Gewasbescherming licentie 2

Gewasbescherming licentie 2

Inleiding

foto
foto

De cursus voor licentie 2 is een handleiding voor het vervaardigen van een document wat weergeeft hoe op het bedrijf wordt gedacht en omgegaan met gewasbescherming, veiligheid en het milieu.

De toetsing en afsluiting vindt plaats door het vervaardigen van een procedurebeschrijving en bedrijfsplan op het gebied van de gewasbescherming. De informatie hiervan moet worden verzameld op het eigen bedrijf. Het eindwerkstuk bestaat uit een aantal hieronder genoemde onderwerpen, die samengebundeld een stand van zaken en een procedurebeschrijving geven met betrekking tot de toepassingen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen op het bedrijf.

Toetsing
Het werkstuk heeft ten hoogste een omvang van 10 velletjes A4 en is gevat in een snelhechter.
Het werkstuk is getypt, geprint of gedrukt en heeft een voorblad.
Op een afgesproken datum wordt het werkstuk met de kandidaat besproken.

De hulpmiddelen die zijn toegestaan bij de toetsing en afsluiting:
Alle hulpmiddelen zijn toegestaan en worden aanbevolen.

De wegingsfactor(en) die gebruikt worden bij het vaststellen van het cijfer voor de cursus.
Het vaststellen van het cijfer voor de toets Bedrijfsvoeren Gewasbescherming gebeurt onder de volgende voorwaarden: Er zijn maximaal 100 punten te behalen.
1. Wanneer alle onderwerpen aan de orde worden gesteld: max. 30 punten
2. De onderwerpen getuigen van een betrokken belangstelling: max. 20 punten
3. Er zijn aanbevelingen gedaan die kunnen leiden tot een verbetering: max. 20 punten
4. De mondelinge toelichting getuigt van kennis van en betrokkenheid bij het onderwerp. Max. 30 pnt.

De ondergrens die geldt voor de/het cijfer(s)
De toets moet het cijfer 5,5 of hoger opleveren.

Per persoon is 15 minuten gereserveerd om het werkstuk toe te lichten.

De opdrachten

De onderwerpen die moeten worden behandeld (gem. 1 blad per onderwerp) zijn:

Hoofdstuk 1: Bedrijfsvisie over gebruik chemische bestrijdingsmiddelen door het bedrijf

Hoofdstuk 2: Overzicht van de gebruikte chemische bestrijdingsmiddelen over het afgelopen kalenderjaar.

Hoofdstuk 3: Berekening van de milieubelasting van de gebruikte middelen.

Hoofdstuk 4: De inventaris van de bestrijdingsmiddelenkast

Hoofdstuk 5: De huidige verwerking van spuitrestanten en fust op het bedrijf

Hoofdstuk 6: Opslag, bewaring en vervoer van de voorraad en de dagvoorraad.

Hoofdstuk 7: Veiligheidsinformatie voor het bedrijf en het personeel.

Hoofdstuk 8: Adviezen en voorschriften voor het personeel

Hoofdstuk 9: Aanbevelingen voor het bedrijf

Hoofdstuk 10 Het gewasbeschermingsplan voor 2011

hoofdstuk 1, de bedrijfsvisie

Hoofdstuk 1:
Bedrijfsvisie over gebruik chemische bestrijdingsmiddelen in het bedrijf.
Hierin staat beschreven hoe het bedrijf denkt over het gebruik van landbouwbestrijdingsmiddelen. Je kunt denken aan zaken als:

  • Het gebruik in relatie tot de concurrentiepositie van het bedrijf
  • De toepassing door elke werknemer of door vakspecialisten
  • De verplichte en de vrijwillige scholing van het personeel op het gebied van landbouwbestrijdingsmiddelen
  • Idem voor de verantwoordelijke bedrijfsleider(s).
  • Positie van de bestrijdingsmiddelen in de VCA-certificering van het bedrijf (indien aanwezig).
  • Eventuele te houden toolboxmeetings.
  • De verstrekking van veiligheidsinformatie voor het eigen personeel
  • De advisering aan de klanten, wie mag zich hiermee bemoeien, honoreer je elk verzoek, of bied je ook alternatieven?
  • De toepassing van bestrijdingsmiddelen op verzoek van de klant.
  • De persoonlijke bescherming van de toepasser, de bescherming van de klant, de bescherming van niet-geautoriseerde werknemers.
  • De milieu-verantwoordelijkheid van het bedrijf.
  • Alternatieven.
  • De wetgeving.
  • Enz.

