Inleiding
Tijdens deze les wil ik het gaan hebben over eetbare wilde planten. In onze omgeving zijn ontzettend veel planten die wij kunnen gebruiken, of dat nu voor culinaire, geneeskrachtige of cosmetische doeleinden zijn. Ik ga vandaag met name in op de culinaire toepasbare soorten. We gaan verschillende groenten verzamelen en straks bereiden en proeven.
Verzamelen van eetbare planten
Voordat je planten kunt gaan verzamelen moet je eerst een aantal zaken weten. Het verzamelen kan namelijk schadelijk zijn voor jou, maar ook voor de omgeving waarin de plant groeit.
Aandachtspunten
Bij het verzamelen van eetbare planten zijn er een aantal aandachtspunten namelijk:
1. Je moet de plant voor 100% kunnen herkennen.
- Lijkt de plant niet op een andere giftige soort?
- Hoe ziet de plant eruit wanneer je hem oogst?
2. Je moet weten welke eigenschappen de plant heeft.
- Afdrijvend
- Eetlust opwekkend
- Bloedzuiverend
- Giftig/ ongenietbaar of oneetbaar in een bepaald groeistadium
3. Je moet de groeiplek en fysiologische omstandigheden kunnen analyseren.
- Staat de plant niet op verontreinigde grond?
- Is de plant gezond, ziek of bespoten?
- Is er een mogelijkheid dat de plant parasieten bevat (vossenlintworm, water voorkomende soorten)?
4. Je moet jezelf kennen.
- Allergiën?
- Waar houdt je van en waar juist niet van (haren, wassen, zachte structuur)?
5. Je moet weten hoe je de plant verzameld, bereid en evt. conserveerd.
- In een papierenzak (verdamping wordt beperkt).
- Waar de soort algemeen voorkomend is (er zijn genoeg planten aanwezig voor en na het verzamelen).
- Het is geen rode lijst soort (niet beschermd bij wet).
- Hij groeit niet in een natuurgebied (hier mag niks verzameld worden / staan boetes op).
- Vaak hoeft de plant niet gedood te worden om te verzamelen (niet met wortel en al uittrekken).
- Probeer alleen het geen te oogsten en mee te nemen wat gegeten kan worden (minder werk / geen
vuiligheid).
- Hoe bereid je de plant, zodat hij smaakvol is en zijn voedingstoffen behoudt.
- Hoe maak je de plant in (azijn, olie, alcohol, suiker, drogen, vriesdrogen).
Wat neem je mee het veld in?
Benodigdheden buiten:
Papieren zak
Evt handschoenen
Evt schaar
Genoeg kennis
Eetbare plantensoorten
Daslook
Namen
Nederlands: Daslook
English: Bear's Garlic (Bear Garlic, Bears Garlic, Ramsons, Wild Garlic)
Deutsch: Bärlauch
Wetenschappelijk: Allium ursinum
Familie: Leliefamilie, Liliaceae
Beschrijving
Afmeting: 20 tot 40 cm.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: April t/m juni.
Wortels: Langwerpige bollen.
Stengels: De stengels zijn 3-kantig of halfrond. De planten vormen pollen en grote groepen.
Bladeren: Meestal zijn er 2 wortelstandige bladeren met een 2 tot 5 cm brede, langwerpig-eironde schijf, een spitse top en een afgeronde of zwak wigvormige voet. De bladsteel is 5 tot 15 cm lang. De bladeren verspreiden een sterke uiengeur.
Bloemen: De bloemen vormen samen vrij dichtbloemige, bolvormige schermen. De 6 witte bloemdekbladen zijn stervormig en 1,2 tot 2 cm groot. Elke bloem heeft 6 meeldraden, die ongeveer half zo lang zijn als de bloembladen (ongeveer 7 mm).
Vruchten: De zaden zijn zwartbruin.
Biotoop
Bodem: Beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkhoudende, humusrijke grond (zand, leem, zavel en mergel).
