is.
-
Je werkt samen aan een presentatie. De taken worden eerlijk verdeeld.
Voorlopig wint de mens nog.
Stappenplan
Stappenplan: De weg naar succes!
Volg de 8 stappen van het stappenplan:
1 De eerste stap is het invullen van een vragenlijst.
Klik op deze link voor de vragenlijst.
Het invullen duurt ongeveer 10 minuten.
Iedereen doet dit voor zich.
2 Maak een groepje van 2 of 3 personen.
3 Lees de inleiding nog eens goed en doe met je groepje de 2 opdrachten op
deze pagina.
4 Kies met je groepje één van de 3 opdrachten op de pagina Opdracht.
Kies uit 3 opdrachten.
5 Lees de pagina Leerdoelen en Beoordeling door, zodat je weet waar naar gekeken
wordt.
6 Je krijgt 3 keer één uur om een presentatie voor te bereiden.
Dan is de presentatie klaar.
Je bent vrij om te kiezen in welke vorm je de presentatie geeft.
7 Elk groepje geeft een presentatie van ongeveer 10 to 15 minuten.
Aan het eind van de presentatie word je beoordeeld.
Beoordeling.
Opdracht
Je kunt kiezen uit 3 opdrachten:
Opdracht 1: Presentatie over robots in onze wereld.
Robots in onze wereld.
Maak met een groepje een presentatie over de verschillende soorten Robots.
Je kunt hiervoor de bronnen gebruiken.
Opdracht 2: Het Huis van de Toekomst
Het Huis van de Toekomst
Ontwerp een huis van de toekomst vol met handige snufjes.
Maak een onderscheid tussen waarschijnlijk en onwaarschijnlijk.
Opdracht 3: De telefoonrobot
De Telefoonrobot
Ontwerp de flowchart van een telefoonrobot en maak deze.
Je kunt hier Powerpoint voor gebruiken.
Beoordeling
Waar wordt op beoordeeld:
Voor 3 onderdelen krijg je een cijfer (G-RV-V-M-O). Gezamelijk bepalen die het eindcijfer.
Hieronder staat waar per onderdeel naar gekeken wordt.
Inzet
- De taken tijdens de voorbereiding zijn goed verdeeld.
- Iedereen doet zijn best.
- Je werkt met het stappenplan/ plan van aanpak.
- De groep werkt zelfstandig en vraagt alleen hulp wanneer het nodig is.
- Je stoort geen andere groepen.
Werkvorm
- Door de gekozen werkvorm komt de informatie goed over.
- De presentatie is netjes verzorgd.
- Er is een afwisseling tussen kijken en luisteren.
- Iedereen heeft een goed aandeel in de eindpresentatie.
Inhoud
- De informatie is breed en rijk. Je hebt je niet beperkt op een enkel onderdeel.
- De informatie is realistisch en niet onmogelijk.
- Je hebt informatie van verschillende bronnen gebruikt en vergeleken.
- Je geeft aan wat je er van geleerd hebt.
Bronnen
Google is je vriend.