Kijk voor meer informatie op: www.gewasbescherming.nl,

Je zult hiervoor misschien de verantwoordelijke personen in het bedrijf moeten intervieuwen om aan de weet te komen welke bedrijfsvisie men er op na houdt. Vaak bestaat die wel in het hoofd van de mensen, maar aan jou de taak om dit nu eens op papier te zetten.

 

hoofdstuk 2, overzicht van middelen

Hoofdstuk 2:
Overzicht van de gebruikte chemische bestrijdingsmiddelen over het afgelopen kalenderjaar.
Vraag hiervoor zonodig toestemming bij het bedrijf en informeer bij wie deze informatie opvraagbaar is.
Vermeld moeten worden: toelatingsnummer, Merknaam, werkzame stof en de gebruikte hoeveelheden.

hoofdstuk 3, milieubelasting

Hoofdstuk 3
Berekening van de milieubelasting van de gebruikte middelen.
Door middel van een door het MJP-G bedacht meetsysteem is het mogelijk om de milieubelasting van bestrijdingsmiddelen met elkaar te vergelijken. Dit noemt men de Milieumeetlat. Op de site van de milieumeetlat  wordt de meetmethode uitgelegd en kan van de eigen middelen de milieubelasting worden berekend. Dit verwerkt u in de overzichtstabel van hoofdstuk 2.

hoofdstuk 4, de voorraad

Hoofdstuk 4:
De inventaris van de bestrijdingsmiddelenkast.
Op de website van het college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden vindt u bij 'toelating' -> 'bestrijdingsmiddelendatabank' de informatie of middelen nog zijn toegelaten. En zo ja tot wanneer.
Maak een lijst op van de voorraad. Noteer achter de middelen tot wanneer ze zijn toegelaten of sinds wanneer ze zijn vervallen.

hoofdstuk 5, restanten en fust

Hoofdstuk 5:
De huidige verwerking van spuitrestanten en fust op het bedrijf.
Op de site www.gewasbescherming.nl is te vinden aan welke eisen het bedrijf moet voldoen. Ook de lesbundel voor licentie 1 geeft hierover informatie. Beschrijf de situatie op het bedrijf zonder nu al te komen met een vergelijking met wat het zou moeten zijn.

Verder geeft de site van STORL informatie.

hoofdstuk 6, bewaring, opslag, vervoer

Hoofdstuk 6:
Opslag, bewaring en vervoer van de voorraad en de dagvoorraad.
Beschrijf hoe op het bedrijf de opslag en bewaring van bestrijdingsmiddelen is geregeld. Denk in dit verband niet alleen aan de staat van de bergruimte, maar ook aan procedurele zaken zoals sleutelbereikbaarheid en –bezit, authorisatie van de toegang tot de berging, van de aankoop en uitgifte en verantwoordelijke personen e.d. Op loonwerkbedrijven en hoveniersbedrijven worden ook bestrijdingsmiddelen meegenomen naar het werk. Beschrijf hoe dit in zijn werk gaat.

 

Orde en netheid bij de opslag van bestrijdingsmiddelen kan ongelukken voorkmen. Wanneer een verpakking met een vloeibaar bestrijdingsmiddelen boven in de bestrijdings¬middelenkast staat en omvalt, is de kans dat de verpakking kapot gaat veel groter dan wanneer de verpakking onderin staat. Een goed afgesloten kast voorkomt dat bijvoorbeeld kinderen bij de bestrijdingsmiddelen kunnen komen. Een goede opslag is dus van groot belang.

Type opslagplaats

Het type opslagplaats dat geschikt is, is mede afhankelijk van de boeveelheid die wordt opgeslagen:
* < 150 kg: een losse kist of kast volstaat,
* 150-400 kg: een bouwkundige kast is noodzakelijk,
* > 400 kg: een betreedbare bewaarplaats is noodzakelijk.

Een bestrijdingsmiddelenkast (met een inhoud van minder dan 400 kg) moet aan de volgende eisen voldoen (artikel 9 van het Bestrijdingsmiddelenbesluit):
* solide bouw en stevige standplaats,
* (muis)dichte constructie,
* twee ventilatie openingen van elk minimaal twee vierkante dm, ventilatie openingen zover mogelijk uit elkaar (diagonaal tegenover elkaar),
* ventilatie mag niet uitkomen in werk of schaftlokaal (eet smakelijk),
* alle kastdelen moeten glad en effen zijn,
* geen poreuze of absorberende materialen gebruiken,
* lekbak over de gehele bodem,
* deur afsluitbaar met stevig slot,
* onbevoegden, zoals kinderen, moeten niet bij de sleutel kunnen,
* deur voorzien van verplicht waarschuwingsbord (doodskop met tekst `bestrijdingsmiddelen' en verbodssignaal vuur, open vlam en roken verboden met daaronder tekst `verboden voor onbevoegden',
* standplaats droog, koel en buiten van invloed zonnestraling,
* dichtbij de kast een wasplaats met stromend water. Als er een elektrische installatie (bijvoorbeeld verlichting) in de kast aanwezig is moet het materiaal bestand zijn tegen chemische invloeden; de kast moet in een goede staat van onderhoud worden gehouden; de kast moet doelmatig worden ingericht en zo schoon en opgeruimd mogelijk zijn.