Groeiplaatsen: Loofbossen, landgoedbossen, parken, struikgewas, heggen, aan de voet van mergel- en leemhellingen, oevers van vroegere duinbeken.
Eetbaar
Eetbare delen: De gehele plant is eetbaar.
Smaak: Knoflook/ui. Vooral de bol smaakt sterk naar knoflook.
Geneeskrachtige eigenschappen: De plant werkt anticeptisch (bacteriedodend), worm afdrijvend, bloedzuiverend, helpt tegen huidziektes en is goed voor de spijsvertering. De plant is geneeskrachtiger dan knoflook.
Bloem: Als decoratie in salade's, soep, aardappel-/groentegerechten.
Blad: Het blad is heerlijk gesmoord in wat boter of in de soep. Je kunt het blad ook voor de bloei rauw aan salades toevoegen.
Bol: De wortel smaakt sterk naar knoflook en kan voor dezelfde doeleinden gebruikt worden.
Recept:
Daslookpesto:
- 2 handen daslook
- 1 ons extra belegen kaas
- 10 gram ontvliesde amandelen
- 2 tot 3 deciliter olijfolie
Maal de amandelen fijn. Doe er dan de daslook bij. Maal weer fijn. Voeg nu de kaas en 2 deciliter olijfolie toe. Is de massa te droog, voeg er dan meer olie aan toe. Eventueel wat zout toevoegen. Heerlijk met spaghetti of op een sneetje brood.
Fluitenkruid
Namen
Nederlands: Fluitenkruid (Fluitekruid)
English: Cow parsley (Wild chervil, Bur chervil, Keck)
Deutsch: Wiesen-Kerbel
Wetenschappelijk: Anthriscus sylvestris
Familie: Schermbloemenfamilie, Apiaceae
Beschrijving
Afmeting: 60 cm tot 1,5 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De stengels zijn bovenaan vrijwel kaal. Onderaan groeien op de ribben korte, teruggerichte haren.
Bladeren: De dofgroene bladeren zijn 2 tot 3-voudig geveerd. De deelblaadjes zijn langwerpig toegespitst. De bladscheden zijn dicht behaard op de ribben en aan de randen wollig gewimperd.
Bloemen: De witte, 3 tot 4 mm grote bloemen vormen samen schermen met 4 tot 15 stralen zonder omwindsel. Er zijn 4 tot 8 omwindselblaadjes van 2 tot 5 mm lengte. Ze zijn breed langwerpig, plotseling lang toegespitst en aan de rand gewimperd. De randbloemen zijn enigszins stralend. De kroonbladen zijn afgerond of afgeknot. De bloemsteel heeft onder de vrucht een krans van korte stekelharen.
Vruchten: De zwarte of bruine, sigaarvormige vruchten zijn 0,7 tot 1 cm lang, glad en met een korte snavel. Aan de voet zijn ze borstelig behaard.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke grond (zand, leem, zavel en klei).
Groeiplaatsen: Bermen, dijken, grasland, heggen, bosranden, loofbossen, parkbossen, lanen, grienden, waterkanten, braakliggende grond, plantsoenen, ruige grasvelden en ruig rietland.
Eetbaar
Eetbare delen: Het blad is het best eetbare deel.
Smaak: peterselie/selderij. Vooral het blad is lekker in het voorjaar (voor de bloei plukken).
Wetenwaardigheid: Van de bloemstengels werden in het verleden fluitjes gesneden. Hier heeft de plant zijn naam aan te danken.
Blad: Het blad is heerlijk in wilde groentesoep, salade (gekookt) of andere groentegerechten.
Gewone smeerwortel
Namen
Nederlands: Gewone smeerwortel
English: Common comfrey
Deutsch: Gemeiner Beinwell (Gewöhnlicher Beinwell)
Wetenschappelijk: Symphytum officinale
Familie: Ruwbladigenfamilie, Boraginaceae
Beschrijving
Afmeting: 30 cm tot 1 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei t/m augustus.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De rechtopstaande stengels hebben brede vleugels en zijn borstelig behaard. De holle bloeistengels zijn dik, vlezig en naar boven toe vertakt.
