Stomazorg

Stomazorg

Inleiding

Een stoma is een kunstmatige uitgang in de buikwand van de zorgvrager waardoor zijn feces en/of urine kunnen afvloeien. In deze les leer je hoe je een stoma moet verzorgen. De verschillende soorten stoma’s komen aan bod en je leert hoe je moet omgaan met de bijbehorende complicaties.

Handleiding

Handleiding docent

Welkom bij deze Wikiwijs over stomazorg.

Deze les is onderdeel van Verpleegtechnisch Handelen 3 en valt onder werkproces B1-K1-W5: Voert verpleegtechnische handelingen uit (Zorgverlener).

Het doel van deze les is dat de student zelfstandig aan de slag kan met het leren over stomazorg, waarbij zij inzicht krijgen in de verschillende soorten stoma’s, de benodigde materialen, belangrijke aandachtspunten bij stomazorg en het herkennen van mogelijke complicaties.

Tijdens deze les wordt gebruikgemaakt van diverse digitale tools. Binnen de Wikiwijs zelf zijn interactieve onderdelen opgenomen. Daarnaast wordt gewerkt met externe digitale tools, waaronder opdrachten via Educaplay, Nearpod en een oefening op biologiepagina.nl. Deze digitale tools zijn voor studenten eenvoudig toegankelijk en zij worden stap voor stap begeleid bij het gebruik ervan tijdens het doorlopen van de les.

Als docent bereid je de les voor door ervoor te zorgen dat alle studenten toegang hebben tot de Wikiwijs Stomazorg. Leg uit dat studenten zelfstandig met de Wikiwijs aan de slag gaan om de leerstof te doorlopen en opdrachten uit te voeren. Moedig hen aan om aantekeningen te maken en vragen te noteren. Bied ondersteuning bij technische of inhoudelijke vragen.

De totale studietijd bedraagt 60 minuten en is als volgt ingedeeld: 10 minuten voor het activeren van voorkennis, 35 minuten zelfstandig werken met de Wikiwijs (doe halverwege een korte pauze of een energizer) en 15 minuten voor een toets en evaluatie.

 

Veel succes!

 

 

 

 

 

Handleiding student

Welkom bij deze Wikiwijs over stomazorg.

In deze opdracht leer je zelfstandig alles over stomazorg: de verschillende soorten stoma’s, welke materialen je nodig hebt, belangrijke aandachtspunten en het herkennen van mogelijke complicaties.

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:

  • Drie soorten stoma’s benoemen.

  • Het verschil uitleggen tussen een eendelig- en tweedelig systeem.

  • Minimaal vier aandachtspunten noemen bij het verzorgen van een stoma.

  • Minimaal drie mogelijke complicaties bij stomazorg benoemen.

 

Tijdens deze les maak je gebruik van verschillende digitale tools. Binnen de Wikiwijs vind je interactieve onderdelen die je helpen de stof beter te begrijpen. Daarnaast ga je aan de slag met externe digitale opdrachten, zoals Educaplay, Nearpod en een oefening op biologiepagina.nl. Deze digitale tools zijn voor jou eenvoudig toegankelijk en je wordt stap voor stap begeleid bij het gebruik ervan tijdens het doorlopen van de les.

De les duurt 60 minuten en bestaat uit drie onderdelen: eerst activeer je je voorkennis (10 minuten), daarna ga je zelfstandig aan de slag met de Wikiwijs (35 minuten) en tot slot maak je een toets en vul je een korte evaluatie in (15 minuten).

Werk rustig door de Wikiwijs en maak aantekeningen als je iets belangrijk vindt of vragen hebt. Probeer de opdrachten zo volledig mogelijk te maken. Als je ergens niet uitkomt, kun je de docent om hulp vragen.

 

Veel succes en leerplezier!

Voorkennis testen

Wat weet je nog van de vorige les?

In de vorige les hebben we het gehad over de anatomie van het spijsverteringsstelsel. Denk hierbij aan de verschillende organen en hun functies die betrokken zijn bij het verteren van voedsel.

 

Opdracht:

Op deze pagina zie je een afbeelding van het spijsverteringsstelsel met lege vakjes. Sleep de namen van de organen naar de juiste plek en controleer daarna je antwoorden. Herhaal dit totdat alle organen correct zijn geplaatst.

 

Veel succes!

 

Hoofdstuk 1: Soorten stoma's

Een stoma is een kunstmatige uitgang van de darm of urinewegen, op de buikwand van de zorgvrager. Hierdoor kunnen feces en/of urine afvloeien.

 

Er zijn drie soorten stoma, ingedeeld naar plaats:

  • colostoma;
  • ileostoma;
  • urostoma.

 

Een colostoma is een kunstmatige uitgang van het colon (dikke darm)

 

Een ileostoma is een kunstmatige uitgang van het ileum (dunne darm)

 

Een urostoma is een kunstmatige uitgang op de ureters (urineleiders)

1.1 Colostoma

Een colostoma is een kunstmatige uitgang van het colon (dikke darm) via de buikwand.

 

Kenmerken van een colostoma

  • Een colostoma kan op verschillende plaatsen van de dikke darm worden aangelegd.
  • Ligt een stoma laag op de dikke darm (dat betekent dat alleen de endeldarm is weggenomen), dan blijft de ontlasting nog altijd vrij dik.
  • Hoe groter en hoger het stuk darm lag dat is weggehaald, hoe dunner de ontlasting die naar buiten komt.