Eisen die gelden voor een grote kast en betreedbare opslagruimte (van meer dan 400 kg opslag) zijn dezelfde eisen als eisen die ook gelden voor kleine kast aangevuld met:
* Er moet sprake zijn van een goedgekeurde instructie die duidelijk zichtbaar aan de buitenzijde van de bewaarplaats is opgehangen. Deze instructie, die door de Arbeidsinspectie wordt uitgegeven als publikatieblad P73, geeft aan wat er moet worden gedaan in het belang van de veiligheid en ge¬zondheid en wat moet worden nagelaten bij de opslag van en de omgang met bestrijdingsmiddelen.
* Elektrische armaturen moeten voldoen aan NEN 1010 (beperkt explosiegevaar).
* Ventilerend oppervlak minimaal 1/250 ste deel van het vloeroppervlak.
* Ramen maximaal 90 dm², in brandwerende kozijnen en voorzien van glas met gaasbewaping (maaswijdte maximaal 10 mm).
* Wanden, zolders, deuren en ramen dienen brandwerend te zijn (NEN 3884).
* Binnen een afstand van twee meter van de ruimte mogen geen andere bewaarplaatsen, brandbare constructies of materialen zijn.
* Verwar¬ming zonder vuur, oppervlakte verwarmingsmiddel maximaal 350 graden.
* Afstand tussen vloer en plafond minimaal 250 cm bij bestaande situatie en 300 cm bij nieuwbouw.
* Degene die bestrijdingsmiddelen in voorraad heeft, is verplicht ervoor te zorgen dat er in de bewaarplaats niet wordt gerookt en er geen open vuur aanwezig is.

Persoonlijke kast

Het is handig naast de bestrijdingsmiddelenkast een persoonlijke verzorgingskast te zetten. Deze moet aan dezelfde voorwaarden voldoen. De kasten mogen niet rechtstreeks met elkaar in verbinding staan. Een muurtje ertussen is een oplosing

hoofdstuk 7, veiligheid

Hoofdstuk 7:
Veiligheidsinformatie voor het bedrijf en het personeel.
Personeel dient goed en volledig te zijn geinformeerd over risico’s en gevaren van het gebruik en toepassen van landbouwbestrijdingsmiddelen. Bij bestrijdingsmiddelen worden ook veiligheidsbladen meegeleverd. Die geven uitgebreide informatie. Helaas is zo’n veiligheidsblad niet altijd gemakkelijk te lezen. In dit hoofdstuk worden de veiligheidsbladen van de gebruikte middelen bijgevoegd. In een aparte bijlage worden de meest in het oog vallende gevaren en risico’s voor de toepasser per middel opgesomd. Te denken valt hier aan: LD50, acute en chronische giftigheid, kankerverwekkendheid, milieugevaren, brandgevaar etc. Fytostat is een website van de samenwerkende producenten en handelaren op dit gebied. Op hun website vindt u essentiële product- en veiligheidsinformatie met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen. Er is informatie opgenomen over producten die door deelnemers en aangesloten bedrijven bij de Stichting Fytostat op de Nederlandse markt worden gebracht. Het verstrekken van deze informatie via internet is een initiatief van de betrokken bedrijven dat volgt uit de door hen onderschreven beginselen van Product Stewardship.

Gewasbeschermingsmiddellen zijn er om aantastingen van het gewas of om onkruiden te bestrijden. De overheid ziet er op toe dat bij de toelating, naast de effectiviteit van de middelen ook wordt gekeken naar de risico’s voor de mens en het milieu wordt gekeken. Daarna worden er afwegingen gemaakt over het wel of niet toelaten.
Fytostat is een stichting van bedrijven die deze middelen op de markt brengen. Via het internet geven zij product en veiligheidsinformatie voor voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor het vervoer, de opslag en de handling van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij wordt gedacht aan de gewasbeschermingshandel en aan logistieke dienstverleners, maar ook aan instanties als Arbo-diensten, brandweer en inspectiediensten die uit hoofde van hun specifieke taken over deze gegevens zouden willen beschikken.
Ook zij die de middelen toepassen kunnen hier belangrijke informatie over de gebruikte middelen vinden.
Om op de internetpagina van de stichting Fytostat te komen ga je naar www.fytostat .nl
Klik vervolgens op “zoek in veiligheidsbladen en etiketteksten”