Bladeren: De lange stengelbladen worden geleidelijk smaller. De onderste bladeren zijn eirond tot langwerpig. De bovenste bladeren zijn langwerpig en niet getand. Alleen de onderste bladeren hebben een steel.
Bloemen: De bloemen vormen een knikkende, gevorkte bloeiwijze bovenaan aan de stengels. Ze zijn paars, vuilroze of wit, 1,2 tot 1,8 cm groot en klokvormig met spitse, ingesloten keelschubben en korte driehoekige, teruggekromde slippen. De kelk is gedeeld.
Vruchten: De zwarte nootjes zijn glad, glanzend en voorzien van een vlezig aanhangsel.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte tot vochtige, voedselrijke grond (alle grondsoorten, maar weinig op puur veen).
Groeiplaatsen: Iets omgewerkte grond, venen, bermen, struikgewas, loofbossen, heggen in uiterwaarden, grienden, oeverruigten, stenen beschoeiingen, dijken, weilanden (kwelplekken), uiterwaardhooilanden en maisakkers.
Eetbaar
Eetbare delen: Het blad is gekookt/gefrituurd eetbaar. Voor de rest moet de plant inwendig het best niet genuttigd worden.
Smaak: Blad gefrituurd als tong (vis).
Geneeskracht: Mag inwendig niet meer gebruikt worden vanwege het gehalte pyrozyllidine alkaloïde (kan leverschade veroorzaken). Bij het koken van het gewas gaat deze stof kapot. Uitwendig wordt het sap uit de wortel gebruikt als wond helend middel. Anderzijds schijnt de plant wel stoffen te bezitten die kanker tegen gaan.
Blad: Het blad is volgens het onderstaande recept heerlijk.
Recept:
Smeerwortelbeignets
- 100 gram bloem
- 1,5 dl lauw water
- Smeerwortelbladeren
- Een frituur op 180 graden
- 1 ei
- Een beetje zout, cayennepeper
Werkwijze:
Eerst maak je een beslag.
Dooier en eiwit scheiden. Bloem in een kom, een beetje zout, het water en de eierdooier langzaam en goed door elkaar roeren en dan een poos laten rusten.
Ondertussen kan je het eiwit tot een stijf schuim kloppen.
Dat ga je dan door je beslag mengen.
De smeerwortelbladeren was je en droog ze met keukenpapier. Doop ze in het beslag, laat ze in de hete olie bakken tot ze goudbruin zijn.
Op een bodem van keukenpapier laten uitlekken en bestrooien met wat peper, zout en cayennepeper naar smaak voor het opdienen.
Grote brandnetel
Nederlands: Grote brandnetel
English: Stinging Nettle (California nettle, Great Nettle, Greater Nettle, Slender Nettle, Tall Nettle, True Nettle)
Deutsch: Große Brennnessel
Wetenschappelijk: Urtica dioica
Familie: Brandnetelfamilie, Urticaceae
Beschrijving
Afmeting: 30 cm tot 1,3 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Juni t/m oktober.
Wortels: Een horizontale wortelstok met taaie gele wortels, die zich sterk vertakken.
Stengels: De bloeiende stengels staan rechtop, met korte zijtakjes in de bladoksels. Op stengels groeien brandharen en gewone kortere haren. De plant groeit in grote groepen.
Bladeren: De tegenoverstaande bladeren zijn donkergroen, langwerpig tot eirond, grof ondiep gezaagd en met een hartvormige voet. Ze worden 5 tot 10 cm lang. De tand aan de bladtop is groter dan de andere bladtanden. De bladschijf is langer dan de steel. Op de bladonderkant groeien brandharen en gewone kortere haren.