 

Naam Soort verbinding Kenmerken van de ontlasting
1. Coecum Verbinding met blindedarm Waterachtige tot dunne brijachtige ontlasting
2. Colon ascendens Verbinding met opstijgende deel van de dikke darm Dunne tot brijachtige ontlasting
3. Colon transversum Verbinding met dwars deel van de dikke darm Brijachtige ontlasting
4. Colon descendens Verbinding met het afdalende deel van de dikke darm Dikke ontlasting
5. Colon sigmoideum Verbinding met het kronkelende deel van de dikke darm Vaste ontlasting

 

 

Enkele indicaties voor een colostoma

  • Darmpoliepen (goedaardige gezwellen)
  • Aangeboren afwijkingen, zoals de ziekte van Hirschsprung.
  • Een darm- of anusbeschadiging door een ongeval, bijvoorbeeld door een schot- of steekwond.
  • Ontstekingsziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Als door de ontsteking ernstige problemen ontstaan die niet door medicijnen verholpen kunnen worden, moet het zieke deel worden weggehaald.
  • Diverticulitis (ontsteking van de divertikels van de dikke darm).
  • Kwaadaardige gezwellen.
  • Obstructie, ileus (afsluiting van de dikke darm).
  • Neurologische aandoening: multipele sclerose, dwarslaesie.

1.2 Ileostoma

Een ileostoma is een opening in de buikwand die in verbinding staat met de dunne darm.

 

Kenmerken van een ileostoma

  • De dikke darm is vaak in zijn geheel verwijderd. Soms blijft de endeldarm (het rectum) intact en kan de anus wat slijm produceren.
  • Een ileostoma is meestal gemaakt van de laatste lis van de dunne darm. Het vocht is nog niet uit de dunne darm geresorbeerd. Daarom is de ontlasting dun en enzymrijk en is de hoeveelheid veel groter: uit de stoma komt 500 tot 600 gram ontlasting per dag.
  • Het stukje darm dat uit de buikwand steekt (de nippel) is 2 tot 4 cm groot.

 

Een ileostoma zit meestal aan de rechterzijde van de onderbuik onder de navel.

 

Enkele indicaties voor een ileostoma

  • Aangeboren afwijking, zoals polyposis coli (poliepen).
  • Aangeboren afwijkingen, zoals de ziekte van Hirschsprung.
  • Een darm- of anusbeschadiging door een trauma, bijvoorbeeld door een schot- of steekwond.
  • Ontstekingsziekten, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn.
  • Diverticulitis (ontsteking van de divertikels van de dikke darm).
  • Kwaadaardige gezwellen.
  • Neurologische aandoeningen, bijvoorbeeld bij multipele sclerose of een dwarslaesie.
  • Als tijdelijke bescherming van een anastomose (verbinding tussen twee darmuiteinden).

1.3 Urostoma

Een urostoma is een opening in de buikwand die in verbinding staat met de urineleiders.

 

Bij het aanleggen van een urostoma gebruikt de uroloog meestal een geïsoleerd stukje darm om een opening naar buiten te maken. Aan één zijde van dit stukje darm worden de twee urineleiders geïmplanteerd. Het andere uiteinde wordt door de buikwand naar buiten gehaald en vormt dus de stoma. Deze stoma bevindt zich meestal rechts op de buik.

 

Urostoma met (a) geïsoleerd stukje darm voor opening naar buiten en (b) ander uiteinde dat de stoma vormt.

 

Kenmerken van een urostoma

  • De twee urineleiders worden rechtstreeks of met behulp van een geïsoleerd stukje darm in de buikwand vastgehecht. De chirurg kan verschillende operatietechnieken gebruiken. Bij de operatietechniek volgens Bricker worden beide ureters op een geïsoleerde dunnedarmlis van ongeveer 8 cm vastgezet, waarna deze lis in de buikwand tot een stoma wordt gehecht.
  • Per dag wordt ongeveer 2 liter urine opgevangen.

 

Enkele indicatie voor een urostoma

  • Trauma, bijvoorbeeld complicaties na een operatie.
  • Kwaadaardige gezwellen.
  • Aangeboren afwijkingen, bijvoorbeeld spina bifida.
  • Ernstige onbehandelbare incontinentie waarbij het plaatsen van een blaaskatheter niet mogelijk is.
  • Interstitiële cystitis (niet-bacteriële chronische blaasontsteking).
  • Schrompelblaas.
  • Fistelgroei tussen blaas en darm.
  • Neurologische aandoeningen, bijvoorbeeld multiple sclerose of een dwarslaesie.

Test je kennis!

Vul de juiste woorden in.

Kies het juiste antwoord.

Kies het juiste antwoord. 

Hoofdstuk 2: Enkel- en dubbelloops

Er zijn verschillende operatietechnieken om een stoma aan te leggen. De twee meest voorkomende technieken zijn enkelloops (eindstandig) en dubbelloops. De keuze voor een bepaalde techniek hangt af van de medische situatie en bepaalt onder andere welke afscheiding het stoma geeft en hoe eenvoudig het eventueel kan worden opgeheven.

 

Een stoma kan tijdelijk of blijvend (permanent) zijn, afhankelijk van de medische noodzaak:

  • Blijvend (permanent): Wanneer de natuurlijke uitgang, zoals de anus of de blaas, definitief is verwijderd of niet meer functioneert, zal de ontlasting of urine altijd via de stoma het lichaam verlaten. Dit komt bijvoorbeeld voor bij darmkanker, ernstige ontstekingen of operaties waarbij de endeldarm volledig is verwijderd.
  • Tijdelijk: Een stoma kan worden aangelegd om een deel van de darm rust te geven, bijvoorbeeld na een operatie of bij een ernstige ontsteking. Wanneer de situatie het toelaat, kan de stoma in een latere operatie worden opgeheven.

