5.3 Voorlichting en instructie

Een zorgvrager met een stoma kun je over verschillende aspecten van de zorg voorlichten en instrueren.

Voeding

Bij zorgvragers met een stoma moet je extra aandacht besteden aan het ontlastingspatroon. Dit kan verstoord zijn, te frequent of juist moeizaam. Een ander mogelijk probleem is gasvorming, met als gevolg geuren of een opbollend zakje. Dit kan de zorgvrager zeer hinderlijk vinden. Aandacht voor de voeding is dan wenselijk. Informeer naar het voedingspatroon. Goed kauwen en rustig eten zijn erg belangrijk. Zorgvragers met een stoma hebben eerder last van een vochttekort. Stimuleer de zorgvrager voldoende te drinken. In principe kan hij alles eten. Het is wel belangrijk dat hij bepaald stoppend of juist laxerend voedsel laat staan. Bij blijvende stoelgangproblemen moet je een diëtist raadplegen.

 

Voedingsadviezen

 

Deze producten werken laxerend.

 

Naast voedingsadviezen kun je voorlichting geven over:

 

Instrueren van de zorgvrager

Een zorgvrager met een stoma neemt als hij opgeknapt is van de ingreep de zorg voor de stoma over. De zorgvrager heeft dan veel instructie nodig en moet de handelingen aanleren. Eerst doe je de verzorging van de stoma helemaal voor en vertel je wat je doet en waarom. De zorgvrager heeft vaak veel vragen, je neemt er rustig de tijd voor. Vervolgens leert de zorgvrager het zelf. Jij geeft aanwijzingen over dat deel van de handeling dat niet goed gaat. Na de handeling motiveer je de zorgvrager door te vertellen wat wel goed gaat. Dit voer je meerdere dagen uit, totdat de zorgvrager het goed kan. Belangrijk is ook dat je informatie geeft over problemen die kunnen ontstaan. Vervolgens kan de zorgvrager de stomazorg alleen uitvoeren en vraag je later hoe het verliep.