Bloemen: Grote brandnetel is tweehuizig. De bloemen zijn groenachtig. De mannelijke bloemen vormen lange overhangende katjesachtige bloeiwijzen, die langer dan de bladsteel zijn. De vrouwelijke bloemen vormen kleine kluwens, die later gaan hangen.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot natte, zeer voedselrijke, met name stikstofrijke, humeuze grond.
Groeiplaatsen: Puin, ruigte, ooijbossen, bronbossen, wilgenbossen, struikgewas, bosranden, ruderale plaatsen, langs vervuild water en bemeste bermen.
Eetbaar
Eetbare delen: Het blad is alleen in jong stadium eetbaar.
Smaak: Kruidige heel aangename smaak.
Geneeskrachtige eigenschappen: De plant werkt urineafdrijvend, bloedzuiverend, goed voor de nieren/lever/spijsvertering/immuunsysteem en gaat schimmelinfecties tegen. De plant is heel vitamine c en mineraalrijk.
Blad: Het blad kan uitstekend gesmoord worden en in salades en aardappel-/groentegerechten gedaan worden. Daarnaast kun je er brandnetelsoep meer maken.
Gewone vlier
Nederlands: Gewone vlier
English: Common elder
Deutsch: Schwarzer Holunder
Wetenschappelijk: Sambucus nigra
Familie: Kamperfoeliefamilie, Caprifoliaceae
Beschrijving
Afmeting: 3 tot 10 meter.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Juni en juli.
Wortels: Een ondiep wortelstelsel.
Stam: Een diep gegroefde, kurkachtige schors.
Takken: De gebogen takken zijn vrij gemakkelijk te breken. Ze zijn gevuld met een witachtig merg.
Bladeren: De dofgroene bladeren zijn geveerd met 3 tot 7 langwerpig-eironde, 5 tot 10 cm lange, fijn getande blaadjes.
Bloemen: De bloemen vormen samen vlakke schermvormige pluimen van 10 tot 24 cm, aan het eind van lange takken. Ze zijn wit, geurend, stervormig en 5-delig. De helmknoppen zijn geel.
Vruchten: De bessen zijn eerst rood, maar worden later zwart. Het sap is paarsrood en zuur van smaak.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot zeer voedselijke, vaak kalkhoudende en omgewerkte grond (allerlei grondsoorten).
Groeiplaatsen: Heggen, struikgewas, lichte loofbossen, wilgenbossen, populierplantages, jeneverbesstruikgewas, kapvlakten, aanspoelselgordels langs de kust, drooggevallen platen, duinen, oude muren, ruïnes, stortplaatsen en rivieroevers.
Eetbaar
Eetbare delen: bloemen en bessen.
Smaak: Vlier / licht bitter.
Geneeskrachtige eigenschappen: immuumsysteem verhogend.
Bloem: Zie recept hieronder. Je kunt de bloemen ook in gebak gebruiken.
Bessen: Vlierbessenjam. Ze moeten gekookt worden, anders zijn ze giftig.
Recept:
Vliesbloesemlimonade
- 2 citroenen, 1 geperst, 1 in grove stukken
- stuk of 10 vlierschermen (gewassen)
- ongeveer 3 liter water
- 3 tot 6 el suiker (naar smaak)
Werkwijze
Doe alles in een grote schaal bij elkaar en laat het een dagje staan.
Zeef alles door een theedoek en bewaar de limonade in schone flessen in de koelkast.
Serveer het gekoeld met ijsklontjes en doe er stukjes vers fruit doorheen.
Veldzuring
Namen
Nederlands: Veldzuring
English: Common Sorrel
Deutsch: Sauerampfer
Wetenschappelijk: Rumex acetosa
Familie: Duizendknoopfamilie, Polygonaceae
Beschrijving
Afmeting: 50 tot 100 cm.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De rechtopstaande stengels hebben een zure smaak.