2.1 Enkelloops stoma (eindstandig)

Een eindstandig stoma heeft één opening en wordt ook wel een enkelloops stoma genoemd. Dit type stoma komt zowel bij de dikke als de dunne darm voor. Meestal is een eindstandig stoma blijvend, omdat het onderste deel van de darm of blaas niet meer functioneert of is verwijderd.

 

Bij deze operatie wordt de darm volledig doorgesneden:

  • Eén darmuiteinde wordt aan de buikwand vastgemaakt, waardoor de ontlasting of urine wordt afgevoerd.
  • Het andere deel wordt dicht gehecht en blijft achter in de buikholte.

 

Een urinestoma is altijd blijvend, omdat de operatie waarbij deze wordt aangelegd niet omkeerbaar is.

 

2.2 Dubbelloops stoma

Dubbelloops stoma

Een dubbelloops stoma heet twee openingen:

  • De ene opening produceert ontlasting
  • De andere opening, die naar het rectum leidt, produceert alleen slijm.

 

Een dubbelloops stoma wordt meestal tijdelijk aangelegd, bijvoorbeeld om een deel van de darm te ontzien na een operatie of ontsteking. Toch kan een tijdelijk stoma niet altijd worden opgeheven. Soms laat de ernst van de ziekte dit niet toe, of kiest iemand ervoor om het stoma te behouden vanwege de voordelen, zoals minder pijn of een betere kwaliteit van leven. Ook de risico's van de hersteloperatie kunnen een reden zijn om het stoma te behouden.

 

 

 

 

 

 

Test je kennis!

Kies het juiste antwoord.

Kies het juiste antwoord.

Hoofdstuk 3: Verzorgen van een stoma

Een stoma zit op de buik en kan lekken, huidirritaties veroorzaken en soms geluid maken. Het is belangrijk om met het juiste materiaal te werken en de stomazakjes dagelijks volgens protocol te verwisselen. Daarnaast moet je letten op lekken, huidirritaties en of de afvoer goed verloopt. 

3.1 Materialen

Er bestaan verschillende soorten stomazakjes. Je kunt een onderscheid maken in eendelige en tweedelige systemen.

 

Bij een eendelig opvangsysteem zitten de huidplaat en het opvangzakje aan elkaar vast.

 

 

Bij een tweedelig opvangsysteem kan de huidplaat meerdere dagen blijven zitten. Het opvangzakje kan zo vaak verwisseld worden als nodig is.

 

 

Kenmerken van het eendelige en tweedelige systeem

Eendelig systeem Tweedelig systeem
Wisselen van het zakje kost veel tijd. Zakje is snel te wisselen; de plak wisselen kost een- tot tweemaal per week wat meer tijd.
Zakje buigt helemaal met de plooien mee. Systeem is moeilijk toe te passen in plooien.
Zit heel plat op de huid, volledig onzichtbaar. Is redelijk plat, nauwelijks zichtbaar.
Er zijn weinig mogelijkheden om met andere hulpmiddelen af te wisselen. Algemeen systeem; op dezelfde ring worden pluggen en dergelijke vastgeklikt.
Zakje kan maar eenmalig worden aangebracht. Bij controle hetzelfde zakje los- en vastmaken.
Zakje kan maar in één richting worden geplaatst; veranderingen van positie is niet mogelijk. Zakje kan in elke stand gedraaid worden, naar beneden of opzij.
Stoma is kwetsbaar achter slechts een dun laagje plastic. Stoma is beter beschermd en heeft meer rust.
Huid wordt meer belast. Huid is beter beschermd en heeft meer rust.
De simpele plakzakjes zijn goedkoop, maar kunnen slechts één keer worden gebruikt. Relatief goedkoop in gebruik; de huidplak blijft langer zitten en de zakjes zijn goedkoper.

 

 

De volgende factoren hebben invloed op de keuze van het stomamateriaal:

  • voorkeur van de zorgvrager;
  • draagcomfort;
  • verminderde handfunctie;
  • verminderde visus;
  • mogelijkheden van zelfzorg;
  • conditie of gevoeligheid van de huid;
  • aanwezigheid van plooien/oneffenheden;
  • ligging van de stoma (op of onder huidniveau);
  • plaats en grootte van de stoma;
  • gebruik van corticosteroïden;
  • chemotherapie.

3.2 Specifieke aandachtspunten

Voordat je de stoma van een zorgvrager gaat verzorgen, bereid je je voor door op de volgende punten te letten.

  • Eerst verdiep je je in de verzorging van de specifieke stoma.
  • Lees in het rapport de informatie over de zorgvrager.
  • Raadpleeg bij onduidelijkheden altijd de stomaverpleegkundige.
  • Verzorg de stoma nadat er ontlasting is gekomen. Bij een colostoma is dit makkelijk te plannen, de productie is meestal eenmaal per dag. Bij een ileostoma en urostoma is er een voortdurende productie. ’s Morgens is de productie het laagst.
  • Vraag hoe de zorgvrager gewend is de stoma te verzorgen. Een vast ‘ritueel’ is belangrijk om controle te krijgen op de situatie. Soms kun je bijvoorbeeld het schone materiaal onder het lichaam van de zorgvrager leggen om op lichaamstemperatuur te laten komen.

Bij de verzorging van de stoma mag de zorgvrager zowel liggen als staan. Als de zorgvrager de stoma zelf verzorgt, kan hij dat het best staand doen, zodat hij eventueel een spiegel kan gebruiken.

 

Aandachtspunten tijdens het verwisselen van een stomaopvangsysteem

Verwisselen van het stomaopvangsysteem (kan per zorgvrager wisselen).

