Thema 1 - Onderzoek doen

Thema 1 - Onderzoek doen

Welkom

Wat is science?

In de brugklas van havo en vwo krijg je op het Ichthus College het vak Science. Op andere scholen heet dit vak soms Mens en Techniek, NaSk of Natuurkunde, maar bij ons leer je nog veel meer!

In Science leer je hoe je goed kunt onderzoeken, nadenken over verbanden, analyseren (dat betekent: iets goed bekijken en begrijpen) en experimenten doen. Door deze dingen te doen, ontdek je steeds meer over hoe de wereld werkt. Wat je leert, helpt je ook bij het maken van toetsen.

We gebruiken geen boek voor dit vak. In plaats daarvan werken we met een website. Je gaat ook vaak zelf op onderzoek uit, soms alleen en soms in een groepje. Het belangrijkste is dat jij en je klasgenoten actief meedoen. Zo leer je het meest!

A woman sitting on top of a moon next to a rocket

 

Werkwijze Science

Microsoft Teams Microsoft Teams Logo, symbol, meaning, history, PNG, brand

Microsoft Team wordt gebruikt om opdrachten in te maken.

  • Tijdens de lessen zal je ook opdrachten moeten uitvoeren.
  • Deze opdrachten worden altijd gedeeld in Microsoft Teams. 
  • Dit kan zowel zelfstandig of in groepjes.

 

LessonUp  Case study - LessonUp - Bee Digital

LessonUp wordt gebruikt om uitleg in te krijgen.

  • Tijdens de lessen krijg je ook uitleg over de leerdoelen.
  • Deze uitleg krijg je via LessonUp.
  • De lessen worden na afloop ook weer gedeeld in LessonUp, zodat je ze daar terug kan vinden.

Inlogcodes

Inloggegevens

Deze gegevens heb je nodig. Let op dat je de juiste klas gebruikt.

Klas Docent Microsoft TeamsMicrosoft Teams Logo, symbol, meaning, history, PNG, brand LessonUpCase study - LessonUp - Bee Digital

HV1E

Mevrouw van Leeuwen    
HV1F Meneer Oosterhoff    
V1J Mevrouw van Leeuwen    
 

Practicumlokaal onderzoek

Leerdoelen

1. Ik weet waar de belangrijkste spullen in het practicumlokaal liggen.

2. Ik herken het glaswerk uit de opdracht ‘Practicumlokaal onderzoek’ en weet waarvoor je het gebruikt.

3. Ik ken de veiligheidsregels in het practicumlokaal en houd me daar altijd aan.

 

Science begint hier: ontdek, leer en werk veilig

In de lessen science werk je met allerlei soorten practicummateriaal. Het is daarom belangrijk dat je weet welke materialen er zijn, waar je ze kunt vinden en hoe je er veilig mee omgaat.

In deze startopdracht ga je het klaslokaal onderzoeken. Je kijkt welke materialen aanwezig zijn, waar ze liggen en waarvoor ze worden gebruikt. Daarnaast let je op de veiligheidsmaatregelen in het lokaal. Denk ook na over wat je moet doen als je een proefje of experiment gaat uitvoeren.

Door deze opdracht leer je hoe je veilig en goed voorbereid aan de slag kunt in een practicum.

De opdracht

Jullie gaan nu aan de slag met de eerste opdracht. Je maakt deze opdracht in Teams. De docent deelt het bestand met je, en daarin kun je alles invullen.

Ben je nieuwsgierig en wil je alvast zien wat de opdracht is?
Je vindt het bestand ook alvast op deze plek: Practicumlokaal onderzoek.docx

 

Veiligheid

Leerdoelen

3. Ik ken de veiligheidsregels in het practicumlokaal en houd me daar altijd aan.

4. Ik ken de belangrijkste veiligheidssymbolen (GHS-pictogrammen) en uitleg geven wat ze betekenen.

 

Veiligheidsregels

Nu je door de practicumlokaal-opdracht weet waar alle materialen liggen, kun je ze ook makkelijk terugvinden. Maar… hoe werk je daar eigenlijk veilig mee? Veiligheid is superbelangrijk als je een onderzoekje doet. Je wilt natuurlijk niet dat er iets misgaat! Daarom is het belangrijk dat je weet welke spullen je veilig kunt gebruiken en welke stoffen misschien gevaarlijk zijn. En ja, je gaat ook echt met sommige van die stoffen aan de slag! Maar geen zorgen: als je goed oplet, de regels volgt en weet wat je doet, kun je veilig én slim experimenteren.

De opdracht

Jullie gaan nu aan de slag met de tweede opdracht. Ook deze deze opdracht maakt je in Teams. De docent deelt het bestand met je, en daarin kun je alles invullen.