Bladeren: De langwerpig-eironde bladeren zijn pijlvormig, breder dan die van Geoorde zuring. Ze zijn hoogstens tot 6 keer zo lang als breed en niet gekroesd, maar de bladrand is wel enigszins gegolfd. De naar beneden wijzende voetslippen zijn zelden in tweeën gesplete. De bovenste bladeren zijn stengelomvattend, de wortelbladeren zijn lang gesteeld. Ze zijn vaak rood aangelopen.
Bloemen: De plant is tweehuizig. De bloemen groeien in een losse, slanke pluim. De pluimtakken zie je meestal alleen of voor een deel met 2 bij elkaar. Ze zijn meestal niet vertakt en vaak rood tot donkerrood aangelopen. De bloemen zijn donkerrood of soms bijna witachtig-groen. De buitenste 3 bloemdekbladen zijn in de vruchttijd teruggeslagen, de binnenste 3 bloemdekbladen zijn 3 tot 4 mm, rondachtig of meer breed dan lang, niet getand en met een rode of groene knobbel aan de voet.
Vruchten: De vruchtkleppen zijn 3½ tot 5 mm en de glanzende, zwarte zaden zijn 1,8 tot 2,2 mm.
Biotoop
Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot natte, matig voedselrijke, grazige, meestal zwak zure grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen: Grasland, grasvelden, bermen, loofbossen, langs bospaden, beekoevers, rivieroevers, kiezelbanken aan de kust, rotsrichels, dijken, slootkanten, langs vijvers en duinweilanden.
Eetbaar
Eetbare delen: Blad.
Smaak: Zuur.
Blad: Het blad kan rauw of gekookt verwerkt worden in salades, soepen en in andere groentegerechten. Door de zure smaak moet je er niet te veel van gebruiken.
Recept:
Omelet met zuring
Ingrediënten voor 2 personen
- Olijfolie
- 4 eieren, gesplitst indooier en wit
- 1 teen knoflook fijn gehakt
- 1 lenteui in ringetjes gesneden
- 1 bosje zuring, of 100 gram spinazie in reepjes gesneden
- Peper en zout
Voorbereiding
Klop in een kom de eiwitten zeer stijf. Klop in een andere kom de eidooiers tot een schuimige massa en meng er de knoflook en de lenteui door. Breng het geheel op smaak met peper en zout. Spatel het eiwit voorzichtig door het eidooier mengsel. verhit in de koekenpan wat olijfolie en bak de omelet aan de onderkant goed en stevig.
Bereidingswijze
Bedek een helft met de zuring of spinazieblaadjes en klap de andere helft er over heen. Dek de pan af met een deksel en laat de rest van het ei op laag vuur stollen. Verdeel de omelet over twee borden en garneer deze met enkele blaadjes zuring of spinazie.
Serveertips
Geef er indien gewenst tomatensalade bij.
Zevenblad
Namen
Nederlands: Veldzuring
English: Common Sorrel
Deutsch: Sauerampfer
Wetenschappelijk: Rumex acetosa
Familie: Duizendknoopfamilie, Polygonaceae
Beschrijving
Afmeting: 50 tot 100 cm.
Levensduur: Overblijvend.
Bloeimaanden: Mei en juni.
Wortels: Een penwortel.
Stengels: De rechtopstaande stengels hebben een zure smaak.
Bladeren: De langwerpig-eironde bladeren zijn pijlvormig, breder dan die van Geoorde zuring. Ze zijn hoogstens tot 6 keer zo lang als breed en niet gekroesd, maar de bladrand is wel enigszins gegolfd. De naar beneden wijzende voetslippen zijn zelden in tweeën gesplete. De bovenste bladeren zijn stengelomvattend, de wortelbladeren zijn lang gesteeld. Ze zijn vaak rood aangelopen.
Bloemen: De plant is tweehuizig. De bloemen groeien in een losse, slanke pluim. De pluimtakken zie je meestal alleen of voor een deel met 2 bij elkaar. Ze zijn meestal niet vertakt en vaak rood tot donkerrood aangelopen. De bloemen zijn donkerrood of soms bijna witachtig-groen. De buitenste 3 bloemdekbladen zijn in de vruchttijd teruggeslagen, de binnenste 3 bloemdekbladen zijn 3 tot 4 mm, rondachtig of meer breed dan lang, niet getand en met een rode of groene knobbel aan de voet.