  • Verwijder het opvangzakje van boven naar beneden.
  • Laat de zorgvrager op bed liggen tijdens het verwisselen van de huidplaat.
  • Verwijder de huidplaat langzaam en voorzichtig van boven naar beneden. Leg op de stoma een gaasje om eventuele urine of ontlasting op te vangen. Zo wordt voorkomen dat urine of ontlasting weglekt. Houd de huid bij de stoma schoon en droog om irritatie en infecties te voorkomen.
  • Het stomahulpmiddel moet nauwkeurig aansluiten op de stoma. Houd 1 tot 2 mm vrij rond de stoma.
  • Verwarm de nieuwe huidplaat vóór het aanbrengen door deze vijf minuten onder de billen of benen van de zorgvrager te leggen. De huidplaat wordt dan soepeler en gemakkelijker aan te brengen.
  • Gebruikte stomahulpmiddelen worden in speciaal daarvoor ontwikkelde afvalzakjes gedaan. Deze zakjes kunnen bij het huishoudelijk afval worden gedeponeerd.

 

Hoe vaak verwissel je het stomaopvangsysteem?

Eendelig systeem:

  • colostoma gemiddeld 4x per dag;
  • ileostoma 2x per dag;
  • urostoma 2x per dag;

 

Tweedelig systeem:

  • huidplaat kan gemiddeld twee dagen blijven zitten;
  • zakje even vaak verwisselen als bij het eendelig systeem.

Test je kennis!

Je hebt net wat geleerd over het een- en tweedelig systeem.

In deze quiz test je wat je onthouden hebt. Kies bij elk kenmerk of het hoort bij het eendelig systeem of het tweedelig systeem.

 

Veel succes!

Hoofdstuk 4: Problemen en complicaties bij stomazorg

Er is een onderverdeling van complicaties en problemen:

  • van het stoma zelf
  • rond het stoma (peristomaal)
  • overige problemen

Een probleem van of rond het stoma kan natuurlijk ook te maken hebben met de indicatie voor het stoma. De patiënt kan nog steeds een tumor hebben, of de ziekte van Crohn.

4.1 Complicaties en problemen van de stoma

De stoma is opgezwollen

Stoma-oedeem

Bij stoma-oedeem is er vochtophoping in de stoma, waardoor de stoma groter en dikker wordt. In de eerste tijd na de operatie is dit normaal.

 

 

Oorzaken van stoma-oedeem kunnen zijn:

  • te krap geknipt stomamateriaal of verkeerd materiaal;
  • een oedeem elders in het lichaam;
  • verhoogde intra-abdominale druk;
  • stomaobstructie;
  • irritatie van darmslijmvlies.

 

Gevolgen van stoma-oedeem kunnen zijn: een moeilijkere stomazorg, necrose.

 

Hoe handel je bij stoma- oedeem?

  • Gebruik in overleg met de stomaverpleegkundige ander stomamateriaal.
  • Gebruik koude gazen en poedersuiker (absorbeert vocht).
  • Gebruik in overleg met de arts xylometazolinespray (neusdruppels) om zwelling van de stoma tegen te gaan.

 

De stoma wordt zwart

Stomanecrose

Bij stomanecrose sterft het stomaweefsel af als gevolg van verminderde doorbloeding.

 

 

Kenmerken van stomanecrose zijn:

  • de stoma kleurt paarsblauw of kastanjebruin tot zwart;
  • de stoma voelt zacht en slap aan;
  • de stoma heeft een onaangename necrotische geur.

 

Een oorzaak van stomanecrose kan zijn: een infectie.

 

Gevolgen van stomanecrose kunnen zijn:

  • verlies van necrotisch weefsel;
  • darmperforatie;
  • peritonitis;
  • littekens;
  • stenose

 

Stomanecrose kan binnen 24 uur na de aanleg van de stoma ontstaan als de stoma te strak is ingehecht. Ook een infectie kan stomanecrose veroorzaken.

 

Hoe handel je bij stomanecrose?

  • Neem direct contact op met de arts en/of stomaverpleegkundige.

 

 

Hypergranulatie

 

Hypergranulatie is of granulomen zijn een vorm van overmatige weefselgroei bij de stoma. Dit wordt ook wel ‘wild vlees’ genoemd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Kenmerken van hypergranulatie kunnen zijn:

  • er zitten ‘bobbeltjes’ rondom de stoma;
  • het stomaweefsel lijkt op een framboos;
  • de stoma bloedt snel;
  • er is sprake van pijn.

 

Een oorzaak van hypergranulatie is: herhaald trauma (door stomamateriaal) of chronisch contact met feces.
Een gevolg van hypergranulatie is: onvoldoende hechting van het stomamateriaal, waardoor lekkage ontstaat.

 

Hoe handel je bij hypergranulatie?
Stip in overleg met de stomaverpleegkundige de hypergranulatie aan met zilvernitraat.

4.2 Complicaties en problemen rondom de stoma

De stoma laat los

Stomadehiscentie

Bij stomadehiscentie laat het stomaweefsel gedeeltelijk of geheel los van de omliggende (peristomale) huid.

 

Kenmerken van stomadehiscentie kunnen zijn:

  • pijn;
  • een branderig gevoel.

 

Oorzaken van stomadehiscentie kunnen zijn:

  • verstoorde wondgenezing;
  • oppervlakkige infectie;
  • stomanecrose;
  • gebruik van convex stomamateriaal;
  • een bolle huidplaat die de stoma wat omhoog drukt.

 

Gevolgen van stomadehiscentie kunnen zijn:

  • fistels (vooral bij een ileostoma);
  • stenose.

 

Hoe handel je bij stomadehiscentie?

  • Neem direct contact op met de arts en/of stomaverpleegkundige.
  • Monitor de diepte en omvang van de stomadehiscentie en beoordeel de wondbodem.
  • Pas wondverzorging toe afhankelijk van de fase van wondgenezing.
  • Gebruik bij voorkeur vlak stomamateriaal.