Ben je nieuwsgierig en wil je alvast zien wat de opdracht is?
Veiligheid.docx

 

 

GHS pictogrammen

GHS-pictogrammen worden gebruikt om aan te geven dat een stof of mengsel gevaarlijk kan zijn. Deze indeling is gemaakt volgens de Europese GHS/CLP-wetgeving. Door deze pictogrammen te gebruiken, weten mensen dat ze voorzichtig moeten omgaan met bepaalde producten. Er zijn in totaal 9 verschillende groepen van gevaarlijke stoffen. Hieronder zie je wat elk officieel GHS-pictogram betekent.

GHS01, explosieve stoffen, symbool explosie met rode rand Explosieve stoffen: Pictogram dat laat zien dat deze stoffen explosiegevaarlijk zijn.

GHS02, ontvlambare stoffen, symbool vlam met rode rand Ontvlambare stoffen: Geeft aan dat hier sprake is van snel of licht ontvlambare stoffen.

GHS03, oxiderende stoffen, symbool oxiderend met rode rand Oxiderende stoffen: Symbool dat aangeeft dat je hier stoffen vindt die bij brandbare stoffen heftig reageren.

GHS04, gassen onder druk, symbool gasfles met rode rand Gassen onder druk: Laat zien dat er hier een gevaar bestaat voor gassen onder druk die tot ontploffing of verbranding kunnen leiden.

GHS05, bijtende stoffen, symbool hand met bijtende stof met rode rand Bijtende stoffen: Pictogram dat aangeeft dat er hier sprake is van bijtende stoffen.

GHS06, giftige stoffen, symbool doodshoofd met rode rand Giftige stoffen: Geeft aan dat er hier sprake is van giftige stoffen die dodelijk kunnen zijn bij inname,

GHS07, irriterende stoffen, symbool uitroepteken met rode rand Irriterende stoffen: Symbool dat laat zien dat er hier sprake is van irriterende stoffen die schadelijk kunnen zijn.

GHS08, gezondheidsgevaar, symbool persoon met gat met rode rand Gezondheidsgevaar: Laat zien dat deze stoffen zeer gevaarlijk kunnen zijn voor je gezondheid.

GHS09, milieugevaarlijk, symbool dode vis en boom met rode rand Milieugevaarlijke stoffen: Pictogram dat aangeeft dat deze stoffen gevaarlijk voor het milieu zijn.

Huiswerk opdracht: Wat is wetenschap?

Leerdoelen

12. Ik kan uitleggen wat wel en niet bij wetenschap hoort.

 

Science betekent eigenlijk gewoon wetenschap. Maar wat is wetenschap precies? Wanneer zeggen we dat iets wetenschappelijk bewezen is? En hoe is dat idee in de loop van de geschiedenis ontstaan?

In de huiswerkopdracht ga je hier meer over leren. De opdracht staat klaar in LessonUp. Ben je je inlog kwijt? Ga dan even terug naar de eerste pagina van LessonUp.

Let op:

  • LessonUp levert je opdracht automatisch in als je klaar bent.

  • Als je tussendoor pauzeert, worden je antwoorden onthouden.

  • Bekijk de filmpjes goed! Zonder die uitleg snap je de opdracht waarschijnlijk niet.

Heel veel succes! 

Observeren

Observeren kun je leren 

In de opdracht “Wat is wetenschap?” heb je geleerd dat observeren volgens Aristoteles en zijn opvolgers heel belangrijk is. Observeren is namelijk nodig om tot (wetenschappelijke) kennis te komen.

Maar wat is observeren eigenlijk?

Observeren betekent dat je heel goed kijkt naar wat er gebeurt, zonder meteen een oordeel te geven. Je let op details, je beschrijft wat je ziet, hoort, ruikt of voelt — zo precies mogelijk.

De opdracht

We gaan samen naar een brandende kaars kijken.
Schrijf zo nauwkeurig mogelijk op wat je ziet.

Stel je voor dat je schrijft voor iemand die nog nooit een kaars of een vlam heeft gezien. Welke vormen, kleuren, bewegingen of geluiden zie je? Wat valt op?

 

Bespreekvraag: Hoe komt het dat je niet allemaal hetzelfde genoteerd hebt? 

 

Je hersenen houden je soms voor de gek

Stofeigenschappen

Leerdoelen

5. Ik kan uitleggen wat stofeigenschappen zijn en voorbeelden geven van eigenschappen die wel of geen stofeigenschappen zijn.

Ik weet wat observeren is (leerdoel nog plaatsen)

 

Stofeigenschappen

Als je goed kijkt (observeert) naar verschillende stoffen, zie je dat ze erg van elkaar kunnen verschillen.
Sommige stoffen zijn blauw, geel of rood, andere hebben helemaal geen kleur. Sommige ruiken sterk, andere zijn geurloos.