Vruchten: De vruchtkleppen zijn 3½ tot 5 mm en de glanzende, zwarte zaden zijn 1,8 tot 2,2 mm.
Biotoop
Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot natte, matig voedselrijke, grazige, meestal zwak zure grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen: Grasland, grasvelden, bermen, loofbossen, langs bospaden, beekoevers, rivieroevers, kiezelbanken aan de kust, rotsrichels, dijken, slootkanten, langs vijvers en duinweilanden.
Eetbare planten
Eetbare delen: Het blad.
Smaak: Het blad heeft een typische sterke kruidige smaak. In jong stadium is het lekker mals.
Geneeskrachtige eigenschappen: De plant help tegen jicht, reuma en bloedzuiverend.
Blad: Het blad kan als spinazie bereidt worden. Het is lekker in soep, salades en diverse groentegerechten.
Recept:
Zevenblad groente schotel (4 personen)- 300 gram zevenblad (zonder stengels, gewassen en gesneden)
- 2 eetlepels olie
- 2 middelgrote uien (gesneden)
- 2 appels (in blokjes)
- 1 theelepel kerrie poeder
- zout, peper, evt. bouillonpoeder
- 3 eetlepels creme fraiche (of als je dat niet hebt, ongeslagen slagroom)
Bereiding Fruit de uien aan in olie en voeg de appelblokjes toe. Even omscheppen en daarna het zevenblad toevoegen. Even flink doorverhitten en omscheppen. Kerrie poeder, zout, peper en eventueel wat bouillonpoeder toevoegen. Afmaken met creme fraiche. Serveer deze groenteschotel met rijst of pasta.
Opdracht
We gaan straks naar buiten om wilde groenten te oogsten.
Denk aan de spullen.
Ben zeer zorgvuldig in het verzamelen. Als je de plant niet goed kunt herkennen oogst hem dan liever niet.
Denk eraan planten vlak aan de rand van het pad zijn vaak vervuild met hondenuitwerpselen (plas).
Vooraf
Benodigdheden binnen:
- Vergiet
- Sladroger
- 3 pannen (1 grote / soep, 1 kleine / salade, 1 middelgrote voor het smoren)
- Roerzeef of staafmixer/zeef
- 2 houten lepels
- 1 snijplank
- 1 kookmes
- 1 fijnschiller (voor evt. de appel mee te schillen)
1. Leg alle benodigdheden klaar (ingrediënten en gereedschap).
2. Sorteer als nodig nog op soort.
3. Probeer eerst zelf te controleren of alles goed is en laat het nog eens na controleren door de docent.
4. Was de eetbare planten. Leg ze opzij, zodat ze gebruikt kunnen worden als nodig.
Kruidenthee zetten
Werkwijze:
- Per kopje gekookt water heb je 5 verse blaadjes, of een takje van 5 cm, of 2 theelepels gedroogd kruid, of 1 theelepel zaad nodig.
- Vers kruid en zaad moet je voordat je thee gaat zetten eerst kneuzen, of fijn snijden, zodat er meer smaak vrijkomt.
- Schenk over het kruid water, dat is afgekoeld tot net onder het kookpunt. Sommige geneeskrachtige stoffen breken af bij koken.
- Dek het aftreksel af om te voorkomen dat de geneeskrachtige kruidenoliën verdampen.
- Laat het 5 minuten trekken.
- Zeef het indien nodig.
- Kruidenthee kun je naar smaak zoeten met honing.
Citroenverbena: Een avondthee die de nachtrust bevordert.
Kamille: Een avondthee die de nachtrust bevordert.
Rozemarijn: Een ochtendthee die als een verfrissende oppepper werkt.