 

De stoma is ingetrokken

Stomaretractie

Bij stomaretractie verdwijnt de normale stoma-uitstulping op of onder huidniveau.

 

Kenmerken van stomaretractie kunnen zijn:

  • het kan eruitzien als een geplooide kuil;
  • de stomaretractie kan toenemen bij een zittende houding of rugligging.

 

Oorzaken van stomaretractie kunnen zijn:

  • een postoperatief opgezette buik;
  • te vroege verwijdering van de brug bij een dubbelloops stoma;
  • toename van lichaamsgewicht.

 

Gevolgen van stomaretractie kunnen zijn:

  • verkorte draagtijd van het stomamateriaal;
  • lekkage doordat het stomamateriaal niet goed hecht.

 

Hoe handel je bij een retractie?

  • Neem contact op met de stomaverpleegkundige en/of de arts.
  • Gebruik in overleg met de stomaverpleegkundige ander stomamateriaal of een convex huidplaat met opvulmateriaal en een niet te strakke gordel/heupband.

 

Er komt output uit de huid naast de stoma

Stomafistel

Een stomafistel is een abnormale verbinding tussen de rand van de stoma en de stoma zelf. De output komt dan in de buurt van de stoma op een andere plek eruit. Hoe dunner de ontlasting, hoe meer problemen dit geeft.
Een stomafistel komt vaker voor bij zorgvragers met ziekte van Crohn.

 

 

Een kenmerk van een stomafistel is: de ontlasting verlaat het lichaam niet via de stoma, maar op een andere plaats of in de directe omgeving van de stoma.

 

Oorzaken van een stomafistel kunnen zijn:

  • een diepe hechting door de verschillende weefsellagen bij de aanleg van de stoma;
  • een stomafistel ontstaat sneller bij de ziekte van Crohn.

 

Gevolgen van een stomafistel kunnen zijn:

  • lekkage;
  • erosie van de peristomale huid.

 

Hoe handel je bij een stomafistel?
Schakel de stomaverpleegkundige en/of arts in.

 

De stoma puilt uit

Stomaprolaps

Een stomaprolaps is een telescoopvormige uitstulping van de darm door de stoma.

 

Een kenmerk van een stomaprolaps is: de stoma heeft een toegenomen omtrek en uitstulping die in lengte variëren.

 

Oorzaken van een stomaprolaps kunnen zijn:

  • een verhoogde buikdruk;
  • obesitas;
  • een dubbelloops stoma op het colon transversum.

 

Gevolgen van een stomaprolaps kunnen zijn:

  • oedeem;
  • trauma;
  • bloeding;
  • ulceraties van het slijmvlies;
  • ischemie en necrose;
  • obstipatie;
  • lekkage en huidproblemen.

 

Hoe handel je bij een stomaprolaps?

  • Neem contact op met de stomaverpleegkundige en/of arts.
  • Controleer de kleur en het slijmvlies van de uitstulping.
  • Gebruik bij voorkeur flexibel en vlak stomamateriaal.

 

De stoma is vernauwd

Stomastenose

Een vernauwde stoma ofwel stomastenose belemmert de output. 

 

Kenmerken van stomastenose kunnen zijn:

  • een explosief ontlastingspatroon;
  • potloodvormige output en luide flatus;
  • darmkrampen;
  • pijn in de flank;
  • verminderde urineproductie en een projectiel urinestraal bij een urostoma.

Stomastenose komt vaker voor als het gebruikte darmdeel bestraald is geweest bij een urostoma en bij littekenvorming rondom de stoma.

 

Oorzaken van stomastenose kunnen zijn:

  • vernauwing of contractie van de huid of de spierlaag daaronder.

 

Gevolgen van stomastenose kunnen zijn:

  • obstructieklachten;
  • totale afsluiting van de stoma.

 

Hoe handel je bij stomastenose?

  • Neem contact op met de stomaverpleegkundige en/of arts.
  • Zorg dat de ontlasting soepel blijft door vochtinname en medicatie.

 

De buik puilt uit naast de stoma

Parastomale hernia

Een parastomale hernia is een defect van de abdominale fascie waardoor de darm kan uitstulpen naast de stoma.

 

Kenmerken van een parastomale hernia kunnen zijn:

  • zwelling rondom de stoma die in omvang afneemt in liggende houding en in omvang toeneemt in zittende of staande houding;
  • pijn bij de stoma en een vol gevoel.

 

Een parastomale hernia komt vaker voor bij:

  • zorgvragers ouder dan 70 jaar;
  • obesitas;
  • diabetes;
  • een colostoma.

 

Een oorzaak van een parastomale hernia kan zijn:

  • een te vroege of te zware belasting van de buikwand.

 

Gevolgen van een parastomale hernia kunnen zijn:

  • lekkage en huidproblemen;
  • moeilijkere stomazorg;
  • vermindering van de kwaliteit van leven.
 

Hoe handel je bij een parastomale hernia?

  • Schakel de stomaverpleegkundige en/of arts in.
  • Verwijs de patiënt op korte termijn naar de behandelend arts bij tekenen van verstopping, darmafsluiting, perforatie, een stoma die niet te verzorgen is of te zware psychologische gevolgen.
  • Adviseer de patiënt, in overleg met de stomaverpleegkundige, een breukband te dragen.

 

De huid rondom de stoma is geïrriteerd

Contactdermatitis

Bij contactdermatitis is de huid beschadigd door contact met ontlasting, urine of chemische preparaten.

 

Kenmerken van contactdermatitis kunnen zijn:

  • de huid rondom de stoma is rood, vochtig, pijnlijk en er is huiderosie;
  • postoperatief is irritatie van de huid rondom de stoma normaal.