Al deze kenmerken noemen we stofeigenschappen.

Stofeigenschappen zijn kenmerken die altijd bij een bepaalde stof horen. Ze veranderen niet, ook niet als je er een ander voorwerp van maakt.

Voorbeelden van stofeigenschappen:

  • kleur

  • geur

  • smaak

  • oplosbaarheid in water

  • brandbaarheid

  • kookpunt of smeltpunt

  • hardheid


Wat zijn géén stofeigenschappen?

Soms lijkt iets een stofeigenschap, maar is het dat niet.

Bijvoorbeeld:
Een nagelschaartje is gemaakt van ijzer.

  • De kleur is grijs → stofeigenschap

  • Het is hard → stofeigenschap

  • Maar… het weegt 15 gram en heeft een bepaalde vorm → géén stofeigenschap

Waarom niet?
Omdat ijzer in veel vormen kan voorkomen (bijvoorbeeld als spijker, schaar of balk), en elk voorwerp kan een ander gewicht hebben. De vorm en massa zeggen dus iets over het voorwerp, niet over de stof.

 

De opdracht: stofeigenschappen observeren

Jullie gaan nu aan de slag met een opdracht. Je maakt deze opdracht in Teams. De docent deelt het bestand met je, en daarin kun je alles invullen.

Ben je nieuwsgierig en wil je alvast zien wat de opdracht is?
Je vindt het bestand ook alvast op deze plek: klik hier voor de link

 

Brander

Leerdoelen

6. Ik ken de verschillende onderdelen van een brander.

7. Ik weet hoe ik veilig met een brander moet werken en weet het verschil tussen gele en blauwe vlam.

 

De brander

Bij ons op het Ichthus College hebben wij geen gasaansluitingen op de practiumtafels. Hierom werken wij met kant en klare (bunsen)branders. Op de afbeelding hiernaast zie je de brander die op school wordt gebruikt.

Afbeelding 1

 

De belangrijkste onderdelen van de brander (afbeelding 1) zijn:

A. De schoorsteen

B. Luchtregelring

C. Gasregelknop

 

Bij een practicum gebruik je soms een brander om iets te verwarmen. Deze brander werkt op gas. In de gasbusjes zit een mengsel van butaangas en propaangas. Op de brander zit een gasregelknop, waarmee je de hoeveelheid gas kunt regelen. Door deze knop verder open of dicht te draaien, wordt de vlam groter of kleiner. Je kunt de knop ook helemaal dichtdraaien om de gastoevoer te stoppen.

Afbeelding 2

Het gas kan alleen branden als er zuurstof bij komt. Die zuurstof komt uit de lucht. Via de luchtregelring kun je regelen hoeveel lucht er bij het gas komt. In de schoorsteen van de brander worden het gas en de lucht goed gemengd, zodat er bovenaan een stabiele vlam ontstaat. 

 

In afbeelding 2 zie je een schematische weergave van een brander. De rode lijn geeft aan hoe het gas door de brander stroomt, en de blauwe lijnen laten zien hoe de lucht wordt aangezogen. In de schoorsteen van de brander worden het gas en de lucht goed gemengd. Dit mengsel zorgt ervoor dat de vlam bovenaan de brander stabiel en efficiënt kan branden.

Afhankelijk van hoeveel lucht er bij het gas komt, kunnen er verschillende soorten vlammen ontstaan:

  • Gele vlam: ontstaat als er weinig lucht bij het gas komt. Deze vlam is zichtbaar, maar brandt minder heet en geeft roet af. Dit type vlam wordt meestal niet gebruikt bij practica zelf. Deze vlam wordt ook wel de waakvlam genoemd.
  • Blauwe vlam: ontstaat als er voldoende lucht bij het gas komt. Deze vlam is heet, schoon en geschikt voor verwarmen.
  • Blauwe ruisende vlam: ontstaat als er veel lucht bij het gas komt. Deze vlam is nog heter en maakt een ruisend geluid. Ze is ideaal voor snelle en krachtige verwarming.

Door de luchtregelring aan te passen, kun je zelf bepalen hoeveel lucht er bij het gas komt en zo de soort vlam regelen die je nodig hebt voor het practicum.

 

Werkwijze

Leerdoelen

10. Ik kan een werkwijze controleren op uitvoerbaarheid.

11. Ik kan op basis van een verhalende tekst een uitvoerbare werkwijze maken.

 

Een belangrijk onderdeel van het uitvoeren van een onderzoek is het schrijven van een goede werkwijze.

Werkwijze brander aansteken

In het filmpje hiernaast zie je meneer Oosterhoff stap voor stap uitleggen hoe je een gasbrander veilig aansteekt en gebruikt. Hij heeft voordat hij begon een werkwijze gelezen.