Citroenmelisse: Een thee die als een mild antidepressivum werkt en hoofdpijn verlicht.
Dillezaad: Een thee die kramp in de onderbuik kalmeert.
Pepermuntthee: Een thee die na de maaltijd genuttigd kan worden, om de spijsvertering te stimuleren.
Bron: McVicar, J., Het nieuwe kruidenboek tuin keuken gezondheid huis, 1ste druk in Nederland 2003.
Wilde groenten- en/of Brandnetelsoep
Recept:
- 250 gram wilde groenten of brandnetel
- 2 grote uien (gesnipperd)
- 50 gram roomboter (ongezouten)
- 1 l Runderbouïllon en/of groentebouïllon
- 2 grote wortels (schijfjes gehakt)
- 1 blikje tomatensaus (3 eetlepels)
- 1 crème fraîche (200 gram)
- Zout en peper
1. Smoor de wilde groenten/brandnetel, met de 2 uien en wortels in de boter.
2. Voeg water toe tot de groenten net onder water staan. Kijk naar de liters en voeg hier de gepaste hoeveelheid bouïllonblokjes aan toe. Voeg ook de 3 eetlepels tomatenpuree toe.
3. Laat de soep op een zacht vuur sudderen tot de groenten geheel gaar zijn (± 1 uur).
4. Haal de soep door een roerzeef heen (dit kan ook nadat hij eerst met de staafmixer is gedaan, dan krijg je een fijnere structuur soep). De soep kan nadat hij met de staafmixer gedaan is ook door een zeef heen gehaald worden (crème soep).
5. Voeg de cème fraîche toe en meng deze door de soep heen.
6. Breng de soep op smaak met zout en peper.
7. Schep de soep op.
Gesmoorde wilde groenten
Recept:
- 20 gram boter
- 1 ui
- Wilde groente
- Peper en zout
1. Smelt de boter in een pan.
2. Voeg de ui en groente aan de gesmolten boter toe.
3. Laat de groente op een laag vuur, met de deksel op de pan, zacht sudderend gaar worden.
4. Roer met een houten lepel de groenten af en toe om aanbakken te voorkomen. Voeg evt. wat water toe.
5. Breng de groente op smaak met peper en zout.
6. Schep de groente op een bord.
Vlierbloesemlimonade
Recept:
- 50-100 gram kristalsuiker (op smaak doen)
- 2 el bruine basterdsuiker
- 1,5 l water
- 2 citroenen (schil van 1,5 citroen en sap van 2 (uitgeperst)
- 6 vlierbloesem schermen
1. Breng de 1,5 liter water aan de kook.
2. Schil 1,5 citroen en doe deze in een pan, samen met de suiker en de vlierbloesem.
3. Pers de 2 citroenen en zet het sap op zij.
4. Giet het kokende water over de citroenschillen, suiker en vlierbloesem en los de suiker in het water op.
5. Laat het mengsel afkoelen.
6. Zeef het citroensap erbij en giet het gehele mengsel over in een andere pan.
7. Doe de vlierbloesemlimonade in de koelkast om af te koelen.
8. Serveer de vlierbloesemlimonade koud.
Smeerwortel braden
Recept:
- Smeerwortel
- 1 el boter
- geitenkaas
- 1 citroen
- Bloem
1. Snijdt de smeerwortel in repen van min. 4 cm breed.
2. Was de repen en bestrooi ze met bloem.
3. Bak de smeerwortel in de boter en voeg wat geitenkaas eraan toe.
4. Serveer de gare smeerwortel met een citroenschijfje.
Evaluatie
Jubel- en Klaagmuur
1. Ieder krijgt twee Post-its. Één voor de Jubelmuur en één voor de klaagmuur.
2. Schrijf op de Post-its wat je goed en wat je minder goed aan de les vond.
3. Hierna gaan we alles gezamenlijk bespreken.
Jubelmuur (positief)
Wat ging goed aan de les?
|
Klaagmuur (negatief)
Wat kon beter?
|
Bronnen