 

Oorzaken van contactdermatitis kunnen zijn:

  • te stevig opplakken en lostrekken van de huidplaat;
  • infectie door bacteriën (Staphylococcus aureus) en schimmels (Candida);
  • lekkage;
  • niet goed passend stomamateriaal.

 

Gevolgen van contactdermatitis kunnen zijn:

  • lekkage;
  • onvoldoende hechting van het stomamateriaal.

 

Hoe handel je bij contactdermatitis?

  • Neem contact op met de stomaverpleegkundige.
  • Breng een beschermlaag aan om de huid te beschermen.
  • Gebruik een tweedelig systeem, zodat je niet bij elke wisseling van het stomazakje de kleeflaag hoeft los te halen.
  • Verwijs, in overleg met de stomaverpleegkundige, de patiënt door naar de dermatoloog.

4.3 Overige problemen

Pancaking

Bij pancaking zakt de ontlasting niet naar beneden in het stomazakje. De ontlasting blijft rondom de stoma hangen. Pancaking ontstaat meestal bij een colostoma.

 

Kenmerken van pancaking kunnen zijn:

  • de consistentie van de ontlasting kan te dik of plakkerig zijn;
  • het stomazakje trekt vacuüm.

 

Gevolgen van pancaking kunnen zijn:

  • de ontlasting drukt de huidplaat van de huid af;
  • lekkage.

 

Zorg en behandeling

  • Gebruik glijmiddel in het stomazakje.
  • Geef vocht- en voedingsadvies en schakel eventueel de diëtist in.
  • Gebruik in overleg met de stomaverpleegkundige ander stomamateriaal.

 

 

 

Lekkage

Bij lekkage is er ontlasting of urine tussen de huidplaat en huid aanwezig, als gevolg van een complicatie of ander probleem.

Kenmerken van lekkage kunnen zijn:

  • het treedt sneller op bij een urostoma of ileostoma;
  • het komt vaker voor bij een slecht aangelegd stoma en/of een slechte locatie van de stoma.

 

Oorzaken van lekkage kunnen zijn:

  • oneffenheid rondom de stoma door een huidplooi, kuil of litteken;
  • onjuiste stomazorg;
  • huidproblemen;
  • toename of afname van de buikomvang;
  • stomacomplicaties;
  • radiotherapie en chemotherapie.

 

Gevolgen van lekkage kunnen zijn:

  • psychosociale problemen;
  • peristomale huidproblemen;
  • problematische stomazorg;
  • meer materiaalverbruik.

 

Zorg en behandeling

  • Probeer de oorzaak van de lekkage te achterhalen en neem deze weg.
  • Neem contact op met de stomaverpleegkundige.

 

 

High output

Bij high output is er een stomaproductie van meer dan 1 liter per 24 uur.

 

Kenmerken van high output kunnen zijn:

  • het treedt sneller op bij een ileostoma of bij een stoma op een nog hoger darmdeel;
  • het komt vaker voor bij darmlijden, bijvoorbeeld de ziekte van Crohn, darminfecties of darmfalen.

 

Oorzaken van high output kunnen zijn:

  • antibioticagebruik;
  • chemotherapie.

 

Gevolgen van high output kunnen zijn:

  • waterdunne ontlasting waarbij de productie moeizaam te regelen is met voeding en vocht;
  • dehydratie;
  • verstoorde elektrolytenbalans;
  • opvangproblemen en lekkage;
  • onbetrouwbare orale anticonceptie;

 

Zorg en behandeling

  • Geef vocht- en voedingsadvies en schakel eventueel de diëtist in.
  • Houd een vochtbalans bij.
  • Gebruik in overleg met de stomaverpleegkundige ander stomamateriaal met voldoende opvangcapaciteit.

 

 

Obstructie

Obstructie is een afsluiting van de stomadoorgang.

 

Oorzaken van obstructie kunnen zijn:

  • een voedselprop;
  • nauwer darmlumen van een ileostoma;
  • parastomale hernia;
  • stomastenose;
  • obstipatie;
  • carcinoom in darmwand;
  • mechanische of paralytische ileus.

 

Gevolgen van obstructie kunnen zijn:

  • geen ontlasting;
  • verminderde of geen flatus;
  • misselijkheid en (fecaal) braken;
  • gezwollen of oedemateus stoma;
  • opgezette buik;
  • rusteloosheid;
  • krampende buikpijn met paradoxale diarree of juist geen ontlasting.

 

Zorg en behandeling

  • Waarschuw direct een arts.
  • Stop met voeding, geef ruim vocht.
  • Spoel in opdracht van de arts de darm en/of geef een klysma.

 

 

Gasvorming

Gasvorming is zodanige gasvorming dat de stomadrager hiervan hinder ervaart.

Een kenmerk van gasvorming is:

  • het komt vaker voor bij een colostoma.

 

Oorzaken van gasvorming kunnen zijn:

  • afwijkingen van de darmflora;
  • lucht inslikken;
  • roken;
  • praten tijdens het eten;
  • kauwgum kauwen;
  • bepaalde voedingsmiddelen;
  • obstipatie;
  • stomacomplicaties zoals parastomale hernia en stenose.

 

Gevolgen van gasvorming kunnen zijn:

  • stomamateriaal is zichtbaar door ballooning;
  • geluid- en geuroverlast.

 

Zorg en behandeling

  • Geef advies over vochtintake en voeding.
  • Gebruik in overleg met de stomaverpleegkundige ander stomamateriaal wat betreft geur en filters.

 

 

Huidirritaties

Als je huidirritaties rondom de stoma hebt vastgesteld, kun je verschillende oplossingen voor dit probleem proberen.