hoofdstuk 8, voorschriften en adviezen

Hoofdstuk 8:
Adviezen en voorschriften voor jezelf en voor het personeel
Veilig werken met gewasbescherming houdt meer in dan alleen PMB aanschaffen en uitdelen. Welke adviezen en voorschriften bestaan er op het bedrijf. Ook niet op schrift gestelde adviezen en voorschriften worden hier vermeld. Natuurlijk is het beter wanneer een personeelslid dit ook ergens kan inzien. Wanneer er sprake is van contacten met publiek, vermeld je ook hoe personeel hiermee moet omgaan in relatie tot de bestrijdingsmiddelen.
Beschrijf voor tenminste 1 middel wat op het bedrijf wordt toegepast, welke gevaren jezelf of een medewerker risico’s loopt en zich daartegen wel of niet dient te beschermen en op welke manier. Beschrijf ook hoe het bedrijf dit wil controleren.

hoofdstuk 9, aanbevelingen

Hoofdstuk 9: Aanbevelingen voor het bedrijf
Er zijn weinig bedrijven waar alles blijvend tot in de puntjes is geregeld. De wetgeving over bestrijdingsmiddelen is erg aan verandering onderhevig. Regels verslappen, worden soms met opzet genegeerd, zijn soms ongemakkelijk of moeilijk uit te voeren. Afspraken worden soms vergeten. Nieuwe personeelsleden moeten worden ingelicht. Publiek kan je soms lastig vallen met vragen die het werk erg kunnen ophouden. Milieu houdt soms op bij de portemonnee.
Met de bovenstaande paragrafen in gedachte, en de hier genoemde facetten stel je aanbevelingen op voor een beter en veiliger gebruik van bestrijdingsmiddelen.

hoofdstuk 10, gewasbeschermingsplan

Gewasbeschermingsmiddelen en biociden, gewasbeschermingsplan en administratieplicht

Beschrijving

 

U bent verplicht een gewasbeschermingsplan op te stellen als u van plan bent gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. In het gewasbeschermingsplan geeft u aan op welke manier in uw bedrijf uitvoering wordt gegeven aan goede gewasbeschermingspraktijken en geïntegreerde bestrijding bij de teelt van gewassen.  De uitgangspunten voor goede gewasbeschermingspraktijken en geïntegreerde bestrijding vindt u in de bijlage van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

 

Er is geen vaste formule voor het maken van een gewasbeschermingsplan. Het moet toegankelijk zijn opgesteld. Er is een standaardformulier in voorbereiding, maar u bent niet verplicht dit te gebruiken. Het is slechts bedoeld als hulpmiddel.
Het plan moet verder aanwezig zijn op het bedrijf van de gebruiker en iedereen moet het kunnen inzien.

 

Administratie
U moet een administratie bijhouden met de volgende gegevens:

  • de naam en het toelatingsnummer van het gewasbeschermingsmiddel, zoals die op de verpakking van het gewasbeschermingsmiddel zijn vermeld;
  • de datum, waarop het gewasbeschermingsmiddel is gebruikt;
  • het perceel met de oppervlakte waarop het gewasbeschermingsmiddel is gebruikt;
  • de gebruikte hoeveelheid van het gewasbeschermingsmiddel.

Vrijstelling
Gebruikers die een biologische productiemethode toepassen volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode zijn met betrekking tot de teelten die volgens een biologische productiemethode plaatsvinden, vrijgesteld van het opstellen van een gewasbeschermingsplan en het voeren van een administratie.

 

Voorwaarden

 

U moet een gewasbeschermingsplan opstellen en een administratie bijhouden als u:

  • gewasbeschermingsmiddelen toepast bij de teelt van gewassen, bij de behandeling van geoogste planten of ander plantaardig materiaal;
  • gewasbeschermingsmiddelen in bezit of voorraad heeft met het plan deze te gebruiken op verharde oppervlakten.

 

  • Het arrangement Gewasbescherming licentie 2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Harm Geert Moesker Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2014-10-30 14:37:10
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Informatie, presentaties en opdrachten voor licentie 2
    Leerniveau
    Volwasseneneducatie; MBO, Niveau 3: Vakopleiding; Volwasseneneducatie, Niveau 4; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding; Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie; Volwasseneneducatie, Niveau 3; MBO;
    Leerinhoud en doelen
    Natuur en groene ruimte; Verwerking agrarische producten;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    gewasbecherming, licentie 2, licentie 2 gewasbescherming, licentie geweasbescherming