Een werkwijze is een duidelijke beschrijving waarmee je een proefje stap voor stap kunt uitvoeren. Het moet zo geschreven zijn dat iemand die het filmpje niet heeft gezien, toch precies weet wat hij moet doen.

Als je hier een werkwijze van zou maken dan zou dat er zo uit kunnen zien: ...

  • Stap 1: zorg voor de juiste veiligheidsmaatregelen.
  • Stap 2: pak de benodigde materialen, deze zijn te vinden in de materialenlijst.
  • Stap 3: ...

De opdracht

Oeps ... deze werkwijze is natuurlijk nog niet af.

Jullie opdracht is om het filmpje helemaal om te zetten in een werkwijze.

Zorg ervoor dat de werkwijze compleet en begrijpelijk is, zodat een andere leerling veilig een brander kan aansteken en zowel een blauwe als een ruisende vlam kan maken.

 

Jullie gaan nu aan de slag met een opdracht. Je maakt deze opdracht in Teams. De docent deelt het bestand met je, en daarin kun je alles invullen.

 

Onderzoeksvraag

Leerdoelen

8. Ik kan een onderzoeksvraag controleren met behulp van het ‘vragenmachientje’.

9. Ik kan op basis van een verhalende tekst een relevante en onderzoekbare onderzoeksvraag maken.

 

Onderzoeksvraag

Als je een onderzoek(je) uitvoert, doe je dat niet zomaar. Je begint altijd met een onderzoeksvraag: een vraag waar je graag het antwoord op wilt vinden. Die vraag gaat meestal over hoe iets werkt, wat er gebeurt als je iets verandert, of waarom iets op een bepaalde manier gebeurt.

Een onderzoek(je) helpt je om die vraag stap voor stap te onderzoeken. Je gaat iets meten, vergelijken of uitproberen, zodat je op een betrouwbare manier kunt ontdekken wat het antwoord is. Zo leer je niet alleen meer over het onderwerp, maar ook hoe je zelf onderzoek kunt doen zoals echte wetenschappers dat doen.

 

Vragenmachientje

Als je een goede onderzoeksvraag wilt bedenken, kun je het Vragenmachientje gebruiken. Dat helpt je stap voor stap om te controleren of je vraag echt geschikt is voor een experiment of onderzoek. Je begint met te kijken of je vraag past bij het thema waar je mee bezig bent. Daarna vraag je jezelf af of het een opzoekvraag is, want als je het antwoord gewoon op internet kunt vinden, is het geen echte onderzoeksvraag. Ook is het belangrijk dat je iets van de vraag kunt leren – dat je er wijzer van wordt. Vervolgens kijk je of het echt één duidelijke vraag is, en niet meerdere vragen door elkaar. De vraag moet ook precies zijn, zodat je goed weet wat je gaat onderzoeken. Tot slot denk je na of je het onderzoek zelf kunt uitvoeren. Als je op al deze punten ‘ja’ kunt zeggen, dan heb je een goede onderzoeksvraag te pakken!

Toets voorbereiden (leerdoelen)

In de eerste toetsweek krijgen jullie een toets van Science. Deze toets gaat over de volgende leerdoelen:

  1. Ik weet waar de belangrijkste spullen in het practicumlokaal liggen.

  2. Ik herken het glaswerk uit de opdracht ‘Practicumlokaal onderzoek’ en weet waarvoor je het gebruikt.

  3. Ik ken de veiligheidsregels in het practicumlokaal en houd me daar altijd aan.

  4. Ik ken de belangrijkste veiligheidssymbolen (GHS-pictogrammen) en uitleg geven wat ze betekenen.

  5. Ik kan uitleggen wat stofeigenschappen zijn en voorbeelden geven van eigenschappen die wel of geen stofeigenschappen zijn.

  6. Ik ken de verschillende onderdelen van een brander.

  7. Ik weet hoe ik veilig met een brander moet werken en weet het verschil tussen gele en blauwe vlam.

  8. Ik kan een onderzoeksvraag controleren met behulp van het ‘vragenmachientje’.

  9. Ik kan op basis van een verhalende tekst een relevante en onderzoekbare onderzoeksvraag maken.

  10. Ik kan een werkwijze controleren op uitvoerbaarheid.

  11. Ik kan op basis van een verhalende tekst een uitvoerbare werkwijze maken.

  12. Ik kan uitleggen wat wel en niet bij wetenschap hoort.

 

 

Oefentoets

In de les hebben jullie ook een korte versie van de toets gedaan.

Dus waar je normaal 5 vragen over glaswerk krijgt, krijg je er nu maar 1.

Deze les kan je vinden in LessonUp.

  • Het arrangement Thema 1 - Onderzoek doen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2025-10-13 09:48:44
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Thema
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Je hersenen houden je soms voor de gek
    https://www.youtube.com/watch?v=5qiOHd8-SIE
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.