 

Mogelijke oplossingen bij huidirritaties

  • Stap zo mogelijk van een eendelig systeem over op een tweedelig systeem. De hydrocolloïdplak kan drie tot vier dagen blijven zitten. Dit geeft de huid meer rust.
  • Breng bij lichte irritatie een heel dun laagje (anders is er minder plakkracht) barrièrecrème aan. Laat deze beschermende crème eerst intrekken en breng dan pas het materiaal aan.
  • Strooi bij een vochtige geïrriteerde huid orahesive poeder dun uit en blaas het teveel weg. Dit poeder belemmert de kleefkracht niet.
  • Breng een kunststof laagje op de huid aan (huidbeschermfilm). Dit wordt met het verwijderen van het materiaal meegetrokken.
  • Gebruik bij huidsmetten stomamateriaal met een non-woven of ventilerende achterlaag. Hierdoor zal de huid niet verweken.
  • Goede observatie en het nemen van voorzorgsmaatregelen zijn van belang.

Test je kennis!

Klik op deze link om de juiste complicaties aan de bijbehorende afbeeldingen te koppelen.

Voor je begint, vul eerst je naam in om verder te kunnen.

Veel succes!

 

 

Hoofdstuk 5: Algemene aandachtspunten bij stomazorg

Bij de verzorging van een stoma werk je methodisch en doelgericht en houd je rekening met de kenmerken van de zorgvrager. Je geeft de juiste informatie en als de zorgvrager de zorg overneemt geef je passende instructies.

5.1 Psychische aspecten

Voor een zorgvrager is het vaak moeilijk te accepteren dat hij met een stoma moet leren leven. Het is van groot belang dat je inspeelt op zijn gevoelens en hem ruimte geeft zijn emoties te uiten.

 

Onzekerheid

Bij de zorgvrager kan onzekerheid bestaan of zijn partner zijn lichaam – dat verminkt is – zal accepteren. Is seksualiteit nog wel mogelijk en durft hij zijn lichaam wel te tonen? Ook de invloed op het dagelijks leven is onbekend en onzeker. Hoe zullen anderen reageren, kan ik nog wel zwemmen en wat moet ik doen als ik buitenshuis mijn stoma moet verschonen? Het is zinvol om een gespecialiseerde stomaverpleegkundige in te schakelen die de nodige informatie kan geven en de onzekerheid misschien kan verminderen.

 

Schaamte

Zorgvragers zijn bang dat geurtjes of geluiden van ontlasting opgemerkt worden door de omgeving. Een zorgvrager kan zich ook schamen als er aanvullend incontinentiemateriaal nodig is omdat het rectum nog steeds slijm produceert. Bij een zorgvrager met een stoma kan de schaamte zich uiten in problemen over welke kleding hij kan dragen. Hoe kan de zorgvrager zijn kleding aantrekken en zijn stoma goed verbergen? Dit heeft ook te maken met acceptatie van de situatie en er in de eigen omgeving voor uit durven komen. De stomaverpleegkundige kent veel oplossingen om te helpen dit doel te bereiken.

 

Verdriet en boosheid

Zeker bij een blijvende stoma kan de verwerking veel emoties oproepen. De zorgvrager kan de stoma als een verliessituatie ervaren omdat hij niet meer gewoon kan defeceren. Luister naar de emoties en begeleid de zorgvrager door het voeren van ondersteunende gesprekken.

 

Opluchting

Bij sommige zorgvragers kan er sprake zijn van opluchting. De klachten, de pijn en het niet functioneren van hun darmen zijn voorbij. Vaak gaat daar al een langdurig ziekteproces aan vooraf. Ze voelen zich meer ontspannen en kunnen meer ondernemen nu ze zich minder ziek voelen. Ook als er na de operatie zekerheid is over een tijdelijke stoma, kan de opluchting groot zijn.

5.2 Aandachtspunten bij de kenmerken van de zorgvrager

Zorgvragers met een verstandelijke beperking

  • De zorgvrager kan de stoma eruit trekken, zeker in het beginstadium. Fixeer wanneer nodig, in opdracht van de arts, eventueel de handen.
  • Let op verschijnselen van regressie; door de ingreep kan de zorgvrager tijdelijk terugvallen in eerder gedrag, zoals kinderlijk of afhankelijk gedrag.

 

Zorgvragers met een lichamelijke beperking

  • Besteed extra aandacht aan de positie van de stoma. Doordat de lichaamsvorm soms anders is of doordat de zorgvrager in een rolstoel zit, is het extra belangrijk erop toe te zien dat de uitscheiding kan afvloeien.

 

Zorgvragers die revalideren of chronisch ziek zijn

  • Let op emoties. De stoma kan opluchting geven, omdat de gezondheid verbetert, maar ook teleurstelling, omdat er nog meer problemen bij komen.
  • Geef uitgebreide voorlichting en instructie. Zodra de zorgvrager eraan toe is, kan hij of een naaste de stomazorg op zich nemen.

 

Psychiatrische zorgvragers

  • De zorgvrager kan door verwardheid en stoornissen de stoma beschadigen.
  • Fixeer wanneer nodig, in opdracht van de arts, eventueel de handen.
  • Observeer het zelfbeeld dat de zorgvrager heeft. Het zelfbeeld kan door de ingreep nog verder verslechteren.

5.3 Voorlichting en instructie

Een zorgvrager met een stoma kun je over verschillende aspecten van de zorg voorlichten en instrueren.

Voeding

Bij zorgvragers met een stoma moet je extra aandacht besteden aan het ontlastingspatroon. Dit kan verstoord zijn, te frequent of juist moeizaam. Een ander mogelijk probleem is gasvorming, met als gevolg geuren of een opbollend zakje. Dit kan de zorgvrager zeer hinderlijk vinden. Aandacht voor de voeding is dan wenselijk. Informeer naar het voedingspatroon. Goed kauwen en rustig eten zijn erg belangrijk. Zorgvragers met een stoma hebben eerder last van een vochttekort. Stimuleer de zorgvrager voldoende te drinken. In principe kan hij alles eten. Het is wel belangrijk dat hij bepaald stoppend of juist laxerend voedsel laat staan. Bij blijvende stoelgangproblemen moet je een diëtist raadplegen.

 

Voedingsadviezen

  • Stoppend bij een colostoma en ileostoma zijn witmeelproducten.
  • Laxerend bij een colostoma zijn vruchtensappen, karnemelk, vezelrijke groenten, stroop, honing en ontbijtkoek.
  • Laxerend bij een ileostoma zijn zuurkool, asperges, champignons, taugé, bleekselderij, noten, vezelrijk fruit, te grote stukken hard fruit en tuttifrutti.
  • Bij onbekend voedsel: eerst een kleine portie proberen en het resultaat afwachten.

 

Deze producten werken laxerend.

 

Naast voedingsadviezen kun je voorlichting geven over:

  • de reden van de ingreep en de zorghandeling;
  • de wijze waarop je de zorghandeling verricht;
  • hoe zorgvragers de ingreep of handeling kunnen ervaren;
  • wanneer de zorgvrager moet waarschuwen:
    • bij het niet-afvloeien van ontlasting bij een stoma;
    • bij lekkage van de stoma, bij pijn, bij andere klachten;
    • wat de zorgvrager wel en niet kan doen als hij een stoma heeft;
    • hoe de zorgvrager in zijn dagelijks leven kan omgaan met de stoma.

 

Instrueren van de zorgvrager

Een zorgvrager met een stoma neemt als hij opgeknapt is van de ingreep de zorg voor de stoma over. De zorgvrager heeft dan veel instructie nodig en moet de handelingen aanleren. Eerst doe je de verzorging van de stoma helemaal voor en vertel je wat je doet en waarom. De zorgvrager heeft vaak veel vragen, je neemt er rustig de tijd voor. Vervolgens leert de zorgvrager het zelf. Jij geeft aanwijzingen over dat deel van de handeling dat niet goed gaat. Na de handeling motiveer je de zorgvrager door te vertellen wat wel goed gaat. Dit voer je meerdere dagen uit, totdat de zorgvrager het goed kan. Belangrijk is ook dat je informatie geeft over problemen die kunnen ontstaan. Vervolgens kan de zorgvrager de stomazorg alleen uitvoeren en vraag je later hoe het verliep.

 

Pas je kennis toe

Mevrouw Karels heeft een ileostoma. Vandaag heeft ze weer erg veel last van dunne ontlasting. Als je haar vraagt wat ze de laatste dagen heeft gegeten, antwoordt ze dat ze zuurkool met worst en yoghurt met tuttifrutti heeft gegeven. Haar buurvrouw had voor haar gekookt en ze wilde het niet afslaan. 

Kruiswoordpuzzel

Voordat je de toets maakt, ga je een kruiswoordpuzzel invullen. In deze puzzel komen woorden voor die je geleerd hebt tijdens deze les.

 

Klik op deze link om naar de kruiswoordpuzzel te gaan.

 

Veel succes!

Toets

Je hebt inmiddels al veel geleerd over stomazorg. Tijd om je kennis te testen met een afsluitende toets.
De toets bestaat uit 15 vragen over de belangrijkste onderwerpen die je in deze les bent tegengekomen.

 

Heb je 9 of meer vragen goed? Dan heb je een voldoende. Minder dan 9 vragen goed? Zoek de antwoorden die je niet wist terug in de Wikiwijs.

 

Veel succes! Neem rustig de tijd en lees elke vraag goed door.

Toets: Toets stomazorg

Start

Evaluatie

Hopelijk heb je iets geleerd van de les over stomazorg.

We zijn benieuwd wat je ervan vond. Via deze link kun je een korte vragenlijst invullen op Mentimeter. Het kost maar een minuutje en helpt ons om de les te verbeteren.

 

Alvast bedankt voor het invullen!

 

Bronnenlijst

Biologiepagina.nl. (z.d.). Oefening verteringsstelsel. https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Verteringsstelsel/verteringsstelsel.htm

Enkelloops of dubelloops - Medisch Spectrum Twente. (2017, 19 april). Medisch Spectrum Twente. https://www.mst.nl/p/specialismen/stomazorg/wat-is-een-stoma/colostoma/enkelloops-of-dubelloops/

MDL Fonds. (2025, 21 januari). Stoma | MDL Fonds. https://www.mdlfonds.nl/behandelingen/operaties/stoma/

Stichting Stomaatje. (2025, 4 juni). Wat is een stoma nu eigenlijk? https://www.stomaatje.nl/ikkrijgeenstoma/watiseenstoma/uitleg-stoma

Stoma. (z.d.). Radboudumc. https://www.radboudumc.nl/patientenzorg/behandelingen/stoma

Stomavereniging. (2023b, november 30). Leven met een stoma - Stomavereniging. https://www.stomavereniging.nl/leven-met-een-stoma/

Verzorging van de colostoma. (z.d.). Rijnstate. https://www.rijnstate.nl/aandoening-en-behandeling/colostoma/verzorging-van-de-colostoma/#:~:text=Een%20eendelig%20opvangsysteem%20is%20een,wordt%20op%20de%20huidplak%20bevestigd

 

 

 

  • Het arrangement Stomazorg is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Sabine Geerenstein
    Laatst gewijzigd
    2025-06-13 15:54:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Stomazorg
    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Loopbaan; Werkexploratie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    60 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Toets stomazorg

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.